NL1037249C2 - Inrichting en werkwijze voor het aan ten minste een te koelen locatie toevoeren van een gekoelde luchtstroom. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het aan ten minste een te koelen locatie toevoeren van een gekoelde luchtstroom. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1037249C2 NL1037249C2 NL1037249A NL1037249A NL1037249C2 NL 1037249 C2 NL1037249 C2 NL 1037249C2 NL 1037249 A NL1037249 A NL 1037249A NL 1037249 A NL1037249 A NL 1037249A NL 1037249 C2 NL1037249 C2 NL 1037249C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cooled
- wall
- guide channel
- air
- location
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F9/00—Use of air currents for screening, e.g. air curtains
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47C—CHAIRS; SOFAS; BEDS
- A47C7/00—Parts, details, or accessories of chairs or stools
- A47C7/62—Accessories for chairs
- A47C7/72—Adaptations for incorporating lamps, radio sets, bars, telephones, ventilation, heating or cooling arrangements or the like
- A47C7/74—Adaptations for incorporating lamps, radio sets, bars, telephones, ventilation, heating or cooling arrangements or the like for ventilation, heating or cooling
- A47C7/742—Adaptations for incorporating lamps, radio sets, bars, telephones, ventilation, heating or cooling arrangements or the like for ventilation, heating or cooling for ventilating or cooling
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F1/00—Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
- F24F1/02—Self-contained room units for air-conditioning, i.e. with all apparatus for treatment installed in a common casing
- F24F1/04—Arrangements for portability
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F13/00—Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
- F24F13/02—Ducting arrangements
- F24F13/06—Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Cooling Or The Like Of Electrical Apparatus (AREA)
- Duct Arrangements (AREA)
- Heat-Exchange Devices With Radiators And Conduit Assemblies (AREA)
- Building Environments (AREA)
- Air-Conditioning Room Units, And Self-Contained Units In General (AREA)
Description
INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET AAN TEN MINSTE ÉÉN TE KOELEN LOCATIE TOEVOEREN VAN EEN GEKOELDE LUCHTSTROOM
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting 5 voor het aan ten minste één te koelen locatie toevoeren van een gekoelde luchtstroom. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op het toevoeren van een gekoelde luchtstroom aan ten minste één te koelen locatie met een dergelijke inrichting.
10 In gebieden met een warm klimaat is het gebruikelijk om de ruimtes waar personen verblijven te voorzien van een airconditioning, waarmee de lucht in de ruimte naar wens van zich in de ruimte bevindende personen te conditioneren, doorgaans te koelen, is. Dit koelen van de 15 lucht in de genoemde ruimtes gaat gepaard met een aanzienlijk energieverbruik. Er is derhalve behoefte aan een comfort verhogende inrichting, welke tevens energetisch gunstig is.
De inrichting volgens de uitvinding omvat een 20 koeleenheid voor het genereren van een gekoelde luchtstroom; en een geleidingskanaal voor het geleiden van de gekoelde luchtstroom van de koeleenheid naar de ten minste ene te koelen locatie, waarbij in hoofdzaak de gehele wand van het geleidingskanaal permeabel is voor de lucht van gekoelde 25 luchtstroom, een uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal een eerste luchtpermeabiliteit heeft, en een geleidingsgedeelte van de wand een tweede luchtpermeabiliteit heeft, waarbij het uitstroomgedeelte van de wand nabij de ten minste ene te koelen locatie 30 plaatsbaar, en de luchtpermeabiliteit van het uitstroomgedeelte van de wand hoger is dan de luchtpermeabiliteit van het geleidingsgedeelte van de wand.
2
Deze inrichting maakt het mogelijk om door middel van de plaatsing van het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal nabij een specifieke te koelen locatie binnen een ruimte, bijvoorbeeld een bed of een werkplek, de 5 gekoelde luchtstroom te concentreren op deze specifieke locatie. Dit maakt de inrichting volgens de uitvinding energetisch gunstig ten opzichte van een inrichting waarvan de toegevoerde luchtstroom niet te concentreren is op de specifieke locatie. Doordat bovendien niet alleen het 10 uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal, maar in hoofdzaak de gehele wand permeabel is voor de lucht van de gekoelde luchtstroom is het daarbij mogelijk om ongewenste effecten van het door het geleidingskanaal geleiden van de gekoelde luchtstroom, zoals condensvorming 15 op de wand van het geleidingskanaal, te vermijden. Een dergelijke condensvorming kan bijvoorbeeld comfort verlagend zijn wanneer de condens van de wand af op het bed, de werkplek, of zelfs op de personen die daarvan gebruikmaken valt. Een dergelijke condensvorming is in het bijzonder in 20 gebieden met een relatief hoge luchtvochtigheid een probleem.
Het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal is boven de ten minste ene te koelen locatie te plaatsen. Deze maatregel maakt het mogelijk om 25 gebruik te maken van de zwaartekracht om de relatief koude lucht te laten neerdalen op de te koelen locatie en de daarvan gebruikmakende personen. Dit heeft als voordeel dat de uitstroomsnelheid van de gekoelde lucht van de luchtstroom uit het uitstroomgedeelte van de wand van het 30 geleidingskanaal lager kan zijn, waardoor het geluid dat wordt gegenereerd bij het door de wand van het geleidingskanaal treden van de luchtstroom en daarmee de 3 hinder daarvan minder is, terwijl bovendien de personen het comfort ervaren van een neerdalende koele lucht.
De inrichting omvat tevens een frame waarmee het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal boven 5 de ten minste ene te koelen locatie te plaatsen is. Deze maatregel maakt het bijvoorbeeld mogelijk de inrichting eenvoudig boven de gewenste te koelen locatie te plaatsen is. Zo is de inrichting bijvoorbeeld vorm te geven als een verplaatsbare eenheid die eenvoudig in een bestaande ruimte 10 te plaatsen is om aan een specifieke locatie in die ruimte gekoelde lucht toe te voeren.
Het geleidingskanaal is in het frame opgespannen door middel van een zich tussen het geleidingskanaal en het frame uitstrekkende opspanning. Deze maatregel maakt het 15 bijvoorbeeld mogelijk om het geleidingskanaal fysiek te scheiden van het frame en zo bij het toevoeren van een relatief koude luchtstroom condensvorming op het frame of op de wand van het geleidingskanaal te vermijden.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de 20 inrichting volgens de uitvinding is de temperatuur van de gekoelde luchtstroom ten minste 2 °C lager dan de temperatuur van de omgevingslucht. De ten minste 2 °C lagere temperatuur van de gekoelde luchtstroom ten opzichte van de temperatuur van de omgevingslucht zorgt dat de gekoelde lucht door 25 middel van de zwaartekracht neerdaalt op de te koelen locatie waarbij de persoon die gebruikt maakt van de locatie een aangename verkoeling ervaart zonder tocht.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting waarbij het uitstroomgedeelte van de wand van het 30 geleidingskanaal boven de ten minste ene te koelen locatie te plaatsen is, is het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal op een afstand van bij voorkeur tussen 100-300 cm, meer bij voorkeur tussen 150-250 cm, en nog meer bij 4 voorkeur in hoofdzaak 200 cm boven de ten minste ene te koelen locatie te plaatsen is. Deze afstand van bijvoorbeeld 100, 125, 150, 175, 200, 225, 250, 275, 300 cm blijkt een goede spreiding van de gekoelde luchtstroom over de te 5 koelen locatie mogelijk te maken, terwijl de inrichting ten aanzien van de hoogte daarvan tevens geschikt is om deze te plaatsen in een bestaande ruimte.
In een verdere uitvoeringsvorm heeft de opspanning een in hoofdzaak luchtdicht gedeelte dat zich vanuit de wand 10 van het geleidingskanaal over een afstand van bij voorkeur ten minste 10 cm, meer bij voorkeur ten minste 20 cm, en nog meer bij voorkeur ten minste 30 cm in de richting van het frame uitstrekt. Deze maatregel maakt het bijvoorbeeld mogelijk om bij de toevoer van een relatief koude 15 luchtstroom aan een te koelen locatie te vermijden dat warme lucht die zich boven het uitstroomgedeelte van het geleidingskanaal bevindt door de luchtstroom wordt meegezogen. Hierdoor is de efficiëntie van de inrichting verder te verbeteren, hetgeen de inrichting energetisch 20 gunstiger maakt.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de koeleenheid een aanzuigmond voor het aanzuigen van een te koelen luchtstroom, welke aanzuigmond onder het uitstroomgedeelte 25 van de wand van het geleidingskanaal te plaatsen is. Deze maatregel maakt het mogelijk aan de te koelen locatie toegevoerde gekoelde luchtstroom ten minste gedeeltelijk opnieuw te koelen in de koeleenheid. De gekoelde lucht die uit het boven de te koelen locatie geplaatste 30 uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal is gestroomd zal onder invloed van de zwaartekracht dalen en wordt dan onder het uitstroomgedeelte weer aangezogen door de koeleenheid. De temperatuur van deze lucht is, hoewel 5 deze enigszins zal opwarmen voordat deze opnieuw wordt aangezogen, koeler dan de omgevingslucht, waardoor slechts een geringe mate van bijkoeling nodig is, hetgeen de inrichting energetisch gunstiger maakt.
5 In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de wand van het geleidingskanaal van textiel. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de luchtstroom het geleidingskanaal nagenoeg geruisloos verlaat, waardoor het comfort van de persoon die 10 van de locatie gebruik maakt behouden blijft.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de uitstroomsnelheid van de lucht van de gekoelde luchtstroom uit het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal bij 15 voorkeur tussen 0,04 - 0,12 m/s, meer bij voorkeur tussen 0,06 - 0,10 m/s, en nog meer bij voorkeur in hoofdzaak 0,08 m/s. Deze uitstroomsnelheden van bijvoorbeeld 0,04; 0,05; 0,06; 0,07; 0,08; 0,09; 0,10; 0,11 en 0,12 m/s, tezamen met de valversnelling die de zwaartekracht op de gekoelde lucht 20 uitoefent, zorgt ervoor dat de snelheid van de luchtstroom bij het bereiken van een persoon die van de te koelen locatie gebruikmaakt zodanig laag is dat deze persoon een comfortverhogende verkoeling ervaart, zonder dat de luchtstroom daarbij als tochtig wordt ervaren.
25 In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de luchtpermeabiliteit van het uitstroomgedeelte van de wand bij voorkeur tussen 200 _ 1400 m3/m2/uur is bij een statische druk van 120 Pa, meer bijvoorkeur tussen 400 — 1200 m3/m2/uur, en nog meer bij 30 voorkeur tussen 600 — 1000 m3/m2/uur. Deze luchtpermeabiliteit van het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal van bijvoorbeeld 200, 300, 400, 500, 600, 700, 800, 900, 1000, 1100, 1200, 1300, 1440 6 m3/m2/uur bij een statische druk van 120 Pa is zeer geschikt gebleken voor het verwezenlijken van een comfort verhogende inrichting, in het bijzonder voor het verwezenlijken van de hiervoor genoemde uitstroomsnelheden van de lucht van de 5 luchtstroom die uit het uitstroomgedeelte van het geleidingskanaal stroomt.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de luchtpermeabiliteit van de rest van de wand bij voorkeur tussen 10 - 80 m3/m2/uur 10 is bij een statische druk van 120Pa, meer bijvoorkeur tussen 15 - 70 m3/m2/uur, en nog meer bij voorkeur tussen 20 - 60 m3/m2/uur. Deze luchtpermeabiliteit van de rest van de wand van het geleidingskanaal van bijvoorbeeld 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 65, 70 m3/m2/uur bij een 15 statische druk van 120 Pa is zeer geschikt gebleken voor het effectief vermijden van condensvorming op de wand van het geleidingskanaal.
De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het toevoeren van een gekoelde luchtstroom aan ten minste 20 één te koelen locatie met een hiervoor beschreven inrichting.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat deze de stap van het boven de ten minste ene locatie plaatsen van het uitstroomgedeelte 25 van de wand van het luchtpermeabele geleidingskanaal.
De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, die in de bijgevoegde figuren zijn getoond. Het betreffen niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden.
30 In de figuren toont: - figuur 1 een aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; 7 - figuur 2 een aanzicht in perspectief van een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting van figuur 1; - figuur 3 een aanzicht in perspectief van de toepassing van de inrichting van figuur 2 voor het toevoeren 5 van een gekoelde luchtstroom aan een te koelen werkplek; - figuur 4 een schematische weergave van de werking van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; en tonen: - figuren 5a en 5b een schematische weergave in 10 dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van het geleidingskanaal van de inrichting van figuur 4; en - figuren 6a en 6b een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van het geleidingskanaal van figuren 5a en 5b.
15 In figuur 1 is een inrichting 1 getoond voor het aan een te koelen locatie 2 toevoeren van een luchtstroom.
De inrichting 1 is getoond een koeleenheid 3 die steunt op het grondoppervlak 4 van de te koelen locatie 2. De koeleenheid 3 heeft een aanzuigmond 5 en een uitblaasmond 6. 20 Via de aanzuigmond 5 zuigt de koeleenheid 3 lucht vanuit de te koelen locatie 2 in de richting van pijl D aan. De aangezogen lucht wordt vervolgens door middel van de koeleenheid 3 gekoeld en via de uitblaasmond 6 als een gekoelde luchtstroom uitgeblazen in het geleidingskanaal 7. 25 Het geleidingskanaal 7 geleidt de gekoelde luchtstroom naar de te koelen locatie 2. De gehele wand 8 van het geleidingskanaal 7 is permeabel voor de gekoelde lucht van luchtstroom, zodat gekoelde lucht van de gekoelde luchtstroom die naar de te koelen locatie 2 wordt geleidt in 30 hoofdzaak overal aan de wand 8 van het geleidingskanaal 7 uitstroomt. Een boven de te koelen locatie 2 geplaatst uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 heeft een eerste luchtpermeabiliteit. Een 8 geleidingsgedeelte 8b van de wand 8 van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 heeft een tweede luchtpermeabiliteit. Omdat de luchtpermeabiliteit van het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 hoger is dan de 5 luchtpermeabiliteit van het geleidingsgedeelte 8b van de wand 8 van het geleidingskanaal 7, wordt de gekoelde lucht van de gekoelde luchtstroom voornamelijk langs het geleidingsgedeelte 8b van de wand 8 geleidt en stroomt de gekoelde lucht van de gekoelde luchtstroom voornamelijk aan 10 het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 uit. De uit het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 stromende gekoelde lucht daalt als gevolg van de uitstroomsnelheid en onder invloed van de zwaartekracht in de richting van pijl C neer op de te koelen locatie 2. Deze werking van de inrichting 1 wordt in 15 het volgende nader verduidelijkt aan de hand van figuur 4.
In figuur 1 is tevens getoond dat het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 boven de te koelen locatie 2 is geplaatst door middel van een frame 9, waarbij het geleidingskanaal 7 in het frame 9 20 is opgespannen door middel van een zich tussen het geleidingskanaal 7 en het frame 9 uitstrekkende opspanning 10. De wand 8 van het geleidingskanaal 7 is bijvoorbeeld van textiel. Ook het web 10 is bijvoorbeeld van textiel, zodat het web 10 en het geleidingskanaal 7 bijvoorbeeld één geheel 25 lijken te vormen. De inrichting 1 is indien gewenst eenvoudig over het grondoppervlak 4 te verplaatsen om zo het uitstroomgedeelte 8a boven een andere te koelen locatie te plaatsen.
In figuur 2 is een alternatieve uitvoeringsvorm 30 van de inrichting 1 van figuur 1 getoond. Ook deze inrichting 11 is getoond met een koeleenheid 3 die gekoelde lucht in de vorm van een gekoelde luchtstroom uitblaast in een geleidingskanaal 7 met een wand 8 met een 9 uitstroomgedeelte 8a en een geleidingsgedeelte 8b. Ook is bij deze inrichting 1 het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 boven de te koelen locatie 2 geplaatst door middel van een frame 9, waarbij het 5 geleidingskanaal 7 in het frame 9 is opgespannen door middel van een zich tussen het geleidingskanaal 7 en het frame 9 uitstrekkende opspanning 10. Bij de in figuur 2 getoonde inrichting 1 vormt het frame 9 echter een boog, zodat ook het geleidingskanaal 7 boogvormig is. In figuur 3 is de 10 inrichting 11 van figuur 2 getoond, waarbij het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 boven een bureaustoel 12 is geplaatst, zodat uit het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 stromende gekoelde lucht in de richting van pijl C op de bureaustoel 12 neerdaalt.
15 Aan de hand van de in figuur 4 schematisch getoonde inrichting 13 is in het navolgende het werkingsprincipe van een inrichting volgens de uitvinding, waaronder de inrichtingen 1 en 11 van de figuren 1 tot en met 3, nader verduidelijkt.
20 De inrichting 13 is getoond met een koeleenheid 3.
De koeleenheid 3 heeft een aanzuigmond 5 en een uitblaasmond 6. Via de aanzuigmond 5 zuigt de koeleenheid 3 lucht aan in de richting van pijl D. De aangezogen lucht wordt vervolgens door middel van de koeleenheid 3 gekoeld en via de 25 uitblaasmond 6 als een gekoelde luchtstroom in de richting van pijl E uitgeblazen in het geleidingskanaal 7. Het geleidingskanaal 7 geleidt de gekoelde luchtstroom in dit uitvoeringsvoorbeeld naar twee te koelen locaties 2a en 2b. De gehele wand 8 van het geleidingskanaal 7 is permeabel 30 voor de gekoelde lucht van luchtstroom, zodat gekoelde lucht van de gekoelde luchtstroom die naar de te koelen locaties 2 wordt geleidt in hoofdzaak overal aan de wand 8 van het geleidingskanaal 7 uitstroomt, zoals getoond door de als 10 zigzag pijlen F en G aangeduide luchtstromingen. Een boven elke te koelen locatie 2a en 2b geplaatst uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 heeft een eerste luchtpermeabiliteit. Een geleidingsgedeelte 8b van de wand 8 5 van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 heeft een tweede luchtpermeabiliteit. Omdat de luchtpermeabiliteit van het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 hoger is dan de luchtpermeabiliteit van het geleidingsgedeelte 8b van de wand 8 van het geleidingskanaal 10 7, wordt de gekoelde lucht van de gekoelde luchtstroom voornamelijk langs het geleidingsgedeelte 8b van de wand 8 geleidt, zodat relatief weinig lucht van de gekoelde luchtstroom door het geleidingsgedeelte 8b van de wand 8 heen stroomt (aangeduid met de relatief korte zigzag pijlen 15 F), en stroomt de gekoelde lucht van de gekoelde luchtstroom voornamelijk aan het boven de te koelen locaties 2a en 2b geplaatste uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 uit (aangeduid met de relatief lange zigzag pijlen G). Doordat in hoofdzaak de gehele wand 8 permeabel is voor de gekoelde lucht van de 20 in het geleidingskanaal 7 geblazen gekoelde luchtstroom wordt de relatief warme lucht in de omgeving 14 van de wand 8 van het geleidingskanaal 7 weggehouden, zodat deze relatief warme omgevingslucht niet kan condenseren tegen de wand 8 van het geleidingskanaal 7.
25 De uit het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 stromende gekoelde lucht daalt als gevolg van de uitstroomsnelheid en onder invloed van de zwaartekracht in de richting van pijl C neer op de te koelen locaties 2a en 2b en verzamelt zich aan het grondoppervlak 15, zoals 30 aangeduid met arcering H. Omdat de aanzuigmond 5 van de koeleenheid 3 onder het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 is geplaatst, ofwel stroomafwaarts ten opzichte van de uit dit uitstroomgedeelte 8a stromende gekoelde lucht (zigzag 11 pijlen G) wordt de verzamelde en inmiddels enigszins opgewarmde lucht weer via de aanzuigmond 5 in de richting van pijl D opgezogen door de koeleenheid 3 en weer bijgekoeld.
5 Zoals getoond in figuur 4 is het uitstroomgedeelte 8a op een afstand I boven het grondoppervlak van de te koelen locaties 2a en 2b geplaatst.
In figuur 4 is getoond dat de inrichting 13 gekoelde lucht aan twee te koelen locaties toevoert.
10 Alternatief kan de inrichting volgens de uitvinding aan één of meer dan twee te koelen locaties gekoelde lucht toevoeren.
In de figuren 5a en 5b is een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van het 15 geleidingskanaal 7 van de inrichting 13 van figuur 4 getoond. Figuur 5a toont een dwarsdoorsnede ter plaatse van de secties A van het geleidingskanaal 7 van figuur 4. Figuur 5b toont een dwarsdoorsnede ter plaatse van de secties B van het geleidingskanaal 7 van figuur 4. In de figuren 5a en 5b 20 is getoond dat het geleidingskanaal 7 in het frame 9 is opgespannen door middel van een zich tussen het geleidingskanaal 7 en het frame 9 uitstrekkende opspanning 10. De opspanning 10 heeft een in hoofdzaak luchtdicht gedeelte 10a dat zich vanuit de wand 8 van het 25 geleidingskanaal 7 over een afstand J in de richting van het frame 9 uitstrekt. In figuur 5a is getoond dat de wand 8 van het geleidingskanaal 7 ter plaatse van sectie A geheel wordt gevormd door het geleidingsgedeelte 8a van de wand 8, zodat in sectie A relatief weinig lucht van de gekoelde 30 luchtstroom door het geleidingsgedeelte 8b van de wand 8 heen stroomt (aangeduid met de relatief korte zigzag pijlen F). In figuur 5b is getoond dat ter plaatse van secties B van het geleidingskanaal 7 het bovengelegen gedeelte van de 12 wand 8 wordt gevormd door het geleidingsgedeelte 8b van de wand 8, terwijl het ondergelegen gedeelte van de wand 8 wordt gevormd door het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 van geleidingskanaal 7, zodat uit het boven gelegen gedeelte 5 van de wand 8 relatief weinig lucht van de gekoelde luchtstroom door het geleidingsgedeelte 8b van de wand 8 heen stroomt (aangeduid met de relatief korte zigzag pijlen F) en dat uit het ondergelegen gedeelte van de wand 8 relatief veel lucht van de gekoelde luchtstroom door het 10 geleidingsgedeelte 8a van de wand 8 heen stroomt(aangeduid met de relatief lange zigzag pijlen G). Tevens is in de figuren 5a en 5b getoond dat het in hoofdzaak luchtdichte gedeelte 10a van de opspanning 10 vermijdt dat relatief warme lucht uit de omgeving 14 in de richting van pijl K 15 wordt meegevoerd met de uit het uitstroomgedeelte 8a van de wand 8 stromende gekoelde lucht. Tevens is in figuur 5b getoond dat een gedeelte van de uit het uitstroomgedeelte 8a stromende gekoelde lucht (aangeduid met de relatief lange zigzag pijlen G) onder invloed van de zwaartekracht wordt 20 afgebogen.
In de figuren 6a en 6b is een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van het geleidingskanaal van figuren 5a en 5b. In deze alternatieve uitvoeringsvorm heeft de dwars 25 doorsnede van het geleidingskanaal een half ronde vorm in plaats van een ronde vorm zoals bij de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuren 5a en 5b.
De dwarsdoorsnede van het geleidingskanaal 7 van de figuren 5a, 5b, 6a, en 6b kan ook een andere vorm hebben, 30 zoals vierkant, rechthoekig, driehoekig etc.
Het lichtdichte gedeelte van de opspanning 10 van de figuren 5a, 5b, 6a en 6b kan zich ook over slechts een 13 gedeelte van de afstand J uitstrekken vanuit de wand 8 richting het frame 9.
Claims (11)
1. Inrichting voor het aan ten minste één te koelen locatie toevoeren van een gekoelde luchtstroom, 5 omvattende: - een koeleenheid voor het genereren van een gekoelde luchtstroom; en - een geleidingskanaal voor het geleiden van de gekoelde luchtstroom van de koeleenheid naar de ten minste 10 ene te koelen locatie; - waarbij in hoofdzaak de gehele wand van het geleidingskanaal permeabel is voor de lucht van gekoelde luchtstroom; - waarbij een uitstroomgedeelte van de wand van 15 het geleidingskanaal een eerste luchtpermeabiliteit heeft; - waarbij een geleidingsgedeelte van de wand een tweede luchtpermeabiliteit heeft; - waarbij het uitstroomgedeelte van de wand nabij de ten minste ene te koelen locatie plaatsbaar is; 20. waarbij de luchtpermeabiliteit van het uitstroomgedeelte van de wand hoger is dan de luchtpermeabiliteit van het geleidingsgedeelte van de wand; - waarbij het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal boven de ten minste ene te koelen 25 locatie plaatsbaar is; - waarbij de inrichting tevens een frame omvat waarmee het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal boven de ten minste ene te koelen locatie te plaatsen is; en 30. waarbij het geleidingskanaal in het frame is opgespannen door middel van een zich tussen het geleidingskanaal en het frame uitstrekkende opspanning.
2. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de temperatuur van de gekoelde luchtstroom ten minste 2 °C lager is dan de temperatuur van de omgevingslucht. 5
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal op een afstand van bij voorkeur tussen 100-300 cm, meer bij voorkeur tussen 150-250 cm, en nog meer bij voorkeur in 10 hoofdzaak 200 cm boven de ten minste ene te koelen locatie te plaatsen is.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de opspanning een in hoofdzaak 15 luchtdicht gedeelte heeft dat zich vanuit de wand van het geleidingskanaal over een afstand van bij voorkeur ten minste 10 cm, meer bij voorkeur ten minste 20 cm, en nog meer bij voorkeur ten minste 30 cm in de richting van het frame uitstrekt. 20
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de koeleenheid een aanzuigmond omvat voor het aanzuigen van een te koelen luchtstroom, welke aanzuigmond onder het uitstroomgedeelte van de wand van het 25 geleidingskanaal te plaatsen is.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de wand van het geleidingskanaal van textiel is. 30
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitstroomsnelheid van de lucht van de gekoelde luchtstroom uit het uitstroomgedeelte van de wand van het geleidingskanaal bij voorkeur tussen 0,04 - 0,12 m/s 5 is, meer bij voorkeur tussen 0,06 - 0,10 m/s is, en nog meer bij voorkeur in hoofdzaak 0,08 m/s is.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de luchtpermeabiliteit van het 10 uitstroomgedeelte van de wand bij voorkeur tussen 200 - 1400 m3/m2/uur is bij een statische druk van 120Pa, meer bijvoorkeur tussen 400 - 1200 m3/m2/uur, en nog meer bij voorkeur tussen 600 - 1000 m3/m2/uur.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de luchtpermeabiliteit van het geleidingsgedeelte van de wand bij voorkeur tussen 10 - 80 m3/m2/uur is bij een statische druk van 120Pa, meer bijvoorkeur tussen 15 - 70 m3/m2/uur, en nog meer bij 20 voorkeur tussen 20 - 60 m3/m2/uur.
10. Werkwijze voor het toevoeren van een luchtstroom aan ten minste één locatie met een inrichting volgens een van de conclusies 1-9. 25
11. Werkwijze volgens conclusie 10, omvattende de stap van het boven de ten minste ene te koelen locatie plaatsen van het uitstroomgedeelte van de wand van het luchtpermeabele geleidingskanaal.
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1037249A NL1037249C2 (nl) | 2009-09-03 | 2009-09-03 | Inrichting en werkwijze voor het aan ten minste een te koelen locatie toevoeren van een gekoelde luchtstroom. |
JP2012527837A JP2013504030A (ja) | 2009-09-03 | 2010-08-18 | 冷却するための少なくとも1つの場所に冷却空気流を供給する装置及び方法 |
PCT/NL2010/050518 WO2011028101A1 (en) | 2009-09-03 | 2010-08-18 | Device and method for supplying a cooled airflow to at least one location for cooling |
US13/393,510 US20120171946A1 (en) | 2009-09-03 | 2010-08-18 | Device and method for supplying a cooled airflow to at least one location for cooling |
EP10747326A EP2473789A1 (en) | 2009-09-03 | 2010-08-18 | Device and method for supplying a cooled airflow to at least one location for cooling |
CN2010800394431A CN102575857A (zh) | 2009-09-03 | 2010-08-18 | 将冷却气流供应至至少一个冷却位置的装置和方法 |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1037249 | 2009-09-03 | ||
NL1037249A NL1037249C2 (nl) | 2009-09-03 | 2009-09-03 | Inrichting en werkwijze voor het aan ten minste een te koelen locatie toevoeren van een gekoelde luchtstroom. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1037249C2 true NL1037249C2 (nl) | 2011-03-08 |
Family
ID=41794666
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1037249A NL1037249C2 (nl) | 2009-09-03 | 2009-09-03 | Inrichting en werkwijze voor het aan ten minste een te koelen locatie toevoeren van een gekoelde luchtstroom. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20120171946A1 (nl) |
EP (1) | EP2473789A1 (nl) |
JP (1) | JP2013504030A (nl) |
CN (1) | CN102575857A (nl) |
NL (1) | NL1037249C2 (nl) |
WO (1) | WO2011028101A1 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US9435554B2 (en) * | 2012-02-17 | 2016-09-06 | Athletic Recovery Zone, Llc | Outdoor heating or cooling seating system |
CN102788409A (zh) * | 2012-07-29 | 2012-11-21 | 崔丽荣 | 用于空调的输气装置 |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3505989A (en) * | 1967-05-29 | 1970-04-14 | Johnson & Johnson | Controlled environmental apparatus |
US3511162A (en) * | 1969-02-20 | 1970-05-12 | Johnson & Johnson | Apparatus and method for isolating a patient zone |
US3776121A (en) * | 1972-06-23 | 1973-12-04 | A Truhan | Controlled environmental apparatus for industry |
WO2004092658A1 (en) * | 2003-04-08 | 2004-10-28 | Halo Innovations, Inc. | Systems for delivering conditioned air to personal breathing zones |
US20050121530A1 (en) * | 2003-12-04 | 2005-06-09 | Thomas Song | System defined as thermoister for monitoring, controlling and adjusting a sleeper's environmental conditions of the space above entire bed surface |
Family Cites Families (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2525917C2 (de) * | 1975-06-11 | 1983-11-10 | Schmidt Reuter Ingenieurgesellschaft mbH & Co KG, 5000 Köln | Anordnung zum Belüften oder Klimatisieren von Aufenthaltsräumen |
WO1986006460A1 (en) * | 1985-04-26 | 1986-11-06 | Mtd Medical Development And Technology Ltd | Method and means for supplying clean air to an operating room |
US4830904A (en) * | 1987-11-06 | 1989-05-16 | James River Corporation | Porous thermoformable heat sealable nonwoven fabric |
US5232401A (en) * | 1991-04-23 | 1993-08-03 | Kawasaki Steel Corporation | Air supplying apparatus |
JPH0566423U (ja) * | 1992-02-21 | 1993-09-03 | 株式会社日立ホームテック | 空気調和機 |
JPH06213503A (ja) * | 1993-01-13 | 1994-08-02 | Taikisha Ltd | 食品食肉等低温工場の空調装置 |
AU702395B2 (en) * | 1996-10-07 | 1999-02-18 | Jc Associates Co., Ltd. | Ventilator for use with vehicle seat |
US5769708A (en) * | 1996-10-22 | 1998-06-23 | Rite-Hite Corporation | Fabric air dispersion system with air dispersing panels |
NL1013242C2 (nl) * | 1999-10-08 | 2001-04-23 | Joule Venture Holding B V | Luchtkanaal. |
JP2001116334A (ja) * | 1999-10-20 | 2001-04-27 | Ohbayashi Corp | 吹出ダクト |
US20050051914A1 (en) * | 2003-09-08 | 2005-03-10 | Gordon Larry R. | Control for evaporative cooling apparatus |
JP4659536B2 (ja) * | 2005-07-04 | 2011-03-30 | 株式会社イノアックコーポレーション | ダクト部材およびこれからなるダクト |
US7421911B2 (en) * | 2005-12-20 | 2008-09-09 | Desrochers Eric M | Duct probe assembly system for multipoint air sampling |
US9518756B2 (en) * | 2006-11-15 | 2016-12-13 | Rite-Hite Holding Corporation | External rib cage for an inflatable air duct |
JP2009041879A (ja) * | 2007-08-10 | 2009-02-26 | Nippon Oil Corp | フィルターダクト及び空調システム |
CN201162892Y (zh) * | 2007-08-28 | 2008-12-10 | 杜肯索斯(上海)空气分布系统有限公司 | 一种具有薄膜涂层的纤维织物风管 |
-
2009
- 2009-09-03 NL NL1037249A patent/NL1037249C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2010
- 2010-08-18 CN CN2010800394431A patent/CN102575857A/zh active Pending
- 2010-08-18 WO PCT/NL2010/050518 patent/WO2011028101A1/en active Application Filing
- 2010-08-18 EP EP10747326A patent/EP2473789A1/en not_active Withdrawn
- 2010-08-18 JP JP2012527837A patent/JP2013504030A/ja active Pending
- 2010-08-18 US US13/393,510 patent/US20120171946A1/en not_active Abandoned
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3505989A (en) * | 1967-05-29 | 1970-04-14 | Johnson & Johnson | Controlled environmental apparatus |
US3511162A (en) * | 1969-02-20 | 1970-05-12 | Johnson & Johnson | Apparatus and method for isolating a patient zone |
US3776121A (en) * | 1972-06-23 | 1973-12-04 | A Truhan | Controlled environmental apparatus for industry |
WO2004092658A1 (en) * | 2003-04-08 | 2004-10-28 | Halo Innovations, Inc. | Systems for delivering conditioned air to personal breathing zones |
US20050121530A1 (en) * | 2003-12-04 | 2005-06-09 | Thomas Song | System defined as thermoister for monitoring, controlling and adjusting a sleeper's environmental conditions of the space above entire bed surface |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JP2013504030A (ja) | 2013-02-04 |
US20120171946A1 (en) | 2012-07-05 |
EP2473789A1 (en) | 2012-07-11 |
WO2011028101A1 (en) | 2011-03-10 |
CN102575857A (zh) | 2012-07-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP5038551B1 (ja) | 身体に伴う対流を排除すると共に制御された個人用呼吸ゾーンを提供する方法および装置 | |
US8308536B2 (en) | Ventilating device for providing a zone of clean air | |
US11730847B2 (en) | Exhaled air purification unit and system for indoor multi-person venues or environments | |
US7361082B2 (en) | System, device and method for ventilating a room | |
JP2005502015A (ja) | センシティブな環境向けの空気清浄装置 | |
FR2859522A1 (fr) | Procede et dispositif de ventilation et de decontamination aeroportee par un melange a flux de soufflage et aspiration attaches par effet coanda | |
NL1037249C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het aan ten minste een te koelen locatie toevoeren van een gekoelde luchtstroom. | |
JP2022100304A (ja) | エアーカーテン装置 | |
WO2020016839A1 (en) | Air processing system and method for manufacturing it, headgear having the same and method of processing air | |
US20230109493A1 (en) | Apparatus, system, and method for preventing spread of air-borne contaminants | |
KR20200051597A (ko) | 자유 낙하 시뮬레이터 냉각 시스템 | |
JP2011158235A (ja) | エアコン用冷・暖気拡散装置 | |
JP7069679B2 (ja) | 気流制御装置 | |
JP2022028621A (ja) | ダクトレス吹上型エアーカーテン装置 | |
SE1400039A1 (sv) | Steglöst reglerbart luftriktat luftdon | |
JP2022048106A (ja) | 空調システム、及び屋内施設 | |
IT202000018079A1 (it) | Sistema di ricambio aria personale | |
KR20240018737A (ko) | 하강기류 공조 시스템 | |
IT202000018085A1 (it) | Diffusore di aria pulita con doppia emissione e sistema di ricambio aria corrispondente | |
SE533713C2 (sv) | Tilluftsdon | |
WO2010016759A2 (en) | Device for supplying an airflow to a bed, and a bed provided therewith | |
Cao et al. | Advanced airflow distribution methods for reducing exposure of indoor pollution | |
NL2004886C2 (nl) | Luchtverversingsysteem en werkwijze. | |
US20180038612A1 (en) | A system for supplying air to a room | |
JP2006206213A (ja) | クリーンルーム用の自動倉庫 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20161001 |