NL2004886C2 - Luchtverversingsysteem en werkwijze. - Google Patents

Description

LUCHTVERVERSINGSYSTEEM EN WERKWIJZE

De onderhavige uitvinding betreft een luchtverver-singssysteem voor het verversen van lucht in een ruimte.

5 Voorts betreft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het verversen van lucht in een ruimte.

In ruimten waar veel mensen komen, zoals cafés, openbaar gebouw, congrescentra, luchthavens, stations, kantoorgebouwen, et cetera is in het licht van de alle-10 daagse praktijk en wetgeving roken onmogelijk geworden of buiten de praktijk geplaatst. De hoofdzakelijk reden hiervoor is dat roken in de lucht uitgestoten vervuiling veroorzaakt die informeel en formeel als onwenselijk en onaanvaardbaar wordt beoordeeld. Naast het algemeen verbie-15 den van het roken wordt er geëxperimenteerd met de mogelijkheid van afzuigen van de vervuiling, zoals de sigarettenrook. De huidige oplossingen leiden in de praktijk niet tot de bevredigende resultaten, of door systeeminherente overlast voor aanwezigen.

20 Teneinde dergelijke bezwaren te voorkomen ver schaft de onderhavige uitvinding een luchtverversingssys-teem voor het verversen van lucht in een ruimte, omvattende : - een luchttoevoersamenstel voor het aan de ruimte 25 toevoeren van een gasmengsel, zoals omvattende de lucht, - luchttoevoermiddelen voor het door het luchttoevoersamenstel forceren van de het gasmengsel, - een luchtafvoersamenstel voor het aan de ruimte onttrekken van lucht, 30 - luchtafvoermiddelen voor het door het luchtaf voersamenstel forceren van de lucht, waarbij: - het luchttoevoersamenstel is ingericht voor toevoer van de lucht naar de ruimte vanaf in hoofdzaak een 2 eerste zijde van de ruimte, en het luchttoevoersamenstel is ingericht voor toevoer van de lucht vanaf in hoofdzaak een tweede zijde van de ruimte, en waarbij - het luchttoevoersamenstel en/of het luchtafvoer-5 samenstel zijn ingericht voor het verschaffen van een la-minaire stroming tussen de eerste zijde en de tweede zijde .

Door het verschaffen van een laminaire stroming worden een aantal voordelen bereikt. Een eerste voordeel 10 dat wordt bereikt is dat de stroomrichting eenduidig gericht is. Hierdoor is bijvoorbeeld bekend in welke richting de vervuiling wordt afgevoerd. En verder voordeel dat wordt bereikt is dat verplaatsing van de vervuiling in een ongewenste richting hiermee kan worden voorkomen. Systemen 15 volgens de stand van de techniek hebben in het bijzonder als nadeel dat allerlei onvoorspelbare luchtstromen worden veroorzaakt door de luchttoevoer. Voorts is er sprake van turbulentie die vervuiling een in alle richtingen verspreid in de ruimte.

20 Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat het luchttoevoersamenstel een toevoerelement voor het verschaffen van een laminaire stroom over een significante afstand tussen de eerste zijde en de tweede zijde van de ruimte. Een voordeel van de toepassing van een dergelijk 25 toevoerelement is dat de laminaire stroom over een groot deel van de afstand tussen de eerste zijde en de tweede zijde van de ruimte tot stand kan worden gebracht.

Deze significante afstand ligt bij verdere voorkeur vanaf de eerste zijde bezien in het bereik van mini-30 maal een tiende, bij voorkeur minimaal 0,2, bij verdere voorkeur minimaal 0,3, bij verdere voorkeur minimaal 0,4, bij verdere voorkeur minimaal 0,5, bij verdere voorkeur minimaal 0,6, bij verdere voorkeur minimaal 0,7, bij ver- 3 dere voorkeur minimaal 0,8 maal de afstand tussen de eerste zijde een tweede zijde van de ruimte.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat in het luchtverversingsysteem het toevoerelement voor het ver-5 schaffen van de laminaire stroom een veelheid van naast elkaar gerangschikte doorvoerkanalen omvat, met bij voorkeur een lengte die groter is dan het oppervlak, bij verdere voorkeur een lengte die groter is dan een diameter van het oppervlak. Dergelijke doorvoerkanalen worden bij 10 voorkeur gevormd middels een veelheid van naast elkaar gerangschikte buisjes, direct tegen elkaar of op een onderlinge afstand, of bijvoorbeeld door middel van een rooster. Een dergelijk klein kanaal in het toevoerelement verschaft over een relatief gering oppervlak een laminaire 15 stroom. Hiermee wordt met een groot aantal van dergelijke kanalen een getotaliseerde grote totale laminaire stroom opgewekt.

Bij verdere voorkeur is de eerste zijde in hoofdzaak de bovenzijde van de ruimte is en waarbij de tweede 20 zijde in hoofdzaak de onderzijde van de ruimte. Hiermee wordt effectief een laminaire stroom vanaf het plafond tot aan de vloer gedefinieerd.

Bij verdere voorkeur wordt hierbij middels het luchttoevoersamenstel en/of het toevoerelement daarvan een 25 deel van een plafond van de ruimte gedefinieerd. Het heeft er de voorkeur dat het toevoerelement in hoofdzaak de gehele oppervlakte van het plafond definieert.

Het heeft hierbij verder de voorkeur dat het luchtafvoersamenstel is gerangschikt ter hoogte van in 30 hoofdzaak de vloer van de ruimte. Hierbij kan het luchtaf-voersamenstel onder een bestaand vloer niveau zijn gerangschikt of opgebouwd worden op een vloer. Wel is het mogelijk om het luchtafvoersamenstel te rangschikken in een of 4 meer zijwanden. Binnen het begrip van onderhavige uitvinding is ook een combinatie hiervan mogelijk. De aanwezigheid van objecten, zoals meubilair, en mensen veroorzaken, binnen het begrip van de onderhavige uitvinding, imperfec-5 ties aan de laminaire stroom. Door dergelijke imperfecties kan voor het afvoeren van de lucht genoegen worden genomen met een minder goede spreiding van de afvoeropeningen dan bij de toevoer.

In een Luchtverversingssysteem volgens de onderha-10 vige uitvinding wordt bij verdere voorkeur een laminaire stroom tot stand gebracht met stroomsnelheid tussen de eerste en de tweede zijde die ligt in het bereik van 0,05 tot 0,6 m/s, bij voorkeur ligt in het bereik van 0,1 tot 0,5 m/s, bij verdere voorkeur ligt in het bereik van D2 15 tot 0,4 m/s, bij verdere voorkeur in het bereik waarbij door mensen geen tocht wordt ervaren, bij verdere voorkeur in het bereik dat een neerwaartse snelheid heeft die lager is dan een stijgsnelheid van door roken veroorzaakte rook, zoals sigarettenrook of sigarenrook.

20 Hiermee wordt op effectieve wijze gerealiseerd dat de laminaire stroom effectief is voor het doel van het verwijderen van de vervuiling door bijvoorbeeld tabaksrook terwijl tevens wordt gerealiseerd dat eventueel aanwezige mensen hiervan geen last ondervinden. Met andere woorden 25 is het systeem aangepast aan de gebruiker in plaats van het vereiste van het aanpassen van de gebruiker aan het systeem.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm verschaffen de luchtafvoermiddelen een groter debiet dan de lucht-30 toevoermiddelen. Hierdoor wordt de wenselijke laminaire stroming verder verbeterd. Voorts wordt de afvoer van de vervuiling hierdoor efficiënter.

5

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het luchtverversingsysteem een retoursamenstel voor het retourneren van lucht van het luchtafvoersamenstel naar het luchttoevoersamenstel. Hierdoor kan de lucht uit de ruimte 5 worden hergebruikt voor opnieuw invoeren daarvan in de ruimte. Dit kan voordelen verschaffen wanneer bijvoorbeeld de temperatuur van lucht buiten de ruimte afwijkt van de temperatuur van de lucht binnen de ruimte waardoor verwarmen of koelen noodzakelijk zou worden.

10 Bij verdere voorkeur omvat het systeem een warmte wisselaar voor het onttrekken van thermische energie aan de lucht en/of voor het toevoeren van thermische energie aan de lucht, bij verdere voorkeur is de warmtewisselaar geschikt voor het overbrengen van thermische energie tus-15 sen afgevoerde en toe te voeren lucht. Met de hulp van deze varianten is het mogelijk om lucht te verversen onder beperking van het verlies van thermische energie.

Voor het verbeteren van de kwaliteit van met name de gevoerde lucht, maar ook kwaliteit van omgevingslucht 20 omvat het systeem bij verdere voorkeur een filtratiesys-teem voor het filtreren van lucht vóór toevoer naar de ruimte. Hierdoor wordt het mogelijk om uit de afgevoerde lucht vervuiling, zoals sigarettenrook te verwijderen en deze lucht zodanig hernieuwd te gebruiken dat deze vol-25 doende zuiver is.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is voorzien in een jetlijn voor het verschaffen van een relatief ten opzichte van het toevoerelement verschaffen van een separate luchtstroom met een hogere snelheid. Een dergelijke 30 jetlijn verschaft bijvoorbeeld als voordeel dat in een grotere open ruimte en kleinere deelruimte zonder solide zijwanden middels de jetlijn kan worden gescheiden van de grote ruimte. De jetlijn functioneert hierbij door middel 6 van een luchtgordijn als een semi-fysieke scheiding tussen de grote ruimte en de daarbinnen gerangschikte kleinere deelruimte voorzien van de onderhavige uitvinding.

Bij verdere voorkeur is de jetlijn gerangschikt 5 langs in hoofdzaak de randen van de ruimte, of althans een deel daarvan.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het luchttoevoersamenstel luchtgeleidingsvanen voor het geleiden van de lucht door het luchttoevoersamenstel. Middels 10 dergelijke luchtgeleidingsvanen kan turbulentie tijdens transport van de lucht door het luchttoevoersamenstel in de richting van het toevoerelement worden verminderd dan wel voorkomen. Doordat er minder turbulentie aanwezig is in de luchtstroom in het luchttoevoersamenstel, bij voor-15 keur in de nabijheid van het toevoerelement, zijn er geringere eisen aan de laminariserende werking van het toevoerelement of is de effectiviteit van het toevoerelement groter.

Hiertoe zijn bij verdere voorkeur de luchtgelei-20 dingsvanen gerangschikt voor het geleiden van de lucht ten opzichte van het toevoerelement. Specifieke voorbeelden van vormen van dergelijke vragen en worden in de navolgende getoond aan de hand van de figuren.

Bij verdere voorkeur omvat het systeem verwar-25 mingsmiddelen voor een of meer van de luchtstromen. Hierdoor kan de toegevoegde lucht worden verwarmd.

Bij verdere voorkeur omvat het systeem volgens de onderhavige uitvinding koelingsmiddelen voor één of meer van de luchtstromen. Hierdoor kan de toegevoegde lucht 30 worden gekoeld en/of ontvochtigd.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het toevoerelement in hoofdzaak vlak uitgevoerd. Deze maatregel verbetert de laminariserende werking van het systeem vol- 7 gens de onderhavige uitvinding. Afhankelijk van de vorm van de ruimte kan echter een andere vorm van het toevoer-element worden toegepast.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het 5 toevoerelement tenminste een laag van een luchtdoorlatend textielmateriaal, bij verdere voorkeur tenminste 2 lagen van een luchtdoorlatend textielmateriaal. Een enkele laag textielmateriaal gespannen over de oppervlak van het plafond van de ruimte verschaft een mogelijkheid van het toe- 10 voeren van lucht over het gehele oppervlak. De laminarise-rende werking van deze enkele laag is vanwege de geringe dikte echter beperkt. De toepassing van twee of meerdere lagen boven elkaar verschaft een laminariserende werking die groter is.

15 Een derde aspect volgens de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het verversen van lucht in een ruimte, omvattende stappen voor: - het middels toevoermiddelen toevoeren van lucht aan een ruimte, 20 - het middels afvoermiddelen afvoeren van lucht uit een ruimte, waarbij - vanaf de toevoermiddelen een laminaire stroom wordt verschaft vanaf een eerste zijde van de ruimte naar een tweede zijde van de ruimte.

25 Een dergelijke werkwijze verschaft soortgelijke voorbeelden als in het voorgaande zijn beschreven aan de hand van het systeem.

Bij verdere voorkeur omvat de werkwijze volgens onderhavige uitvinding stappen voor het toepassen van een 30 systeem volgens de onderhavige uitvinding.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van een of meerdere 8 voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren. Soortgelijke doch niet noodzakelijkerwijs identieke onderdelen van verschillende voorkeursuitvoeringsvormen zijn aangeduid met dezelfde verwijzingscij-5 fers.

Fig. 1 betreft een aanzicht in perspectief van een systeem volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 betreft een aanzicht in perspectief van een 10 deelaspect van een systeem volgens de onderhavige uitvinding .

Fig. 3 betreft een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een systeem volgens de onderhavige uitvinding .

15 Fig. 4 betreft een schematisch weergave in dwars doorsnede van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm.

Fig. 5 betreft een aantal schematische weergaven van voorkeursuitvoeringsvormen.

Fig. 6 betreft een aantal schematische weergaven 20 van voorkeursuitvoeringsvormen.

Fig. 7 betreft een schematische weergave in eerste keer van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm.

Fig. 8 betreft een aantal schematische weergaven van voorkeursuitvoeringsvormen.

25 Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (Fig. 1) vol gens de onderhavige uitvinding betreft een luchtverver-singssysteem 1. Dit luchtverversingsysteem omvat een aantal componenten die in het algemeen zijn aangeduid als een luchttoevoersamenstel 2 en een luchtafvoersamenstel 3. Het 30 luchttoevoersamenstel 2 omvat als hoofdcomponenten een ventilatorkast 15, een zich vanaf de ventilatorkast 15 uitstrekkend luchttransportkanaal 12 en een luchtinbreng-kast 10 voor het in de ruimte brengen van lucht. Aan de 9 onderzijde omvat het luchtafvoersamenstel 3 een luchtaf-voerkast 16 voor het uit de ruimte afvoeren van lucht waarvan een rooster 17 aan de bovenzijde zichtbaar is in de figuur, en met niet in figuur 1 getoonde horizontale 5 afvoerkanalen.

De ventilatorkast is ingericht om lucht naar het kanaal 12 en de luchtinbrengkast te forceren. De uitvoering hiervan kan op op zichzelf bekende wijze worden ingericht. Voor het forceren van lucht door de luchtafvoerkast 10 16 en de afvoerkanalen is eveneens een op zichzelf bekende wijze van rangschikken van een ventilator mogelijk. Voorts is het mogelijk om de beide functies uitvoeren middels een ventilator. In een dergelijk geval kan bijvoorbeeld middels kleppen, zoals klep 18 worden gerealiseerd dat de 15 luchttoevoer aan de bovenzijde bij de luchtinbrengkast 10 geringer is dan de luchtafvoer bij de luchtafvoerkast 16.

In figuur 2 is getoond hoe de luchtinbrengkast 10 aan de onderzijde is voorzien van een toevoerelement 14 voor het verschaffen van een laminaire stroming 19 de 20 richting van de luchtstroom is en alle figuren aangeduid middels de pijl A. En in deze figuur niet getoonde luchttoevoer brengt lucht in in de luchtinbrengkast 10 waarna deze neerwaartse laminariserende uitstroomt met een snelheid tussen 0,05 en 1 m/s, en de in het voorgaande be-25 schreven tussenliggende voorkeurswaarden.

In Fig. 3 is getoond hoe een gesloten systeem, zoals die volgens figuur 1 functioneert. Hoewel in figuur 1 de opstelling is getoond in een grotere ruimte kan een dergelijk voorkeursuitvoeringsvorm volgens figuur 1 of 3 30 ook in een afgesloten ruimte toepassing vinden. De lucht wordt gecirculeerd wanneer deze door de ventilator 31 wordt geforceerd. Hierbij wordt de lucht door de filters 32 geforceerd. Naast het regelen van de luchtstroom door 10 middel van de ventilator is voorzien in regelkleppen 33 in het kanaal 12 vervolgens treedt de lucht binnen in de luchttoevoer kast 10 alwaar deze wordt verdeeld voor lami-narisering in de luchtinbrengkast 10, met name in het toe-5 voerelement 14 dat is gerangschikt aan de onderzijde van de luchtinbrengkast 10. Het resultaat is een gelaminari-seerde luchtstroom 19 in de richting van de pijl A.

In Fig. 4 is een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm gezien met een neerwaartse luchtstroom 19 in de 10 richting van de pijl A. Hierbij zijn de functies van het afvoeren en het aanvoeren van de luchtstroom volledig gescheiden. Aan de bovenzijde bevindt zich een luchtinbrengkast team met een toevoerelement 14. De luchtinbrengkast krijgt geforceerde lucht toegevoerd door middel van de 15 ventilator 31 en de spreidingskast 41.

Aan de onderzijde bevindt zich een luchtafvoerkast 16 waar lucht doorheen wordt geforceerd door middel van de ventilator 42. Door middel van een binnen het begrip van de onderhavige uitvinding geschikte dimensionering van de 20 onderdelen en aansturen van de ventilatoren 31, 42 wordt een laminaire luchtstroom 19 in de richting van de pijl A gerealiseerd.

Een Fig. 5 zijn verschillende varianten getoond van de luchtafvoerkast 16. De variant van Fig. 5 A dat een 25 verhoogde vloer met daarin 2 roosters 51 voor het doorvoeren van lucht. Onder de roosters kunnen kanalen zijn voorzien, en het is eveneens mogelijk om de gehele ruimte hol uit te voeren. In Fig. 5 B is de luchtafvoerkast 16 in de vorm van een raamwerk voor het afzuigen langs de randen 30 van de ruimte getoond in deze variant bevinden zich de uitzuigroosters aan de bovenzijde. In Fig. 5 C is een soortgelijk raamwerk getoond als van de vorige variant. Hierbij bevinden zich de roosters 17 zich echter aan de 11 zijwanden. Het is hierbij mogelijk dat de roosters zich bevinden aan de binnenzijde van het raamwerk, wanneer het raamwerk is gerangschikt langs de wanden van de ruimte.

Het is echter evenzeer mogelijk dat de roosters zich be-5 vinden aan de buitenzijde van het raamwerk wanneer het raamwerk is in rangschikt op een locatie binnen de ruimte.

In figuur 5 D wordt een vorm vanaf stijging gerealiseerd door een afzuigkap die zich buiten de ruimte bevindt. In Fig. 5 E wordt de afzuiging gerealiseerd middels 10 een centraal afzuigelement dat zich bevindt in de ruimte. In Fig. 5 F wordt de afzuiging gerealiseerd middels een langgerekte afzuigbuis die de luchtafvoerkast 16 belichaamt. In Fig. 5 C bevinden zich vier afzuigbuizen in de hoeken van de ruimte.

15 Fig. 6 toont verschillende varianten van de luch- tinbrengkast 10. In deze varianten is met name getoond hoe de luchtgeleiding aan de binnenzijde van het kanaal 12 en de luchtinbrengkast 10 wordt uitgevoerd. In het kanaal, met name nabij een bochtgebied daarvan bevinden zich gebo-20 gen samen 61 voor het richten van de luchtstroom in de richting van de luchtinbrengkast team. Deze vanen dienen voor het verminderen van de turbulentie die zou ontstaan zonder toepassing van de vanen. Op soortgelijke wijze zijn vanen 62 voorzien in de luchtinbrengkast voor het richten 25 van de luchtstroom in de richting van het luchttoevoerele-ment 14.

In figuur 6 B is een rangschikking van het lucht-toevoerkanaal 12 en de luchtinbrengkast 10 getoond. Het in deze figuur centrale kanaal 12 brengt lucht in in de luch-30 tinbrengkast. De centrale vanen 63 geleiden een deel van de luchtstroom naar de verschillende zijden van de luchtinbrengkast waarbij de gebruikelijke turbulentie zonder de vanen wordt verminderd. De vanen 64 geleiden een deel 12 van de luchtstroom naar de verschillende delen van het oppervlak van het luchttoevoerelement 14. Ook hierbij wordt de gebruikelijke turbulentie zonder vanen verminderd door de toepassing van de vanen 64.

5 In figuur 6 C is een verdere variant getoond in plaats van vanen is hier een luchtgeleidingselement 65 getoond dat soortgelijk is aan het luchttoevoer element. Hierdoor wordt een pre-laminarisering tot stand gebracht waardoor de turbulentie in de luchtinbrengkast wordt ver-10 minderd.

In figuur 6 B is een variant getoond waarbij in plaats van een centrale ventilator gebruikgemaakt wordt van een veelheid van kleine ventilatoren 66 die de lucht rechtstreeks forceren in de richting van het luchttoevoer-15 element 14.

Een Fig. 7 is een voorkeursuitvoeringsvorm van de luchtinbrengkast 10 getoond met aan de zijranden een zogenoemde jetlijn. De jetlijn functioneert als een soort luchtgordijn dat wordt gevormd door een smalle strook van 20 snel voortgestuwde lucht 79 in de richting van de pijl B. De luchtstroom 19 richting van de pijl A zijn volgens de onderhavige uitvinding gelaminariseerd voor het vormen van de laminaire stroom 19. De snelheid van de luchtstroom 19 is soortgelijk aan die in het voorgaande is geschreven. De 25 snelheid van de luchtstroom 79 is groter of zeer veel groter dan 0,5 m/s.

Een Fig. 8 zijn voorkeursuitvoeringsvormen getoond van het toevoerelement 14. Figuur 8 A toont een element in de vorm van een poreus materiaal, dat men het begrip van 30 de onderhavige uitvinding kan variëren van een textielmateriaal, zoals een doek, of een opencellig schuim, of een poreus vast materiaal. Fig. 8 B toont een element dat is gevormd door het ten opzichte van elkaar rangschikken van 13 een grote hoeveelheid korte buizen 82. Deze zijn bij voorkeur langer dan de doorsnede of het oppervlak daarvan. Hierdoor wordt de luchtstroom door de buizen gelaminari-seerd. Tussen de buizen kan een vulstof en/of een lijn 5 stof zijn gerangschikt. De variant van Fig. 8 C is opgebouwd uit achtereenvolgens gerangschikte gegolfde platen 83 en richtte platen 84 die tezamen een doorstroombaar profiel 86 vormen.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding be-10 schreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die bij lezing door een vakman van het vakgebied op basis van dit document door een vakman binnen 15 het begrip van de uitvinding vallen beschouwd worden te zijn meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang van dit document. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies .

2 Q * rk * * *

Claims (21)

1. Luchtverversingssysteem voor het verversen van lucht in een ruimte, omvattende: 5. een luchttoevoersamenstel voor het aan de ruimte toevoeren van een gasmengsel, zoals omvattende de lucht, - luchttoevoermiddelen voor het door het luchttoevoersamenstel forceren van de het gasmengsel, - een luchtafvoersamenstel voor het aan de ruimte 10 onttrekken van lucht, - luchtafvoermiddelen voor het door het luchtafvoersamenstel forceren van de lucht, waarbij: - het luchttoevoersamenstel is ingericht voor toevoer van de lucht naar de ruimte vanaf in hoofdzaak een 15 eerste zijde van de ruimte, en het luchttoevoersamenstel is ingericht voor toevoer van de lucht vanaf in hoofdzaak een tweede zijde van de ruimte, en waarbij - het luchttoevoersamenstel en/of het luchtafvoersamenstel zijn ingericht voor het verschaffen van een la- 20 minaire stroming tussen de eerste zijde en de tweede zijde .

2. luchtverversingsysteem volgens conclusie 1 waarbij het luchttoevoersamenstel een toevoerelement omvat 25 voor het verschaffen van een laminaire stroom over een significante afstand tussen de eerste zijde en de tweede zijde van de ruimte.

3. Luchtverversingsysteem volgens conclusie 2 30 waarbij de significante afstand vanaf de eerste zijde bezien ligt in het bereik van minimaal een tiende, bij voorkeur minimaal 0,2, bij verdere voorkeur minimaal 0,3, bij verdere voorkeur minimaal 0,4, bij verdere voorkeur mini maal 0,5, bij verdere voorkeur minimaal 0,6, bij verdere voorkeur minimaal 0,7, bij verdere voorkeur minimaal 0,8 maal de afstand tussen de eerste zijde een tweede zijde van de ruimte. 5

4. Luchtverversingsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het toevoerelement voor het verschaffen van de laminaire stroom een veelheid van naast elkaar gerangschikte doorvoerkanalen omvat, met bij 10 voorkeur een lengte die groter is dan het oppervlak, bij verdere voorkeur een lengte die groter is dan een diameter van het oppervlak.

5. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van 15 de voorgaande conclusies waarbij de eerste zijde in hoofdzaak de bovenzijde van de ruimte is en waarbij de tweede zijde in hoofdzaak de onderzijde van de ruimte is.

6. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van 20 de voorgaande conclusies waarbij het luchttoevoersamenstel en/of het toevoerelement daarvan een deel van een plafond van de ruimte definiëren.

7. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van 25 de voorgaande conclusies dat een laminaire stroom tot stand brengt met stroomsnelheid tussen de eerste en de tweede zijde die ligt in het bereik van 0,05 tot 0,6 m/s, bij voorkeur ligt in het bereik van 0,1 tot 0,5 m/s, bij verdere voorkeur ligt in het bereik van D2 tot 0,4 m/s, 30 bij verdere voorkeur in het bereik waarbij door mensen geen tocht wordt ervaren, bij verdere voorkeur in het bereik dat een neerwaartse snelheid heeft die lager is dan een stijgsnelheid van door roken veroorzaakte rook, zoals sigarettenrook of sigarenrook.

8. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van 5 de voorgaande conclusies waarbij de luchtafvoermiddelen een groter debiet verschaffen dan de luchttoevoermiddelen.

9. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van voorgaande conclusies omvattende een retoursamenstel voor 10 het retourneren van lucht van het luchtafvoersamenstel naar het luchttoevoersamenstel.

10. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van voorgaande conclusies omvattende een warmtewisselaar voor 15 het onttrekken van thermische energie aan de lucht en/of voor het toevoeren van thermische energie aan de lucht, bij verdere voorkeur is de warmtewisselaar geschikt voor het overbrengen van thermische energie tussen afgevoerde en toe te voeren lucht. 20

11. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een filtratiesysteem voor het filtreren van lucht voor toevoer naar de ruimte.

12. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een jetlijn voor het verschaffen van een relatief ten opzichte van het toevoer-element verschaffen van een separate luchtstroom met een hogere snelheid. 30

13. Luchtverversingsysteem volgens conclusie 12 waarbij de jetlijn is gerangschikt langs in hoofdzaak de randen van de ruimte, of althans een deel daarvan.

14. Luchtverversingsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het luchttoevoersamenstel luchtgeleidingsvanen omvat voor het geleiden van de lucht 5 door het luchttoevoersamenstel.

15. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende luchtgeleidingsvanen voor het geleiden van de lucht ten opzichte van het toe- 10 voerelement.

16. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende verwarmingsmiddelen voor een of meer van de luchtstromen. 15

17. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende koelingsmiddelen voor één of meer van de luchtstromen.

18. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij het toevoerelement in hoofdzaak vlak is uitgevoerd.

19. Luchtverversingsysteem volgens één of meer van 25 de voorgaande conclusies waarbij het toevoerelement tenminste een laag van een luchtdoorlatend textielmateriaal omvat, bij verdere voorkeur tenminste 2 lagen van een luchtdoorlatend textielmateriaal omvat.

20. Werkwijze voor het verversen van lucht in een ruimte, omvattende stappen voor: - het middels toevoermiddelen toevoeren van lucht aan een ruimte, - het middels afvoermiddelen afvoeren van lucht uit een ruimte, waarbij - vanaf de toevoermiddelen een laminaire stroom wordt verschaft vanaf een eerste zijde van de ruimte naar 5 een tweede zijde van de ruimte.

21. Werkwijze volgens conclusie 20 omvattende stappen voor het toepassen van een systeem volgens één of meer van de conclusies 1-19.