NL1037081C2 - Vloersamenstel. - Google Patents

Description

Vloersamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een vloersamenstel voorzien van ten minste een plaat, alsmede ten minste twee met de plaat verbonden zich parallel 5 ten opzichte van elkaar uitstrekkende liggers, waarbij op van de plaat afgekeerde uiteinden van de liggers ten minste twee profielen te positioneren zijn zodanig dat met behulp van de twee profielen een losneembaar paneel te ondersteunen is.

In de internationale octrooiaanvrage W02009/0580001 wordt een dergelijk vloersamenstel beschreven, alsmede de voordelen behorende bij 10 losneembare panelen. De losneembare panelen worden ondersteund met behulp van ten minste een door de ligger ondersteund profiel, welk profiel zich dwars op de ligger dient uit te strekken, hetgeen afhankelijk van de oriëntatie van de zich parallel aan elkaar uitstrekkende liggers, een verplichte oriëntering inhoudt van de losneembare panelen.

15 De uitvinding beoogt een vloersamenstel te verschaffen, waarbij op eenvoudige wijze de nadelen van het bekende vloersamenstel worden vermeden.

Dit doel wordt bij het vloersamenstel volgens de uitvinding bereikt doordat tussen de twee liggers ten minste een dragerprofiel bevestigbaar is, op welk dragerprofiel de profielen bevestigbaar zijn.

20 Met behulp van het dragerprofiel kunnen in het vloersamenstel volgens de onderhavige uitvinding zowel losneembare panelen evenwijdig aan de liggers als dwars op de liggers uitstrekkende richting worden gepositioneerd. Met behulp van het dragerprofiel is het zelfs mogelijk dat direct onder een losneembaar paneel geen ligger is gelegen, maar dat het paneel zwevend wordt gedragen door 25 ten minste een dragerprofiel. De vrijheid waar de losneembare panelen kunnen worden gepositioneerd is door het dragerprofiel sterk vergroot.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de onderhavige uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, dat het dragerprofiel met behulp van een koppelmiddel bevestigbaar is met de ligger.

30 Met behulp van een koppelmiddel is het dragerprofiel relatief eenvoudig te monteren op de dragende ligger, waardoor het vloersamenstel relatief snel en derhalve kostengunstig op te bouwen is. Door gebruik te maken van een koppelmiddel kan het dragerprofiel op willekeurige standaardlengten worden vervaardigd, waarbij het dragerprofiel voor montage op maat kan worden gesneden 1037081 2 en met behulp van het koppelmiddel worden bevestigd aan een ligger voor het verschaffen van een vloersamenstel volgens de onderhavige uitvinding.

Een andere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de onderhavige uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het dragerprofiel aan de naar 5 de plaat toegekeerde zijde is voorzien van openingen waarin een eerste uiteinde van het koppelmiddel bevestigbaar is.

Op deze wijze kan in een eenvoudige en korte montagehandeling een stevige verbinding met behulp van het koppelmiddel tot stand worden gebracht.

Een nog andere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de 10 onderhavige uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het koppelmiddel een getrapte vorm omvat, waarin het eerste uiteinde op een hoger niveau is gelegen dan een evenwijdig aan het eerste uiteinde zich uitstrekkende middensectie van het koppelmiddel zodanig dat in een gekoppelde toestand de middensectie in hoofdzaak tegen de onderzijde van het dragerprofiel is gelegen.

15 Met behulp van de getrapte vorm van het koppelelement wordt in het gemonteerde vloersamenstel een minimale hoeveelheid ruimte ingenomen door het koppelelement.

Een verdere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de onderhavige uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat een tweede tegenover het 20 eerste uiteinde gelegen en zich parallel daaraan uitstrekkend uiteinde van het koppelmiddel bevestigbaar is op een ligger.

Door een dergelijke vormgeving kan een overgang zonder niveauverschillen tussen het koppelmiddel en het dragerprofiel worden verzekerd.

Een verdere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de 25 onderhavige uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het koppelmiddel losneembaar klembaar is in ten minste een hol uitgevoerd uiteinde van het dragerprofiel, terwijl een niet-ingeklemd gedeelte van het koppelmiddel bevestigbaar is op een ligger.

Een dergelijke in te klemmen koppelmiddel is relatief eenvoudig te 30 monteren en verschaft een sterke verbinding tussen de ligger en het dragerprofiel.

Indien de dragerprofielen op maat worden vervaardigd af fabriek is het ook mogelijk om ten minste een uiteinde en bij voorkeur twee uiteinden van elk dragerprofiel te voorzien van een eendelig met het dragerprofiel verbonden bevestigingsmiddel om het dragerprofiel te bevestigen aan de ligger. Voor dergelijke 3 dragerprofielen is geen koppelmiddel benodigd.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen getoond uitvoeringsvoorbeeld waarin:

Fig. 1 een doorsnede aanzicht toont van een vloersamenstel 5 volgens de uitvinding.

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van een vloersamenstel volgens de uitvinding.

Fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een vloersamenstel volgens de uitvinding.

10 Fig. 4 een perspectivisch bovenaanzicht toont van een samengesteld dragerprofiel volgens de uitvinding.

Fig. 5 een perspectivisch onderaanzicht toont van een samengesteld dragerprofiel volgens de uitvinding.

Fig. 6a - 6d doorsnede aanzichten tonen van een koppelmiddel van 15 een samengesteld dragerprofiel volgens de uitvinding.

Fig. 7 een perspectivisch aanzicht toont van een hoekverbinding tussen twee zich dwars op elkaar aansluitende profielen

Fig. 8 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een koppelmiddel van een samengesteld dragerprofiel volgens de uitvinding.

20 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Figuur 1-3 tonen aanzichten van een vloersamenstel A volgens de uitvinding. Het samenstel A is voorzien van een betonnen plaat 1 alsmede een aantal met de betonnen plaat 1 verbonden l-vormige liggers 2 waarvan er in figuur 1 25 slechts een is weergegeven.

Elke l-vormige ligger 2 heeft twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende delen 21, 22 en een zich dwars tussen de delen 21, 22 uitstrekkend brugdeel 23. Het deel 21 is in de betonnen plaat 12 gelegen. Het brugdeel 23 is bij voorkeur voorzien van zich dwars op het brugdeel 23 uitstrekkende doorgangen 24 30 (zie figuur 2).

Het vloersamenstel A is verder voorzien van losneembare panelen 7 welke ondersteund worden door ten minste een profiel 3 waarvan er in fig. 1 slechts een is weergegeven. Een dergelijk profiel 3 is op zich bekend uit W02009/058001 van de onderhavige aanvrager en zal derhalve niet verder worden uitgelegd. Het 4 vloersamenstel A omvat verder een door het profiel 3 ondersteunde steenachtige vloer 8, alsmede een losneembaar tussen twee l-vormige liggers opgesteld dragerprofiel 4 voor het dragen van het profiel 3, welk dragerprofiel 4 losneembaar is verbonden met een eerste uiteinde 25 van een koppelmiddel 5 waarvan het 5 tegenover het eerste uiteinde 25 gelegen tweede uiteinde 26 van het koppelmiddel 5 is gelegen op het deel 22 van de ligger 2 voor het ondersteunen van het dragerprofiel 4 en de daarop gelegen onderdelen 3, 7, 8 van het samenstel A. Tussen het deel 22 van de ligger 2 en de steenachtige vloer 8, alsmede tussen het koppelmiddel 5 en het deel 22 van de ligger 2 zijn isolatie-elementen 6, 9 gelegen 10 voor het akoestisch en/of thermisch isoleren van het vloersamenstel A.

Het vloersamenstel A omvat verder onder een hoek staande profielen 3a, 3b, 3c die zich met behulp van het dragerprofiel 4 zowel parallel als dwars op de liggers 2 kunnen uitstrekken. De onder een hoek staande profielen 3a, 3b, 3c zijn onderling met behulp van een hoekverbinding 10 verbonden.

15 Fig. 4 toont een perspectivisch bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een bij voorkeur hol uitgevoerd dragerprofiel 4 volgens de uitvinding dat op zich in de langsrichting tegenover elkaar gelegen uiteinden 30, 31 is voorzien van koppelmiddelen 5. Het dragerprofiel 4 is op de in gemonteerde toestand van de plaat 1 afgekeerde bovenzijde 32 voorzien van openingen 11 met 20 behulp waarvan een profiel 3, 3a, 3c op het dragerprofiel 4 bevestigbaar is. De openingen 11 repeteren zich in een vast patroon over de langsrichting van de dragerligger 4. Bij voorkeur zijn de profielen 3, 3a, 3c eveneens voorzien van een dergelijk patroon met openingen.

Fig. 5 toont een perspectivisch onderaanzicht van een dragerprofiel 25 4 dat op de zich in de langsrichting tegenover elkaar gelegen uiteinden 30, 31 is voorzien van koppelmiddelen 5. Tevens omvat de onderzijde 33 van het dragerprofiel 4 openingen 12 in de vorm van sleufsparingen 12. De openingen 12 repeteren zich in een vast patroon over de langsrichting van de dragerligger 4. Door de zich over de volledige lengte van het dragerprofiel uitstrekkende openingen 11, 30 12 kunnen de dragerprofielen 4 met een standaardmaat van bijvoorbeeld 2 meter worden vervaardigd, waarbij het dragerprofiel 4 ter plekke bij het samenstellen van het vloersamenstel A op de juiste maat wordt gesneden.

In de figuren 6A-D is getoond hoe het dragerprofiel 4 met behulp van het koppelmiddel 5 kan worden bevestigd aan een ligger (niet getoond in figs.

5 6A-D). Het koppelmiddel 5 is voorzien van een getrapte vorm, waarin het eerste uiteinde 35 op een hoger niveau is gelegen dan een evenwijdig aan het eerste uiteinde 35 zich uitstrekkende middensectie 37 van het koppelmiddel 5. Het eerste uiteinde 35 is via een verbindingsdeel 36 verbonden met de middensectie 37. De 5 hoogte van het verbindingsdeel 36 komt bij voorkeur nagenoeg overeen met de som van de dikte van het eerste uiteinde 35, de dikte van de middensectie 37 alsmede de dikte van de onderzijde 33 van het holle dragerprofiel 4 zodat in een gekoppelde toestand de middensectie 37 in hoofdzaak tegen de onderzijde 33 van het dragerprofiel 4 is gelegen.

10 Verder is een tweede tegenover het eerste uiteinde 35 gelegen en zich parallel daaraan uitstrekkend uiteinde 39 van het koppelmiddel 5 bevestigbaar op het deel 22 van de ligger 2. Het tweede uiteinde 39 strekt zich parallel uit aan de middensectie 37 en is het hoogst gelegen. De middensectie 37 is met behulp van een verbindingsdeel 38 verbonden met het tweede uiteinde 39. De afstand h tussen 15 de onderkant van de middensectie 37 en de onderkant van het tweede uiteinde 39 is bij voorkeur in hoofdzaak gelijk aan de hoogte van het dragerprofiel 4, zodat een overgang 50 tussen het dragerprofiel 4 en het op de ligger 2 gepositioneerde koppelmiddel 5 nagenoeg geen niveauverschillen omvat.

Bij het bevestigen van het koppelmiddel 5 wordt eerst het eerste 20 uiteinde 35 van het koppelmiddel 5 ingebracht in een opening 12 in de onderzijde 33 van het dragerprofiel 4 in een door pijl M weergegeven richting. De opening 12 is zodanig afgemeten dat het eerste uiteinde 36 van het koppelmiddel 5 met minimale speling daardoor verplaatsbaar is, totdat het verbindingsdeel 36 scharnierbaar rondom scharnieras 13 is aangelegen tegen de onderzijde 33 van het dragerprofiel, 25 hetgeen is weergegeven in figuur 16B. Vervolgens zoals is weergegeven in figuur 6C, wordt het koppelmiddel 5 gescharnierd rondom scharnieras 13 in de door pijl R weergegeven richting, totdat het bovenvlak van het tweede uiteinde 39 nagenoeg in een vlak is gelegen met de bovenzijde 32 van het dragerprofiel 4 (zie figuur 6 D). In deze positie zal in de gemonteerde toestand van het vloersamenstel het 30 koppelmiddel 5 rusten op de ligger 2. Op het dragerprofiel 4 kunnen nu de profielen 3 worden gepositioneerd waardoor losneembare panelen met een grotere vrijheid kunnen worden geplaatst in het door het vloersamenstel op te spannen oppervlak.

Figuur 7 toont een perspectivisch aanzicht van de hoekverbinding 10 van het profiel 3a met het profiel 3b volgens de uitvinding, welke hoekverbinding 6 10 is voorzien van een ondersteuning 15 die zich naadloos kan aansluiten op de ondersteuning 45 van de profielen 3a, 3b. Verder omvat de hoekverbinding 10 uitstekende verbindingspennen 16a, 16b, die zodanig zijn bemeten dat deze in de holle ruimten 17 van de profielen 3a en 3b geklemd of anderszins losneembaar 5 bevestigd kunnen worden. De verbindingshoek 10 is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof.

Figuur 8 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een koppelmiddel 105 voor het verschaffen van een niveauloze overgang 50. Het koppelmiddel 105 omvat een eerste gedeelte 107 dat losneembaar klembaar is in 10 het uiteinde 31 van het dragerprofiel 4, alsmede een tweede gedeelte 111 dat eventueel met een isolatie-element 6 bevestigbaar is op een ligger 2. Het eerste gedeelte 107 is met behulp van een tussengedeelte 109 verbonden met het tweede gedeelte 111.

Het dragerprofiel 4 en het koppelmiddel 5 zijn bij voorkeur 15 vervaardigd van metaal waarbij de verschillende onderdelen aan elkaar kunnen worden gelast.

Door het gebruiken van akoestische en/of thermisch isolerende elementen wordt een vloersamenstel A met goede akoestische en/of thermisch isolerende waarden verkregen.

20 De voor montage aangebrachte openingen 11 kunnen eventueel ook worden weggelaten. Verder is het mogelijk om de openingen 11 te vervangen door montage ondersteunende markeringen, bijvoorbeeld in de vorm van centreerpunten of strepen welke relatief eenvoudig en snel te produceren zijn.

Bij af fabriek op maat gemaakte dragerprofielen (niet getoond) is 25 het mogelijk ten minste een uiteinde 30, 31 te voorzien van een eendelig met het dragerprofiel verbonden bevestigingsmiddel (niet getoond), waardoor het koppelmiddel 5, 105 niet meer is benodigd.

1037081

Claims (10)

1. Vloersamenstel voorzien van ten minste een plaat, alsmede ten minste twee met de plaat verbonden zich parallel ten opzichte van elkaar 5 uitstrekkende liggers, waarbij op van de plaat afgekeerde uiteinden van de liggers ten minste twee profielen te positioneren zijn zodanig dat met behulp van de twee profielen een losneembaar paneel te ondersteunen is, met het kenmerk, dat tussen de twee liggers ten minste een dragerprofiel bevestigbaar is, op welk dragerprofiel de profielen bevestigbaar zijn.

2. Vloersamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dragerprofiel met behulp van een koppelmiddel bevestigbaar is met de ligger.

3. Vloersamenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het dragerprofiel aan de naar de plaat toegekeerde zijde is voorzien van openingen waarin een eerste uiteinde van het koppelmiddel bevestigbaar is.

4. Vloersamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het koppelmiddel een getrapte vorm omvat, waarin het eerste uiteinde op een hoger niveau is gelegen dan een evenwijdig aan het eerste uiteinde zich uitstrekkende middensectie van het koppelmiddel zodanig dat in een gekoppelde toestand de middensectie in hoofdzaak tegen de onderzijde van het dragerprofiel is 20 gelegen.

5. Vloersamenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een tweede tegenover het eerste uiteinde gelegen en zich parallel daaraan uitstrekkend uiteinde van het koppelmiddel bevestigbaar is op een ligger.

6. Vloersamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 25 koppelmiddel losneembaar klembaar is in een ten minste hol uitgevoerd uiteinde van het dragerprofiel, terwijl een niet-ingeklemd gedeelte van het koppelmiddel bevestigbaar is op een ligger.

7. Vloersamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dragerprofiel op ten minste een uiteinde is voorzien van een eendelig met het 30 dragerprofiel verbonden bevestigingsmiddel voor het bevestigen van het dragerprofiel op een ligger.

8. Vloersamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het dragerprofiel van de van de plaat afgekeerde zijde is voorzien van openingen met behulp waarvan een profiel op het dragerprofiel bevestigbaar is. 1037081

9. Vloersamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat thermische en/of akoestische isolatie-elementen te positioneren zijn tussen verschillende onderdelen van het vloersamenstel, bij voorkeur tussen het dragerprofiel en de ligger.

10. Vloersamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat twee zich dwars op elkaar uitstrekkende profielen met behulp van een hoekverbinding met elkaar te verbinden zijn. 1037081