NL1036745C2 - Deur. - Google Patents

Description

Deur

De uitvinding heeft betrekking op een deur.

5 Voor het verwarmen van een vertrek (leefruimte) in een woning of bedrijfspand wordt doorgaans gebruik gemaakt van radiatoren en/of een vloerverwarming. Een nadeel van het toepassen van radiatoren is dat de positionering en de capaciteit van de radiatoren doorgaans reeds op voorhand is bepaald, waarbij het installeren van een aanvullende radiator doorgaans relatief lastig is. Het op relatief efficiënte wijze uitbreiden van de 10 verwarmingscapaciteit in een vertrek is daardoor tevens relatief lastig. Het toepassen van een vloerverwarming geniet doorgaans vanuit esthetisch en ruimtelijk oogpunt de voorkeur boven het toepassen van radiatoren. Echter, het aanleggen van een vloerverwarming is relatief duur. Bovendien is het vanuit praktisch oogpunt veelal omslachtig om in een reeds bestaande woning alsnog een vloerverwarming aan te 15 leggen.

De uitvinding heeft als doel het verschaffen van een verbeterde inrichting voor het verwarmen en/of afkoelen van een leefruimte in een woning of bedrijfspand.

20 Dc uitvinding verschaft daartoe ccn deur voorzien van cnthalpic-uitwissclcndc middelen. Door het toepassen van een deur die warmte afgeeft aan dan wel opneemt van de aangrenzende leefruimte(s), kan de leefruimte relatief efficiënt worden verwarmd respectievelijk worden gekoeld. Een deur voorzien van enthalpie-uitwisselende middelen is relatief goedkoop en kan bovendien relatief eenvoudig en snel worden 25 geïnstalleerd zonder dat daarbij de hulp van een vakman benodigd zal zijn. De deur is ingericht voor het scheiden van vertrekken binnenshuis dan wel het scheiden van een vertrek van een buitenomgeving. Het is tevens denkbaar om een raam te voorzien van enthalpie-uitwisselende middelen. In de context van dit octrooischrift wordt derhalve onder de term “deur” tevens de term “raam” verstaan.

30

De enthalpie-uitwisselende middelen omvatten bij voorkeur warmtegenererende middelen en/of koudegenercrende middelen omvatten. Daarbij kunnen de enthalpie-uitwisselende middelen ten minste gedeeltelijk zijn opgenomen in de deur. Daarbij is het voordelig ingeval een langszijde van de deur is vervaardigd uit een thermisch 2 geleidend materiaal om het rendement van de deur zo groot mogelijk te kunnen houden. Het is echter tevens denkbaar dat de enthalpie-uitwisselende middelen ten minste gedeeltelijk zijn aangebracht op een buitenzijde van de deur, teneinde het enthalpie-uitwisselende effect te kunnen maximaliseren.

5

De enthalpie-uitwisselende middelen omvatten bij voorkeur ten minste één elektrische verwarmingsleiding, in het bijzonder ten minste één elektrische verwarmingsspiraal.

Het is tevens denkbaar om een verwarmingsrooster (verwarmingsgaas) toe te passen.

Bij nadere voorkeur is de elektrische verwarmingsleiding verbonden met een aan of 10 nabij een schamierzijde van de deur gepositioneerd elektrische aansluiting. De aansluiting kan daarbij bijvoorbeeld wordt gevormd door een filmschamicr, teneinde de verwarmingsspiraal te kunnen voorzien van elektrische energie.

In een andere voorkeursuitvoering is de enthalpie-uitwisselende middelen ten minste 15 één leiding omvatten die is ingericht voor doorvoer van een medium, in het bijzonder een vloeistof. De vloeistof kan daarbij een ten opzichte van de omgevingstemperatuur verhoogde dan wel verlaagde temperatuur hebben voor het opwarmen respectievelijk afkoelen van de aangrenzende leefruimte. Met name ingeval de vloeistof een relatief lage temperatuur (lager dan de omgevingstemperatuur) dient te hebben teneinde een 20 koelend effect tc kunnen realiseren zal de vloeistof veelal op afstand van dc deur worden gekoeld, doorgaans via indirecte koeling.

De deur omvat bij voorkeur meerdere, aan overliggende langszij den van de deur grenzende, thermisch in hoofdzaak gescheiden compartimenten, waarbij ten minste één 25 compartiment is voorzien van ten minste een deel van de enthalpie-uitwisselende middelen. De in langsrichting gescheiden compartimenten maken het mogelijk om in overliggend aangrenzende leefruimtes een verschillend thermisch effect te realiseren. Daarbij is het bijzonder voordelig ingeval de enthalpie-uitwisselende middelen, meerdere enthalpie-uitwisselende eenheden omvat, waarbij ten minste twee 30 compartimenten zijn voorzien van een enthalpie-uitwisselende eenheid. Op deze wijze kan een thermisch effect worden gerealiseerd in beide aangrenzende leefruimtes, waarbij het denkbaar is dat de ene leefruimte intensiever wordt verwarmd dan de overliggende leefruimte en/of dat de ene leefruimte wordt gekoeld terwijl de overliggende leefruimte wordt verwarmd.

3

Voor het activeren en eventueel kunnen reguleren van de capaciteit van de enthalpie-uitwisselende middelen is het voordelig ingeval de enthalpie-uitwisselende middelen samenwerken met een besturingseenheid. De besturingseenheid kan daarbij manueel 5 programmeerbaar zijn. De besturingseenheid kan zijn opgenomen in de deur dan wel zijn aangebracht op de deur. Het is tevens denkbaar dat de besturingseenheid op afstand van de deur is aangebracht, bijvoorbeeld op een muur, waarbij de besturingseenheid is ingericht voor draadloze communicatie met de enthalpie-uitwisselende middelen. Daarbij is het voordelig ingeval de besturingseenheid is ingericht voor communicatie 10 met ten minste één met de enthalpie-uitwisselende middelen verbonden ontvanger. Het is tevens denkbaar dat dc ontvanger is ingcricht voor draadloze communicatie met een (alternatieve) afstandsbediening. De besturingseenheid is in een voorkeursuitvoering gekoppeld met ten minste één thermostaat (warmteregelaar).

15 Teneinde kromtrekken van de deur als gevolg van temperatuurveranderingen zoveel mogelijk te kunnen tegengaan is het veelal voordelig ingeval de deur is voorzien ten minste één verstevigingselement.

De deur is bij voorkeur vervaardigd uit glas, hout, kunststof, en/of metaal.

20

In een voorkeursuitvoering wordt de deur gevormd door een garagedeur.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuur weergegeven niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont: 25 figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een deur overeenkomstig de uitvinding.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht op een deur 1 overeenkomstig de uitvinding. De deur 1 is schamierbaar verbonden met een in een muur 2 aangebracht kozijn 3. In de getoonde toestand is de deur 1 deels geopend. De deur 1 omvat een voorste 30 compartiment 1 a en een achterste compartiment 1b. De compartimenten 1 a, lb zijn onderling gescheiden door een brandwerende, verstevigende scheidingswand 4. Het voorste compartiment la is voorzien van een verwarmingsspiraal 5 die middels een filmschamier 6 en een stekker 7 is verbonden met een wandcontactdoos 8. Op deze wijze kan de verwarmingsspiraal 5 worden voorzien van elektrische energie, waardoor 4 de verwarmingsspiraal 5 zal opwarmen en warmte zal gaan afgeven aan de aangrenzende leefruimte. Op afstand van de deur 1 is een mauneel instelbare besturingseenheid 9 aangebracht op een muur die is ingericht voor draadloze communicatie met een met de verwarmingsspiraal 5 verbonden zender/ontvanger 10.

5 De zender/ontvanger 10 is ingericht voor het ontvangen van door de besturingseenheid 8 afgegeven signalen met betrekking tot de activering van de verwarmingsspiraal 5. De zender/ontvanger 10 is tevens ingericht voor het verzenden van signalen aan de besturingseenheid 9 voor het kunnen detecteren van de actuele temperatuur van de verwarmingsspiraal 5, teneinde oververhitting van de verwarmingsspiraal 5 en daarmee 10 van de deur 1 te kunnen voorkomen.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand 15 zullen liggen.

Claims (17)

1. Deur voorzien van enthalpie-uitwisselende middelen voor het uitwisselen van enthalpie met een aan de deur grenzende leefruimte.

2. Deur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de enthalpie-uitwisselende middelen warmtegenererende middelen omvatten.

3. Deur volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de enthalpie-uitwisselende 10 middelen koudegenererende middelen omvatten.

4. Deur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de enthalpie-uitwisselende middelen ten minste gedeeltelijk zijn opgenomen in de deur.

5. Deur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de enthalpie- uitwisselende middelen ten minste gedeeltelijk zijn aangebracht op een buitenzijde van de deur.

6. Deur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de enthalpie-20 uitwisselende middelen ten minste een elektrische vcrwarmingslciding omvatten.

7. Deur volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de enthalpie-uitwisselende middelen ten minste één elektrische verwarmingsspiraal omvatten.

8. Deur volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de elektrische verwarmingsleiding is verbonden met een aan of nabij een schamierzijde van de deur gepositioneerd elektrische aansluiting.

9. Deur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de enthalpie-30 uitwisselende middelen ten minste één leiding omvatten die is ingericht voor doorvoer van een medium, in het bijzonder een vloeistof.

10. Deur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de deur meerdere, aan overliggende langszij den van de deur grenzende, thermisch in hoofdzaak gescheiden compartimenten omvat, waarbij ten minste één compartiment is voorzien van ten minste een deel van de enthalpie-uitwisselende middelen.

11. Deur volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de enthalpie-uitwisselende 5 middelen, meerdere enthalpie-uitwisselende eenheden omvat, waarbij ten minste twee compartimenten zijn voorzien van een enthalpie-uitwisselende eenheid.

12. Deur volgens een der voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 11, met het kenmerk, dat de deur is voorzien van een besturingseenheid voor het kunnen 10 reguleren van de activiteit van de enthalpie-uitwisselende middelen, in het bijzonder voor het afzonderlijk kunnen reguleren van de activiteit van de enthalpie-uitwisselende eenheden.

13. Deur volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de besturingseenheid is 15 ingericht voor draadloze communicatie met ten minste één met de enthalpie- uitwisselende middelen verbonden ontvanger.

14. Deur volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de besturingseenheid is gekoppeld met ten minste één thermostaat. 20

15. Deur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de deur is voorzien ten minste één verstevigingselement.

16. Deur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de deur is 25 vervaardigd uit glas, hout, kunststof, en/of metaal.

17. Deur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de deur wordt gevormd door een garagedeur.