NL1036508C2 - Geleidingmal voor scharnierpaumelles. - Google Patents

Description

Geleidingmal voor ScharnierPaumelles

De uitvinding bestaat uit een set van minstens twee identieke geleidingmallen, welke in onderstaande tekst beschreven is en 5 uitgebeeld op bijgevoegd tekeningenblad waarbij in, fig.l:het vooraanzicht van een mal, fig.2:het bovenaanzicht van een mal, fig.3:de dwarsdoorsnede A-A1 van fig.l, fig.4:het perspectief van de mal, 10 fig.5:toont een opvulbus die een afwijkende diameter van ScharnierPaumelles opvangt.

Deze geleidingmal dient als hulpmiddel voor snellere en gemakkelijkere montage van zowel links- als rechts draaibare objecten met ruimteafdichtende en/of openende functie, (bijv. deuren, ramen en 15 kleppen), welke objecten zijn voorzien van het busgedeelte fig.4, 7 van een daartoe geëigend vormgegeven set draaifunctie verlenende bevestigingsmiddelen, (zoals o.a. kogelspitspaumelles, inboor-scharnieren, franse paumelles e.d.), terwijl het complementaire gedeelte ervan, met in het busgedeelte draaibaar passende pen, 20 (genaamd: de pengedeelten, Fig 4, 6), meestal vast verbonden zijn aan de in stabiele toestand verkerende omkaderende constructie(s) van het betreffend object(o.a. frame, kozijn e.d.) ACTUELE MONTAGEPROBLEMEN (zonder geleidingmallen)

Het monteren van meestal zware en moeilijk hanteerbare objecten aan 25 /in de omkadering, is tijdrovend, vermoeiend en lukt pas vaak na diverse pogingen, hetgeen betekent o.a. veel lichamelijk inspanning en mogelijke overbelasting, kostbaar tijdverlies in de vorm van extra loonkosten van een tweede man of kans op beschadigingen aan object en/of omkadering indien uitgevoerd door één persoon.

1036508 2 OPLOSSING EN CONSTRUCTIE:

Een hulpmiddel in de vorm van een set van minstens twee identieke geleidingmallen in fig.1/4, Pos.l, gemaakt van voldoende hard materiaal.

5 Elke mal daarvan is in de lengterichting voorzien van een grotendeels cilindrische doorboring 2 welke in diameter iets ruimer is dan de diameter van bus 7- en pengedeelten 6 van de toe te passen draaibare bevestigingsmiddelen en welke doorboring aan de montagezijde (voorzijde) van de mal een langwerpige opening fig.l 5 bezit, die 10 uitloopt in een halve trechtervormige opening, gevormd door de trechtervormige wanden 4 in het malbovendeel. Aan de onderzijde van de achterkant van de mal bevindt zich een sleufvormige opening 3 waarin niet klemmend past het verbindingblad van pengedeelte 6 tussen de omkadering en het dikkere cilindrische deel van het pengedeelte, 15 welk dikkere cilindrisch deel in de deels open ruimte 2 met enige speling de mal in zijn positie houdt en door engte van de langsopening 5 geborgd wordt. De mate van deze speling is voor elk groter/kleiner type draaibare verbindingsset gekenmerkt enerzijds door minimale overmaat van de radius R 2 ten opzichte van de radius 20 in het dikkere cilindrische deel van het pengedeelte 6,( Zie ook doorsnede Ά-Α1 in Fig. l,en detail in Fig.3 2) en anderzijds door de betreffende diameter afwijkingen van de grotere of kleinere toegepaste types.

Vulstukjes voor diverse diametervarianten: 25 Voor elke van de in de praktijk voorkomende afwijkende diameters (= 2x R; in Fig.2 en Fig.3 2) van pen- en busgedeelten (meestal in doorsnede 12, 14, 16, 18mm etc.) is een inklemmend inzethuisje fig.5 8 met gelijke sleuf 3 en vooropening 5 voorzien als mal 1, die de tussenruimte van de diameterverschillen opvult.

30 Een extra functioneel kenmerk van de vinding (naast dat van de conische geleiding) is de afstand tussen het engste deel van de conus 4 en het bovenste uiteinde van de pin van een reeds in de sleuf 3 geschoven pengedeelte 6, die zal steeds 5 mm meer bedragen dan de maximale lengte van de pengedeelten in de grootste maatvoeringen van 35 de standaard gebruikelijke draaibare bevestigingssets.

3 WERKING:

Aanbrengen van minstens 2 geleidingmallen:

Op elke van de uiterst, minstens twee, op de omkadering (kozijn e.d.) gemonteerde bladgedeelten van pengedeelten fig.4 6 wordt een 5 geleidingmal geschoven, zodanig dat de doorboring 2 de pen en het dikkere cilindrische deel fig.4 6 plaatsing vindt en omvat wordt door de behuizing van de mal 1, en zover totdat mal rust op blad fig.4 6 in de sleuf 3.

Montage van het draaibaar object (deur e.d.) aan de 10 bevestigingsmiddelen op de omkadering:

Het draaibaar te bewegen object (deur e.d.), waar op of -aan de draaizijde van de het object gemonteerd zijn, de bevestigingsbladen fig.4 7 van de minstens twee open (dus penloze) helften van de draaibare bevestigingsset, wordt zodanig minstens haaks of verder ten 15 opzichte van de omkaderde opening gepositioneerd, dat de openingen van de wederhelften van de draaibare bevestigingsset zich tegenover de conische openingen van minstens twee geleidingmallen fig.4 4 bevinden. Door het betreffende object ongeveer evenwijdig aan de lengterichting van hartlijn fig.4,B-B1 door de minstens beide mallen 20 te bewegen in de richting van de verenging van conus 4, worden beide busgedeelten vóór de pengedeelten geleid, zodat elk busgedeelte nagenoeg moeiteloos om elk pengedeelte schuift. Bij montage van meer dan de twee draaibare verbindingssets, kan het voorkomen dat de hartlijnen door de gemonteerde extra sets niet voldoende co-axiaal 25 zijn o.a. door lichtelijk scheluw zijn van het object of de omkadering, zodat één van de pennen tegen de borst van minstens één van de tussenliggende bussen drukt. Bij verticale objectmontage (o.a. deuren, luiken e.d.) is genoemde situatie het meest voorkomende ergerlijke euvel, omdat het object niet of nauwelijks in 30 invoerpositie te houden is. Dit probleem is opgelost door de speciale afstand tussen sleuf en conusengte zoals hierboven als extra kenmerk is vermeld.

4

Meerpunts-object blijft aan omkadering bij onvolledige montage

Het te monteren object valt dan niet uit de invoer positie omdat beide open cilindrische uiteinden van elk van de buitenste twee busgedeelten 7 al de engten van de beide malconussen 4 gepasseerd 5 zijn en als zodanig het object in gewenste inbrengpositie houden, waardoor een hand vrij komt om zonder hulp alleen de niet passende bus 7 in inbrengpositie te drukken,waardoor alle busgedeelten om de pengedeelten 6 schuiven en het object gemonteerd is.

Het verwijderen van de set geleidingmallen: 10 Na de montage dient elke mal richting B-B1 verschoven tot open einde van sleufzijde 3 voorbij busdeel 7 gekomen is en zijdelings , zowel links als rechts, uitgenomen kan worden.

Voorzorgen:

Zonder verwijdering van deze mallen, kan schade ontstaan indien 15 object te ver bewogen wordt en de mallen door klemming in object en/ of omkadering gedrukt worden.

In gebruikneming:

Pas nadat alle geleidingmallen van de draaibare verbindingssets verwijderd zijn, kan het te object vanuit de ca. haakse positie pas 20 verdraaid worden tot de gewenste positie binnen de omkadering bereikt is.

1036508

Claims (3)

10 Eerdere octrooischriften te weten WO 2006/134615 Ά, EP 1 2000/041231 Al, FR2 1995/713125 A en DE 1988/8807402 UI geplubiceerd in 1988 zijn maar voor beperkte scharnierpaumellen te gebruiken, ook het gebruik van magneten heeft zijn welbekende beperkingen. Door de unieke uitvoering van het halve trechtervormige 15 geleidingsysteem van deze mal, waardoor de scharnierbus eenvoudig naar de scharnierpen wordt geleid. Dit zonder de mal van zijn positie te duwen of te laten vallen door de omklemmingfunctie en het zelfdragend vermogen op het blad of pin van het te gebruiken paumellscharnier zowel blad als inboor.

20 Deze mal beschikt verder de volgende gunstige eigenschappen: Qua vorm,uiterlijk ,verpakking,kwaliteit, prijs: Klein, licht en daardoor gemakkelijk te vervoeren en op lichaam te dragen tijdens werk, zonder uitsteeksels en passend in foedraal, robuust en slijtvast,weinig materiaalgebruik en daardoor relatief laag geprijsd, 25 waardoor aanschaf een veel rendabelere investering wordt, Qua werkgemak en functionaliteit: - werktijdbesparing door het probleemloos en snel aanbrengen van de mallen, waardoor relatief kleine investering snel terugverdiend is, - werktijd besparing door snel demonteren van de mallen, 30. werktijd besparing door het snel en feilloos positioneren en monteren van de verbindingsdelen tussen object en omkadering o.a. door de unieke trechtervorm van de mallen, - kostenbesparing door het vermijden van beschadigingen die vaak tijdens het mislukken van de montage van het object in de 35 omkadering ontstaan, - kostenbesparing doordat set mallen een barrière vormen tussen object en omkadering, bij verkeerde positie tijdens manoeuvreren met object, 1036508 - kwaliteitsbehoud van de bevestigingsmiddelen, het object zelf en de omkadering , doordat het object tijdens een mislukte plaatsing toch met de pengedeelten verbonden blijft, wanneer de busgedeelten de trechterengte al gepasseerd zijn en in de unieke 5 omklemmingslokatie in de mal terecht gekomen zijn, gelegen vlak voor de beginpositie, waar bus om pen geschoven wordt, zodat het object met de omkadering verbonden blijft, - De unieke omklemmingfunctie veroorlooft een extra corrigerende actie bij mislukte montage aan het aanhangend object, waarvan 10 één of meer van de meer dan twee bussen niet in de inschuivende bus positie komen; extra waardevol bij montage van langere, bredere , zwaardere objecten, - De unieke omklemmingfunctie maakt aldus in de meeste gevallen eenmansmontage mogelijk, 15. vermijding van de meeste der onderstaande actuele montagenadelen: aan malloze montage van draaibare objecten zoals onder meer: - de vaak noodzakelijk assistentie van een tweede persoon, vooral bij objecten met meer dan twee draaibare verbindingsmiddelen , 20 het vaak voorkomend en ook nog het herhaaldelijk mislukken van de koppeling der busgedeelten aan de pengedeelten en het daarmee verbonden, ontstaan van extra werktijd en loonkostenstijging, • beschadigingen aan object en/of omkadering en/of 25 bevestigingsmiddelen, met vaak blijvend storend functioneringgebrek, vaak lichamelijke schade aan vingers , ledematen en/of rug vooral bij montage pogingen van zwaardere draaiobjecten, die daardoor vaker mislukken.

30 Bij montage van draaibare objecten met gebruik van actuele andere montagehulpmiddelen. Gebruik van die hulpmiddelen heeft als nadelen: te omvangrijk, te kostbaar, te moeilijk te vervoeren en te lastig te monteren ,te weinig werkbesparing,te weinig winst op relatief dure investering . 1036508