NL1036223C2 - Werkwijze voor het laten vertrekken van een stilstaande trein, een veiligheidssysteem en een registrator daarvoor, en werkwijze voor het aanpassen van een veiligheidssysteem. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het laten vertrekken van een stilstaande trein, een veiligheidssysteem en een registrator daarvoor, en werkwijze voor het aanpassen van een veiligheidssysteem.

5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het laten vertrekken van een trein.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een veiligheidssysteem en een registrator daarvoor, alsmede op een werkwijze voor het aanpassen van een veiligheidssysteem.

10 Een werkwijze en veiligheidssysteem van bovengenoemde soort zijn algemeen bekend. In de bekende werkwijze werken machinist en conducteur samen om de trein te laten vertrekken. Op de tijd van vertrek kijkt de conducteur of het vertreksein, zoals bijvoorbeeld een brandende witte lamp, aanwezig is. Vervolgens geeft hij een fluitsignaal ten teken dat de reizigers niet meer in mogen stappen, en dat de deuren 15 gaan sluiten. De conducteur plaatst een sleutel in een centrale vergrendelunit en draait de sleutel. Zodanig sluiten alle deuren, behalve de deur die aangesloten is op de centrale vergrendelunit. Na het draaien van de sleutel krijgt de machinist een geluidsignaal in de cabine, ten teken dat de vertrekprocedure gestart is. Wanneer alle deuren gesloten zijn, neemt de conducteur de sleutel uit de vergrendelunit, waardoor 20 ook de laatste deur zal sluiten. Het uitnemen van de sleutel zal ervoor zorgen dat de machinist wederom een geluidsignaal te horen krijgt. Wanneer uiteindelijk alle deuren gesloten zijn, krijgt de machinist in zijn cabine een groene lamp te zien met daarop “DD” (deuren dicht). De machinist controleert de tijd, en kijkt of het voor zijn trein geldende sein uit de stand “stop” (rood) is. Vervolgens zal de machinist de trein in 25 beweging zetten.

Het is een nadeel van de bekende werkwijze, dat de bekende vertrekprocedure kan leiden tot ongewenst vertrek van een trein door een “stop” sein (rood). De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat de conducteur de vertrekprocedure reeds is gestart, zonder dat deze het vertreksein (witte lamp) heeft geconstateerd. De machinist krijgt de 30 desbetreffende geluidssignalen in zijn cabine en na vergrendeling van de deuren ook de groene lamp “DD”. De machinist zet vervolgens de trein in beweging zonder het zelf waarnemen dat het sein uit de stand “stop” (rood) is. Mogelijke oorzaken hiervan zijn het routinematig handelen van de machinist en conducteur, of bijvoorbeeld het afgeleid 1036223 2 zijn, of bijvoorbeeld vermoeidheid. Hierdoor komt het voor dat de machinist de trein laat vertrekken, terwijl het sein “stop” van kracht is. Het door een “stop” sein rijden van een trein is niet gewenst, en kan leiden tot (bijna-)botsingen.

Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een 5 werkwijze en veiligheidssysteem voor het laten vertrekken van een stilstaande trein, waarmee de trein op veilige wijze kan vertrekken, en waarbij de kans dat een trein door een sein “stop” rijdt gereduceerd wordt. Het is tevens een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een registrator voor een dergelijk veiligheidssysteem.

Daarnaast is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een 10 werkwijze, waarmee op relatief snelle en eenvoudige wijze een bestaande trein zodanig aangepast kan worden dat deze een veiligheidssysteem met de voordelen van de uitvinding omvat.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het laten vertrekken van een stilstaande trein. De werkwijze omvat de stappen van het volgen van een 15 vertrekprocedure voor het op veilige wijze laten vertrekken van de trein vanuit stilstand; het informeren van een bestuurder van de trein over de voortgang van de vertrekprocedure; en het laten vertrekken van de trein. De werkwijze kan de stap omvatten van het blokkeren van het vertrek van de trein. Het is mogelijk dat het vertrek van de trein wordt vrijgegeven na het elektronisch registreren van een door de 20 bestuurder waargenomen toestemmingssignaal dat aangeeft dat een spoor vrij is. De bestuurder, of ook wel machinist, neemt de verantwoordelijkheid op zich om het sein te beoordelen. Deze verantwoordelijkheid ligt niet meer bij de conducteur, of bij de machinist in combinatie met de conducteur. Middels een elektronische registratie moet actief aangegeven worden dat een toestemmingssignaal aanwezig is. Hierdoor zal de 25 machinist actief het sein moeten beoordelen, om vervolgens zijn waarneming van een toestemmingssignaal actief te bevestigen, waardoor de kans op een vergissing aanzienlijk verkleind wordt. Daarbij is het mogelijk dat de stap van het laten vertrekken van de trein onmogelijk gemaakt wordt totdat tenminste de stap van het elektronisch registreren uitgevoerd is. Op deze wijze kan de trein niet vertrekken, tenminste totdat 30 actief geregistreerd is dat een toestemmingssignaal aanwezig is.

Verrassenderwijs is gebleken dat de werkwijze volgens de uitvinding een verbetering oplevert van de vertrekprocedure. Bijzonder voordeel van de werkwijze, is dat de vertrekprocedure voor de conducteur niet verandert. De machinist moet een extra 3 handeling verrichten om informatie te verkrijgen over de vertrekprocedure die de conducteur al dan niet is gestart.

Bij voorkeur vindt de stap van het informeren over de voortgang van de vertrekprocedure pas plaats na de stap van het registreren van het toestemmingssignaal.

5 De informatie over de vertrekprocedure wordt pas aan de machinist getoond, wanneer elektronisch geregistreerd is dat deze een sein “veilig” heeft waargenomen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de informatie over de vertrekprocedure, zoals bijvoorbeeld de geluidssignalen en de lamp “DD”, niet in de cabine kan komen voordat de machinist de handeling van het registreren verricht heeft. Hierdoor zal de machinist de trein dan 10 ook niet laten vertrekken, vóórdat daadwerkelijk het sein “veilig” waargenomen en geregistreerd is, aangezien de machinist niet over informatie beschikt of de vertrekprocedure is afgerond of niet. Door het afkoppelen van de afleidende factoren, zal de machinist zich alleen concentreren op het uit de stand “stop” zijn van het sein.

De machinist krijgt pas informatie over de vertrekprocedure na het uitvoeren van een 15 bewuste handeling. De machinist wordt daarbij niet meer afgeleid door de informatie over de vertrekprocedure, en hoeft ook niet te anticiperen of de conducteur de vertrekprocedure onterecht gestart is. De conducteur kan de vertrekprocedure op elk moment starten, zonder dat de conducteur hoeft te beoordelen of het sein “veilig” is. Hierdoor kan de verantwoordelijkheid van het beoordelen van het toestemmingssignaal 20 volledig bij de machinist gelegd worden, en wordt er tevens voor gezorgd dat een waargenomen toestemmingssignaal ook daadwerkelijk actief, op elektronische wijze, geregistreerd moet worden, voordat de trein kan vertrekken. Na het registreren van het sein, kan de toegang van de informatie over de vertrekprocedure naar de cabine gedeblokkeerd worden. Hierdoor zal de machinist niet afgeleid worden door de 25 informatie over de vertrekprocedure voordat het “stop” tonend sein uit deze stand gekomen is, en is de kans op het vertrekken door een “stop” tonend sein gering. Dit vermindert de kans op het door een “stop” sein rijden aanzienlijk, waardoor een veilig vertrek van de trein mogelijk is.

Het is mogelijk dat tussen de stap van het registreren van het 30 toestemmingssignaal en de stap van het informeren een wachttijd aanwezig is. De wachttijd zorgt ervoor dat de machinist de tijd krijgt om andere belangrijke zaken voor het vertrek van de trein te controleren. De wachttijd kan bijvoorbeeld 10 seconden bedragen. Andere wachttijden zijn ook denkbaar.

4

In een uitvoeringsvorm, wordt de stap van het ónmogelijk maken van het laten vertrekken van de trein tenminste tot aan het afronden van de vertrekprocedure uitgevoerd, Indien de machinist het toestemmingssignaal geregistreerd heeft, maar de vertrekprocedure is nog niet afgerond, zal het vertrek van de trein nog steeds 5 onmogelijk gemaakt worden. De trein kan dan niet vertrekken, totdat de vertrekprocedure is afgerond. Dit maakt een veilig vertrek van de trein mogelijk, waarbij zowel het toestemmingssignaal, als op afronding van de vertrekprocedure noodzakelijk zijn voor het vertrek van de trein.

In een uitvoeringsvorm, geschiedt de stap van het registreren van een 10 toestemmingssignaal gedurende een bepaalde registratietijd. Het uitvoeren van het registreren gedurende de registratietijd kan noodzakelijk zijn om de stap van het registreren te voltooien Doordat het registreren gedurende een bepaalde registratietijd dient plaats te vinden, wordt voorkomen dat per ongeluk een foutieve registratie plaats vindt. Het registreren dient actief en bewust te geschieden, gedurende een bepaalde 15 registratietijd, voordat de procedure van vertrek van de trein voortgezet kan worden. De registratietijd kan variëren, maar is bij gelegen tussen 1 seconde en 10 seconden.

Het is mogelijk dat de werkwijze de aanvullende stap omvat van het informeren van de bestuurder over de stap van het registreren. De bestuurder, of machinist, wordt hierdoor op de hoogte gehouden of de stap van het registreren van het 20 toestemmingssignaal plaats heeft gevonden of niet. Het is hierbij mogelijk dat de bestuurder geïnformeerd wordt wanneer het registreren nog niet plaatsgevonden heeft, en/of wanneer het registreren reeds wel plaatsgevonden heeft. Bijvoorbeeld, er kan een controlelamp gebruikt worden om aan te geven of het registreren gebeurd is.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze omvat het informeren over de stap van 25 het registreren, het uitstellen van het informeren over de voortgang van de vertrekprocedure totdat de stap van het registreren voltooid is. Doordat de machinist niet geïnformeerd wordt over de voortgang van de vertrekprocedure, weet deze dat een toestemmingssignaal nog niet geregistreerd is. Het uitblijven van informatie over de vertrekprocedure is derhalve een indicatie voor de bestuurder dat deze het sein moet 30 bekijken en een eventueel toestemmingssignaal moet registreren. Doordat er geen informatie over de vertrekprocedure is, zal de machinist ook niet geneigd zijn de trein te laten vertrekken, voordat een toestemmingssignaal aanwezig is en geregistreerd is.

5

In een uitvoeringsvorm, omvat de werkwijze de aanvullende stap van het in een geheugen opslaan van een uit de stap van het elektronisch registreren volgend signaal. Door gebruik te maken van een geheugen kan naderhand gecontroleerd worden of een toestemmingssignaal daadwerkelijk is geregistreerd. Eventueel is het mogelijk om te 5 controleren op welk tijdstip de registratie plaats heeft gevonden, zodanig dat naderhand te controleren is of het toestemmingssignaal daadwerkelijk aanwezig is. Bovendien staat de opslag in een geheugen toe dat, in combinatie met voor de vakman bekende schakelingen, het signaal bruikbaar is om bijvoorbeeld een blokkeerinrichting voor het blokkeren van een trein aan te sturen.

10 Het is mogelijk dat het geheugen na een geheugentijd geleegd wordt. Het legen van het geheugen zorgt ervoor dat het geheugen weer vrij is om daarin een registratie op te slaan. Het is hierbij tevens mogelijk dat het geheugen na een relatief korte geheugentijd, zoals bijvoorbeeld enkele seconden of enkele tientallen seconden, geleegd wordt, en dat het geheugen zodanig werkzaam is, dat wanneer het geheugen 15 leeg is, het vertrek van de trein geblokkeerd wordt. Op deze wijze zal een toestemmingssignaal opnieuw geregistreerd moeten worden, alvorens de trein kan vertrekken.

In een uitvoeringsvorm, omvat de stap van het registreren van het toestemmingssignaal het activeren van een schakelaar. Een schakelaar is relatief 20 eenvoudig bedienbaar. De schakelaar kan een verende schakelaar zijn. Een schakelaar is bovendien relatief eenvoudig in te bouwen in bestaande treinen, waardoor de werkwijze volgens de uitvinding ook toepasbaar is op bestaande treinen.

Volgens een aspect van de uitvinding voorziet deze in een veiligheidssysteem voor het op veilige wijze laten vertrekken van een trein vanuit stilstand. Het 25 veiligheidssysteem omvat een registrator voor het daarmee op elektronische wijze registreren van een door de bestuurder waargenomen toestemmingssignaal dat aangeeft dat een spoor vrij is. Zoals reeds eerder beschreven, zorgt het actief registreren van het toestemmingssignaal ervoor dat de kans dat een bestuurder door een sein “stop” rijdt relatief klein is. Het veiligheidssysteem kan een met de registrator verbonden 30 informatiepaneel omvatten voor het informeren van de bestuurder over de voortgang van een voor het laten vertrekken van de trein te volgen vertrekprocedure. De registrator is op deze wijze met het informatiepaneel verbonden. Het informatiepaneel kan ingericht zijn om aan te geven dat een toestemmingssignaal door de registrator 6 geregistreerd is. Hierdoor kan de bestuurder aan zijn informatiepaneel zien of een toestemmingssignaal geregistreerd is of niet.

Het informatiepaneel kan ingericht zijn om informatie over de vertrekprocedure pas weer te geven, nadat een toestemmingssignaal door de registrator geregistreerd is.

5 Hierdoor ziet de bestuurder de informatie over de vertrekprocedure pas nadat het toestemmingssignaal geregistreerd is. De bestuurder komt zo niet in de verleiding om de trein reeds te laten vertrekken.

Het veiligheidssysteem kan een met de registrator verbonden blokkeerinrichting omvatten. In een bekrachtigde toestand van de blokkeerinrichting zorgt deze ervoor dat 10 het vertrek van de trein geblokkeerd wordt. In een onbekrachtigde toestand van de blokkeerinrichting geeft deze het vertrek van de trein vrij. Het is mogelijk dat de blokkeerinrichting pas naar een onbekrachtigde toestand brengbaar is wanneer het toestemmingssignaal door de registrator geregistreerd is. Op deze wijze is het onmogelijk dat de trein eerder vertrekt, dan dat een toestemmingssignaal geregistreerd 15 is.

Het is tevens mogelijk dat de blokkeerinrichting pas naar een onbekrachtigde toestand brengbaar is wanneer zowel het toestemmingssignaal geregistreerd is, als de vertrekprocedure is afgerond. Op deze wijze is een extra veiligheidsmaatregel ingebouwd. De trein kan pas vertrekken wanneer aan tenminste twee voorwaarden 20 voldaan is. Additioneel is het mogelijk om aanvullende voorwaarden te stellen voor het toestaan dat de blokkeerinrichting naar een onbekrachtigde toestand brengbaar is.

In een uitvoeringsvorm, omvat het veiligheidssysteem een met de registrator verbonden geheugen voor het daarin opslaan van een door de registrator afgegeven signaal dat aangeeft dat het toestemmingssignaal door de registrator geregistreerd is.

25 Het geheugen kan ingericht zijn om het daarin opgeslagen signaal gedurende een geheugentijd opgeslagen te houden, om vervolgens het geheugen te wissen. Op deze wijze is het mogelijk om het geheugen te legen, waarbij het mogelijk is om een reeds gedane registratie ongedaan te maken. Het is mogelijk dat het informatiepaneel is ingericht om de status van het geheugen weer te geven, en zodanig kan aangeven of de 30 registratie voltooid is of niet. De blokkeerinrichting kan wederom in een bekrachtigde toestand gebracht worden, zodanig dat een nieuwe registratie van het toestemmingssignaal nodig is voor het laten vertrekken van de trein.

7

Het is mogelijk dat het geheugen is ingericht om na het opslaan van het signaal, tenminste een deel van het informatiepaneel te activeren. Bij voorkeur is het deel van het informatiepaneel dat geactiveerd wordt na het opslaan van het signaal, dat deel dat de bestuurder informeert over de vertrekprocedure. De met dit deel van het 5 informatiepaneel weergegeven informatie kan bijvoorbeeld informatie zijn over de toestand van de vergrendeling van de deuren.

Het is mogelijk dat het veiligheidssysteem voorzien is van een met de registrator verbonden vertragingsschakeling voor het daarmee vertraagd doorgeven van een door de registrator geregistreerd signaal aan het veiligheidssysteem. Op deze wijze is het 10 mogelijk om een rustperiode in te bouwen. De vertragingsschakeling kan bijvoorbeeld ingericht zijn om met een vertraging van tenminste 5 seconden het geregistreerde signaal door te geven aan het veiligheidssysteem. Tevens is het mogelijk om er voor te zorgen dat de registrator gedurende een bepaalde periode geactiveerd dient te worden, voordat de registrator een toestemmingssignaal daadwerkelijk registreert.

15 Volgens een verder aspect van de uitvinding voorziet deze in een registrator voor een veiligheidssysteem. De voordelen van een dergelijke registrator zullen voor de vakman duidelijk zijn in hetgeen hierboven beschreven is.

Volgens een ander aspect van de uitvinding voorziet deze in een werkwijze voor het aanpassen van een veiligheidssysteem voor een trein. Het veiligheidssysteem omvat 20 een blokkeerinrichting voor het daarmee voorkomen van een vertrek van de trein, en een daarmee middels een besturingsschakeling verbonden informatiepaneel voor het daarmee informeren van een bestuurder van de trein. De werkwijze omvat de stap van het in de besturingsschakeling opnemen van een registrator volgens de uitvinding. Het aanpassen van een bestaand veiligheidssysteem is relatief eenvoudig. Door enkel de 25 registrator in de bestaande schakeling op te nemen, kunnen de voordelen van de werkwijze en het veiligheidssysteem volgens de onderhavige uitvinding bereikt worden.

Enkele uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zullen aan de hand van 30 een figuurbeschrijving nader toegelicht worden. Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de getoonde uitvoeringsvorm op geen enkele wijze beperkend is voor de beschermingsomvang, welke gedefinieerd is in de conclusies. In de figuren tonen: 8

Fig. 1: een stroomdiagram van een uitvoeringsvorm van het laten vertrekken van een stilstaande trein;

Fig. 2a-c: tijdsdiagrammen van uitvoeringsvormen van het laten vertrekken van een stilstaande trein; 5

Fig. 1 toont een stroomdiagram 1 van een werkwijze voor het laten vertrekken van een stilstaande trein. De werkwijze omvat twee procedures I, II, welke leiden tot het vertrek V van de trein.

De eerste procedure I is de vertrekprocedure. De vertrekprocedure I omvat de 10 start CS van de vertrekprocedure en het eind van de vertrekprocedure CE. Tussen de start CS en het eind CE van de vertrekprocedure worden vertrekhandelingen 2 uitgevoerd, welke bij de uitleg van de werkwijze nader toegelicht zullen worden. Informatie 5 over de vertrekprocedure I wordt binnengeleid in de tweede procedure II.

De tweede procedure II heeft een start MS, en leidt via een aantal stappen naar 15 het eind van de procedure, waarin de trein vertrekt V. De procedure omvat de stappen van het wachten S op een toestemmingssignaal, het registreren R van het toestemmingssignaal, het weergeven W van de informatie 5 van de vertrekprocedure I, het wachten F op het einde CE van de vertrekprocedure, en het vervolgens laten vertrekken V van de trein.

20 Het is mogelijk dat een aanvullende procedure III noodzakelijk is voor het laten vertrekken V van de trein. De aanvullende procedure III kan diverse stappen omvatten, welke in de Fig. slechts aangegeven zijn met een enkele additionele stap A. Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat deze additionele stap A uit meerdere afhankelijke en onafhankelijke stappen en/of procedures kan bestaan. De aanvullende procedure III kan 25 bijvoorbeeld een procedure zijn voor het controleren of aan bepaalde rij voorwaarden voldaan is.

Het is mogelijk dat de twee procedures I,II onafhankelijk van elkaar gestart worden, maar de twee procedures zijn met elkaar verbonden doordat informatie uit de eerste procedure I noodzakelijk is voor het doorlopen van de tweede procedure. De 30 eerste procedure I heeft, in dit uitvoeringsvoorbeeld, voornamelijk betrekking op werkzaamheden die een conducteur uitvoert. Deze werkzaamheden 2 omvatten het waarschuwen van passagiers dat de trein zal gaan vertrekken, en het daaropvolgend sluiten van de deuren van een passagiersgedeelte van de trein. De tweede procedure II

9 heeft, in dit uitvoeringsvoorbeeld, voornamelijk betrekking op werkzaamheden die een machinist uitvoert. Na de start MS van de tweede procedure II controleert de machinist of er een toestemmingssignaal S aanwezig is. Pas indien het signaal aanwezig is, wordt de volgende stap ingezet. Deze stap is het actief registreren R van het 5 toestemmingssignaal. De machinist geeft expliciet aan dat het sein veilig is, en dat de trein daarmee toestemming heeft om op het spoor te rijden. Pas na de stap van het registreren R, wordt de informatie 5 over de vertrekprocedure toegankelijk gemaakt voor de machinist. Hierdoor zal de machinist niet afgeleid worden, waardoor het niet meer voorkomt dat deze wegrijdt bij het einde van de vertrekprocedure zonder dat het 10 toestemmingssignaal S aanwezig is. Vervolgens beoordeelt de machinist de weergegeven W informatie 5 van de vertrekprocedure I, en wacht F deze tot het einde van de vertrekprocedure CE bereikt is. Het einde CE van de vertrekprocedure kan bijvoorbeeld kenbaar gemaakt worden door middel van bijvoorbeeld een auditief, visueel, of audiovisueel signaal. In een voorbeeld, wordt het einde van de 15 vertrekprocedure gevormd door het sluiten en blokkeren van deuren van de trein.

Wanneer de deuren geblokkeerd zijn, ontvangt de machinist in zijn cabine een geluidssignaal, en tevens gaat er een lamp branden op het bedieningspaneel ten teken dat de deuren dicht zijn. Dit is voor de machinist het teken dat de vertrekprocedure afgerond is, en dat de trein kan vertrekken.

20 Fig. 2a-c laten mogelijke tijdschema’s zien van de in Fig. 1 beschreven procedure. De horizontale as toont de tijd, beginnend vanaf 0 en waarbij de tijd toeneemt bij het naar rechts bewegen over de as. Op de verticale as staan de verschillende procedures I,II, en de stappen S, R, W, F, V die daarin genomen worden.

In het in Fig. 2a getoonde voorbeeld staat een sein op “stop” vanaf tijdstip 0 tot 25 tijdstip al. De machinist, die de tweede procedure reeds gestart is, en wacht op het sein veilig, ziet dat na tijdstip al het sein veilig is. Hij registreert R het sein veilig, en wacht W vanaf tijdstip a4 tot hij informatie F ontvangt dat de vertrekprocedure afgerond is.

De conducteur heeft ook gewacht tot het sein veilig is, en start op tijdstip a2 de vertrekprocedure I. Deze heeft hij op tijdstip a5 afgerond. De machinist krijgt in zijn 30 cabine de informatie F te zien dat de vertrekprocedure afgerond is. Vervolgens rondt de machinist af, en laat hij de trein vertrekken V.

In een andere uitvoeringsvorm, welke getoond is in Fig. 2b, wordt informatie over de vertrekprocedure slechts gedurende een bepaalde tijd weergegeven W. Nadat 10 het sein veilig is, wordt dit op tijdstip b3 geregistreerd. Vanaf tijdstip b4 wordt de informatie weergegeven W. De tijdsperiode waarin de informatie weergegeven W wordt, kan bijvoorbeeld enkele seconden zijn, of enkele tientallen seconden, of in de orde van minuten liggen. Na deze vooraf bepaalde tijd, wordt de informatie niet meer 5 weergegeven. Om de informatie opnieuw weer te geven, zal opnieuw registratie R van het veilige sein moeten plaatsvinden. Het is mogelijk dat op het moment dat de tijdsperiode verlopen is en de informatie niet meer weergegeven wordt, dit teruggekoppeld wordt aan de machinist. De machinist wordt zo gewaarschuwd dat het sein opnieuw beoordeeld en geregistreerd moet worden. Doordat de machinist opnieuw 10 het sein moet registreren, kan deze niet per ongeluk door een sein dat “stop” toont rijden.

Fig. 2c toont een ander mogelijk tijdschema. In dit schema, echter, start de conducteur de vertrekprocedure I al terwijl het sein S nog op “stop” staat. In feite start de conducteur de vertrekprocedure dus te vroeg. Daarbij is de vertrekprocedure al 15 afgerond op tijdstip cl, terwijl op dat moment het sein nog op “stop” staat. De informatie F dat de vertrekprocedure is afgerond, is al wel beschikbaar, maar deze informatie F wordt nog niet aan de machinist getoond. De machinist wacht totdat het sein veilig toont. De waarneming wordt vervolgens geregistreerd R, en pas daarna wordt de informatie F over de vertrekprocedure weergegeven W. De machinist kan 20 vervolgens de trein laten vertrekken V.

Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot hetgeen hier beschreven, en dat meerdere equivalente uitvoeringsvormen van de uitvinding mogelijk zijn.

1036223

Claims (19)

1. Werkwijze voor het laten vertrekken van een stilstaande trein, waarbij de werkwijze de stappen omvat van:

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de stap van het informeren over de 15 voortgang van de vertrekprocedure pas plaats vindt na de stap van het registreren van het toestemmingssignaal.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij tussen de stap van het registreren van het toestemmingssignaal en de stap van het informeren over de vertrekprocedure een 20 wachttijd aanwezig is.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stap van het onmogelijk maken van het laten vertrekken van de trein tenminste tot aan het afronden van de vertrekprocedure uitgevoerd wordt. 25

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stap van het registreren van het toestemmingssignaal gedurende een bepaalde registratietijd geschiedt.

5. Het volgen van een vertrekprocedure voor het op veilige wijze laten vertrekken van de trein vanuit stilstand; • Het informeren van een bestuurder van de trein over de voortgang van de vertrekprocedure; • Het laten vertrekken van de trein;

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze de aanvullende stap omvat van het informeren van de bestuurder over de stap van het registreren. 1036223

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het informeren over de stap van het registreren omvat het uitstellen van het informeren over de voortgang van de vertrekprocedure totdat de stap van het registreren voltooid is.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze de aanvullende stap omvat van het in een geheugen opslaan van een uit de stap van het elektronisch registreren volgend signaal.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij het geheugen na een geheugentijd weer 10 geleegd wordt.

10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stap van het registreren omvat het activeren van een schakelaar.

10. Het blokkeren van het vertrek van de trein, en het vrijgeven van het vertrek van de trein na het elektronisch registreren van een door de bestuurder waargenomen toestemmingssignaal dat aangeeft dat een spoor vrij is.

11. Veiligheidssysteem voor het op veilige wijze laten vertrekken van een trein vanuit stilstand, waarbij het veiligheidssysteem een registrator omvat voor het daarmee op elektronische wijze registreren van een door de bestuurder waargenomen toestemmingssignaal dat aangeeft dat een spoor vrij is, en een met de registrator verbonden informatiepaneel voor het informeren van de bestuurder over de voortgang 20 van een voor het laten vertrekken van de trein te volgen vertrekprocedure, waarbij het informatiepaneel is ingericht om aan te geven dat een toestemmingssignaal door de registrator geregistreerd is.

12. Veiligheidssysteem volgens conclusie 11, waarbij het informatiepaneel is 25 ingericht om informatie over de vertrekprocedure pas weer te geven, nadat een toestemmingssignaal door de registrator geregistreerd is.

13. Veiligheidssysteem volgens conclusie 11 of 12, waarbij het veiligheidssysteem een met de registrator verbonden blokkeerinrichting omvat, waarbij in een bekrachtigde 30 toestand van de blokkeerinrichting deze een vertrek van de trein blokkeert, en waarbij in een onbekrachtigde toestand van de blokkeerinrichting deze het vertrek van de trein vrijgeeft, waarbij de blokkeerinrichting pas naar een onbekrachtigde toestand brengbaar is wanneer het toestemmingssignaal door de registrator geregistreerd is.

14. Veiligheidssysteem volgens een der conclusies 11-13, waarbij het veiligheidssysteem een met de registrator verbonden geheugen omvat voor het daarin opslaan van een door de registrator afgegeven signaal dat aangeeft dat het 5 toestemmingssignaal door de registrator geregistreerd is.

15. Veiligheidssysteem volgens conclusie 14, waarbij het geheugen is ingericht om het daarin opgeslagen signaal gedurende een informatietijd opgeslagen te houden, om vervolgens het geheugen te wissen. 10

16. Veiligheidssysteem volgens conclusie 14 of 15, waarbij het geheugen is ingericht om na het opslaan van het signaal, tenminste een deel van het informatiepaneel te activeren.

17. Veiligheidssysteem volgens een der conclusies 11-16, waarbij het veiligheidssysteem een met de registrator verbonden vertragingsschakeling omvat voor het daarmee vertraagd doorgeven van een door de registrator geregistreerd signaal aan het veiligheidssysteem.

18. Registrator voor een veiligheidssysteem volgens een der conclusies 11-17, en gedefinieerd zoals in een der conclusies 11-17.

19. Werkwijze voor het aanpassen van een veiligheidssysteem voor een trein, waarbij het veiligheidssysteem een blokkeerinrichting omvat voor het daarmee voorkomen van 25 een vertrek van de trein, en een daarmee middels een besturingsschakeling verbonden informatiepaneel omvat voor het daarmee informeren van een bestuurder van de trein, waarbij de werkwijze de stap omvat van het in de besturingsschakeling opnemen van een registrator volgens conclusie 18. 1036223