NL1036107C - Inrichting voor het reinigen van platen. - Google Patents

Inrichting voor het reinigen van platen. Download PDF

Info

Publication number
NL1036107C
NL1036107C NL1036107A NL1036107A NL1036107C NL 1036107 C NL1036107 C NL 1036107C NL 1036107 A NL1036107 A NL 1036107A NL 1036107 A NL1036107 A NL 1036107A NL 1036107 C NL1036107 C NL 1036107C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
section
plate
cleaning plates
plates according
cleaning
Prior art date
Application number
NL1036107A
Other languages
English (en)
Inventor
Fred Korrel
Original Assignee
Fred Korrel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fred Korrel filed Critical Fred Korrel
Priority to NL1036107A priority Critical patent/NL1036107C/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1036107C publication Critical patent/NL1036107C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B1/00Cleaning by methods involving the use of tools
    • B08B1/20Cleaning of moving articles, e.g. of moving webs or of objects on a conveyor

Landscapes

  • Cleaning In General (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET REINIGEN VAN PLATEN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reinigen van platen, omvattende: een eerste sectie voor het opstellen van platen en het invoeren 5 daarvan in een op het eind van de eerste sectie aansluitende tweede sectie, waarbij de tweede sectie middelen voor het reinigen van ten minste één oppervlak van een ingevoerde plaat omvat, en een op het eind van de tweede sectie aansluitende derde sectie voor het ontvangen van de gereinigde plaat.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de praktijk.
10 De bekende inrichting omvat in een eerste sectie een eerste transportband waarop een metalen plaat kan worden gehouden. Aan het eind van deze eerste transportband is er aansluitend een tweede sectie van de inrichting waarin zich twee horizontaal roteerbare borstels bevinden. De assen van de borstels zijn tevens verplaatsbaar. De borstels zijn cilindrisch van vorm en zijn voorzien van radiaal 15 uitstekende haren. De rotatieassen van de borstels zijn evenwijdig ten opzichte van elkaar gepositioneerd, zodanig dat tussen de borstels een doorgang wordt gevormd die zich over de lengte van de borstels uitstrekt. De twee borstels liggen met hun lengterichting dwars ten opzichte van de richting waarin de metalen plaat door de inrichting wordt gevoerd. Aansluitend op de tweede sectie met de borstels bevindt 20 zich een derde sectie met daarin een tweede transportband voor het uitvoeren van de gereinigde plaat..
De werking van de bekende inrichting is als volgt. Een metalen plaat wordt vlak op de eerste transportband gelegd. Met behulp van deze transportband wordt de metalen plaat in de tweede sectie gebracht en daarin door de doorgang tussen de twee 25 borstels gevoerd. De twee borstels worden naar elkaar toe bewogen zodat deze over hun lengte en over de breedte van de metalen plaat in aanraking komen met de bovenen onderoppervlakken van de metalen plaat. Tijdens bedrijf draaien de borstels in onderling tegengestelde richtingen. De borstelharen schrapen aan hun uiteinden met enige druk tegen de boven- en onderoppervlakken van de metalen plaat met het doel 30 de plaat te reinigen. Tijdens bedrijf wordt de metalen plaat geheel tussen de borstels gevoerd. Terwijl het achterste deel van de plaat door de borstels wordt behandeld komt het voorste en reeds geborstelde deel van de plaat te rusten op het begin van de tweede transportband in de derde sectie. Met de werking van de tweede transportband wordt het achterste deel van de metalen plaat tussen de borstels door getrokken zodat 35 de metalen plaat in zijn geheel naar de derde sectie kan worden gevoerd. De 1036107 2 gereinigde plaat die zich in zijn geheel in de derde sectie komt te bevinden kan dan daarvan worden afgehaald.
Een nadeel van de bekende inrichting heeft betrekking op de doorvoer van een metalen plaat van de eerste sectie naar de tweede sectie. Als de vlakliggende metalen 5 plaat niet voldoende nauwgezet en uitgelijnd ten opzichte van de ingang van de tweede sectie op de eerste transportband ligt, dan wordt doorvoer daarvan bij de overgang tussen de eerste en tweede secties belemmerd. De metalen plaat kan dan niet, of alleen met grote moeite, worden doorgevoerd. Een metalen plaat van een paar meter lengte en 5-10 m2 oppervlak heeft een massa van 1500-2000 kilogram en het kost 10 dan ook veel vermogen om de zwaarwegende plaat de tweede sectie in te krijgen.
Een ander nadeel van de bekende inrichting heeft betrekking op de doorvoer van de metalen plaat van de tweede sectie naar de derde sectie. Wanneer het voorste deel uit de tweede sectie komt, dan buigt dit deel van de plaat omlaag terwijl het achterste deel van de plaat zich nog tussen de borstels bevindt. Hierdoor kost het veel 15 vermogen om de plaat goed op de tweede transportband te laten terechtkomen.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een inrichting van het genoemde soort bij gebruik waarvan het voeren van een plaat door de inrichting heen, in het bijzonder in en uit de tweede sectie, de optredende mechanische 20 weerstand zo snel mogelijk wordt overwonnen.
Het is een ander doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een inrichting van het genoemde soort bij gebruik waarvan doorvoer en reiniging van een plaat zoveel mogelijk zonder onderbreking kan plaatsvinden.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een 25 inrichting van het genoemde soort bij gebruik waarvan het proces van doorvoer en reiniging zo veel mogelijk wordt geautomatiseerd.
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een inrichting van het genoemde soort bij gebruik waarvan verontreinigingen afkomstig van gereinigde platen efficiënt worden afgevoerd.
30 Het is nog verder een doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een inrichting van het genoemde soort waarvan het gebruik zo min mogelijk arbeidsintensief is.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding worden een of meer van de 35 gestelde doelen bereikt door een inrichting voor het reinigen van platen, omvattende: 3 een eerste sectie voor het opstellen van platen en het invoeren daarvan in een op het eind van de eerste sectie aansluitende tweede sectie, waarbij de tweede sectie middelen voor het reinigen van ten minste één oppervlak van een ingevoerde plaat omvat, en een op het eind van de tweede sectie aansluitende derde sectie voor het ontvangen van 5 de gereinigde plaat, waarbij de eerste sectie is voorzien van middelen bij gebruik waarvan de op de eerste sectie rustende plaat de tweede sectie kan worden ingeduwd.
Een voordeel van deze duwmiddelen is dat bij gebruik daarvan de plaat met sturing en kracht in de tweede sectie wordt ingevoerd waardoor het invoeren sneller plaatsvindt in vergelijking met de bekende inrichting.
10 Bij voorkeur zijn de duwmiddelen zodanig opgesteld dat bij gebruik daarvan tegen de achterzijde van de plaat ten opzichte van de tweede sectie in de richting van de tweede sectie kan worden geduwd. Een voordeel hiervan is dat kleine stuurbewegingen volstaan om de plaat zo nodig goed te richten ten opzichte van de ingang van de tweede sectie.
15 Bij verdere voorkeur omvatten de duwmiddelen een wigvormig deel bij gebruik waarvan de wig aan de achterzijde van de plaat tegen de opstaande rand daarvan kan duwen. Een voordeel hiervan is dat bij gebruik een goede aangrijping van de duwmiddelen op de achterzijde van de plaat wordt verzekerd.
Bij nog verdere voorkeur omvatten de duwmiddelen ook een vlak deel dat bij 20 gebruik van boven op de achterzijde van de plaat drukt terwijl het wigvormige deel tegen de achterzijde van de plaat aandrukt. Een voordeel hiervan is dat bij gebruik een nog betere aangrijping van de duwmiddelen op de achterzijde van de plaat wordt verzekerd.
Bij nog verdere voorkeur worden de duwmiddelen bestuurd door een meet- en 25 regeleenheid. De meet- en regeleenheid omvat een of meer sensoren voor het bepalen van de positie van de plaat ten opzichte van de opstelplaats van de eerste sectie, bijvoorbeeld door middel van lasermeting, en een microprocessor voor het verwerken van de gemeten signalen en het geven van sturingssignalen aan de duwmiddelen. Een voordeel hiervan is dat het proces van uitlijnen van een plaat ten opzichte van de 30 opstelplaats van de eerste sectie en het bepalen van het moment en de wijze waarop de duwmiddelen op de plaat aangrijpen om deze voort te duwen efficiënt kunnen verlopen.
Bij nog verdere voorkeur omvat de eerste sectie middelen voor het verstellen van de hoogte daarvan. Een voordeel hiervan is dat wanneer bij gebruik van de 35 inrichting een stapel te reinigen platen op de opstelplaats van de eerste sectie wordt 4 gelegd, de platen achterelkaar in de tweede sectie kunnen worden gevoerd. Een ander voordeel hiervan is dat door op het juiste moment de opstelplaats iets omhoog te bewegen de duwmiddelen makkelijk tegen de achterzijde van de plaat kunnen worden aangelegd en de plaat worden voortgeduwd.
5 Bij nog verdere voorkeur omvatten de duwmiddelen aan hun onderzijde een schraaporgaan. Het voordeel hiervan is dat bij gebruik ervan wanneer de duwmiddelen, na het induwen van een plaat, naar hun ruststand worden gebracht, het schraaporgaan aan de onderzijde van de duwmiddelen tegen het bovenoppervlak van een volgende plaat kan schrapen. Een ander voordeel is dat er bij het schrapen een 10 schoon spoor wordt aangebracht op het bovenoppervlak van de volgende plaat waardoor herkenning van de positie van deze plaat door een sensor, bijvoorbeeld een optische cel, en regeling van de hoogte van de eerste sectie worden vergemakkelijkt.
Bij voorkeur wordt het schraaporgaan aan zijn contactvlak voorzien van een of meer bekledingsstukken, bijvoorbeeld van rubber. Een voordeel hiervan is dat deze 15 stukken na slijtage makkelijk kunnen worden vervangen. Een ander voordeel is dat bij verwerking van platen met verschillende soorten oppervlakken de bekledingsstukken van een passend profiel kunnen worden voorzien zodat er steeds voldoende tractie is tussen de duwmiddelen en de plaat.
Bij voorkeur worden de duwmiddelen in een meervoudige uitvoering 20 belichaamd. Een voordeel hiervan is dat op verschillende plaatsen op de plaat langs zijn achterzijde kan worden aangegrepen waardoor de positie van de plaat als geheel ten opzichte van de eerste sectie zo min mogelijk wordt verstoord, hetgeen het naar voren duwen van de plaat vergemakkelijkt. Bovendien kan de plaat bij gebruik van meerdere wigvormige delen makkelijk worden gelicht en in de richting van de tweede 25 sectie worden geduwd.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding omvat de tweede sectie een onder de reinigingsmiddelen opgestelde houder voor het opvangen van de van de plaat afkomstige verontreinigingen. Het voordeel van deze maatregel is dat verontreinigingen kunnen worden opgevangen en verwijderd. Bij voorkeur is de 30 houder wegneembaar. Het voordeel hiervan is dat verontreinigingen makkelijker kunnen worden verwijderd, bijvoorbeeld ten behoeve van een gerichte verdere verwerking, dan wanneer er een vaste houder zich onder de reinigingsmiddelen zou bevinden.
Bij nog verder voorkeur is de tweede sectie voorzien van transportmiddelen, 35 bijvoorbeeld een eindloze band, om van de te reinigen plaat gevallen 5 verontreinigingen te voeren naar een kant van de tweede sectie waar deze vervolgens kunnen worden opgevangen. Het voordeel hiervan is dat een houder slechts voor een deel onder de reinigingsmiddelen hoeft te worden geplaatst, hetgeen het plaatsen en wegnemen van de houder vergemakkelijkt.
5 Bij verdere voorkeur omvatten de transportmiddelen voor het voeren van verontreinigingen naar een kant van de tweede sectie een of meer trilmotoren. Het voordeel hiervan is dat ook verontreinigingen, die aan de transportmiddelen kleven en zich daarop ophopen, kunnen worden verwijderd.
Volgens een derde aspect van de uitvinding omvat ook de tweede sectie 10 transportmiddelen, zoals bijvoorbeeld wielen, voor het verplaatsen van de platen door deze sectie. Het voordeel hiervan is dat ook lange platen met een gelijkmatige Snelheid kunnen worden doorgevoerd, hetgeen de processnelheid bevordert.
Bij voorkeur omvat de tweede sectie middelen voor het geleiden van de platen. Het voordeel hiervan is dat platen over een in hoofdzaak rechtlijig traject door de 15 tweede sectie kunnen worden doorgevoerd, wat de processnelheid ten goede komt.
Bij voorkeur zijn een of meer van de geleidingsmiddelen voorzien van bekledingsstukken, zoals van rubber. Het voordeel is dat bij slijtage onderhoud tot een minimum kan worden gehouden.
Bij verdere voorkeur omvatten de transportmiddelen van de tweede sectie ook 20 meet- en regelmiddelen zoals sensoren en een besturingseenheid. Het voordeel hiervan is dat tijdens de doorvoer van een plaat de mate van kromming van een oppervlak daarvan snel kan worden bepaald en de plaat op basis van deze bepaling eventueel op een of meer plaatsen aan zijn oppervlak kan worden gesteund. Een ander voordeel is dat ook platen met kromlijnige, althans niet-rechtlijnige oppervlakken makkelijk 25 kunnen worden verwerkt. Zo kunnen bijvoorbeeld ook lange platen die vanwege hun massa doorbuigen makkelijk door de tweede sectie worden doorgevoerd.
Bij verdere voorkeur omvatten de transportmiddelen van de tweede sectie een zelfsmeringssysteem voor de bewegende delen daarvan. Bij nog verdere voorkeur omvat de gehele inrichting een zelfsmeringssysteem voor de bewegende delen 30 daarvan. Het voordeel hiervan is dat een goede werking van de bewegende delen kan worden verzekerd. Zo kan in het bijzonder ervoor worden gezorgd dat tijdens bedrijf de met name in de tweede sectie rondspattende verontreinigingen zoals modder en dergelijke het reinigingsproces in de tweede sectie niet tot stilstand brengen.
Volgens een vierde aspect van de uitvinding is de inrichting ter plaatse van de 35 overgang tussen de tweede sectie en de derde sectie voorzien van een 6 geleidingsorgaan waarmee tijdens bedrijf bij uitvoer van de plaat uit de tweede sectie de plaat aan de achterzijde daarvan in de transportrichting wordt geduwd. Het voordeel van deze maatregel is dat bij gebruik daarvan de plaat ook nadat deze geheel door de transportmiddelen aan het eind van de tweede sectie is doorgevoerd, juist dan 5 wordt vooruit geduwd zodat deze soepel en snel, en niet alleen afhankelijk van zijn massatraagheid, wordt geleid over het hoogteverschil tussen het eind van de tweede sectie en daar waar de plaat op de derde sectie terechtkomt.
Bij voorkeur omvat het geleidingsorgaan een zwaanhalsvormig gedeelte. Het voordeel van deze maatregel is dat bij gebruik daarvan het geleidingsorgaan steeds 10 tegen de achterzijde van de plaat aanduwt vanaf het moment dat deze geheel door de transportmiddelen aan het eind van de tweede sectie is doorgevoerd. De vorm van een zwaanhals is voordelig gebleken om over een voldoende lang traject tegen de achterzijde van de gereinigde plaat aan te kunnen duwen.
Bij verdere voorkeur zijn de geleidingsorganen ter plaatse van de overgang 15 tussen de tweede sectie en de derde sectie in meervoud uitgevoerd. Het voordeel is dat de plaat over een substantieel deel van zijn breedte tegen zijn achterzijde aan in de transportrichting kan worden geduwd waardoor de positie van de plaat ten opzichte van de derde sectie zo min mogelijk wordt verstoord, hetgeen het verder doorvoeren van de plaat vergemakkelijkt.
20 Bij meer voorkeur is de hoogte van de derde sectie verstelbaar. Het voordeel van deze maatregel is dat door op het juiste moment de derde sectie iets omlaag te bewegen de plaat bij uitvoer uit de tweede sectie zeer geleidelijk terechtkomt op, indien aanwezig, de bovenste plaat die op de derde sectie ligt, en anders op de derde secte zelf.
25
De genoemde en andere aspecten van de uitvinding zullen aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van de plaatreinigingsinrichting volgens de uitvinding worden verduidelijkt onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
In de tekening toont: 30 Figuur 1 een schematisch weergave van de configuratie van een uitvoeringsvorm van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding;
Figuur 2 twee aanzichten van doorsneden van de gehele inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding;
Figuur 3 twee aanzichten van doorsneden van de eerste sectie van de inrichting 35 voor het reinigen van platen volgens de uitvinding; « 7
Figuur 4 een zijaanzicht van de duwmiddelen van de eerste sectie van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding;
Figuur 5 twee aanzichten van doorsneden van het wigvormige deel van de eerste sectie van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding; 5 Figuur 6 twee aanzichten van doorsneden van de tweede sectie van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding;
Figuur 7 een zijaanzicht van het geleidingsorgaan ter plaatse van de overgang tussen de tweede sectie en de derde sectie van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding; en 10 Figuur 8 twee aanzichten van doorsneden van de derde sectie van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de plaatreinigingsinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding welke drie aangesloten secties I, II en III omvat. De 15 eerste sectie I omvat een oplegtafel 2 waarvan de hoogte verstelbaar is. Aan de voorste zijde van de oplegtafel is voorzien in een kolom 3. De kolom 3 is verplaatsbaar in de lengterichting van de oplegtafel 2. De kolom 3 is voorzien van duwmiddelen 4 in de vorm van een ten opzichte van de kolom 3 zwenkbare en optioneel roteerbare arm 5.
Er kunnen meer armen 5 zijn. De hoogte van de arm 5 is verstelbaar. Bovenop de 20 oplegtafel 2 ligt, schematisch afgebeeld, een stapel te reinigen rijplaten. De rijplaten hebben een lengte in de ordegrootte van 6 meter en een breedte in de orde-grootte van 3 meter.
De tweede sectie II omvat een huis 6 waarin reiniging van de platen plaatsvindt. Bovenop het huis 6 is er een houder 7 waarin de besturingsmiddelen van 25 de gehele inrichting zijn ondergebracht. Het uitvoereind van de tweede sectie loopt door in een derde sectie III welke een tafel 8 omvat waarop de uit de tweede sectie uitgevoerde gereinigde platen worden gestapeld. De overgang tussen de tweede sectie en de derde sectie wordt aangeduid met IV.
Figuur 2 toont zowel een bovenaanzicht als een zijaanzicht van de gehele 30 inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding. De overgang tussen de eerste sectie I en de tweede sectie II en de overgang tussen de tweede sectie II en de derde sectie III zijn duidelijk te zien. In de tweede sectie II bevinden zich achtereenvolgens aandrijfrollen of -wielen 9, een kolom 10 voorzien van stroken met schraaprubbers 11, die zijn verbonden met armen 12, gevolgd door reinigingsborstels 35 13. De bodem 14 van de tweede sectie II loopt af van het invoereind en het uitvoereind 8 naar het midden toe waar hij open is. In de opening 15 van de bodem is een houder 16 opgesteld voor het opvangen van van de platen afkomstige verontreinigingen. De hellende gedeelten van de bodem zijn voorzien van trilmotoren 17.
Achterin de tweede sectie bevinden zich aandrijfrollen 18 en direct daaronder 5 en daarachter bevindt zich een geleidingsorgaan 19 welk in dit uitvoeringsvoorbeeld de vorm van een zwaanhals heeft. Het geleidingsorgaan 19 is zwenkbaar om een horizontale as en het kan tot in de derde sectie III reiken. De derde sectie III omvat een tafel 8 waarop achtereenvolgens uit de tweede sectie II uitgevoerde platen worden gestapeld. Ten behoeve van stapeling is de hoogte van deze tafel 8 verstelbaar.
10 Figuur 3 toont zowel een bovenaanzicht als een zijaanzicht van de eerste sectie van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding. De kolom 3 is aan zijn basis 20 aan de uiteinden 21,22 daarvan voorzien van zich parallel aan de lengterichting van de oplegtafel 2 twee uitstrekkende armen 23,24. Er zijn verder aan weerszijden van de oplegtafel 2 kolommen 25 aangebracht. De kolom 3 inclusief zijn 15 basis 20 en armen 23,24 en de kolommen 25 bakenen een gebied af waarin te reinigen platen netjes uitgelijnd en op een stapel kunnen worden gelegd, hetgeen de snelheid van verwerking van de platen ten goede komt.
Figuur 4 toont een zijaanzicht van de duwmiddelen van de eerste sectie van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding. De kolom 3 is langs de 20 oplegtafel 2 verplaatsbaar door middel van rollen 26. De zwenkarm 5 is langs de kolom 3 verplaatsbaar door middel van een ketting of riem 27. De duwmiddelen 4 omvatten aan het eind van de zwenkarm 5 een om een horizontale as 28 zwenkbaar orgaan 29. Het orgaan omvat een vlak deel 30 dat van boven op de achterzijde van een plaat kan worden gedrukt en een wigvormig deel 31 dat van achteren, in het vlak van de 25 tekening van links, tegen de achterzijde van de plaat kan worden aangelegd.
Figuur 5 toont zowel een bovenaanzicht als een zijaanzicht van het orgaan 29 dat aan het eind van de zwenkbare arm 5 is aangebracht. Het orgaan 29 is aan de arm 5 bevestigd door middel van schroeven 32 en is daardoor makkelijk te vervangen.
Figuur 6 toont zowel een bovenaanzicht als een zijaanzicht van de tweede sectie 30 van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding. Aan het invoereind van de tweede sectie II bevinden zich aandrijfrollen 9 waarvan de onderste rollen 9a op een vaste hoogte zijn en de bovenste rollen 9b in de hoogte verstelbaar zijn. Er is verder een kolom 10 voorzien van schraaporganen 11 die zijn verbonden met armen 12. De schraaporganen 11 zijn in de vorm van een aantal stroken met 35 rubberblokken die tegen het onderoppervlak en het bovenoppervlak, respectievelijk, 9 van de plaat worden gezet. De plaat wordt als het ware tussen de stroken vastgeklemd waarna de wielen 9a en 9b de plaat verder door de tweede sectie kunnen trekken. Op deze wijze kunnen ook kromme platen goed worden vastgeklemd en verder verwerkt. De schraaporganen zijn in dit voorbeeld van rubber en gevuld met ijzer, bijvoorbeeld 5 gedraaid staaldraad. In de tweede sectie zijn tevens aan weerszijden van het doorvoertraject enkele geleidingspalen (niet getoond) geplaatst om een eventueel van het beoogde traject afwijkende plaat weer recht te zetten. De tweede sectie II is ook voorzien van reinigingsborstels 13. De schraaporganen 11 en borstels 13 zijn uiteraard verstelbaar. De bodem van de tweede sectie II loopt af van het invoereind en het 10 uitvoereind naar het midden toe waar hij open is. In de opening 15 van de bodem is een houder 16 opgesteld voor het opvangen van van de platen afkomstige verontreinigingen. In de aflopende delen van de bodem 14 zijn trilmotoren 17 aangebracht waarmee aan de bodem klevende verontreinigingen kunnen worden losgemaakt.
15 Aan het uitvoereind van de tweede sectie II bevinden zich aandrijfrollen 18, waarvan de onderste rollen 18a op een vaste hoogte zijn en de bovenste rollen 18b in de hoogte verstelbaar zijn, met direct daarachter een geleidingsorgaan 19.
Figuur 7 toont een zijaanzicht van het geleidingsorgaan 19 ter plaatse van de overgang IV tussen de tweede sectie en de derde sectie van de inrichting voor het 20 reinigen van platen volgens de uitvinding, welk in dit uïtvoeringsvoorbeeld de vorm van een zwaanhals heeft. Het geleidingsorgaan 19 is zwenkbaar om een horizontale as 33 en het kan tot in de derde sectie III reiken.
Figuur 8 toont zowel een bovenaanzicht als een zijaanzicht van de derde sectie van de inrichting voor het reinigen van platen volgens de uitvinding. Uit de tweede 25 sectie gevoerde gereinigde platen worden op de tafel 8 gestapeld. Het stapelen hoeft niet met precisie te gebeuren waardoor hulpmiddelen voor het netjes stapelen zoals bij de eerste sectie I hier in de derde sectie III niet nodig zijn.
De inrichting voor het reinigen van rijplaten wordt als volgt gebruikt. Op de 30 oplegtafel wordt bijvoorbeeld een stapel van circa 20 ton aan platen gelegd. De inrichting wordt dan in bedrijf gesteld. De kolom 3 wordt in de richting van de achterzijde van de stapel platen verplaatst en de zwenkarm 5 wordt omlaag gezwenkt totdat het vlakke deel 30 van het orgaan 29 boven op de bovenste plaat en het wigvormige deel 31 van het orgaan 29 aan de achterzijde van de bovenste plaat tegen 35 de opstaande rand daarvan komen aan te liggen. De hoogte van de oplegtafel 2 kan 10 hierbij worden versteld, meer in het bijzonder aan zijn voorste eind verhoogd, om aangrijping van het orgaan 29 op de bovenste plaat, met name om het wigvormige deel 31 tegen de opstaande rand aan de achterzijde van de bovenste plaat, te vergemakkelijken. Met het orgaan 29 in deze stand wordt de kolom 3 verder in de 5 richting van de tweede sectie II verplaatst totdat de voorzijde van de plaat tussen de aandrijfrollen of -wielen 9a en 9b terechtkomt. Terwijl de bovenste plaat de tweede sectie ingaat wordt de kolom 3 naar achteren verplaatst waarbij de zwenkarm 5 iets omlaag wordt gebracht en/of de oplegtafel 2 iets omhoog wordt bewogen zodat de onderzijde van het orgaan 29 tegen de bovenzijde van de volgende, eerst 10 onderliggende en nu bovenste, plaat schraapt. Hierbij wordt een relatief schoon spoor getrokken over de bovenzijde van de plaat zodat met behulp van een sensor de hoogte van de plaat goed en snel kan worden versteld zodat deze goed komt te liggen ten opzichte van het invoereind van de tweede sectie.
In dit deel van de sectie wordt de positie van de plaat gemeten en zo nodig 15 bijgesteld door de besturingseenheid waarmee het gehele reinigingsproces van de inrichting wordt geregeld. De aandrijfrollen 9a en 9b trekken de plaat in de tweede sectie en zorgen voor de verdere verplaatsing van de plaat door de tweede sectie II. Meer in het bijzonder wordt de plaat eerst voor een deel in de tweede sectie getrokken, tot aan een bepaald punt en dan even op de plaats gehouden. Als de plaat niet goed 20 genoeg gericht is ten opzichte van de tweede sectie, dan komt het eventueel in aanraking met een in de buurt van de wielen 9a en 9b opgestelde geleidingspaal waarna de plaat alsnog goed gericht komt te staan. Er worden van onder en van boven ten opzichte van de plaat een aantal stroken met schraaporganen tegen het onderoppervlak en het bovenoppervlak, respectievelijk, van de plaat gezet. De plaat 25 wordt als het ware tussen de stroken vastgeklemd waarna de wielen 9a en 9b de plaat verder door de tweede sectie trekken. Op deze wijze kunnen ook kromme platen goed worden vastgeklemd en verder verwerkt. De schraaporganen zijn bijvoorbeeld van rubber en gevuld met ijzer, bijvoorbeeld gedraaid staaldraad, en worden over het oppervlak van de plaat bewogen. Afhankelijk van de staat van de oppervlakken van de 30 te reinigen plaat kan er van onder en van boven daarop worden gesproeid met water of een ander geschikte reinigingsvloeistof om het schrapen te vergemakkelijken. De door de tweede sectie voortgaande plaat wordt vervolgens aan zijn bovenzijde en onderzijde geschrapt door de schraaporganen 11. De aanwezige borstels 13 zorgen voor een verdere reiniging van de plaat. In de borstels kunnen sproeiers zijn 35 opgenomen. Het van de plaat afkomstige schraapsel valt op de hellende gedeelten van 11 de bodem 14 en valt naar het open midden 15 van de bodem. De hellende gedeelten kunnen worden voorzien van een transportband en van bijvoorbeeld trilmotoren 29, 20 om ervoor te zorgen dat er zich geen vuil ophoopt. De onder het midden 15 van de bodem 14 geplaatste houder kan naar behoefte worden geleegd of vervangen. Voor het 5 ledigen van de houder kan ook een transportband worden gebruikt om het daarin opgehoopte vuil in een buiten de tweede sectie gelegen container te verzamelen.
Vervolgens voert de voorzijde van de plaat door de wielen aan de achterzijde van de tweede sectie. Daarbij kan een aanwezige tweede geleidingspaal zorgen voor een eventuele correctie van de richting van de plaat tijdens het uitvoeren daarvan. De 10 aandrijfrollen 18 zorgen ervoor dat de plaat volledig uit de tweede sectie wordt gevoerd. Nadat het achterste deel van de plaat door de wielen is gevoerd komt van tussen de wielen door een aantal zwaanhalsvormige organen omhoog om tegen de achterzijde van de op dit moment niet door wielen voortgedreven plaat te duwen. Naarmate de plaat verder wordt uitgevoerd, zwenkt het orgaan 29 daarbij om de 15 horizontale as 33 zodat de de plaat op de bovenzijde van de tafel 8 komt te liggen. De hoogte van de tafel 8 wordt met telkens de afstand van een plaatdikte verlaagd om achtereenvolgend uit de tweede sectie uitgevoerde gereinigde platen te stapelen waarna deze platen van de tafel 8 kunnen worden afgehaald. De tafel 8 wordt daarbij verlaagd aan zijn eind dat op de tweede sectie aansluit. Nadat een 20 voorgeprogrammeerd aantal platen is uitgevoerd, stopt het gehele reinigingsproces en komt de tafel 8 horizontaal te staan, waarna de stapel platen daarvan kan worden af gehaald.
Het zal duidelijk zijn, dat slechts één van een aantal mogelijke uitvoeringsvormen in de tekening is weergegeven en in het bovenstaande beschreven 25 en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.
1036107

Claims (22)

1. Inrichting voor het reinigen van platen, omvattende: een eerste sectie voor het 5 opstellen van platen en het invoeren daarvan in een op het eind van de eerste sectie aansluitende tweede sectie, waarbij de tweede sectie middelen voor het reinigen van ten minste één oppervlak van een ingevoerde plaat omvat, en een op het eind van de tweede sectie aansluitende derde sectie voor het ontvangen van de gereinigde plaat, met het kenmerk, dat de eerste sectie is voorzien van middelen 10 bij gebruik waarvan de op de eerste sectie rustende plaat de tweede sectie kan worden ingeduwd.
2. Inrichting voor het reinigen van platen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de duwmiddelen zodanig zijn opgesteld dat bij gebruik daarvan tegen de 15 achterzijde van de plaat ten opzichte van de tweede sectie in de richting van de tweede sectie kan worden geduwd.
3. Inrichting voor het reinigen van platen volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de duwmiddelen een wigvormig deel omvatten bij gebruik waarvan de wig aan de 20 achterzijde van de plaat tegen de opstaande rand daarvan kan duwen.
4. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 2-3, met het kenmerk, dat de duwmiddelen een vlak deel omvatten dat bij gebruik van boven op de achterzijde van de plaat drukt terwijl het wigvormige deel tegen de 25 achterzijde van de plaat aandrukt.
5. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de duwmiddelen onder besturing staan van een meet- en regeleenheid, 30
6. Inrichting voor het reinigen van platen volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de meet- en regeleenheid een of meer sensoren voor het bepalen van de positie van de plaat ten opzichte van de opstelplaats van de eerste sectie, en een microprocessor voor het verwerken van de gemeten signalen en het geven van 35 sturingssignalen aan de duwmiddelen, omvat. 1036107
7. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de eerste sectie middelen voor het verstellen van de hoogte daarvan omvat.
8. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de duwmiddelen aan hun onderzijde een schraaporgaan omvatten.
9. Inrichting voor het reinigen van platen volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het schraaporgaan aan zijn contactvlak is voorzien van een of meer 10 bekledingsstukken, bijvoorbeeld van rubber,
10. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 1-9, mét het kenmerk, dat de duwmiddelen in een meervoudige uitvoering belichaamd zijn.
11. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de tweede sectie een onder de reinigingsmiddelen opgestelde houder voor het opvangen van de van de plaat afkomstige verontreinigingen omvat.
12. Inrichting voor het reinigen van platen volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de houder wegneembaar is.
13. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 11-12, met het kenmerk, dat de tweede sectie is voorzien van transportmiddelen om gevallen 25 verontreinigingen te voeren naar een kant van de tweede sectie.
14. Inrichting voor het reinigen van platen volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de transportmiddelen een of meer trilmotoren omvatten.
15. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 1-14, met het kenmerk, dat de tweede sectie transportmiddelen zoals wielen voor het verplaatsen van de platen door deze sectie omvat.
16. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 1-14, met het 35 kenmerk, dat de tweede sectie middelen voor het geleiden van platen omvat.
17. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 15-16, met het kenmerk, dat de transportmiddelen van de tweede sectie meet- en regelmiddelen zoals sensoren en een besturingseenheid omvat.
18. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 15-17, met het kenmerk, dat de transportmiddelen van de tweede sectie een zelfsmeringssysteem voor de bewegende delen daarvan omvat.
19. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 15-18, met het 10 kenmerk, dat de inrichting ter plaatse van de overgang tussen de tweede sectie en de derde sectie is voorzien van een geleidingsorgaan waarmee tijdens bedrijf bij uitvoer van de plaat uit de tweede sectie de plaat aan de achterzijde daarvan in de transportrichting wordt geduwd.
20. Inrichting voor het reinigen van platen volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het geleidingsorgaan een zwaanhalsvormig gedeelte omvat.
21. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 19-20, met het kenmerk, dat de geleidingsorganen ter plaatse van de overgang tussen de tweede 20 sectie en de derde sectie in meervoud zijn uitgevoerd.
22. Inrichting voor het reinigen van platen volgens een van conclusies 1-21, met het kenmerk, dat de hoogte van de derde sectie verstelbaar is. 25 -0-0-0- 1036107
NL1036107A 2008-10-23 2008-10-23 Inrichting voor het reinigen van platen. NL1036107C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036107A NL1036107C (nl) 2008-10-23 2008-10-23 Inrichting voor het reinigen van platen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036107A NL1036107C (nl) 2008-10-23 2008-10-23 Inrichting voor het reinigen van platen.
NL1036107 2008-10-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1036107C true NL1036107C (nl) 2010-04-26

Family

ID=40785582

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036107A NL1036107C (nl) 2008-10-23 2008-10-23 Inrichting voor het reinigen van platen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1036107C (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110721943A (zh) * 2019-12-19 2020-01-24 胜利油田新大管业科技发展有限责任公司 一种板材清洗设备

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4405276A (en) * 1980-07-14 1983-09-20 Dimter Gmbh Maschinenfabrik Apparatus for unstacking planks
DE29604804U1 (de) * 1996-03-15 1996-05-15 Ertl GmbH, 53489 Sinzig Vorrichtung zum Reinigen von Platten
FR2743014A1 (fr) * 1995-12-29 1997-07-04 Perrussel Jean Yves Dispositif de nettoyage de plaques perforees utilisees en culture horticole et maraichere
DE19723780A1 (de) * 1997-06-06 1998-12-10 Schleifenbaum & Steinmetz Gmbh Maschine zum Reinigen und gegebenenfalls Einölen von Metalltafeln oder- bändern
BE1013784A3 (nl) * 2000-10-20 2002-08-06 Gils Marc Van Installatie met cilindervormige draaiborstels voor het reinigen van pluimveeroosters.
DE202006017735U1 (de) * 2006-11-20 2007-03-01 Rst Roboter-System-Technik Gmbh Vorrichtung zum Reinigen von Tischen, Bänken o.dgl. Garnituren

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4405276A (en) * 1980-07-14 1983-09-20 Dimter Gmbh Maschinenfabrik Apparatus for unstacking planks
FR2743014A1 (fr) * 1995-12-29 1997-07-04 Perrussel Jean Yves Dispositif de nettoyage de plaques perforees utilisees en culture horticole et maraichere
DE29604804U1 (de) * 1996-03-15 1996-05-15 Ertl GmbH, 53489 Sinzig Vorrichtung zum Reinigen von Platten
DE19723780A1 (de) * 1997-06-06 1998-12-10 Schleifenbaum & Steinmetz Gmbh Maschine zum Reinigen und gegebenenfalls Einölen von Metalltafeln oder- bändern
BE1013784A3 (nl) * 2000-10-20 2002-08-06 Gils Marc Van Installatie met cilindervormige draaiborstels voor het reinigen van pluimveeroosters.
DE202006017735U1 (de) * 2006-11-20 2007-03-01 Rst Roboter-System-Technik Gmbh Vorrichtung zum Reinigen von Tischen, Bänken o.dgl. Garnituren

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110721943A (zh) * 2019-12-19 2020-01-24 胜利油田新大管业科技发展有限责任公司 一种板材清洗设备

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8985311B2 (en) Flight conveyor
US4853116A (en) Device for collecting and discharging solid matter
US8727101B2 (en) Device for cleaning fluid substances from a conveyor belt including paint, varnish and like products
JP6762354B2 (ja) 転向可能重量選別機
NL9300300A (nl) Inrichting voor het continu afscheiden van opdrijvende verontreinigingen.
NL1033605C1 (nl) Inrichting voor het voor hergebruik gereed maken van gebruikte straatstenen.
NL1036107C (nl) Inrichting voor het reinigen van platen.
US11633680B2 (en) Bar screen filter apparatus and method
US6896801B2 (en) Method and apparatus for magnetic separation of particulates from liquids
US3280635A (en) Automatic sampler with scooping-wheel
CN115015492B (zh) 一种型砂水分在线检测装置及型砂加湿系统
US4709804A (en) Self-cleaning trash rack
KR101615922B1 (ko) 체인 탈선방지 기능을 가지는 슬러지 수집장치
NL2006574C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen op pallets of andere steunmiddelen.
CN216880502U (zh) 一种磨床自检测分料踢废机构
SU663291A3 (ru) Устройство дл отделени бревен от щепы и разделени бревен дл дальнейшей обработки
CN210852457U (zh) 一种斗轮机行走装置
CN211615969U (zh) 一种透水砖铺料活动刮板
NL2010904C2 (nl) Vulbak voor vormstenen met een vormsteenuitneeminrichting.
NL1006658C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor monstername uit een productstroom, in het bijzonder een granulaatproductstroom.
CN209530194U (zh) 一种带有收料装置的压滤机
NL8301095A (nl) Reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal.
BE1020428A5 (nl) Inrichting en werkwijze geschikt voor het vervaardigen van waterdichte vloer en/of wandplaten.
NL2002263C2 (nl) Rollenset en werkwijze voor het sorteren van gewassen.
JP2002211738A (ja) コンベヤベルトの付着物除去装置

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20161101