NL1035699C2 - Werkwijze voor het versterken van een poreuze laag asfaltbeton als deklaag van een wegdek. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het versterken van een poreuze laag asfaltbeton als deklaag van een wegdek

De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze 5 voor het versterken van een poreuze laag asfaltbeton als deklaag van een wegdek, waarbij de poreuze laag asfalt door middel van een bindmiddel gebonden stenen omvat met poriën tussen die stenen.

De toepassing van een poreuze laag asfaltbeton als 10 deklaag van een wegdek is bekend. Nadeel van dergelijke deklagen is echter dat onder invloed van het over de deklaag rijdende verkeer stenen uit het oppervlak van het wegdek worden gereden, waardoor de deklaag beschadigd raakt en de losgeraakte stenen bijvoorbeeld steenslag bij auto's 15 veroorzaken. In het bijzonder treedt dit nadeel op bij zwaar belaste deklagen, zoals deklagen bij kruispunten en rotondes, waar bijvoorbeeld grote wringkrachten optreden als gevolg van vrachtwagens die van richting veranderen.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om het 20 nadeel van het losraken van stenen uit de bekende deklagen te verhelpen of althans te verminderen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt door het met een kunststof in hoofdzaak vullen van de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag 25 asfaltbeton vormen tot aan dat bovenoppervlak. Door het in hoofdzaak vullen van de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen tot aan dat bovenoppervlak, is het mogelijk dat de bewegingsvrijheid van de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton 30 vormen, wordt beperkt. Dit heeft als voordeel dat het bindmiddel dat enigszins flexibel is minder wordt belast, waardoor de verbindingen die het bindmiddel tussen de stenen vormt minder snel worden verbroken. Bovendien maakt deze 1035699 2 stap een betere verdeling van de optredende krachten mogelijk in het vlak van de deklaag.

In een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat het vullen van de poriën de 5 stappen van het in de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen voegen van de kunststof in vloeibare vorm, en het uitharden van de vloeibare kunststof. Deze stappen maken het mogelijk dat de kunststof zich bij het vullen van de poriën vormt naar de 10 vorm van de poriën en vervolgens in die vorm uithard. Dit heeft als voordeel dat de bewegingsruimte van de stenen die de poriën met daarin de kunststof omgeven minimaal kan zijn. Bovendien ontstaan bij bepaalde vormen van de poriën een vormgesloten verbinding van de kunststof na uitharding 15 daarvan, hetgeen als voordeel heeft dat de kans kleiner is dat de kunststofvulling uit de poriën wordt gereden.

In een verdere uitvoeringsvorm daarvan, omvat het in de poriën tussen de stenen voegen van de vloeibare kunststof de stappen van het uitstorten van de vloeibare 20 kunststof op het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton, en het verdelen van de vloeibare kunststof over het bovenoppervlak, zodat de vloeibare kunststof in hoofdzaak in de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak vormen vloeit. Deze stappen maken het mogelijk om op effectieve en 25 efficiënte wijze de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen te vullen tot aan dat bovenoppervlak. Een dunne film die mogelijk bij deze stappen op het oppervlak van de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen achterblijft, 30 wordt er zodra de deklaag door verkeer in gebruik wordt genomen direct door dat verkeer af gereden.

Een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm daarvan omvat de stap van het uitharden van de vloeibare 3 kunststof vóórdat al de poriën tussen de stenen van de laag asfaltbeton die niet het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen zijn gevuld met de vloeibare kunststof. Deze stap maakt het mogelijk dat een gedeelte van de poriën 5 tussen stenen die niet het bovenoppervlak vormen vrij zijn van kunststof. Dit heeft als voordeel dat de kosten van de versterking van de laag asfaltbeton minder kunnen zijn dan wanneer al de poriën in de laag asfaltbeton zouden worden gevuld met kunststof. Bovendien kan dit als voordeel hebben, 10 dat een verplaatsing van water door poriën tussen stenen die niet het bovenoppervlak vormen heen mogelijk blijft. Of dit voordeel optreedt, is onder andere afhankelijk van de grote van de poriën en van de mate waarin de poriën met elkaar in verbinding staan. Poreus betekent in het licht van de 15 onderhavige uitvinding dat er poriën aanwezig zijn. Deze poriën kunnen met elkaar in verbinding zijn, maar dat hoeft niet.

Een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm daarvan omvat de stap van het strooien van een fijn 20 granulaat over de laag asfaltbeton vóór het uitharden van de vloeibare kunststof. Deze stap maakt het mogelijk dat fijn granulaat wordt gebonden aan het oppervlak van de kunststof die de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen vult. Dit heeft als voordeel dat de 25 deklaag stroever kan zijn dan wanneer aan dat oppervlak van de kunststof geen fijn granulaat is gebonden.

In een verder uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is de kunststof een thermohardende kunststof. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de hardheid 30 van de kunststof die de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen tot aan dat bovenoppervlak in hoofdzaak vult bij toenemende temperatuur gelijk blijft. Dit heeft als voordeel dat de mate van 4 functioneren van de kunststof bij toenemende temperatuur niet afneemt.

In een verdere uitvoeringsvorm daarvan omvat de kunststof epoxy. Deze maatregel maakt bijvoorbeeld een 5 nauwkeurige afstemming van de viscositeit van de vloeibare kunststof en de uithardingstijd mogelijk. Dit heeft als voordeel dat de mate van vulling van de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak vormen, alsook de mate waarin een gedeelte van de poriën tussen stenen die niet het 10 bovenoppervlak vormen vrij zijn van kunststof, nauwkeurig te bepalen is.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vormen van een deklaag van een wegdek, omvattende de stap van het leggen van een poreuze laag asfaltbeton, 15 waarbij de poreuze laag asfalt door middel van een bindmiddel gebonden stenen omvat met poriën tussen die stenen, waarbij deze werkwijze tevens de stap omvat van het na het leggen van een poreuze laag asfaltbeton met een kunststof in hoofdzaak vullen van de poriën tussen de stenen 20 die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen tot aan dat bovenoppervlak. Deze werkwijze wordt gevormd door een combinatie van het leggen van een poreuze laag asfaltbeton als deklaag van een wegdek en de stappen van de werkwijze voor het versterken van een poreuze laag 25 asfaltbeton als deklaag van een wegdek volgens de uitvinding. Deze werkwijze maakt het verwezenlijken van een versterkte deklaag van een wegdek mogelijk bij bijvoorbeeld de aanleg van een nieuw wegdek. De uitvoeringsvormen zoals hiervoor besproken in relatie tot de werkwijze voor het 30 versterken van een poreuze laag asfaltbeton als deklaag van een wegdek, zijn ook toepasbaar bij de werkwijze voor het vormen van een deklaag van een wegdek.

5

In een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het vormen van een deklaag van een wegdek volgens de uitvinding is de poreuze laag asfaltbeton een laag steenmastiekasfalt. Een deklaag van steenmastiekasfalt is 5 doordat de ruimten tussen de stenen grotendeels zijn opgevuld met mastiek (zand, vulstof en bitumen) goed bestand tegen vervorming van de deklaag als gevolg van rem- en wringkrachten. Door de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag steenmastiekasfalt vormen met een 10 kunststof in hoofdzaak te vullen tot aan dat bovenoppervlak, wordt de bestendigheid tegen vervormingen van de deklaag verhoogt en wordt tevens het losraken van stenen die het bovenoppervlak van de laag steenmastiekasfalt vormen verminderd. Zo is een versterkte deklaag verwezenlijkt die 15 zeer geschikt is op locaties waar de belasting door rem- en wringkrachten groot is.

De uitvinding betreft tevens een versterkte laag asfaltbeton als deklaag van een wegdek, omvattende door middel van een bindmiddel gebonden stenen met poriën tussen 20 die stenen, waarbij de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen in hoofdzaak zijn gevuld tot aan dat bovenoppervlak met een kunststof.

In een verdere uitvoeringsvorm daarvan is een gedeelte van de poriën tussen stenen die niet het 25 bovenoppervlak vormen vrij van kunststof. In een verdere gunstige uitvoeringsvorm daarvan vult de kunststof tot een diepte van in hoofdzaak de grootste diameter van de stenen die de laag asfaltbeton omvat de poriën.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm 30 daarvan is op het bovenoppervlak van de kunststof in de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak vormen van de laag asfaltbeton vormen een fijn granulaat aangebracht.

6

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm daarvan is de laag asfaltbeton steenmastiekasfalt.

De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, 5 dat in de bijgevoegde figuren is getoond. Het betreft een niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren toont: - fig. la een zijaanzicht van een doorsnede van een wegdek met een poreuze laag asfaltbeton als deklaag; - fig. lb een zijaanzicht van de doorsnede van het 10 wegdek met een poreuze laag asfaltbeton als deklaag van figuur la, waarbij de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen in hoofdzaak zijn gevuld tot aan dat bovenoppervlak met een kunststof; - fig. 2 een bovenaanzicht van de het wegdek met 15 een poreuze laag asfaltbeton als deklaag van figuur lb.

In figuur la is een wegdek 1 getoond. Het wegdek 1 bestaat uit een fundatie 2 waarop een onderbouw 3 is aangebracht en tevens uit een deklaag 4 die op de onderbouw 3 is aangebracht. De deklaag 4 is getoond met een poreuze 20 laag asfalt 5. De poreuze laag asfaltbeton 5 bestaat uit door middel van een bindmiddel 6 gebonden stenen 7 met poriën 8 tussen die stenen 7. Het bovenoppervlak 9 van de laag asfaltbeton 5 wordt gevormd door de stenen 7a. Het bindmiddel 6 is bijvoorbeeld een bitumen. De poreuze laag 25 asfaltbeton 5 is bijvoorbeeld steenmastiekasfalt (sma).

Poreus betekent in het licht van de onderhavige uitvinding dat er poriën 8 aanwezig zijn. Deze poriën 8 kunnen met elkaar in verbinding zijn, maar dat hoeft niet.

Door aanwezigheid van poriën 8 tussen de stenen 7a 30 die het bovenoppervlak 9 van de laag asfaltbeton vormen tot aan dat bovenoppervlak hebben de stenen 7a bijvoorbeeld bewegingsvrijheid in de richtingen aangegeven door pijl A.

7

In figuur lb is het wegdek 1 van figuur la getoond, waarbij de poriën 8a tussen de stenen 7a die het bovenoppervlak 9 van de laag asfaltbeton 5 vormen in hoofdzaak zijn gevuld tot aan dat bovenoppervlak 9 met een 5 kunststof 10. Daarmee is met "tot aan dat bovenoppervlak" bedoeld dat het bovenoppervlak 9 dat wordt gevormd door de stenen 7a vrij is van kunststof. De poriën 8a zijn dan niet volledig gevuld.

De kunststof 10 is een kunststof die geschikt is 10 voor het gebruik in de wegenbouw doordat het bijvoorbeeld goed hecht aan het bitumen die de stenen 7 met elkaar verbindt.

Doordat de poriën 8a tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen tot aan dat 15 bovenoppervlak zijn gevuld met kunststof 10 is de bewegingsvrijheid van de stenen 7a in de richting aangegeven door de pijl A beperkt.

Het vullen van de poriën 8a is te verwezenlijken door middel van het in de poriën 8 tussen de stenen 7a die 20 het bovenoppervlak 9 van de laag asfaltbeton 4 vormen voegen van de kunststof 10 in vloeibare vorm, en het uitharden van de vloeibare kunststof.

In figuur lb is getoond dat vóór het uitharden daarvan de kunststof 10 in vloeibare vorm zich bij het 25 vullen van de poriën heeft gevormd naar de vorm van de poriën 8a en vervolgens in die vorm is uithard. Daarbij is een vormgesloten verbinding met de omringende stenen 7a ontstaan, waardoor wordt vermeden dat de kunststof 10 in de richting van pijl B uit de laag asfaltbeton 5 wordt gereden. 30 Het in de poriën 8a tussen de stenen 7a voegen van de vloeibare kunststof is te verwezenlijken door het uitstorten van de vloeibare kunststof op het bovenoppervlak van de laag asfalt beton 5 en het verdelen van de vloeibare 8 kunststof over het bovenoppervlak 9, zodat de vloeibare kunststof in hoofdzaak in de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak vormen vloeit. Een dunne film die mogelijk bij deze stappen op het oppervlak van de stenen die het 5 bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen achterblijft, wordt er zodra de deklaag door verkeer in gebruik wordt genomen direct door dat verkeer afgereden.

De kunststof is bijvoorbeeld een thermohardende kunststof, zoals een epoxy. In dat geval worden bij 10 bijvoorbeeld een twee componenten epoxy, een hars en een harder vermengt tot een vloeibare kunststof vóór het in de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen voegen daarvan. De harder en de hars reageren vervolgens met elkaar waardoor de vloeibare 15 kunststof uithardt.

In figuur lb is tevens getoond, dat een gedeelte 8b van de poriën 8 tussen stenen 7b die niet het bovenoppervlak 9 vormen vrij is van kunststof. Indien de poriën 8b met elkaar in verbinding staan is een verplaatsing 20 van water door poriën 8b tussen stenen 7b die niet het bovenoppervlak vormen heen mogelijk. Dat een gedeelte 8b van de poriën 8 tussen stenen 7b die niet het bovenoppervlak 9 vormen vrij is van kunststof is bijvoorbeeld te verwezenlijken door het uitharden van de vloeibare kunststof 25 voordat al de poriën tussen de stenen van de laag asfaltbeton die niet het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen zijn gevuld met de vloeibare kunststof.

In het geval van een twee componenten epoxy is bijvoorbeeld door een op de eigenschappen van de poreuze laag asfalt 30 afgestemde keuze van de hars en de harder een zodanige viscositeit en hardingstijd van de daarmee gevormde vloeibare kunststof te verwezenlijken dat wordt bereikt dat 9 een gedeelte 8b van de poriën tussen stenen die niet het bovenoppervlak vormen na uitharding vrij is van kunststof.

In figuur la is tevens getoond dat op het bovenoppervlak 10a van de kunststof 10 in de poriën 8a 5 tussen de stenen 7a die het bovenoppervlak 9 vormen van de laag asfaltbeton 5 een fijn granulaat 11 is aangebracht. Dit is bijvoorbeeld te verwezenlijken door middel van het strooien van een fijn granulaat 11 over de laag asfaltbeton 5 vóór het uitharden van de vloeibare kunststof.

10 De met kunststof versterkte deklaag 4 zoals getoond in figuur lb is tevens te verwezenlijken door eerst de poreuze laag asfaltbeton 5 te leggen, waarbij de poreuze laag asfaltbeton door middel van een bindmiddel gebonden stenen omvat met poriën tussen die stenen en vervolgens de 15 poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen in hoofdzaak te vullen met een kunststof tot aan dat bovenoppervlak. In dat geval is er sprake van het leggen van een combinatiedeklaag in plaats van het versterken van reeds langer bestaande laag asfaltbeton van 20 een deklaag.

In figuur 2 is een gedeelte van het wegdek 1 van figuur lb in bovenaanzicht getoond. Getoond is dat de poriën 8a tussen de stenen 7a die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen in hoofdzaak zijn gevuld met kunststof.

25 Doordat een gedeelte van de stenen 7a die het bovenoppervlak vormen van de laag asfaltbeton 5 boven de kunststof 10 uitsteekt kan zoals getoond in figuur 2 de kunststof 10 een harnas om de stenen 7a vormen. Overigens is in figuur 2 het fijne granulaat van figuur lb niet getoond.

1035699 30

Claims (14)

1. Werkwijze voor het versterken van een poreuze laag asfaltbeton als deklaag van een wegdek, 5. waarbij de poreuze laag asfalt door middel van een bindmiddel gebonden stenen omvat met poriën tussen die stenen; gekenmerkt door - het met een kunststof in hoofdzaak vullen van de poriën 10 tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen tot aan dat bovenoppervlak.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vullen van de poriën de stappen omvat van: 15. het in de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen voegen van de kunststof in vloeibare vorm; en - het uitharden van de vloeibare kunststof.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, 20 met het kenmerk, dat het in de poriën tussen de stenen voegen van de vloeibare kunststof de stappen omvat van: - het uitstorten van de vloeibare kunststof op het bovenoppervlak van de laag asfalt beton; 25. het verdelen van de vloeibare kunststof over het bovenoppervlak, zodat de vloeibare kunststof in hoofdzaak in de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak vormen vloeit.

4. Werkwijze volgens één van de conclusies 2 en 3, 30 gekenmerkt: door de stap van - het uitharden van de vloeibare kunststof voordat al de poriën tussen de stenen van de laag asfaltbeton die niet het 1 03 5 699 bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen zijn gevuld met de vloeibare kunststof.

5. Werkwijze volgens één van de conclusies 2 tot en met 4, 5 gekenmerkt door de stap van - het strooien van een fijn granulaat over de laag asfaltbeton vóór het uitharden van de vloeibare kunststof.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat - de kunststof een thermohardende kunststof is.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat - de kunststof epoxy omvat.

8. Werkwijze voor het vormen van een deklaag van een wegdek, omvattende de stap van - het leggen van een poreuze laag asfaltbeton, waarbij de poreuze laag asfalt door middel van een bindmiddel gebonden 20 stenen omvat met poriën tussen die stenen; gekenmerkt door de stap van - het na het leggen van een poreuze laag asfaltbeton met een kunststof in hoofdzaak vullen van de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen tot 25 aan dat bovenoppervlak.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat - de poreuze laag asfaltbeton een laag steenmastiekasfalt is.

10. Versterkte laag asfaltbeton als deklaag van een wegdek, omvattende - door middel van een bindmiddel gebonden stenen met poriën tussen die stenen, met het kenmerk, dat - de poriën tussen de stenen die het bovenoppervlak van de laag asfaltbeton vormen in hoofdzaak zijn gevuld tot aan dat bovenoppervlak met een kunststof.

11. Versterkte laag asfaltbeton volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat - een gedeelte van de poriën tussen stenen die niet het bovenoppervlak vormen vrij is van kunststof.

12. Versterkte laag asfaltbeton volgens conclusie 11/ met het kenmerk, dat - de kunststof tot een diepte van in hoofdzaak de grootste diameter van de stenen die de laag asfaltbeton omvat de 15 poriën vult.

13. Versterkte laag asfaltbeton volgens één van de conclusies 10 tot en met 12, met het kenmerk, dat - op het bovenoppervlak van de kunststof in de poriën tussen 20 de stenen die het bovenoppervlakvormen van de laag asfaltbeton vormen een fijn granulaat is aangebracht.

14. Versterkte laag asfaltbeton volgens één van de conclusies 10 tot en met 13, met het kenmerk, dat 25. de laag asfaltbeton steenmastiekasfalt is. 1035699