NL1035060C2 - Inrichting voor het opnemen en openen van zakken. - Google Patents

Description

Inrichting voor het opnemen en openen van zakken

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het van een stapel nemen van één zak. Inrichtingen van 5 dit type zijn bekend. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt voor het opnemen van zakken vervaardigd uit kunststof folie of uit papier met behulp van een stuurbare zuignap.

De inrichting volgens de uitvinding kan zakken van dit type 10 opnemen, maar ook zakken die bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit jute of uit een net, bijvoorbeeld vervaardigd uit kunststof. Ze heeft daartoe als kenmerk, dat de inrichting een dispenser voor kleefstof omvat voor het op een deeloppervlak van de zak aanbrengen van een kleefstof, 15 alsmede een stempel die op dit deeloppervlak kan worden gedrukt. Wordt vervolgens de stempel naar boven bewogen, dan zal de zak ter plaatse van de stempel worden opgetild. Met een geschikt gekozen kleefstof kan in feite elk type zak worden opgetild.

20

Een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat het deeloppervlak nabij een gesloten uiteinde op de zak is gepositioneerd. Op deze wijze wordt bereikt dat de bovenkant en de onderkant van de 25 zak gelijktijdig worden opgetild. Bij voorkeur is de inrichting daarbij tevens voorzien van een aandrukorgaan, voor het aandrukken van de stapel nabij de gesloten uiteinden van de zakken. Op die wijze kan worden voorkomen dat meerdere zakken gelijktijdig worden opgenomen, 30 bijvoorbeeld doordat de zakken een elektrostatische lading opbouwen.

Een gunstige uitvoeringsvorm die het verder verwerken van de opgenomen zak belangrijk vereenvoudigt heeft als kenmerk, 35 dat de inrichting is voorzien van een plaatvormig oppervlak dat vanaf het gesloten uiteinde van de zak tussen de zak en 1035060 2 de daaronder gelegen stapel zakken kan worden geschoven, zodanig dat een open uiteinde van de zak buiten het plaatvormig oppervlak uitsteekt. Het plaatvormige oppervlak kan daarbij worden gevormd door een plaat die periodiek heen 5 en weer wordt bewogen, maar het maakt bij voorkeur deel uit van een transportband voorzien van lamellenplaten die door een roterende aandrijving kan worden bewogen.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat 10 de inrichting is voorzien van een tweede dispenser en een tweede stempel die nabij het open uiteinde aan een bovenkant van de zak kan worden gedrukt en van een derde dispenser en een derde stempel die nabij het open uiteinde aan een onderkant van de zak kan worden gedrukt. De zak kan nu met 15 behulp van de tweede en de derde stempel open worden getrokken en op een verder voor de hand liggende wijze rond bijvoorbeeld een afvoerbuis van een silo worden geschoven, waarna de stempels eenvoudig kunnen worden losgetrokken.

20 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inventieve inrichting heeft als kenmerk, dat de eerste dispenser, de tweede dispenser en de derde dispenser althans nagenoeg identiek zijn. Daarbij kan een dispenser worden gevormd door een kleefeenheid voorzien van een magazijn met een 25 aanvoerrol en een afvoerrol voor plakband, alsmede een aandrijving voor het periodiek doen draaien van de aanvoerrol en de afvoerrol. Het voordeel hierbij is dat de stempel deel kan uitmaken van de dispenser en dus geen separate sturing behoeft. Het type plakband en de frequentie 30 waarmee het kleverige oppervlak wordt ververst kunnen dan afhankelijk van het type zak eenvoudig worden gekozen.

Een gunstige alternatieve uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de dispenser een reservoir voor kleefstof en een 35 verdeelrol omvat. De verdeeirol verdeelt op een verder voor de hand liggende wijze de kleefstof op een deeloppervlak van 3 de zak en vervolgens wordt de stempel op dit deeloppervlak gedrukt.

Een verdere gunstige alternatieve uitvoeringsvorm heeft als 5 kenmerk, dat de dispenser een lijmspuitkop omvat, waarmee een druppel lijm op een deeloppervlak wordt gespoten, waarna de stempel op dit deeloppervlak wordt gedrukt.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat 10 de dispenser afneembaar op de inrichting is bevestigd. De dispenser kan dan in één beweging worden omgewisseld, waardoor er vrijwel geen productieverlies zal optreden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een dispenser, te 15 gebruiken als deel van een inrichting zoals die in de voorgaande paragrafen is omschreven.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarbij: 20

Fig. IA schematisch het grijpen van een zak weergeeft;

Fig. 1B schematisch het fixeren van de stapel weergeeft;

Fig. 1C schematisch het openen van de zak weergeeft;

Fig. 2A schematisch in vooraanzicht een kleefeenheid 25 weergeeft;

Fig. 2B schematisch deze kleefeenheid in zijaanzicht weergeeft;

Fig. 3 schematisch het aanbrengen van een zak weergeeft;

Fig. 4A schematisch een alternatieve uitvoeringsvorm van 30 een dispenser in vooraanzicht weergeeft;

Fig. 4B deze dispenser in zijaanzicht weergeeft;

Fig. 5A schematisch een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een dispenser in vooraanzicht weergeeft; Fig. 5B deze dispenser in zijaanzicht weergeeft; 35 Fig. 6 schematisch een mogelijke uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft.

4

Fig. IA geeft schematisch het grijpen van een bovenste zak 1 op een stapel 2 weer. Dit grijpen gebeurt bij voorkeur met twee naast elkaar geplaatste dispensers 3a,3b, waarvan 5 alleen dispenser 3a zichtbaar is. Dispensers 3a,3b zijn elk voorzien van een aanvoerrol 4 en een afvoerrol 5 voor plakband en voor het grijpen drukt elke dispenser een deeloppervlakje van de plakband op zak 1, nabij het gesloten uiteinde van zak 1. Vervolgens worden dispensers 3a,3b een 10 stukje opgetild, bijvoorbeeld door een verder niet getoonde robotarm. Fig. 1B geeft schematisch het fixeren van stapel 2 weer, nadat dispensers 3a,3b een stukje zijn opgetild. Dit vindt plaats met behulp van een aandrukplaat 6, die draaibaar is opgesteld rond een as 7, met behulp van een 15 pneumatische cilinder 8. Vervolgens kan een plaat 9 tussen zak 1 en stapel 2 worden geschoven, zodanig dat een open uiteinde van zak 1 net buiten plaat 9 uitsteekt. Deze situatie is weergegeven in Fig. IC. Vervolgens worden twee dispensers 3c,3d centraal nabij het open uiteinde van zak 1 20 gedrukt en worden dispensers 3a,3b verwijderd. Nu kan zak 1 worden geopend door dispensers 3c, 3d uiteen te bewegen, bijvoorbeeld met behulp van twee verder niet getoonde robotarmen.

25 Fig. 2A geeft schematisch in vooraanzicht een dispenser 3 weer. Dispenser 3 bestaat uit een frameplaat 10, waarop twee poelies 11a,11b draaibaar zijn bevestigd. Op poelie 11a is in een gebruikstoestand een rolletje plakband 12 geplaatst en op poelie 11b een lege haspel, waarop gebruikt plakband 30 wordt opgewonden. De plakband wordt met behulp van twee geleiders 13a, 13b over een stempel 14 geleid, die op een op te nemen zak kan worden gedrukt. Na verloop van tijd zal de kleefkracht ter plaatse van stempel 14 afnemen, bijvoorbeeld doordat van jute zakken afkomstige pluizen zich op het 35 kleverige oppervlak verzamelen. Daarom is poelie 11b voorzien van een stappenmotor 15 die periodiek de plakband 5 een stukje ter grootte van de breedte van stempel 14 doortrekt, waarbij de periodeduur experimenteel kan worden bepaald en met behulp van een schakelaar 16 kan worden ingesteld. Als rolletje plakband 12 leeg is, dan zal 5 stappenmotor 15 bij aansturing niet verdraaien, wat eenvoudig gedetecteerd kan worden, waarna een alarm wordt afgegeven. Dispenser 3 is bijvoorbeeld op een robotarm bevestigd met behulp van drie pennen 17a,17b,17c en kan met behulp van een handgreep 18 eenvoudig worden verwijderd en 10 vervangen door een exemplaar met een vol rolletje plakband. Fig. 2B geeft schematisch deze dispenser in zijaanzicht weer, met frameplaat 10, poelies 11a,11b, rolletje plakband 12, geleiders 13a,13b en stempel 14. Tevens zijn zichtbaar stappenmotor 15, schakelaar 16, pennen 17a,17b,17c en 15 handgreep 18.

Fig. 3 geeft schematisch weer hoe een zak 1 wordt aangebracht rond een vulbuis 19 die in verbinding staat met een silo. Nadat een zak nabij het open uiteinde is 20 beetgepakt door twee dispensers 3c,3d, zoals dit is weergegeven in Fig. 1C, worden de randen van de zak uiteenbewogen met behulp van twee robotarmen 20a,20b en wordt de zak over vulbuis 19 geschoven, waarna zak 1 onder dispensers 3c,3d met op zich bekende en verder niet getoonde 25 bevestigingsmiddelen rond vulbuis 19 wordt bevestigd. Hierna kunnen dispensers 3c,3d eenvoudig worden losgetrokken.

Fig. 4A geeft schematisch een alternatieve uitvoeringsvorm van een dispenser 3 in vooraanzicht weer, bestaande uit een 30 reservoir 21 gevuld met lijm 22, voorzien van een verdeelrol 23, die draaibaar rond een as 24 kan draaien. Dispenser 3 kan op een verder voor de hand liggende wijze over een deeloppervlak van een zak worden bewogen, waarbij verdeelrol 23 lijm over het deeloppervlak verdeelt. Fig. 4B geeft 35 dispenser 3 in zijaanzicht weer, met reservoir 21 en rol 23, op het moment dat hij een deeloppervlak van zak 1 van lijm 6 voorziet. Vervolgens wordt dispenser 3 verwijderd en wordt een stempel 14 op dit deeloppervlak gedrukt, waarna zak 1 kan worden opgetiid.

5 Fig. 5Δ geeft schematisch een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een dispenser 3 in vooraanzicht weer, bestaande uit een reservoir 21 gevuld met lijm 22, voorzien van een spuitmond 25. In reservoir 21 is een zuiger 26 aangebracht die met behulp van een aandrijving 27 kort naar 10 beneden kan worden gedrukt, waarbij een druppel lijm met kracht uit spuitmond 25 wordt geperst. Dispenser 3 kan op een verder voor de h and liggend e wijze op een deeloppervlak van een zak worden gericht, zodat de druppel lijm op dit deeloppervlak belandt. Fig. 4B geeft dispenser 3 in 15 zijaanzicht in een gebruikstoestand weer, kort nadat hij een druppel lijm op zak 1 heeft aangebracht. Vervolgens wordt dispenser 3 verwijderd en wordt een stempel 14 op dit deeloppervlak gedrukt, waarna zak 1 kan worden opgetild.

20 Fig. 6 geeft schematisch een mogelijke uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding weer. Een stapel zakken 2 is geplaatst op een op zich bekende tafel 28, die zo is ingericht dat de bovenzijde van stapel 2 vrijwel gelijk wordt gehouden. Rond stapel 2 draait een transportband 25 bestaande uit twee kettingen 29 waartussen groepen lamellenplaten 30 zijn aangebracht, die per groep een plaat vormen welke plaat steeds tussen een door stempels 14a,14b opgenomen zak 1 en de resterende stapel 2 schuift. Ligt de zak volledig op de plaat, dan worden stempels 14a,14b 30 losgerukt en wordt de zak verder meegenomen, tot het open uiteinde van zak 1 op een opvangplaat 31 belandt. Nu wordt de transportband gestopt en worden door dispensers 3c,3d twee druppels lijm op zak 1 gespoten. Vervolgens wordt zak 1 centraal aan het open uiteinde beetgepakt door stempels 35 14c,14d en bijvoorbeeld ror.d een vulbuis geplaatst zoals dit is weergegeven in Fig. 3. Om een druppel lijm en stempels 7 14c,14d te laten passeren is opvangplaat 31 voorzien van een sleufvormige opening 32. Verder kan onder stempels 14a,14b een plaat 33 worden geplaatst met openingen 34a,34b, die het losrukken van de stempels vereenvoudigen.

5 1035060

Claims (12)

1. Inrichting voor het van een stapel zakken nemen van één zak, met het kenmerk, dat de inrichting een dispenser 5 voor kleefstof omvat voor het op een deeloppervlak van de zak aanbrengen van een kleefstof, alsmede een stempel die op dit deeloppervlak kan worden gedrukt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 het deeloppervlak nabij een gesloten uiteinde op de zak is gepositioneerd.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een aandrukorgaan, voor het 15 aandrukken van de stapel nabij de gesloten uiteinden van de zakken.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een plaatvormig oppervlak dat 20 vanaf het gesloten uiteinde van de zak tussen de zak en de daaronder gelegen stapel zakken kan worden geschoven, zodanig dat een open uiteinde van de zak buiten het plaatvormig oppervlak uitsteekt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het plaatvormig oppervlak deel uitmaakt van een transportband voorzien van lamellenplaten.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, 30 dat de inrichting is voorzien van een tweede dispenser en een tweede stempel die nabij het open uiteinde aan een bovenkant van de zak kan worden gedrukt en van een derde dispenser en een derde stempel die nabij het open uiteinde aan een onderkant van de zak kan worden gedrukt. 35

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 1035060 de eerste dispenser, de tweede dispenser en de derde dispenser althans nagenoeg identiek zijn.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat de dispenser een magazijn met een aanvoerrol en een afvoerrol voor plakband omvat, alsmede een aandrijving voor het periodiek doen draaien van de aanvoerrol en de afvoerrol.

9. Inrichting volgens een der conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk, dat de dispenser een reservoir voor kleefstof en een verdeelrol omvat.

10. Inrichting volgens een der conclusies 1 t/m 7, met het 15 kenmerk, dat de dispenser een lijmspuitkop omvat.

11. Inrichting volgens een der conclusies 8 t/m 10 met het kenmerk, dat de dispenser afneembaar op de inrichting is bevestigd. 20

12. Dispenser, te gebruiken als deel van een inrichting volgens een der conclusies 1 t/m 11. 1035060