NL1034692C2 - Maai-inrichting met meshouder-naaf bevestiging. - Google Patents

Maai-inrichting met meshouder-naaf bevestiging. Download PDF

Info

Publication number
NL1034692C2
NL1034692C2 NL1034692A NL1034692A NL1034692C2 NL 1034692 C2 NL1034692 C2 NL 1034692C2 NL 1034692 A NL1034692 A NL 1034692A NL 1034692 A NL1034692 A NL 1034692A NL 1034692 C2 NL1034692 C2 NL 1034692C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
knife holder
knife
connecting means
hub portion
drive
Prior art date
Application number
NL1034692A
Other languages
English (en)
Inventor
Jelle Fredo Oudemans
Maarten Koorn
Original Assignee
Lely Patent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Patent Nv filed Critical Lely Patent Nv
Priority to NL1034692A priority Critical patent/NL1034692C2/nl
Priority to ATGM96/2013U priority patent/AT13639U1/de
Priority to PCT/NL2008/000249 priority patent/WO2009064173A2/en
Priority to EP08849980A priority patent/EP2209361B1/en
Priority to ATGM95/2013U priority patent/AT13660U1/de
Priority to DE202008018379U priority patent/DE202008018379U1/de
Priority to DE202008018380U priority patent/DE202008018380U1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1034692C2 publication Critical patent/NL1034692C2/nl
Priority to US12/778,265 priority patent/US8327612B2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/64Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
    • A01D34/66Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
    • A01D34/664Disc cutter bars
    • A01D34/665Disc cutter bars modular

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Description

Maai-inrichting met meshouder-naaf bevestiging ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
5 De uitvinding heeft betrekking op een maai-inrichting voor gewassen, zoals gras, omvattend een reeks naast elkaar opgestelde meshouders met maaimessen, welke meshouders door middel van een met een aftakas of een andere externe aandrijfinrichting gekoppelde aandrijving geroteerd worden om opstaande hartlijnen. De meshouders zijn daarbij rotatievast bevestigd op 10 bijbehorende naven, die aangedreven wordt door de aandrijving.
Een voorbeeld van een dergelijke maai-inrichting is getoond in EP-A- 0.126.518. De aandrijving omvat daarbij een zich in meshouderreeks-richting uitstrekkende aandrijfas. Voor de overbrenging van aandrijfas op meshouder wordt telkens gebruik gemaakt van een huls die aan één eind is voorzien van een konisch 15 tandwiel en bevestigd is op de aandrijfas. Een tweede konisch tandwiel is in aangrijping met eerstgenoemd tandwiel en bezit een opstaande rotatiehartlijn. Het tweede tandwiel vormt samen met een naaf een roteerbare eenheid, die gelagerd is in een huis en de meshouder steunt en roteert. In de bekende inrichting zijn de meshouder en de naaf met elkaar verbonden met behulp van een kap en een 20 enkele, centrale moerverbinding.
In latere maai-inrichtingen is de meshouder met meerdere bouten bevestigd op de naaf, doorgaans met vier, in omtreksrichting op regelmatige afstand van elkaar geplaatste bouten die door boutgaten in de meshouder en de flens van de naaf reiken. De boutgaten in de flens van de naaf kunnen zijn voorzien van 25 schroefdraad.
Bij het machinaal maaien van gras kunnen al dan niet vreemde lichamen worden tegengekomen, zoals stenen, staaldraden, kabels, buizen, maar ook grote voorwerpen die ter plaatse als afval zijn achtergelaten. Dit kan vooral voorkomen in bermen.
30 Bij het door maaimessen treffen van zo’n hard, vreemd lichaam kunnen een of meerdere van de bouten waarmee de meshouder is bevestigd op de naafflens breken. Het kan daarbij als gevolg van vervorming van de bouten of van een boutgat voorkomen dat de bouten niet met de hand of met eenvoudig gereedschap te verwijderen zijn. De gebruiker van de maai-inrichting kan dan niet 1 034692 d 2 ter plaatse, op het werk, de bouten vervangen en zal het maaien moeten onderbreken om de bouten in een werkplaats te vervangen. Hiermee gaat veel tijd verloren.
5 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.
Vanuit een aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar 10 opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden elk een meshouder met tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de meshouder, welke aandrijving voor elke meshouder een aandrijfdeel omvat, voor het om een opstaande hartlijn roterend aandrijven daarvan, waarbij het aandrijfdeel een de meshouder dragende naaf omvat, waarbij de naaf en de meshouder respectievelijk 15 voorzien zijn van eerste en tweede verbindingsmiddelen voor het mogelijk maken van onderlinge verbinding, waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen voorzien zijn in meervoud en in overtal.
Doordat de verbindingsmiddelen in overtal zijn voorzien zal er tenminste één, nog vrije verbindingsmogelijkheid kunnen worden benut. In het geval 20 van een boutverbinding behoeft de gebruiker enkel een nieuwe bout in de vrije verbinding te plaatsen en deze vast te leggen met een moer. De gebroken bout kan hij laten zitten. Het maaien kan na slechts een kort oponthoud worden voortgezet.
De eerste en/of tweede verbindingsmiddelen kunnen uitgevoerd zijn als boutgaten.
25 De bevestiging van de meshouder op de naaf kan ook na het klemraken van een bezweken bout optimaal gehouden worden indien bij elk paar gebruikte eerste en tweede verbindingsmiddelen tenminste één extra, paraat paar gevoegd is om een groep te vormen. Voor elke gebruikte boutpositie is dan een reservemogelijkheid.
30 In een verdere uitwerking daarvan zijn telkens twee paren eerste/tweede verbindingsmiddelen bij een gebruikt paar gevoegd. Mocht de nieuwe verbinding eveneens bezwijken en niet kunnen worden vrijgemaakt, dan kan men door het benutten van het nog vrije paar het maaien voortzetten. De beide extra, parate paren kunnen in rotatierichting aan weerszijden van het gebruikte paar 3 liggen.
De eerste en tweede verbindingsmiddelen kunnen in groepen verspreid zijn, beschouwd in een vlak van doorsnede loodrecht op de rotatiehartlijn. Zij kunnen tevens regelmatig verdeeld zijn.
5 De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke 10 op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de 15 bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1, een schematisch bovenaanzicht op een voorbeelduitvoering van een maai-inrichting volgens de uitvinding, gekoppeld aan een trekker;
Figuur 2A, een isometrisch en gedeeltelijk uiteengenomen aanzicht op een deel van een maaibalk van de maai-inrichting van Figuur 1; 20 Figuur 2B, een verticale dwarsdoorsnede door een maai-eenheid van de inrichting van Figuur 2A;
Figuren 3A en 3B, een bovenaanzicht en een verticale dwarsdoorsnede door naafeenheid voor de inrichting van de voorgaande figuren;
Figuur 4, een bovenaanzicht op een meshouder voor de inrichting van 25 de voorgaande figuren; en
Figuur 5, een schematische, gedeeltelijke doorsnede volgens IV-IV in figuur 3A.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 30
In Figuur 1 is weergegeven de trekker 1, met een driepuntsophanging 2 en een aftakas 3. Aan de driepuntsophanging 2 is een maaibalksteun 4 bevestigd, waarbij de aftakas 3 via aandrijfdeel 50 verbonden is met aandrijving 51. Op de aandrijving 51 en de maaibalksteun 4 is de maaibalk 5 bevestigd. De maaibalk 5 4 draagt een reeks ovale meshouders 6a, 6b, die in opeenvolging over 90° verdraaid opgesteld zijn en een kap 13 (figuur2) omvatten die aan de rand twee, tegenover elkaar gelegen, messen 7 draagt. Tijdens bedrijf zal de trekker 1 richting A bewegen. De meshouders 6a, 6b kunnen bijvoorbeeld in de richtingen B 5 respectievelijk C geroteerd worden.
In Figuur 2A is te zien dat de maaibalk 5 opgebouwd is uit modules, dit voorbeeld uit aandrijfhuizen 8 met daartussen geplaatste tussenhuizen 9. De huizen 8 en 9 worden tegen elkaar gespannen met behulp van een zich in langrichting uitstrekkende, niet weergegeven trekstang. Door de huizen 8, 9 strekt 10 zich tevens een aandrijfas 10 uit, die ter plaatse van elk aandrijfhuis 8 in aandrijvende aangrijping is met een conisch tandwiel 30 (figuur 2B), dat via een haakse overbrenging in ineengrijping is met een tweede conisch tandwiel 20 met ring 21 met vertanding 22. Het tweede conisch tandwiel 20 is axiaal-vast en rotatievast bevestigd aan een onderdeel 40, hier naaf genoemd, dat draaibaar 15 gelagerd is binnen holle as of opbouw 70, die met flens 71 vast bevestigd is aan het aandrijfhuis 8. Tussen de huls 72 van opbouw 70 en een pen 41 van de naaf 40 worden lagers geplaatst.
In de in Figuur 2B weergegeven geassembleerde toestand reikt de aandrijfas 10 door een aandrijhuls 30, waarbij de inwendig vertande boring 31 van 20 de huls 30 een steekasverbinding (spline) aangaat met een uitwendige vertanding op de aandrijfas 10, zodat de aandrijfhuis 30 mee roteert met de aandrijfas 10. De aandrijfhuis 30 is daarbij door lagers 36 gelagerd in het aandrijfhuis 8. Aan één eind is de aandrijfhuis 30 aan de buitenzijde voorzien van een eerste conisch tandwiel 33 met vertanding 34. De vertanding 34 is een aangrijping met vertanding 22 van het 25 tweede conisch tandwiel 20.
De in de Figuren 3A en 3B weergegeven naaf 40 omvat pen 41 en een flens 42. De flens 42 is nabij de randen voorzien van een aantal groepen gaten 43a-c met een inwendige schroefdraad 44. In dit voorbeeld is er sprake van vier groepen gaten 43a-c, die regelmatig over de omtrek zijn verdeeld, maar er kunnen 30 ook meer of minder groepen voorzien zijn. Het aantal gaten 43 (hier drie) in een groep kan ook meer of minder zijn.
De in figuren 2A en 4 weergegeven meshouders 6a,6b zijn in hun kap 13 voorzien van eenzelfde aantal groepen gaten 17a-c, met in elke groep eenzelfde 5
Met behulp van bouten 16, één per groep gaten, zijn de kappen 13 van de meshouders 6a, 6b bevestigd op de naafflens 42. Elke bout 16 reikt daarbij door een gat 17a en is daarbij met de schroefdraad daarvan in de schroefdraad 44 van een boutgat 43a geschroefd.
5 Wanneer een maai-eenheid met een mes een niet-meegevend voorwerp treft en overbelasting van de verbinding meshouder-naaf optreedt kunnen een of meer van de bouten 16 vervormen of bezwijken. De vervorming of de toestand van de bout nadien kan zodanig zijn, dat deze niet ter plekke kan worden vervangen. Dit is schematisch geïllustreerd in figuur 5. De gebruiker kan echter op 10 eenvoudige wijze een nieuwe verbinding realiseren, parallel aan de bezweken verbinding, voor elke vervormde bout 16. Veiligheidshalve kunnen dan vier nieuwe bouten 16 in de vier gaten 17b en 43b gestoken worden. Het maaiproces kan weer snel worden vervolgd.
Opgemerkt wordt dat het principe van de uitvinding ook kan worden 15 toegepast op andere landbouwwerktuigen voorzien van een of meer roterende bewerkingseenheden.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor 20 een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
1 03 4 6 92«!

Claims (9)

1. Inrichting voor het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden 5 elk een meshouder met tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de meshouder, welke aandrijving voor elke meshouder een aandrijfdeel omvat, voor het om een opstaande hartlijn roterend aandrijven daarvan, waarbij het aandrijfdeel een de meshouder dragende naaf omvat, waarbij de naaf en de meshouder respectievelijk voorzien zijn van eerste en tweede verbindingsmiddelen voor het 10 mogelijk maken van onderlinge verbinding, waarbij de eerste en tweede verbindingsmiddelen voorzien zijn in meervoud en in overtal.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij bij elk paar gebruikte eerste en tweede verbindingsmiddelen tenminste één extra, paraat paar gevoegd is om een groep te vormen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij telkens twee paren eerste/tweede verbindingsmiddelen bij een gebruikt paar gevoegd zijn.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de beide extra, parate paren in rotatierichting aan weerszijden van het gebruikte paar liggen.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste 20 en tweede verbindingsmiddelen in groepen verspreid zijn, beschouwd in een vlak van doorsnede loodrecht op de rotatiehartlijn.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de groepen eerste en tweede verbindingsmiddelen regelmatig verdeeld zijn.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste 25 verbindingsmiddelen uitgevoerd zijn als boutgaten.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede verbindingsmiddelen uitgevoerd zijn als boutgaten.
9. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde 30 kenmerkende maatregelen. 1 tïX L ft Q9
NL1034692A 2007-10-14 2007-11-14 Maai-inrichting met meshouder-naaf bevestiging. NL1034692C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034692A NL1034692C2 (nl) 2007-11-14 2007-11-14 Maai-inrichting met meshouder-naaf bevestiging.
ATGM96/2013U AT13639U1 (de) 2007-11-13 2008-11-12 Mähvorrichtung für Erntegut
PCT/NL2008/000249 WO2009064173A2 (en) 2007-11-13 2008-11-12 Mowing-device
EP08849980A EP2209361B1 (en) 2007-11-13 2008-11-12 Mowing-device
ATGM95/2013U AT13660U1 (de) 2007-11-13 2008-11-12 Mähvorrichtung für Erntegut
DE202008018379U DE202008018379U1 (de) 2007-11-13 2008-11-12 Mähvorrichtung für Erntegut
DE202008018380U DE202008018380U1 (de) 2007-11-13 2008-11-12 Mähvorrichtung für Erntegut
US12/778,265 US8327612B2 (en) 2007-10-14 2010-05-12 Mowing device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034692 2007-11-14
NL1034692A NL1034692C2 (nl) 2007-11-14 2007-11-14 Maai-inrichting met meshouder-naaf bevestiging.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034692C2 true NL1034692C2 (nl) 2009-05-15

Family

ID=39495585

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034692A NL1034692C2 (nl) 2007-10-14 2007-11-14 Maai-inrichting met meshouder-naaf bevestiging.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1034692C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0126518A2 (en) 1981-05-27 1984-11-28 C. van der Lely N.V. A mowing machine
EP0366580A1 (fr) * 1988-10-26 1990-05-02 Kuhn S.A. Faucheuse avec montage perfectionné des organes de coupe
US20060021316A1 (en) * 2004-07-28 2006-02-02 Harkcom Melanie W Disc cutterbar shear device

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0126518A2 (en) 1981-05-27 1984-11-28 C. van der Lely N.V. A mowing machine
EP0366580A1 (fr) * 1988-10-26 1990-05-02 Kuhn S.A. Faucheuse avec montage perfectionné des organes de coupe
US20060021316A1 (en) * 2004-07-28 2006-02-02 Harkcom Melanie W Disc cutterbar shear device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8202988A (nl) Maaimachine.
DE1299157B (de) Maehmaschine
HUT74815A (en) A cutting tool
US11974513B2 (en) Cylindrical device with knives connected thereto
EP4233517A1 (de) Schneidscheibe für eine maschine zur ernte stängelartiger pflanzen
KR101805830B1 (ko) 초목 제거 파쇄 장치
NL1034692C2 (nl) Maai-inrichting met meshouder-naaf bevestiging.
EP2912935A1 (de) Messerrotor für ein mähgerät und mähgerät mit einem solchen
AT514532B1 (de) Messer für einen Feldhäcksler und Exzenterwerkzeug zur Positionsjustierung
AT13639U1 (de) Mähvorrichtung für Erntegut
US3338037A (en) Universal vegetal grinder and harvester
DE112011105538B4 (de) Schnittmesser
BE1022956B1 (de) Verfahren und Steuerungseinrichtung zum Betreiben einer Erntemaschine
NL1034691C2 (nl) Maai-inrichting met impact-beveiliging.
US2830515A (en) Machine for shaving the stubble of sugar cane and other row crops
NL2025722B1 (nl) Inrichting voor het verwijderen van stengel en loof van in het veld staande landbouwgewassen
EP2071934A1 (de) Maschine zur Ernte stängelartiger Pflanzen
NL1034693C2 (nl) Maai-inrichting met tandwiel-aangedreven meshouders.
US20200323128A1 (en) Device for removing leaves from root crops
NL1034690C2 (nl) Maai-inrichting met roterende meshouder.
US10986783B2 (en) Hay fluffer with removable tines
DE1582899B2 (de) Vorrichtung zum beschneiden von pflanzen
SE1450055A1 (sv) Förfarande och redskapsregleringsanordning vid ett lantbruksredskap
NL8002469A (nl) Breekpenkoppeling.
USRE23269E (en) Sickle bar attachment

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120601