NL1034480C2 - Ontgrendelingsmechanisme. - Google Patents

Description

Titel: Ontgrendelingsmechanisme

De uitvinding heeft betrekking op een ontgrendelingsmechanisme, in het bijzonder een gordelontgrendelingsmechanisme voor personenvoertuigen.

Om het ontgrendelen van gordels in noodsituaties te 5 vereenvoudigen bestaan er diverse systemen voor het openen van gordelsluitingen.

Een mechanisme voor het losmaken van gordels wordt bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift US 4 014 080. Hierin wordt een tussenstuk tussen twee gordeleinden ingebracht. Het tussenstuk vormt 10 een soort doos met perforaties. De twee gordeleinden zitten met gespen aan weerszijden van de doos in T-vormige uitsparingen in de dooswand geklemd. Op de gespeinden in de doos zijn twee elementen aangebracht. Het eerste element kan oplossen indien er door de perforaties water in de doos treedt, het andere element kan smelten indien de doos aan warmte wordt 15 blootgesteld. Door het oplossen of smelten van één van de elementen valt de blokkering weg en kan een betreffend gespeinde uit de doos ontsnappen en is de gordel ontgrendeld. Een nadeel van dit systeem is dat het mechanisme apart in de gordel moet worden aangebracht. Bij dit aanbrengen moeten twee speciale gespen met de gordel worden verbonden die voor dit systeem 20 speciaal vervaardigd dienen te worden. Voor de gebruiker kan dit systeem voorts onaangenaam zijn doordat het mechanisme een niet flexibel deel in de gordel vormt waarvoor zeker in personenauto's vaak geen plaats is en bovendien onaangenaam in gebruik is.

Een ander gordelontgrendelingsmechanisme wordt in de 25 internationale octrooiaanvrage WO96/39062 beschreven. In deze publicatie wordt een gordel beschreven die onder invloed van water wordt losgekoppeld. Hierbij is het mechanisme van sensoren voorzien die, indien 1034480 2 ze met water in contact komen een stuursignaal aan een explosieve lading geven die door explosie de gordel ontgrendelt. Dit systeem is complex en er dienen speciaal op het mechanisme aangepaste gordels te worden gebruikt. Voorts is het gebruik van explosieve ladingen in personenvoertuigen niet 5 altijd wenselijk. Ook is de energievoorziening die dit systeem nodig heeft om te kunnen functioneren in noodsituaties niet altijd meer voor handen.

De uitvinding beoogt te voorzien in een ontgrendelingsmechanisme dat de bovenvermelde nadelen niet heeft of ten minste ten dele opheft.

Voorts beoogt de uitvinding te voorzien in een ontgrendelingsmechanisme 10 dat eenvoudig te produceren is en bijvoorbeeld gemakkelijk en handig in het gebruik is, stabiel, robuust, duurzaam, betrouwbaar en/of licht is. Tevens beoogt de uitvinding te voorzien in een ontgrendelingsmechanisme dat zonder dat gordels te hoeven worden vervangen en/of aangepast toch in ieder personenvoertuig kan worden aangebracht.

15 Ten minste één van deze en/of andere doelen wordt bereikt met een ontgrendelingsmechanisme volgens conclusie 1. In de volgconclusies zijn verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding beschreven.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in de tekening is weergegeven. In de tekening toont: 20 fig. 1 een perspectivisch in aanzicht van een eerste en een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding met een gordelontgrendelingsmechanisme, fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van het ontgrendelingsmechanisme, 25 fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van het ontgrendelingsmechanisme, fig. 4 een aanzicht in doorsnede van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 5 een aanzicht in doorsnede van een derde uitvoeringsvorm van 30 de uitvinding en 3 fig. 6 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding met een zouttablethouder.

Op gemerkt wordt dat de tekening slechts een schematische weergave is van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding. In de 5 figuur zijn gelijke of overeenkomstige onderdelen met corresponderende verwijzingscijfers aangegeven.

Onder het ontgrendelingsmechanisme dient ten minste te worden begrepen een mechanisme dat een ontgrendeling teweeg brengt bij calamiteiten.

10 In het perspectivisch aanzicht van figuur 1 worden ontgrendelingsmechanismen IA en 1B getoond. Het mechanisme IA omvat een gesp 5 voor een gordel (niet getoond) met een invoeroog 6 dat in de opneemopening 7 van een huis 9 van het ontgrendelingsmechanisme IA kan worden gebracht. Indien het inbrengoog 6 in de opneemopenning 7 wordt 15 ingebracht kan het inbrengoog 6 in een veerslot van het ontgrendelingsmechanisme vergrendeld worden. Het veerslot kan worden ontgrendeld door het indrukken van de ontgrendelingsknop 8. Dergelijke ontgrendelingsknoppen zijn in de meeste personenvoertuigen standaard aanwezig op een gordelsluiting 10 voor het vergrendelen van de 20 veiligheidsgordels. Het huis 9 van het ontgrendelingsmechanisme IA is verder voorzien van een huls 12, waardoor een stift 15 kan schuiven.

De stift 15 kan door een eerste veer in een ten opzichte van het huis 9 buitenwaartse richting worden bewogen. Deze beweging wordt door een zouttablet 30 geblokkeerd. Het inbrengoog 2 van het 25 ontgrendelingsmechanisme IA kan in een opneemopening 7 van een normaal in een personenvoertuig aanwezige gordelsluiting 10 worden gebracht. Indien het inbrengoog 2 ver genoeg in de opneemopening 7 van de gordelsluiting 10 is gebracht wordt het inbrengoog 6 in de gordelsluiting 10 door een veerslot vergrendeld. Indien in deze situatie de blokkering door het 30 zouttablet (30)wegvalt, dwingt de eerste veer van het 4 ontgrendelingsmechanisme 9 de stift 15 door de hulst 12 naar buiten. Aan het einde van de stift 15 zit een verbrede knop 4. Door het naar buiten dwingen van de stift 15 duwt de verbrede knop 4 de ontgrendelingsknop 8 van de gordelsluiting 10 in. Hierdoor wordt het veerslot in de gordelsluiting 5 10 ontgrendeld waardoor het inbrengoog 2 niet langer in de gordelsluiting 10 is vergrendeld en uit de opneemopening 7 kan worden gebracht. Hierdoor kan de gordelverbinding worden verbroken.

De blokkering van het zouttablet (30)kan worden opgeheven doordat het zouttablet (30)oplost in het water dat het huis 9 van het 10 ontgrendelingsmechanisme IA binnentreedt. Hierdoor kan in een personenvoertuig bij binnentredend water automatisch de vergrendeling van de veiligheidsgordels van de passagiers worden opgeheven.

Aldus kan het ontgrendelingsmechanisme IA een tussengesp tussen de in de auto aanwezige gordelsluiting 10 en de in de auto aanwezige 15 gordel met gesp 5 vormen.

Figuur 1 geeft tevens een ontgrendelingsmechanisme 1B weer. In dit mechanisme is de standaard en/of normale gordelsluiting 10 i onveranderd. De gesp 14 van de gordel (niet getoond) is in dit geval uitgevoerd met een ontgrendelingsmechanisme. Hierbij omvat de gesp 14 20 een uitsparing 15 voor het aanbrengen van de gordel. Voorts omvat de gesp 14 een huis 13 waarin een sleuf 18 is aangebracht. In de sleuf 18 kan een pal 17 schuiven. De pal 17 is aan een stift 15 bevestigd, die door veer 16 kan worden bewogen. De stift 15 is geleidend in een huls 12 in het huis 13 van de gesp 14 aangebracht. De pal 17 staat toe dat de stift 15 over de lengte 25 van sleuf 18 heen en weer kan bewegen. De beweging van de veer 16, de pal 17 en de stift 16 wordt geblokkeerd door een zouttablet. Zolang het zouttablet (30)intact is bevindt stift 15 zich zover in het huis 13 van de gesp 14 dat het inbrengoog 11 van de gesp 14 in de sluiting 7 van de gordelsluiting 10 kan worden aangebracht.

5

Indien het zouttablet (30)niet meer intact is worden de veer 16 en de beweging van de stift 15 niet langer geblokkeerd. De veer 16 kan de stift 15 in de richting van de ontgrendelingsknop 8 van de gordelsluiting 10 drukken. Indien de gesp 14 met het inbrengoog 11 zich in de sluiting 7 5 bevindt kan de stift 15 onder werking van veer 16 de ontgrendelingsknop 8 indrukken en zo de veersluiting van de gordelsluiting 10 ontgrendelen. Hierdoor kan het inbrengoog 11 van de gesp 14 uit de gordelsluiting 10 ontsnappen en is de gordel ontgrendeld.

Figuur 2-6 geven een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding 10 weer. Hierbij kan het ontgrendelingsmechanisme 20 op een normale en/of standaard gordelsluiting 10 van een veiligheidsgordel worden aangebracht. Het mechanisme 20 kan bijvoorbeeld met een band 22 of anderszins om het huis van de gordelsluiting 10 worden bevestigd. Het ontgrendelingsmechanisme 20 omvat een beweegbare knop 25 met een arm 15 26 en een stift 28. Het mechanisme 20 omvat voorts een ingang 23 waardoor water kan binnentreden. Het mechanisme kan daarnaast een haak 24 omvatten voor het op zijn plaats houden van het mechanisme 20 ten opzichte van de gordelsluiting.

De beweegbare knop 25 kan door een eerste veer 31 worden 20 bewogen. Deze beweging kan door een zouttablet 30 worden geblokkeerd. Het zouttablet (30) bevindt zich in een tablethouder 29. Onder het zouttablet (30) bevindt zich een plateau 34, waartegen de veer 31 steunt. De tablethouder 29 is met het subframe 32 verbonden en kan langs het plateau 34 en de met het huis verbonden schouders 37 naar beneden schuiven. Het 25 plateau 34 steunt aan de bovenzijde tegen de schouders 37. De veer 31 steunt aan de onderzijde tegen de wand 36 van het subframe 32. Indien het zouttablet 30 door intredend water oplost, verliest dit tablet zijn sterkte en bezwijkt onder de kracht van de veer 31. De veer 31 die aan de bovenzijde tegen het tableau 34 steunt dat op zijn beurt tegen de schouders 37 van het 30 huis 21 steunt, drukt ten opzichte van het huis het subframe 32 naar 6 beneden. Met het subframe gaan ook de arm 38, de knop 25, de arm 26 en de stift 28 naar beneden. Door het neerwaarts bewegen van de stift 28 kan de ontgrendelingsknop 8 van een gordelsluiting 10 worden ingedrukt waardoor een inbrengoog 6 van een gordelgesp 5 in de gordelsluiting wordt 5 ontgrendeld.

Tijdens het oplossen van het zouttablet 30 en het naar beneden bewegen van het subframe 32, dwingt de veer 31 de veer 33 tot indrukken. Het spreekt voor zich dat de veerkracht van de veer 31 groter is dan die van de veer 33 om de ontgrendelende werking te kunnen bewerkstelligen.

10 De tablethouder 29 kan zijn voorzien van uitsparingen 39 waardoor de met het huis 21 verbonden schouders 37 kunnen reiken. Hierdoor kan de tablethouder 29 ten opzichte van het huis 21 bewegen terwijl de schouders het plateau ten opzicht van het huis op zijn plaats kunnen houden.

Indien de knop 25 door de gebruiker wordt ingedrukt beweegt het 15 subframe 32, de tablethouder 29, het zouttablet 30, het plateau 34, de veer 31, de arm 38 van het subframe 32, de arm 26 en de stift 28 naar beneden. Op deze wijze kan de gebruiker de knop 25 induwen waardoor de stift 28 een ontgrendelingsknop 8 van een gordelsluiting 10 kan indrukken.

Hierdoor kan de gordelsluiting 10 het eventueel daarin aanwezige 20 inbrengoog 6 van de gordelgesp 5 ontgrendelen. Tijdens het indrukken van de beweegbare knop 25 word de tweede veer 33 ingedrukt. Indien de gebruiker geen kracht meer op de beweegbare knop 25 uitoefent, dwingt de tweede veer 33 het subframe weer in zijn oorspronkelijke positie. Hierdoor gaan via de arm 38 van het subframe 32 ook de beweegbare knop 25, de arm 25 26 en de stift 28 mee omhoog waardoor de stift 28 niet langer een ontgrendelingsknop 8 van een gordelsluiting 10 indrukt. De gordelsluiting 10 kan in deze situatie weer gewoon een inbrengoog 6 van een gordelgesp 5 ontvangen en vergrendelen.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier 30 besproken uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan het ontgrendelingsmechanisme 7 bijvoorbeeld voorzien zijn van een tweede zouttablet of slijtcapsule. Deze capsule en/of tablet heeft de zelfde werking als het eerste zouttablet, hij bezwijkt alleen eerder, waardoor het mechanisme niet meer werkt. Hierdoor zou in vochtige omgeving kunnen worden voorkomen dat het zouttablet 30 5 zijn sterkte verliest waardoor het ontgrendelingsmechanisme op een ongewenst moment de veiligheidsgordels ontgrendelt. Bij de slijtcapsule kan een indicatie worden geactiveerd, bijvoorbeeld doordat er een gekleurd element tevoorschijn komt en/of zichtbaar wordt dat de gebruiker waarschuwt dat het zouttablet (30) aan vervanging toe is. Deze indicatie 10 kan op dezelfde wijze met een door de slijtcapsule geblokkeerde veer worden geactiveerd.

De bovengenoemde uitvoeringsvorm zijn beschreven als ontgrendelingsmechanismen voor veiligheidsgordels in personenvoertuigen. Het mechanisme kan ook voor veiligheidsgordels in andere voertuigen, 15 vliegtuigen, helikopters, reddingsboten en/of andere voer-, vaar- en/of vliegtuigen worden toegepast.

Het principe kan ook bij autogordels worden toegepast waarvan de gordelsluiting een ontgrendelingsknop aan de zijkant van de gordelsluiting.

Het principe kan niet alleen voor gordels worden toegepast maar 20 eveneens in ontgrendelingsmechanismen voor deuren ramen en andere potentiële uitgangen van ruimtes waarin verdrinkings-, verstikkings- en/of verbrandingsgevaar schuilt.

Van een te water geraakte auto, zijn vaak de deuren moeilijk te openen en veelvuldig zelfs op slot. Een dergelijke ontgrendeling met een 25 door een zouttablet geblokkeerde veermechanisme is hierop natuurlijk eveneens van toepassing.

Er wordt in de bovengaande beschrijving van een zouttablet gesproken. Dit kan ook een ander medium zijn dat oplost of zijn sterkte verliest door intredend water, rook en/of warmte. Bijvoorbeeld kan er in 30 plaats van een zouttablet een soort smeltzekering worden ingebouwd.

8

De band 22 kan met klittenband zijn uitgerust of met een metalen klem en/of anderszins op de gordelsluiting 10 zijn aangebracht. De opening en/of openingen voor het intredende water kunnen zich overal in het huis bevinden. De arm 26 van het gordelontgrendelingsmechanisme kan zo zijn 5 uitgevoerd dat de stift 28, aan de zijkant van de ontgrendelingsknop de knop induwt, zodat de gebruiker de knop 8 zelf eveneens kan blijven bedienen.

De veerelementen 16, 31 en 33 zijn uitgevoerd als veren. Dit kunnen uiteraard ook andere veerelementen zijn zoals bijvoorbeeld een 10 materiaal dat een interne elastische vervormbaarheid kent zoals elastiek, rubber en dergelijke. Ook kan het veerelement uit een gascilinder bestaan, die tegen het daarin aanwezige gas is ingedrukt. Ook kan het veerelement uit een set elkaar afstotende magneten bestaan en/of andere elementen bestaan die geschikt zijn om over een lange tijdsduur een kracht te kunnen 15 uitoefenen.

Dergelijke en andere varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

1034480

Claims (8)

1. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20) omvattend een huis (9, 13, 21) een veerelement (16, 31) en een bedieningselement zoals een stift (15, 28. waarbij de stift (15, 28) middels het veerelement (16,21) ten opzichte van het huis (9, 13, 21) verplaatsbaar is en waarbij de beweging van het 5 veerelement (16,21) en de verplaatsing van de stift (15, 28) ten opzichte van het huis (9, 13, 21) door een vast, in water oplosbaar en/of door warmte en/of rook smeltbaar en/of anderszinds zijn sterkte verliezend medium (30) blokkeerbaar is.

2. Ontgrendelingsmechanisme volgens conclusie 1, waarbij de stift 10 (15, 28) ten minste na verplaatsing deels buiten het huis (9, 13, 21) reikt.

3. Ontgrendelingsmechanisme volgens conclusie 1 of 2, waarbij de stift een ten opzichte van het huis (9, 13, 21) externe ontgrendelingsknop kan bedienen.

4. Ontgrendelingsmechanisme volgens één van de voorgaande 15 conclusies, waarbij het medium (30) een zout omvat of daaruit bestaat.

5. Ontgrendelingsmechanisme volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ontgrendelingsmechanisme (1B) in een gesp (14) van een gordel is geïntegreerd.

6. Ontgrendelingsmechanisme volgens één van de conclusies 1-4, 20 waarbij het ontgrendelingsmechanisme een tussengesp (IA) vormt.

7. Ontgrendelingsmechanisme volgens één van de conclusies 1-4, waarbij het ontgrendelingsmechanisme aan een gordelsluiting (10) bevestigbaar is.

8. Werkwijze voor het ontgrendelen van gordels bij calamiteiten omvattend 25 de stappen van: -het voorzien van een door een veerelement (16, 31) verplaatsbaar bedieningselement (15, 28), 1034480 - het aanspannen van het veerelement (16, 31), - het blokkeren van de veer middels een door een vast, in water oplosbaar en/of door warmte en/of rook smeltbaar medium, - het blootstellen van het vaste medium aan water, warmte en/of 5 rook, waardoor het vaste medium bezwijkt en hierdoor het veerelement (16, 31) niet langer blokkeert, - het door de verende werking van het veerelement (16, 31) laten bedienen van een ontgrendelingsknop (8) door het bedieningselement (15, 28) i 1034480