NL2002161C - Ontgrendelingsmechanisme. - Google Patents

Ontgrendelingsmechanisme. Download PDF

Info

Publication number
NL2002161C
NL2002161C NL2002161A NL2002161A NL2002161C NL 2002161 C NL2002161 C NL 2002161C NL 2002161 A NL2002161 A NL 2002161A NL 2002161 A NL2002161 A NL 2002161A NL 2002161 C NL2002161 C NL 2002161C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spring
belt buckle
belt
medium
housing
Prior art date
Application number
NL2002161A
Other languages
English (en)
Inventor
Jolanda Margareta Petronella Berg
Cornelis Stam
Original Assignee
Bin Innovations Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bin Innovations Bv filed Critical Bin Innovations Bv
Priority to NL2002161A priority Critical patent/NL2002161C/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2002161C publication Critical patent/NL2002161C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R22/00Safety belts or body harnesses in vehicles
    • B60R22/32Devices for releasing in an emergency, e.g. after an accident ; Remote or automatic unbuckling devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Automotive Seat Belt Assembly (AREA)

Description

P86665NL00
Titel: Ontgrcndclingsmcchanismc
De uitvinding heeft betrekking op een ontgrendelingsmechanisme, in het bijzonder een gordelontgrendelingsmechanisme voor personenvoertuigen.
Om het ontgrendelen van gordels in noodsituaties te 5 vereenvoudigen bestaan er diverse systemen voor het openen van gordelsluitingen,
Een mechanisme voor het losmaken van gordels wordt bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift US 4 014 080. Hierin wordt een tussenstuk tussen twee gordeleinden ingebracht. Het tussenstuk vormt 10 een soort doos met perforaties. De twee gordeleinden zitten met gordelgespen aan weerszijden van de doos in T-vormige uitsparingen in de dooswand geklemd. Op de gordelgespeinden in de doos zijn twee elementen aangebracht. Het eerste element kan oplossen indien er door de perforaties water in de doos treedt, het andere element kan smelten indien de doos aan 15 warmte wordt blootgesteld. Door het oplossen of smelten van één van de elementen valt de blokkering weg en kan een betreffend gordelgespeinde uit de doos ontsnappen en is de gordel ontgrendeld. Een nadeel van dit systeem is dat het mechanisme apart in de gordel moet worden aangebracht. Bij dit aanbrengen moeten twee speciale gordelgespen met de gordel worden 20 verbonden die voor dit systeem speciaal vervaardigd dienen te worden. Voor de gebruiker kan dit systeem voorts onaangenaam zijn doordat het mechanisme een niet flexibel deel in de gordel vormt waarvoor zeker in personenauto's vaak geen plaats is en bovendien onaangenaam in gebruik is.
25 Een ander gordelontgrendelingsmechanisme wordt in de internationale octrooiaanvrage W096/39062 beschreven. In deze publicatie wordt een gordel beschreven die onder invloed van water wordt 2 losgekoppeld. Hierbij is het mechanisme van sensoren voorzien die, indien ze met water in contact komen een stuursignaal aan een explosieve lading geven die door explosie de gordel ontgrendelt. Dit systeem is complex en er dienen speciaal op het mechanisme aangepaste gordels te worden gebruikt.
5 Voorts is het gebruik van explosieve ladingen in personenvoertuigen niet altijd wenselijk. Ook is de energievoorziening die dit systeem nodig heeft om te kunnen functioneren in noodsituaties niet altijd meer voor handen.
De uitvinding beoogt te voorzien in een ontgrendelingsmechanisme dat de bovenvermelde nadelen niet heeft of ten minste ten dele opheft.
10 Voorts beoogt de uitvinding te voorzien in een ontgrendelingsmechanisme dat eenvoudig te produceren is en bijvoorbeeld gemakkelijk en handig in het gebruik is, stabiel, robuust, duurzaam, betrouwbaar en/of licht is. Tevens beoogt de uitvinding te voorzien in een ontgrendelingsmechanisme dat zonder dat gordels te hoeven worden vervangen en/of aangepast toch in 15 ieder personenvoertuig kan worden aangebracht.
Ten minste één van deze en/of andere doelen wordt bereikt met een ontgrendelingsmechanisme volgens conclusie 1. In de volgconclusies zijn verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding beschreven.
Een eerste aspect van de uitvinding is een 20 ontgrendelingsmechanisme dat een huis, een veerelement en een bedieningselement zoals een stift omvat, waarbij het bedieningselement door middel van het veerelement ten opzichte van het huis verplaatsbaar is en waarbij de beweging van het veerelement en de verplaatsing van het bedieningselement ten opzichte van het huis door een vast, in water 25 oplosbaar en/of door warmte en/of rook smeltbaar en/of anderszins zijn sterkte verliezend medium blokkeerbaar is en waarbij dit medium bijvoorbeeld papier omvat of hieruit bestaat.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in de tekening is weergegeven. In de tekening toont: 3 fig. 1 een perspectivisch in aanzicht van een eerste en een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding met een gordclontgrcndclingsmcchanismc, fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm 5 van het ontgrendelingsmechanisme, fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van het ontgrendelingsmechanisme, fig. 4 een aanzicht in doorsnede van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding, 10 fig. 5 een aanzicht in doorsnede van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 6 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding met een zouttablethouder, fig. 7 een bovenaanzicht in doorsnede van een vierde 15 uitvoeringsvorm van het ontgrendelingsmechanisme volgens de uitvinding, fig. 8A een zijaanzicht in doorsnede langs de lijn B-B van de uitvoeringsvorm uit figuur 7 in een eerste positie, fig. 8B een zijaanzicht in doorsnede langs de lijn B-B van de uitvoeringsvorm uit figuur 7 in een tweede positie, 20 fig. 8C een zijaanzicht in doorsnede langs de lijn B-B van de uitvoeringsvorm uit figuur 7 in een derde positie, fig. 9 een zijaanzicht in doorsnede langs de lijn B-B van de uitvoeringsvorm uit figuur 7 van het huis van het ontgrendelingsmechanisme, 25 fig. 10 een zijaanzicht van het bedieningselement (107), fig. 11 een perspectivisch aanzicht in doorsnede van het ontgrendelingsmechanisme volgens figuur 7 en fig. 12 een perspectivisch aanzicht van het ontgrendelingsmechanisme volgens figuur 7.
4
Opgemerkt wordt dat de tekening slechts een schematische weergave is van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding. In de figuur zijn gelijke of overeenkomstige onderdelen met corresponderende verwijzingscijfers aangegeven.
5 Onder het ontgrendelingsmechanisme dient ten minste te worden begrepen een mechanisme dat een ontgrendeling teweeg brengt bij calamiteiten.
In het perspectivisch aanzicht van figuur 1 worden ontgrendelingsmechanismen IA en 1B getoond. Het mechanisme IA omvat 10 een gordelgesp 5 voor een gordel (niet getoond) met een invoeroog 6 dat in de opneemopening 7 van een huis 9 van het ontgrendelingsmechanisme IA kan worden gebracht. Indien het inbrengoog 6 in de opneemopenning 7 wordt ingebracht kan het inbrengoog 6 in een veerslot van het ontgrendelingsmechanisme vergrendeld worden. Het veerslot kan worden 15 ontgrendeld door het indrukken van de ontgrcndclingsknop 8. Dcrgclijkc ontgrendelingsknoppen zijn in de meeste personenvoertuigen standaard aanwezig op een gordelsluiting 10 voor het vergrendelen van de veiligheidsgordels. Het huis 9 van het ontgrendelingsmechanisme IA is verder voorzien van een huls 12, waardoor een stift 15 kan schuiven.
20 De stift 15 kan door een eerste veer in een ten opzichte van het huis 9 buitenwaartse richting worden bewogen. Deze beweging wordt door een zouttablet 30 geblokkeerd. Het inbrengoog 2 van het ontgrendelingsmechanisme IA kan in een opneemopening 7 van ccn normaal in een personenvoertuig aanwezige gordelsluiting 10 worden 25 gebracht. Indien het inbrengoog 2 ver genoeg in de opneemopening 7 van de gordelsluiting 10 is gebracht wordt het inbrengoog 6 in de gordelsluiting 10 door ccn veerslot vergrendeld. Indien in deze situatie de blokkering door het zouttablet (30)wegvalt, dwingt de eerste veer van het ontgrendelingsmechanisme 9 de stift 15 door de hulst 12 naar buiten. Aan 30 het einde van de stift 15 zit een verbrede knop 4, Door het naar buiten 5 dwingen van de stift 15 duwt de verbrede knop 4 de ontgrendelingsknop 8 van de gordelsluiting 10 in. Hierdoor wordt het veerslot in de gordelsluiting 10 ontgrendeld waardoor het inbrcngoog 2 niet langer in de gordelsluiting 10 is vergrendeld en uit de opneemopening 7 kan worden gebracht. Hierdoor 5 kan de gordelverbinding worden verbroken.
De blokkering van het zouttablet (30) kan worden opgeheven doordat het zouttablet (30) oplost in het water dat het huis 9 van het ontgrendelingsmechanisme IA binnentreedt. Hierdoor kan in een personenvoertuig bij binnentredend water automatisch de vergrendeling 10 van de veiligheidsgordels van de passagiers worden opgeheven.
Aldus kan het ontgrendelingsmechanisme IA een tussengesp tussen de in de auto aanwezige gordelsluiting 10 en de in de auto aanwezige gordel met gordelgesp 5 vormen.
Figuur 1 geeft tevens een ontgrendelingsmechanisme 1B weer. In 15 dit mechanisme is de standaard cn/of normale gordelsluiting 10 onveranderd. De gordelgesp 14 van de gordel (niet getoond) is in dit geval uitgevoerd met een ontgrendelingsmechanisme. Hierbij omvat de gordelgesp 14 een uitsparing 15 voor het aanbrengen van de gordel. Voorts omvat de gordelgesp 14 een huis 13 waarin een sleuf 18 is aangebracht. In de sleuf 18 20 kan een pal 17 schuiven. De pal 17 is aan een stift 15 bevestigd, die door veer 16 kan worden bewogen. De stift 15 is geleidend in een huls 12 in het huis 13 van de gordelgesp 14 aangebracht. De pal 17 staat toe dat de stift 15 over de lengte van sleuf 18 heen en weer kan bewegen. De beweging van de veer 16, de pal 17 en de stift 16 wordt geblokkeerd door een zouttablet.
25 Zolang het zouttablet (30)intact is bevindt stift 15 zich zover in het huis 13 van de gordelgesp 14 dat het inbrengoog 11 van de gordelgesp 14 in de sluiting 7 van de gordelsluiting 10 kan worden aangebracht.
Indien het zouttablet (30)niet meer intact is worden de veer 16 en de beweging van de stift 15 niet langer geblokkeerd. De veer 16 kan de stift 30 15 in de richting van de ontgrendelingsknop 8 van de gordelsluiting 10 6 drukken. Indien de gordelgesp 14 met het inbrengoog 11 zich in de sluiting 7 bevindt kan de stift 15 onder werking van veer 16 de ontgrendelingsknop 8 in drukken en zo de veer sluiting van de gordclsluiting 10 ontgrendelen. Hierdoor kan het inbrengoog 11 van de gordelgesp 14 uit de gordelsluiting 5 10 ontsnappen en is de gordel ontgrendeld.
Figuur 2-6 geven een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding weer. Hierbij kan het ontgrcndclingsmcchanismc 20 op een normale cn/of standaard gordelsluiting 10 van een veiligheidsgordel G worden aangebracht. Het mechanisme 20 kan bijvoorbeeld met een band 22 of 10 anderszins om het huis van de gordelsluiting 10 worden bevestigd. Het ontgrcndclingsmcchanismc 20 omvat een beweegbare knop 25 met een arm 26 en een stift 28. Het mechanisme 20 omvat voorts een ingang 23 waardoor water kan binnentreden. Het mechanisme kan daarnaast een haak 24 omvatten voor het op zijn plaats houden van het mechanisme 20 ten 15 opzichte van de gordclsluiting.
De beweegbare knop 25 kan door een eerste veer 31 worden bewogen. Deze beweging kan door een zouttablet 30 worden geblokkeerd. Het zouttablet (30) bevindt zich in een tablethouder 29. Onder het zouttablet (30) bevindt zich een plateau 34, waartegen de veer 31 steunt. De 20 tablethouder 29 is met het subframe 32 verbonden en kan langs het plateau 34 en de met het huis verbonden schouders 37 naar beneden schuiven. Het plateau 34 steunt aan de bovenzijde tegen de schouders 37. De veer 31 steunt aan de onderzijde tegen de wand 36 van het subframe 32. Indien het zouttablet 30 door intredend water oplost, verliest dit tablet zijn sterkte en 25 bezwijkt onder de kracht van de veer 31. De veer 31 die aan de bovenzijde tegen het tableau 34 steunt dat op zijn beurt tegen de schouders 37 van het huis 21 steunt, drukt ten opzichte van het huis het subframe 32 naar beneden. Met het subframe gaan ook de arm 38, de knop 25, de arm 26 en de stift 28 naar beneden. Door het neerwaarts bewegen van de stift 28 kan 30 de ontgrendelingsknop 8 van een gordelsluiting 10 worden ingedrukt 7 waardoor een inbrengoog 6 van een gordelgesp 5 in de gordelsluiting wordt ontgrendeld.
Tijdens het oplossen van het zouttablct 30 en het naar beneden bewegen van het subframe 32, dwingt de veer 31 de veer 33 tot indrukken.
5 Het spreekt voor zich dat de veerkracht van de veer 31 groter is dan die van de veer 33 om de ontgrendelende werking te kunnen bewerkstelligen.
De tablcthoudcr 29 kan zijn voorzien van uitsparingen 39 waardoor de met het huis 21 verbonden schouders 37 kunnen reiken. Hierdoor kan de tablethouder 29 ten opzichte van het huis 21 bewegen terwijl de schouders 10 het plateau ten opzicht van het huis op zijn plaats kunnen houden.
Indien de knop 25 door de gebruiker wordt ingedrukt beweegt het subframe 32, de tablethouder 29, het zouttablet 30, het plateau 34, de veer 31, de arm 38 van het subframe 32, de arm 26 en de stift 28 naar beneden. Op deze wijze kan de gebruiker de knop 25 induwen waardoor de stift 28 15 een ontgrcndclingsknop 8 van ccn gordelsluiting 10 kan indrukken.
Hierdoor kan de gordelsluiting 10 het eventueel daarin aanwezige inbrengoog 6 van de gordelgesp 5 ontgrendelen. Tijdens het indrukken van de beweegbare knop 25 word de tweede veer 33 ingedrukt. Indien de gebruiker geen kracht meer op de beweegbare knop 25 uitoefent, dwingt de 20 tweede veer 33 het subframe weer in zijn oorspronkelijke positie. Hierdoor gaan via de arm 38 van het subframe 32 ook de beweegbare knop 25, de arm 26 en de stift 28 mee omhoog waardoor de stift 28 niet langer een ontgrcndclingsknop 8 van ccn gordelsluiting 10 indrukt. Dc gordelsluiting 10 kan in deze situatie weer gewoon een inbrengoog 6 van een gordelgesp 5 25 ontvangen en vergrendelen.
Figuur 7 toont een bovenaanzicht in doorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van het ontgrcndclingsmcchanismc volgens dc uitvinding.
In deze figuur is het ontgrendelingsmechanisme 100 met een gespklip 101 verbonden. Deze gespklip 101 kan om een willekeurige 30 gordelgesp 14 van een veiligheidsgordel G worden geklemd. Hierbij is het 8 huis 105 van het ontgrendelingsmechanisme 100 ten opzichte van de hartlijn H van de gordelgesp 14 asymmetrisch aan de zijkant van de gcspklip 101 bevestigd. Door deze asymmetrische uitvoering kan een gebruiker de ontgrendelingsknop 8 bedienen zonder daarbij door het 5 ontgrendelingsmechanisme 100 te worden gehinderd.
In de gespklip 101 bevindt zich een uitsparing 102 met een vernauwde sectie 103. De uitsparing en de vernauwing 102 zijn zodanig gedimensioneerd dat deze gespklip 101 stevig om een gordelgesp 14 van een veiligheidsgordel G past. Daartoe kunnen bijvoorbeeld de klemdelen 103A 10 en 103B klemmend in een gordeldoorvoeruitsparing of in het inbrengoog 6 van een gordelgesp 14 aangrijpen. Hierdoor kan de gespklip 101 op vele uitvoering van gordelgespen 14 worden bevestigd, zoals bijvoorbeeld gespen waarbij er zich een of meer bochten tussen het metaal van het invoeroog 6 en het lichaam 6a van de gesp 14 bevindt.
15 Voorts is het ontgrendelingsmechanisme 105 op andere gespklips 101 te plaatsen, waardoor het mechanisme standaard kan worden uitgevoerd en alleen de gespklips 101 gespspecifiek kunnen worden uitgevoerd. Hierbij kunnen de gespklip 101 en het ontgrendelingsmechanisme 100 als een met elkaar bevestigbare set worden 20 uitgevoerd. Hierbij kan, voor een afwijkende gordelgesp een alternatieve, daarop aangepaste gespklip worden uitgevoerd. Hierdoor kan het ontgrendelingsmechanisme als een standaard worden uitgevoerd, waarbij er een setje uiteenlopende gespklips worden geleverd. Hierbij is een duurzame, en bij voorkeur eenmalig vast te maken en daarna niet meer losmaakbare 25 verbinding van voordeel. Dit omdat het losraken van het ontgrendelingsmechanisme 105 van de gespklip 101 ongewenst is en gevaarlijke situaties kan genereren.
Hierbij kan de gespklip als slanke constructie worden uitgevoerd, waardoor de belemmering voor de normale bediening kan worden 30 geminimaliseerd.
9
Zoals in figuur 8A getoond, bevindt zich in een normale toestand in het huis 106 van het ontgrendelingsmechanisme 100 een gespannen veer 120. Deze veer is gespannen tussen aan de ene zijde een in het huis 106 draaibaar bevestigd steunelement 108 en aan de andere zijde een in 5 normale toestand geblokkeerd bedieningselement 107. Binnen de veer 120 is een stift 109 aangebracht. Deze stift 109 is voorzien van een eerste sectie 112 en een tweede sectie 113. De tweede sectie 113 heeft een grotere diameter dan de eerste sectie 112 en deze sectie 113 verjongt doormiddel van een ringvormige schouder 111. Hierbij vormt de schouder 111 de 10 overgang tussen de eerste sectie 112 met een relatief kleinere diameter en de tweede sectie 113 met een relatief grotere diameter.
Het uiteinde van de stift 109 is met de eerste sectie 112 in het steunelement 108 opgenomen en reikt door dit steunelement 108. Met behulp van een slotring 110 is de stift 109 in het steunelement 108 geborgd. 15 Aangezien het steunelement 108 draaibaar in het huis 106 is bevestigd kan de stift 109 ten opzichte van het huis 106 eveneens enigszins draaien.
Dit draaien kan worden tegengegaan door het deksel 117 dat met kraag 117a om het uiteinde van de tweede sectie 113 van de stift 109 is geklemd. Dit deksel 117 is met relatief weinig kracht van het uiteinde 113 20 en van het huis 106 losneembaar.
Om de stift is voorts een huls 114 aangebracht die aan een eerste zijde voorzien is van een uitstekende buitenrand 116 en die aan de andere zijde is voorzien van ten minst één ontsnappingspal 115. De huls 114 past in een uitsparing 107a van het bedieningselement 107, waarbij de uitstekende 25 buitenrand 116 van de huls 114 het bedieningselement 107 op zijn plaats kan houden.
De ten minste ene ontsnappingspal 115 grijpt aan op de schouder 111 van de stift 113 en wordt daarbij geborgd door het medium 119. Doordat de veer 120 tegen het bedieningselement 107 drukt dat wordt 30 tegengehouden door de uitstekende rand 116 van de huls 114, die op zijn 10 beurt weer op zijn plaats wordt gehouden door de ontsnappingspallen 115 die wederom door het medium 119 worden geborgd, wordt de veer 120 in gespannen toestand geblokkeerd.
Verliest nu het medium 119 zijn structurele integriteit, 5 bijvoorbeeld doordat het met water in aanraking komt, dan zijn de ontsnappingspallen 115 niet langer geborgd. Hierdoor wordt de huls 114 en het bcdicningsclcmcnt 107 niet langer vergrendeld en worden door de veer 120 buitenwaarts uit het huis gedwongen, zoals wordt weergegeven in de figuren 8B en 8C.
10 Doordat het bedieningselement met de ten minste ene pal 122 is uitgerust die in ten minste een aan de binnenzijde van het huis 105 aangebrachte loopbaan 118 wordt geleid, kan de beweging van het bedieningselement 107 worden vastgelegd.
In figuur 9 is het bedieningselement 107 ter verduidelijking 15 weggelaten en is een loopbaan 118 zichtbaar. Deze loopbaan 118 is uitgerust met een eerste sectie 118A en een tweede sectie 118B.
De eerste sectie 118a van de loopbaan 118 is in een richting Ll aangebracht waarbij de richting Ll een richtingscomponent D dwars op de initiële vccrrichting V heeft. Door deze sectie wordt de pal 122 en het 20 bedieningselement 107 enigszins zijwaarts gedwongen tijdens het zich ontspannen van de veer 120.
De tweede sectie 118B van de loopbaan 118 is in een richting L2 aangebracht, waarbij deze richting in hoofdzaak overeenstemt met de richting van de hartlijn H van de gordelgesp 14 van de veiligheidsgordel.
25 Raakt nu een voertuig te water, en treedt dit water in het voertuig binnen, dan kan er ook water in het ontgrendelingsmechanisme 100 treden.
Het medium, in dit geval een papieren huls 119 verliest zijn structurele integriteit en bezwijkt, waardoor de huls de ten minste ene ontsnappingspal 122 niet langer kan borgen. De veerkracht van de 11 gespannen veer 120 dwingt nu de huls 114 en het bedieningselelement 107 uit het huis 106.
Hoewel het ontgrcndclingsmcchanismc 100 ten opzichte van de hartlijn H van de gordelgesp 14 zijwaarts is geplaatst, kan het 5 bedieningselement 107 door de eerste zijwaartse beweging zich naar de ontgrendelingsknop 8 van de gordelsluiting 10 bewegen en vervolgens in een tweede beweging in de richting van de hartlijn H van de gordelgesp 14 de bedieningsknop 8 induwen, waardoor de gordelgesp 14 in de gordelsluiting wordt ontgrendeld. Hierdoor kan een gebruiker in een voertuig dat te water 10 raakt, niet langer door de veiligheidsgordel G worden gehinderd in het uit het voertuig ontsnappen.
Aldus is in een ontgrendelingsmechanisme 100 voorzien dat tijdens het normale gebruik van een veiligheidsgordel G zich niet voor de ontgrendelingsknop 8 van een gordelsluiting 10 bevindt, en indien het 15 voertuig te water raakt, toch veilig en betrouwbaar de ontgrcndcling van de veiligheidsgordel G teweeg kan brengen.
De gespklip 101 is hierbij zodanig gedimensioneerd dat deze op de meeste gordelgespen past zonder te hoeven worden aangepast. Hierdoor is het ontgrcndclingsmcchanismc 100 bij diverse voertuigen toe te passen 20 zonder of met geringe modificaties.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier besproken uitvocringsvoorbccldcn. Zo kan het ontgrcndclingsmcchanismc bijvoorbeeld voorzien zijn van een tweede zouttablet of slijtcapsule. Deze 25 capsule en/of tablet heeft de zelfde werking als het eerste zouttablet, hij bezwijkt alleen eerder, waardoor het mechanisme niet meer werkt. Hierdoor zou in vochtige omgeving kunnen worden voorkomen dat het zouttablet 30 zijn sterkte verliest waardoor het ontgrendelingsmechanisme op een ongewenst moment de veiligheidsgordels ontgrendelt, Bij de slijtcapsule kan 30 een indicatie worden geactiveerd, bijvoorbeeld doordat er een gekleurd 12 element tevoorschijn komt en/of zichtbaar wordt dat de gebruiker waarschuwt dat het zouttablet (30) aan vervanging toe is. Deze indicatie kan op dezelfde wijze met een door de slijtcapsulc geblokkeerde veer worden geactiveerd.
5 De bovengenoemde uitvoeringsvorm zijn beschreven als ontgrendelingsmechanismen voor veiligheidsgordels in personenvoertuigen. Het mechanisme kan ook voor veiligheidsgordels in andere voertuigen, vliegtuigen, helikopters, reddingsboten en/of andere voer-, vaar- en/of vliegtuigen worden toegepast.
10 Het principe kan ook bij autogordels worden toegepast waarvan de gordclsluiting een ontgrcndclingsknop aan de zijkant van de gordclsluiting. Hierbij spreekt het voor zich dat dan de beweging van het bedieningselement zodanig is gericht dat deze in de richting van het indrukken van de ontgrendelingsknop van de gordelsluiting is gericht.
15 Het principe kan niet alleen voor gordels worden toegepast maar eveneens in ontgrendelingsmechanismen voor deuren ramen en andere potentiële uitgangen van ruimtes waarin verdrinkings-, verstikkings- en/of verbrandingsgevaar schuilt.
Van een te water geraakte auto, zijn vaak de deuren moeilijk te 20 openen en veelvuldig zelfs op slot. Een dergelijke ontgrendeling met een door een zouttablet en/of een papieren huls geblokkeerde veermechanisme is hierop natuurlijk eveneens van toepassing.
Er wordt in de bovengaande beschrijving van een zouttablet en/of een papieren huls gesproken. Dit kan ook een ander medium zijn dat oplost 25 of zijn sterkte verliest door intredend water, rook en/of warmte. Bijvoorbeeld kan er in plaats van of tezamen met een zouttablet en/of een papieren huls een soort smcltzckcring worden ingebouwd.
De band 22 kan met klittenband zijn uitgerust of met een metalen klem en/of anderszins op de gordelsluiting 10 zijn aangebracht. De opening 30 en/of openingen voor het intredende water kunnen zich overal in het huis 13 bevinden. De arm 26 van het gordelontgrendelingsmechanisme kan zo zijn uitgevoerd dat de stift 28, aan de zijkant van de ontgrendelingsknop de knop induwt, zodat de gebruiker de knop 8 zelf eveneens kan blijven bedienen.
5 De veerelementen 16, 31, 33 en 120 zijn uitgevoerd als veren. Dit kunnen uiteraard ook andere veerelementen zijn zoals bijvoorbeeld een materiaal dat een interne elastische vervormbaarheid kent zoals elastiek, rubber en dergelijke. Ook kan het veerelement uit een gascilinder bestaan, die tegen het daarin aanwezige gas is ingedrukt. Ook kan het veerelement 10 uit een set elkaar afstotende magneten bestaan en/of andere elementen bestaan die geschikt zijn om over een lange tijdsduur een kracht te kunnen uitoefenen.
Dergelijke en andere varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord 15 in de hiernavolgende conclusies.

Claims (16)

1. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) omvattend een huis (9,13, 21,105) een veerelement (16, 31,120) en een bedieningselement zoals een stift (15, 28,107) waarbij het bedieningselement (15, 28,107) door middel van het veerelement (16, 21, 120) ten opzichte van het huis (9, 13, 5 21,105) verplaatsbaar is en waarbij de beweging van het veerelement (16, 21,120) en de verplaatsing van het bedieningselement (15, 28, 107) ten opzichte van het huis (9, 13, 21, 105) door een vast, in water oplosbaar en/of door warmte en/of rook smeltbaar en/of anderszins zijn sterkte verliezend medium (30, 119) blokkeerbaar is en waarbij dit medium bij voorkeur papier 10 omvat of hieruit bestaat.
2. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens conclusie 1, waarbij het bedieningselement (15, 28,107) ten minste na verplaatsing deels buiten het huis (9, 13, 21, 105) reikt.
3. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens conclusie 1 of 15 2, waarbij het bedieningselement (15, 28,107) een ten opzichte van het huis (9, 13, 21, 105) externe ontgrendelingsknop kan bedienen.
4. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens een der voorgaande conclusies waarbij het bedieningselement (107) ten minste één pal (122) omvat die door ten minste één in het huis (105) aangebrachte 20 loopbaan (118) geleidbaar is.
5. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens conclusie 4, waarbij de ten minst ene loopbaan (118) een eerste sectie (118A) en een tweede sectie (118B) omvat, waarbij een loopbaanrichting (LI) van de eerste sectie (118A) en een loopbaanrichting (L2) van de tweede sectie (118B) 25 onder een hoek zijn aangebracht.
6. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens conclusie 5, waarbij de loopbaanrichting (LI) een ten opzicht van een initiële veerrichting (V) en/of ten opzichte van de hartlijn H van een gordelgesp (14) een dwarse richtingscomponent (D) omvat en de loopbaanrichting (L2) een ten opzichte van de initiële veerrichting (V) en/of ten opzichte van de hartlijn H van een gordelgesp (14) in hoofdzaak parallel loopt, waarbij het 5 bedieningselement (107) na bezwijken van het medium (30,119) door het veerelement (120) in een ten opzichte van de initiële veerrichting (V) en/of ten opzichte van de hartlijn H van de gordelgesp (14) deels zijwaartse bewegingsriching (Ll) en vervolgens in een in hoofdzaak aan de initiële veerrichting (V) en/of de hartlijn H van de gordelgesp (14) parallelle 10 bewegingsrichting (L2) uit het huis (105) dwingbaar is.
7. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ontgrendelingsmechanisme aan een gordelsluiting (10) of een gordelgesp (14) bevestigbaar is.
8. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens een der 15 voorgaande conclusies waarbij het medium (119) een hulsvorm omvat.
9. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens conclusie 8, waarbij ten minste één ontsnappingspal (115) door de hulsvorm van het medium (119) omgeven is en hierdoor borghaar is en waarbij de ten minste ene ontsnappingspal (115) het veerelement (120) blokkeert.
10. Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens conclusie 9, waarbij de ten minste ene ontsnappingspal (115) na het bezwijken van het medium (119) zijn borging verliest en het veerelement (120) niet langer blokkeert.
11 Ontgrendelingsmechanisme (IA, 1B, 20,100) volgens een der 25 voorgaande conclusies, waarbij het mechanisme een gordelgespklem (101) omvat die om een gordelgesp (14) van bij voorkeur een veiligheidsgordel G klikbaar is, waarbij het huis (106) ten opzichte van de hartlijn (H) van de gordelgesp (14) asymmetrisch aan een zijde is bevestigd.
12. Werkwijze voor het ontgrendelen van gordels bij calamiteiten 30 omvattend de stappen van: - het voorzien van een door een veerelement (16, 31,120) verplaatsbaar bedieningselement (15, 28), - het aanspannen van het veerelement (16, 31,120), - het blokkeren van de veer middels een door een vast, in water 5 oplosbaar en/of door warmte en/of rook smeltbaar medium (30, 119), bij voorkeur papier omvattend of hieruit bestaand, - het blootstellen van het vaste medium aan water, warmte cn/of rook, waardoor het vaste medium (30,119) bezwijkt en hierdoor het veerelement (16, 31,120) niet langer blokkeert, 10. het door de verende werking van het veerelement (16, 31) laten bedienen van een ontgrendelingsknop (8) door het bedieningselement (15, 28,107)
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het medium (30,119) voorafgaand aan het bezwijken en/of in normale gebruikstoestand een 15 hulsvorm omvat en een ontsnappingspal (115) borgt,
14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, waarbij na het bezwijken van het medium (120) een bedieningselement (107) een ten opzichte van een initiële veerrichting (V) deels dwarse, zijwaartse beweging uitvoert en vervolgens een beweging in hoofdzaak in de richting van de initiële 20 veerrichting (V) uitvoert.
15. Gespklip (101), geschikt voor het erop aanbrengen en bevestigen van een ontgrendelingsmechanisme (105), waarbij de gespklip (101) een uitsparing (102) omvat die om een gordelgesp van bijvoorbeeld een veiligheidsgordel (G) bevestigbaar is.
16. Gespklip (101), volgens conclusie 15, waarbij de uitsparing (102) om een gordeldoorvoeropening en/of om het inbrengoog (6) van een gordelgesp (14) bevestigbaar is.
NL2002161A 2008-10-31 2008-10-31 Ontgrendelingsmechanisme. NL2002161C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002161A NL2002161C (nl) 2008-10-31 2008-10-31 Ontgrendelingsmechanisme.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002161 2008-10-31
NL2002161A NL2002161C (nl) 2008-10-31 2008-10-31 Ontgrendelingsmechanisme.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002161C true NL2002161C (nl) 2010-05-04

Family

ID=40790410

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002161A NL2002161C (nl) 2008-10-31 2008-10-31 Ontgrendelingsmechanisme.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2002161C (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1565373A (nl) * 1967-11-23 1969-05-02
FR2264691A1 (en) * 1974-03-20 1975-10-17 Caradec Alain Safety release device for safety belt - has attachment plates secured by blocks disintegrating due to heat or water
FR2299183A2 (fr) * 1975-01-28 1976-08-27 Caradec Alain Dispositif permettant la separation
EP0032773A1 (en) * 1980-01-18 1981-07-29 José Bron A lock
US4532681A (en) * 1981-03-23 1985-08-06 Baker Edward H Restraining belts
US4715096A (en) * 1986-07-10 1987-12-29 Fleming Joseph A Thermally actuated seat belt fastener
NL1034480C2 (nl) * 2007-10-05 2009-04-07 Bin Innovations Bv Ontgrendelingsmechanisme.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1565373A (nl) * 1967-11-23 1969-05-02
FR2264691A1 (en) * 1974-03-20 1975-10-17 Caradec Alain Safety release device for safety belt - has attachment plates secured by blocks disintegrating due to heat or water
FR2299183A2 (fr) * 1975-01-28 1976-08-27 Caradec Alain Dispositif permettant la separation
EP0032773A1 (en) * 1980-01-18 1981-07-29 José Bron A lock
US4532681A (en) * 1981-03-23 1985-08-06 Baker Edward H Restraining belts
US4715096A (en) * 1986-07-10 1987-12-29 Fleming Joseph A Thermally actuated seat belt fastener
NL1034480C2 (nl) * 2007-10-05 2009-04-07 Bin Innovations Bv Ontgrendelingsmechanisme.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3013436B1 (en) Fall arrester
US9610917B2 (en) Restraint system with dual release mechanisms
EP2774130B1 (en) Alarm system
JP2003534586A (ja) 1つの部分から成る盗難抑止装置
NL1034480C2 (nl) Ontgrendelingsmechanisme.
US8336663B2 (en) Adaptive seatbelt apparatus
US4132093A (en) Security device for trailer coupling pin
US4738126A (en) Releasable locking device
NL2002161C (nl) Ontgrendelingsmechanisme.
US9796363B2 (en) Brake pedal assembly
US8127409B2 (en) Safety belt release mechanism
US7941902B1 (en) Safety belt release mechanism
GB2172493A (en) Safety belt location device
EP2673184B1 (en) A self-releasable safety belt
US20180056934A1 (en) Resettable Load-Limiting Adaptive Seatbelt Apparatus
JPS6228887Y2 (nl)
US4075741A (en) Automatically disengagable safety buckle
JP2002517266A (ja) シートベルト用バックル
JPH044914Y2 (nl)
US10507778B2 (en) Coupling-releasing device for airbag actuator cable for vehicles with two or more wheels
JP3468361B2 (ja) バスの非常口シートに使用されるシート・ロック
JPS62198548A (ja) シ−トベルト装置
JPS6378846A (ja) 脱出装置付シ−トベルト
JPH0757594B2 (ja) シートベルト装置
NL1028610C1 (nl) Inrichting voor het ontgrendelen van een veiligheidsriem in een noodsituatie.

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20110125

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20161101