NL1034477C2 - Houder voor vet of olie en het gebruik daarvan in een frituurinrichting. - Google Patents

Houder voor vet of olie en het gebruik daarvan in een frituurinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1034477C2
NL1034477C2 NL1034477A NL1034477A NL1034477C2 NL 1034477 C2 NL1034477 C2 NL 1034477C2 NL 1034477 A NL1034477 A NL 1034477A NL 1034477 A NL1034477 A NL 1034477A NL 1034477 C2 NL1034477 C2 NL 1034477C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pan
holder
frying
oil
container
Prior art date
Application number
NL1034477A
Other languages
English (en)
Inventor
Joseph Hoogendijk
Original Assignee
Joseph Hoogendijk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Joseph Hoogendijk filed Critical Joseph Hoogendijk
Priority to NL1034477A priority Critical patent/NL1034477C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1034477C2 publication Critical patent/NL1034477C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J36/00Parts, details or accessories of cooking-vessels
    • A47J36/02Selection of specific materials, e.g. heavy bottoms with copper inlay or with insulating inlay
    • A47J36/022Cooking- or baking-vessels or supports thereof for using only once
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J37/00Baking; Roasting; Grilling; Frying
    • A47J37/12Deep fat fryers, e.g. for frying fish or chips
    • A47J37/1276Constructional details
    • A47J37/129Frying vessels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Frying-Pans Or Fryers (AREA)

Description

t
HOUDER VOOR VET OF OLIE EN HET GEBRUIK DAARVAN IN EEN FRITUURINRICHTING
5
De onderhavige uitvinding betreft een houder voor vet of olie en het gebruik daarvan in een frituurinrichting.
Volgens de algemeen bekende stand der techniek, voor zover die bekend is aan de onderhavige uitvinders, wordt het 10 frituren van voedsel altijd op conventionele wijze gedaan.
Dit houdt in, dat een frituurinrichting veelal uitneembaar of vast een pan omvat. Een verwarmingselement werkt in op vet of olie of een andere substantie in de pan. Soms werkt het element direct in op de substantie in de pan, en in andere 15 bekende uitvoeringsvormen van de bekende technieken werkt het verwarmingselement in op de pan om indirect het vet, de olie of de andere substantie in de pan te verwarmen.
In bepaalde toepassingen is de frituurinrichting voorzien van een deksel, mogelijk met een filter, om luchtjes tegen te 20 houden. Vet of olie, zoals frituurvet, slaolie, olijfolie, etc. wordt vanuit een container in de pan van de frituurinrichting gedaan en opgewarmd tot een voor frituren geschikte temperatuur. Na enkele malen gebruik moet het frituurvet echter vaak vervangen worden. De pan moet dan uit 25 de frituurinrichting worden genomen en het vet of de olie moet dan worden verwijderd. Als het vet in de tussentijd is gestold, moet het eerst worden opgewarmd om het los te maken uit de pan. Als het vet of de olie (nog) vloeibaar is, kan het uit de pan worden gegoten of in sommige toepassingen is 30 een afsluitbare uitgang verschaft, waarlangs het vet of de olie uit de pan van de frituurinrichting kan stromen. In een dergelijke of andere toepassing is het mogelijk dat de pan een vast onderdeel van de frituurinrichting uitmaakt. Bij het 1034477 2 uitschenken of openen van een afsluitbare doorgang (uitgang) moet wél uitermate voorzichtig te werk worden gegaan - soms is het vet of de olie of andere substantie immers nog heet of weer verhit om het afdoende vloeibaar te zijn of maken om 5 uitgegoten te kunnen worden. Daarna moet de pan in het bijzonder en mogelijk ook de hele frituurinrichting worden gereinigd. Dit is alles bij elkaar een vervelende klus.
Voor veel consumenten is het moeten reinigen van de pan en mogelijk ook de hele frituurinrichting een aanzienlijke 10 drempel voor het verwisselen van het frituurvet of de olie. Dit komt de kwaliteit van het vet of de olie niet ten goede, en dat heeft evidente gevolgen voor de kwaliteit van het voedsel dat met het vet of de olie wordt bereid.
Met de onderhavige uitvinding is beoogd de nadelen van de 15 bekende techniek te verhelpen of althans te verlichten, waartoe een houder en/of samenstel volgens ten minste een van de conclusies 1 en 2 is verschaft.
De houder, al dan niet in een samenstel, kan gemakkelijk worden verwijderd uit de frituurinrichting na een op voorhand 20 bepaald aantal malen gebruik. Er kunnen ook indicatoren worden gebruikt om te bepalen, wanneer het frituurvet of de olie moet worden vervangen. Doordat de omhulling, die volgens de onderhavige uitvinding wordt gebruikt voor het bevatten van het vet of de olie, in een enkele handeling te 25 verwijderen is, en kan worden vervangen door een andere omhulling met daarin nieuw vet of olie, is het gemak bij het verwisselen van vet of olie aanzienlijk verbeterd. Ten overvloede wordt hierbij opgemerkt dat de omhulling derhalve in gebruik tijdens het frituren of bereiden van voedsel, deel 30 gaat uitmaken van de frituurinrichting. Dit betekent eenvoudigweg, dat als het vet of de olie moet worden verwisseld, geen oplossing gevonden hoeft te worden om het vet of de olie af te voeren. Veel consumenten gebruiken daar 3 volgens de oude bekende techniek oude melkpakken of iets dergelijks voor. Ook worden wel de verpakkingen (grote kunststof flessen) van nieuw vet of olie gebruikt voor het afvoeren van oud vet of olie, maar dan moet voor of het oude 5 vet of olie, of voor het nieuwe vet of olie een tussentijdse opslag worden verschaft, hetgeen het proces van vervanging niet ten goede komt. Deze melkpakken of vet of olie bevattende flessen zijn veelal niet geschikt om daarin hete of warme vloeistoffen of substanties te doen, en kunnen 10 smelten in de warmte van af te voeren vet of olie, hetgeen tijdens het afvoeren gevaren op kan leveren. In tegenstelling biedt de onderhavige uitvinding de mogelijkheid om het vet of de olie, en wel tot een hanteerbare temperatuur afgekoeld, en nog altijd in de omhulling volgens de onderhavige uitvinding, 15 uit de frituurinrichting te nemen en als zodanig (omhulling met daarin gebruikt vet of olie) als vuilnis te verwerken.
Het verwijderen van vet of olie kan in ieder geval gebeuren als het vet of de olie is afgekoeld sinds het laatste gebruik, en daarin schuilt een aanzienlijke verbetering met 20 betrekking tot de veiligheid: er hoeft geen warme of zelfs hete substantie te worden gehanteerd tijdens het verwijderen van oud vet of olie. Gebruikte vetten of oliën kunnen ook worden verwerkt tot bio-brandstoffen, en het gemak om de voor het bereiden van voedsel gebruikte substanties voor 25 hergebruik te verwerken wordt vergroot doordat de substanties in de houder voor verwerking aan te bieden zijn, zonder hiertoe lege melkkartons of ander als afval aan te merken voortbrengselen te hoeven benutten.
De onderhavige uitvinding kent vele uitvoeringsvormen, 30 waarvan er enkele geprefereerd zijn, zoals die zijn gedefinieerd in de afhankelijke conclusies 3-12.
Zo is het mogelijk, dat de omhulling is vervaardigd uit plooibaar materiaal, dat plooit in overeenstemming met de 4 binnenvorm van de pan. Onder invloed van vloeibaar vet of olie zal de omhulling uit plooibaar materiaal stevig tegen de binnenwand van de pan worden gedrukt om een goede thermische overdracht vanaf het verwarmingselement te kunnen blijven 5 bewerkstelligen.
Het materiaal, waaruit de omhulling is vervaardigd, is bij voorkeur bestand tegen mechanische inwerking door een frituurmand. Veelal is een frituurmand in een frituurinrichting uitneembaar en daarna weer terug in de 10 frituurinrichting te plaatsen. Het dient voorkomen te worden dat het materiaal van de omhulling schade kan ondervinden, wanneer de frituurmand in de frituurinrichting wordt geplaatst, en het materiaal dient zodanig gekozen te worden, dat het tegen mechanische inwerking van de frituurmand is 15 opgewassen. Soms is een soort liftinstallatie in de frituurpan verschaft, waarmee schade aan de houder al effectief kan worden voorkomen. Voor de vakman vergt het geen enkele inventieve arbeid om een geschikt materiaal te vinden, als mechanische inwerking door een frituurmand op de houder 20 een probleem zou kunnen vormen, bijv. als er geen liftinstallatie voor het liften van de frituurmand is of als deze contact tussen de mand en de houder niet met zekerheid kan uitsluiten.
Hetzelfde geldt voor de warmtebestendigheid van het 25 materiaal van de omhulling. Het verwarmingselement van een frituurinrichting kan temperaturen genereren van wel 300° tot 400°C of mogelijk zelfs hoger. Het is zeker niet de bedoeling, dat het materiaal van de omhulling op destructieve wijze wordt aangetast bij de door het verwarmingselement 30 veroorzaakte temperaturen. Ook hiervoor is een geschikte materiaalkeuze ruim binnen het bereik van de vakman, die hiertoe, voor het maken van een gepaste keuze, geen enkele inventieve arbeid hoeft te verrichten. Het kiezen van een 5 bestendig materiaal is slechts een kwestie van het maken van een geschikte keuze. Opgemerkt wordt dat dit geenszins een beperking van de onderhavige uitvinding oplevert; ook als een systeem van geleidelijke verwarming wordt toegepast om de 5 houder niet bloot te stellen aan hogere temperaturen dan bijv. 200°C of 250°C voldoet de houder nog aan de uitvindingsgedachte volgens de conclusies in brede zin van de onderhavige uitvinding.
Volgens de uitvinding kan verder een inzetstuk worden 10 verschaft voor het tegen de binnenwand van de pan opspannen van de omhulling. Met een vloeibare substantie zal de houder, als die zakvormig of althans plooibaar is, veelal zonder inzetstuk wel goed tegen de binnenwand van de pan worden gedrukt. Daarentegen kan met een inzetstuk een goed contact 15 met de binnenwand van de pan worden verbeterd, als niet bewerkstelligd, om daarmee een goede thermische overdracht van warmte naar het vet of olie te bewerkstelligen. Opgemerkt wordt dat het materiaal van de houder ook kan worden geselecteerd op adequate warmte-overdracht-karakteristieken. 20 Een dergelijk inzetstuk kan expandeerbaar of comprimeerbaar zijn om zich aan te passen aan de binnenvorm van de pan. Dit is uitermate gunstig, omdat pannen van verschillende frituurinrichtingen van afzonderlijke producenten verschillende binnenvormen kunnen hebben. Aldus kan worden 25 voorkomen dat in een schap van een supermarkt vele verschillende houders met afzonderlijke vormen van de omhullingen hoeven te worden uitgestald. Het assortiment kan aldus worden beperkt. Verder kan het inzetstuk zijn vervaardigd uit veerkrachtig en warmtebestendig materiaal. De 30 warmtebestendigheid van het materiaal van het inzetstuk staat vanzelfsprekend buiten kijf, maar de veerkrachtigheid daarvan kan dienen om de houder met een omhulling uit plooibaar materiaal veerkrachtig tegen de binnenwand van de pan van de 6 frituurinrichting te drukken. Dit kan in het bijzonder gunstig zijn, als in een uitgangstoestand het frituurvet bijvoorbeeld vloeibaar is en/of al is gesmolten en op basis van de vloeibaarheid daarvan of de pressie van het inzetstuk 5 in combinatie met warmte-stralingseigenschappen van de houder en/of het inzetstuk een goed contact met de binnenwand van de pan kan worden verbeterd of worden bewerkstelligd. Ook kan een inzetstuk gunstig zijn om de vormvastheid van een overigens plooibare of vervormbare houder te verstevigen, 10 hetgeen tijdens transport en/of uitstal in de schappen van een supermarkt een aanzienlijke verbetering oplevert. Ook als geleider van een frituurmand bij het bewegen in en uit de substantie (olie, vet of anders) kan het inzetstuk een waardevolle bescherming van de houder vormen.
15 Als aanvulling of als alternatief is het mogelijk dat de omhulling is vervaardigd uit vormvast materiaal. Dit heeft voordelen boven plooibaar materiaal of volledig plooibaar materiaal, in het bijzonder als het gaat om het transport van de productiefaciliteit naar supermarkten en andere 20 verkooppunten. Vormvaste omhullingen zijn beter stapelbaar en hanteerbaar. Daarentegen hebben plooibare materialen voor de omhulling als voordeel, dat een aanpassing aan de binnenvorm van de pan van de frituurinrichting beter mogelijk is. Een dergelijk voordeel kan echter teniet worden gedaan, wanneer 25 een vormvaste omhulling is voorgevormd, in overeenstemming met een van de mogelijk aantal binnenvormen van verschillende pannen. De door een consument aan te schaffen houder en vorm van de omhulling zal dan worden geselecteerd in overeenstemming met het type frituurinrichting, dat die 30 consument dan thuis heeft staan. Weer aan de andere kant geldt, dat vormvaste materialen van de omhulling, die zijn voorgevormd in overeenstemming met de binnenvorm van een specifieke pan in een frituurinrichting, nadelige effecten 7 hebben als het gaat om de omvang van het assortiment, dat in de schappen van een supermarkt of ander verkooppunt moet worden aangeboden. Daarentegen geldt weer, dat wanneer de houder van vormvast materiaal een eenheid vormt met de pan, 5 een afzonderlijke pan in de diverse frituurinrichtingen kan komen te vervallen, en gelijktijdig met het frituurvet of de olie uit de frituurinrichting wordt genomen en als vuilnis kan worden afgevoerd en verwerkt. Er kan dan een geheel binnenwerk in de frituurinrichting worden gezet, op het 10 verwarmingselement na, doch dat heeft weer gevolgen voor de hoeveelheid af te voeren vuilnis. Zo blijkt dat er in het kader van de onderhavige uitvinding nog vele verschillende uitvoeringsvormen mogelijk zijn, en een specifieke keuze veel eerder af zal hangen van zakelijke en praktische 15 overwegingen, en niet van technische belemmeringen. In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan ten minste een van de pannen en de omhulling een profilering omvatten, welke ten minste één kanaal definieert voor het ontsnappen van lucht tussen de pan en de omhulling zonder de werking van 20 het verwarmingselement te belemmeren. Dit kan in het bijzonder gunstig zijn in een uitvoeringsvorm van een plooibaar materiaal voor de omhulling, maar tevens bij een vormvaste omhulling. Als het verwarmingselement van de frituurinrichting wordt ingeschakeld, zal namelijk lucht of 25 vocht in de betreffende ruimte worden verwarmd en expanderen of wordt stoom gevormd. Dit kan gevolgen hebben voor de wijze, waarop de omhulling uit plooibaar materiaal in contact staat met de pan van de verwarmingsinrichting en via de pan met het verwarmingselement, zodat een minder goede thermische 30 overdracht resulteert. Met goed gedefinieerde kanalen om de lucht of stoom te laten ontsnappen kan dit worden voorkomen. Hetzelfde geldt voor een vormvaste omhulling, waar de expanderende lucht of gevormd stoom in een uitvoeringsvorm 8 zonder een dergelijk kanaal zelfs met een schok kan ontsnappen, hetgeen in het bijzonder in verband met de temperatuur van het vet of de olie zeer ongewenst kan zijn. Als mogelijke aanvulling kan het mogelijk zijn een pan van de 5 frituurinrichting te perforeren om de lucht of stoom te kunnen laten ontsnappen.
In een verdere aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan de omhulling zich althans in gebruik uitstrekken over de rand tenminste van de pan en hoogste ook 10 van de houder en een bescherming van de buitenzijde van de pan of zelfs de houder vormen. Spetters vet of olie, in het bijzonder wanneer er een frituurmand uit de frituurinrichting wordt genomen, worden dan op de buitenzijde en dus op de omhulling opgevangen en komen niet terecht op de 15 frituurinrichting zelf, hetgeen nog verder het gemak bij het schoonmaken daarvan verhoogt.
Hieronder zullen enkele specifieke uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding worden beschreven in samenhang met de bijbehorende figuren. In deze figuren zijn dezelfde of 20 gelijksoortige elementen, componenten, onderdelen aangeduid met dezelfde referentienummers. In de tekening toont: fig. 1 een aanzicht in dwarsdoorsnede van een frituurinrichting in combinatie met een houder volgens de onderhavige uitvinding; 25 fig. 2 een aanzicht in dwarsdoorsnede van een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm ten opzichte van fig. 1, en wel met een inzetstuk; fig. 3 een bovenaanzicht in de richting van pijlen III-III in fig. 1 met betrekking tot een alternatieve of 30 aanvullende uitvoeringsvorm; en fig. 4 een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding met een busvormige houder.
9
In fig. 1 is een frituurinrichting 11 getoond. Deze omvat een deksel 1 op een pan 2. De pan 2 is vast aangebracht op of in een huis 10 met bedieningselementen, zoals een aan/uit knop 6 en drie temperatuurknoppen 7,8 en 9. In het huis 10 is 5 verder een verwarmingselement aangebracht, dat in fig. 1 niet zichtbaar is. Het verwarmingselement is via de besturingsmiddelen 6-9 aangesloten op een stekkerdoos 11, waarlangs elektrische energie aan de frituurinrichting 11 kan worden verschaft.
10 Tussen de pan 2 en het deksel 1 is een scharnier 12 aangebracht. In het binnenste van de pan 2 is een frituurmand 5 uitneembaar aangebracht, waaraan een hendel 13 is verschaft voor het uitnemen van de frituurmand 5. De hendel 13 kan losmaakbaar te verbinden zijn met de frituurmand 5.
15 In de wand van de pan 2 is een aantal temperatuursensoren 4 aangebracht, die met de door de bedieningsknoppen 6-9 gevormde besturing voor het verwarmingselement kunnen samenwerken om een gewenste werking van de frituurinrichting 11 te bewerkstelligen. Tevens wordt opgemerkt, dat op de 20 plaats van de sensoren 4 ook het verwarmingselement kan zijn aangebracht, anders dan in het huis 10.
De binnenwand van de pan 2 is als het ware bekleed met een folie 3, die over de rand van de pan 2 is geslagen met een kraag 14. De folie 3 is warmtebestendig materiaal en 25 tevens mechanisch zodanig sterk, dat schurend contact met de frituurmand 5 geen schade oplevert aan de folie 3. De folie 3 vormt een zak, en deze is een omhulling om het vet of de olie in de frituurinrichting 11.
Als het vet of de olie moet worden verwisseld, hoeft 30 slechts de kraag 14 bij elkaar gevouwen te worden, als het deksel 1 is geopend, nadat de mand 5 is uitgenomen. Aldus kan in zijn geheel de gehele inhoud van de frituurinrichting 11 worden uitgenomen, worden afgelsoten en als vuilnis worden 10 aangeboden of verwerkt. Verder kan eenvoudig een nieuwe zakvormige omhulling in de vorm van een nieuwe folie 3 in het binnenste van de frituurinrichting 11 worden geplaatst om vervolgens het verwarmingselement in te schakelen, waarna het 5 vet of de olie in de folie 3 wordt verwarmd tot een gebruikstemperatuur. Aldus is duidelijk gemaakt, hoe gemakkelijk het vet of de olie kan worden verwisseld.
De sluiting kan er één zijn, die vergelijkbaar kan zijn met de sluiting van een vuilniszak, dwz een stevig in elkaar 10 draaibaar metalen draadje, eventueel met een bekleding van kunststof of iets dergelijks. In het geval van een vormvaste houder kan op de omhulling daarvan een deksel worden geplaatst, dat bijvoorbeeld afkomstig kan zijn van een houder met nieuw vet of olie, waarbij die houder dan in de pan wordt 15 gedeponeerd en het deksel op de houder met afgewerkt vet wordt geplaatst om die af te sluiten. Ook andere eenvoudige sluitingen zijn ruim binnen het bereik van de gemiddelde vakman en binnen de beschermingsomvang van de bijbehorende conclusies gelegen.
20 In fig. 2 is een uitvoeringsvorm getoond van een zelfde frituurinrichting 11 met als aanvullende component een inzetstuk 15, waarvan een spanmechanisme 17 deel uitmaakt om de folie 3 goed tegen de binnenwand van de pan 2 aan te drukken en zo het contact voor overdracht van warmte naar het 25 vet of de olie te bevorderen. Op zich kan dit al worden bereikt als de olie of het vet vloeibaar is. Dan resteert nog wel dat het inzetstuk een vorm kan geven aan een overigens vormloze zak als die de omhulling vormt, hetgeen in transport of opslag of uitstal in schappen van een winkel gubstig kan 30 zijn. In deze uitvoeringsvorm van fig. 2 is het verwarmingselement 16 aangebracht in het huis 10 en kunnen (niet getoonde) warmtegeleiders zich in de wand van de pan 2 uitstrekken om het vet of de olie te verwarmen.
11
Het spanelement 17 kan een willekeurige vormgeving hebben en bij voorkeur een minimale afmeting hebben, die klein genoeg is om in nagenoeg elke pan 2 van een frituurinrichting 11 te worden aangebracht. Het spanmechanisme 17 kan dan zorg 5 dragen voor een gepaste expansie van het inzetstuk 15 om de folie 3 goed tegen de binnenwand van de pan 2 aan te drukken. Een dergelijk inzetstuk 15 heeft als voordeel, dat deze tevens bijdraagt aan het voorkomen van beschadiging van de folie 3, wanneer de frituurmand 5 in de pan 2 wordt gestoken, 10 bijvoorbeeld met te frituren voedsel daarin, of bij het uitnemen van het bereidde of geprepareerde voedsel.
In fig. 3 is een aanzicht langs de lijn III-III in fig. 1 getoond en hierin is profilering weergegeven in de binnenwand van de pan 2. Deze profilering in de binnenwand van de pan 2 15 omhelst een uitsparing 18 voor het vormen van een kanaal om door verwarming expanderende lucht of gevormd stoom te laten ontsnappen tussen een eventuele ruimte tussen de binnenwand van de pan 2 en de folie 3. Voor hetzelfde doel en als aanvulling of als alternatief kan een aantal baanvormen 19 20 geprofileerd in de folie 3 zijn gevormd. Ook deze profilering in de folie 3 kan zorg dragen voor afvoer van expanderende verwarmde lucht of stoom. Daarbij wordt opgemerkt, dat een dergelijke profilering in de vorm van de kanalen 19 ook kan zijn gevormd als een baan van harder of bestendiger 25 materiaal, waarmee ook een extra bescherming kan worden gevormd tegen beschadiging door de frituurmand 5, als die in de omhulling zakt of daaruit wordt genomen. Dergelijke profileringen 19 vormen optioneel aldus gelijktijdig op zeer gunstige wijze niet alleen een kanaal voor het laten 30 ontsnappen van lucht en stoom, maar tevens een geleider voor het inzetten en uitnemen van die frituurmand 5.
In fig. 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een frituurinrichting 20, met een uitneembare pan 21, die 12 tevens dienst doet als omhulling in de zin van de onderhavige uitvinding. Dat wil zeggen, dat de pan 21, die uitneembaar is uit de frituurinrichting 20, in zijn geheel in een supermarkt of winkel kan worden gekocht. In een dergelijke toestand is 5 de pan 21 gevuld met vet of olie 24 en de uitneembare pan 21 is afgesloten met een zilverfoliesluiting 23, die losmaakbaar aan de pan 21 is aangebracht. Een gebruiker of consument kan een lip 22 aan de zilverfoliesluiting 23 aangrijpen en de zilverfoliesluiting 23 van de pan 21 aftrekken in de richting 10 van pijl A. De consument kan dan de pan 21 in de richting van pijl B laten zakken op het verwarmingselement 16. De pan 21 komt dan in contact met het verwarmingselement 16 of tenminste daar dicht in de buurt voor een goede warmte overdracht. Daarna kan de frituurinrichting in gebruik worden 15 genomen. Als het vet of de olie 24 een aantal maal is gebruikt, kan de gehele pan 21 worden uitgenomen en met een afzonderlijk meegeleverde sluiting of deksel (niet getoond) worden afgesloten en als afval worden aangeboden en/of verwerkt. Om kosten te besparen kan de pan 21 deels, in het 20 bijzonder de wanden daarvan, zijn vervaardigd uit kunststof of een anders op zich warmte isolerend materiaal, maar bij voorkeur wordt in ieder geval de bodem van de pan 21 vervaardigd uit goed thermisch geleidend materiaal. Aldus kan een adequate warmte overdracht worden bewerkstelligd.
25 Na kennis neming van het voorgaande zullen zich vele alternatieven en aanvullende uitvoeringsvormen en mogelijkheden opdringen aan de vakman, die allen zijn gelegen binnen het bereik van de bijgevoegde conclusies, waarin de onderhavige uitvinding is gedefinieerd, tenzij dergelijke 30 mogelijkheden naar letter of geest van deze conclusies afwijken. Zo is het mogelijk, dat allerlei mengvormen van materialen worden gebruikt voor de houder in de vorm van een omhulling of in de vorm van een vormvast element. Dat blijkt 13 ook al uit het gebruik van de ribben 19 in de uitvoeringsvorm van fig. 3, waarvan hierboven al is beschreven dat deze uit harder of steviger materiaal kunnen zijn vervaardigd dan het de ribben 19 verbindende materiaal, dat in het bijzonder 5 folie kan zijn. Bovendien is in fig. 3 getoond, dat gelijktijdig gebruik wordt gemaakt van uitsparingen 18 in de pan en ribben 19 in of aan de houder 3, waarbij het duidelijk zal zijn, dat slechts een van beide profileringen gebruikt hoeft te worden om het beoogde doel te bereiken van het 10 kunnen laten ontsnappen van verwarmde en expanderende lucht of stoom. Van de ribben 19 is gesteld, dat deze ook een rol kunnen vervullen als geleiders voor de frituurmand, doch dat kan als aanvulling of als alternatief worden verwezenlijkt door middel van met de mand samenhangende externe 15 geleidingselementen. In de uitvoeringsvormen van figuren 1 en 2 is telkens een frituurinrichting getoond met een vaste pan daarin. Een dergelijke pan kan op dezelfde wijze als in de uitvoeringsvorm van fig. 4 uitneembaar zijn. De zakvormige folie 3 kan dan nog altijd in de uitneembare pan worden 20 geplaatst met daarin het vet of de olie om de frituurinrichting in gebruik te nemen. Het verwarmingselement 16 kan zich, zoals getoond en beschreven, onder of bij de -al dan niet uitneembare - pan uitstrekken, en kan verder als alternatief ook in de pan zijn aangebracht. Als het 25 verwarmingselement zich in het vet of de olie uitstrekt, wordt de omhulling niet tot een hogere temperatuur verwarmd dan het vet of de olie. Dan is zeer waarschijnlijk wel een extra voorziening nodig om het verwarmingselement vanuit de behuizing van de frituurinrichting met elektrisch vermogen te 30 voeden. Bijvoorbeeld kan een stekkercontact of verloopstuk zijn gevormd in de omhulling, waar het verwarmingselement dan losmaakbaar mee te koppelen is. Het verwarmingselement kan -als dat buiten de pan is gelegen - over een relatief groot 14 oppervlak met de pan samenhangen om de temperatuur te beperken tot welke het element moet worden gebracht om de temperatuur van het vet of de olie tot een voor het bereiden van voedsel geschikt niveau te verhogen, zonder 5 uitzonderlijke eisen aan het materiaal van de houder te hoeven stellen. Voor het spanmechanisme 17 in het inzetstuk 15 zijn diverse mogelijkheden, de vakman zal geen enkele moeite hebben daarvoor een gepaste invulling te vinden voor wat betreft het daarvoor te gebruiken materiaal en/of de 10 manier van het opspannen van het inzetstuk. Tevens wordt opgemerkt, dat een houder niet op voorhand hoeft te zijn gevuld met vet of olie; de omhulling kan ook door een eindgebruiker in de pan van een frituurinrichting worden gelegd of geplaatst om daaropvolgend vet of olie in de 15 omhulling te doen. Dan blijft in ieder geval het gunstige effect behouden dat het verwisselen van het vet of de olie zeer eenvoudig te verwezenlijken is. De frituurinrichting kan een los deksel hebben, zodat de kraag van de omhulling geheel over de rand van de frituurinrichting kan worden geslagen 20 zonder uitsparing voor het scharnier 12. Zo blijkt wel, dat er vele nog niet in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen mogelijk zijn.
1034477

Claims (15)

1. Houder voor ten minste één van de verwarmbare substanties voor het in verwarmde toestand daarin bereiden van voedsel uit de groep, welke ten minste omvat: frituurvet; slaolie; en olijfolie, welke houder omvat: een omhulling en in de omhulling de substantie, waarbij de omhulling ten 10 minste aanpasbaar en ten hoogste aangepast is aan de binnenvorm van een verwarmbare pan in een frituurinrichting en is vervaardigd uit een tegen gebruiksomstandigheden tijdens frituren in de frituur-inrichting bestendig materiaal.
2. Samenstel, omvattende: - een frituurinrichting met een pan daarin voor het bevatten van ten minste één van de substanties uit de groep, welke omvat: frituurvet; slaolie; en olijfolie, en met een selectief inschakelbaar en in ingeschakelde toestand op ten 20 minste de substantie inwerkend verwarmingselement, en - een houder volgens conclusie 1 met daarin de substantie en geplaatst in de pan.
3. Houder en/of samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de omhulling is vervaardigd uit plooibaar materiaal, 25 dat plooit in overeenstemming met de binnenvorm van de pan.
4. Houder en/of samenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de omhulling is vervaardigd uit een materiaal, dat bestand is tegen mechanische inwerking door een frituurmand.
5. Houder volgens ten minste één van de voorgaande 30 conclusies, verder omvattende een inzetstuk voor het tegen de binnenwand van de pan opspannen van de omhulling. 1 0 3 4 A 7 7
6. Houder en/of samenstel volgens conclusie 5, waarbij het inzetstuk ten minste één van expandeerbaar en comprimeerbaar is en aanpasbaar aan de binnenvorm van de pan.
7. Houder en/of samenstel volgens conclusie 5 of 6, 5 waarbij het inzetstuk uit veerkrachtig en warmtebestendig materiaal is vervaardigd.
8. Houder en/of samenstel volgens ten minste één van de conclusies 1 en 2, waarbij de omhulling is vervaardigd uit vormvast materiaal.
9. Houder en/of samenstel volgens conclusie 8, waarbij de omhulling is voorgevormd in overeenstemming met één van een mogelijk aantal binnenvormen van verschillende pannen.
10. Houder en/of samenstel volgens conclusie 8, waarbij de omhulling een eenheid vormt met de pan.
11. Houder en/of samenstel volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de pan en de omhulling een profilering omvat, welke ten minste één kanaal definieert voor het laten ontsnappen van lucht tussen de pan en de omhulling zonder de werking van het 20 verwarmingselement te belemmeren.
12. Houder en/of samenstel volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de houder geleidingselementen omvat voor het de houder in en uit geleiden van een element, zoals een frituurmand.
13. Houder en/of samenstel volgens conclusies 11 en 12, waarbij het kanaal en de geleidingselementen een eenheid vormen.
14. Houder en/of samenstel volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de omhulling zich althans in 30 gebruik uitstrekt over de rand ten minste van de pan en ten hoogste ook van de houder en een bescherming van de buitenzijde van de pan of zelfs de houder vormt.
15. Samenstel volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 2-14, verder omvattende een besturing voor het aansturen van het verwarmingselement, dat op zich zodanig met de pan of de houder samenhangt, dat onder inwerking van de 5 besturing de verwarmingstemperatuur van de houder een op voorhand bepaalde waarde niet overschrijdt, bijv. niet hoger dan 400°C, bij voorkeur niet hoger dan 300°C, en met meer voorkeur niet hoger dan 250 of 260°C. 10 1034477
NL1034477A 2007-10-05 2007-10-05 Houder voor vet of olie en het gebruik daarvan in een frituurinrichting. NL1034477C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034477A NL1034477C2 (nl) 2007-10-05 2007-10-05 Houder voor vet of olie en het gebruik daarvan in een frituurinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034477A NL1034477C2 (nl) 2007-10-05 2007-10-05 Houder voor vet of olie en het gebruik daarvan in een frituurinrichting.
NL1034477 2007-10-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034477C2 true NL1034477C2 (nl) 2009-04-07

Family

ID=39434189

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034477A NL1034477C2 (nl) 2007-10-05 2007-10-05 Houder voor vet of olie en het gebruik daarvan in een frituurinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1034477C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3779231A (en) * 1972-10-17 1973-12-18 R Anderson Disposable cooking pot
US4320699A (en) * 1978-04-24 1982-03-23 Solar-Kist Corporation Flexible separable, non-stick liners for heated cooking surfaces
US20020144605A1 (en) * 2001-04-06 2002-10-10 Roxanne Fawson Dutch oven disposable liner
WO2004069016A1 (de) * 2003-02-04 2004-08-19 3Rd Angle (U.K.) Ltd. Verfahren und vorrichtung zum frittieren von lebensmitteln
EP1576915A1 (en) * 2004-03-19 2005-09-21 Van Dijk Food Products ( Lopik) B.V. Deep-frying
NL1027654C2 (nl) * 2004-12-03 2006-06-07 Antonius Johannes Pampus Samenstel voor het frituren van producten.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3779231A (en) * 1972-10-17 1973-12-18 R Anderson Disposable cooking pot
US4320699A (en) * 1978-04-24 1982-03-23 Solar-Kist Corporation Flexible separable, non-stick liners for heated cooking surfaces
US20020144605A1 (en) * 2001-04-06 2002-10-10 Roxanne Fawson Dutch oven disposable liner
WO2004069016A1 (de) * 2003-02-04 2004-08-19 3Rd Angle (U.K.) Ltd. Verfahren und vorrichtung zum frittieren von lebensmitteln
EP1576915A1 (en) * 2004-03-19 2005-09-21 Van Dijk Food Products ( Lopik) B.V. Deep-frying
NL1027654C2 (nl) * 2004-12-03 2006-06-07 Antonius Johannes Pampus Samenstel voor het frituren van producten.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2627224B1 (en) Device to efficiently cook foods using liquids and hot vapors
US20180000285A1 (en) Devices and methods for supporting and preparing foods
US20070256571A1 (en) Cooking device to deep fat fry foods
US20180049590A1 (en) Devices and methods for supporting and preparing foods
US11523709B2 (en) Frying unit
NL1034477C2 (nl) Houder voor vet of olie en het gebruik daarvan in een frituurinrichting.
US20050072315A1 (en) Cooking assembly
EP1576915A1 (en) Deep-frying
NL8000461A (nl) Werkwijze en inrichting voor het uitfilteren van verontreinigingen uit een vloeistof.
US20060207438A1 (en) Method and device for deep-frying food
JP7058598B2 (ja) 自動フライヤ
KR200456048Y1 (ko) 전기튀김기
KR101548430B1 (ko) 소형 떡 찜기
NL1037769C2 (nl) Werkwijze voor het uit een frituurpan verwijderen van frituurolie, alsmede een middel voor het toepassen van deze werkwijze.
BE1014682A3 (nl) Recipient voor eetwaar.
EP3872776B1 (en) Device and method for dispensing hot and cold liquid products in a dispensing machine
NL1025383C2 (nl) Samenstel voor het frituren van producten, alsmede een behuizing, een verpakking, afsluitmiddelen, een gebruik van genoemd, samenstel, en een binnenpan.
NL1003714C2 (nl) Frituurpan die langs elektronische weg wordt verwarmd.
KR200445763Y1 (ko) 부유물 제거 장치가 구비된 조리 용기
CN112601480A (zh) Fog处置制品
CN210823353U (zh) 一种汤面分离打包盒
NL1025875C2 (nl) Draagbare drankuitdeelinrichting.
NL1027654C2 (nl) Samenstel voor het frituren van producten.
JP2016214290A (ja) クッキングシートを容器として使用するための器具
US20230397769A1 (en) Nestable containers

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110501