NL1037769C2 - Werkwijze voor het uit een frituurpan verwijderen van frituurolie, alsmede een middel voor het toepassen van deze werkwijze. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het uit een frituurpan verwijderen van frituurolie, alsmede een middel voor het toepassen van deze werkwijze

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het uit een 5 frituurpan verwijderen van frituurolie. Tevens heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een middel dat wordt gebruikt bij de toepassing van deze werkwijze.

Eenieder die in het bezit is van een frituurpan, ook wel friteuse genoemd, weet dat het verversen van frituurolie een activiteit is die onaangenaam is en om die reden dikwijls 10 veel langer wordt uitgesteld dan goed is voor de gezondheid van degenen die producten consumeren die in die olie worden gefrituurd.

Ter voorkoming van misverstanden moet worden benadrukt dat waar in deze beschrijving en in de conclusies de term frituurpan wordt gebruikt deze niet uitsluitend verwijst naar een eenvoudige op een gas- of een elektrische kookplaat te verhitten 15 frituurpan, maar ook naar elektrische frituurpannen en friteuses. Tevens omvat de in de beschrijving en conclusies gebruikte term frituurolie ook de in koude toestand min of < meer in vaste vorm verkerende frituurvetten.

Nadat de olie uit de pan is gegoten, dient de pan te worden gereinigd voordat er schone 20 frituurolie in wordt gedaan. Als gevolg van polymerisatie is er aan de randen van de pan vaak sprake van het aankoeken van een laag vet die taai is en slechts door middel van schrapen of zeer agressieve chemische middelen kan worden verwijderd.

Nadat de olie uit de pan is gegoten en de aangekoekte resten zijn verwijderd, rest nog de taak de niet aangekoekte olie- en vetresten te verwijderen. Om dat te realiseren, is het 25 verstandig de binnenzijde van de pan met zogenaamd keukenpapier zover schoon te vegen dat er uiteindelijk slechts een dunne film in de pan aanwezig is. Dit is een vieze en tijdrovende activiteit. Pas daarna kan de pan met reguliere afwasmiddelen worden gereinigd.

Zoals eerder opgemerkt, is het dan ook niet verwonderlijk dat de meeste bezitters van 30 een frituurpan veel te lang wachten met het verversen van de frituurolie.

Dit kan schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid. Het is reeds lang bekend dat tijdens het frituren, zeker als de temperatuur boven 175 °C ligt, kankerverwekkende 1 0 3 7 7 6 9 2 stoffen ontstaan. Bij het te weinig verversen van de olie zal de concentratie van deze kankerverwekkende stoffen toenemen en wordt het gezondheidsrisico groter, vooral bij een relatief hoge frequentie van het eten van in vuile olie gefrituurde producten.

Het is derhalve ook in het belang van de volksgezondheid om het vervangen van 5 frituurolie laagdrempeliger te maken. Dit is mede een van de aanleidingen geweest voor het tot stand komen van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

Het vereenvoudigen van het verwijderen van oude olie zal vermoedelijk ook het hergebruik van oude olie tot biodiesel bevorderen en zal daarmee een gunstig effect op het milieu hebben. Doordat het vervangen van olie tot nu toe een hoogdrempelige 10 activiteit is, nemen veel mensen niet de extra moeite om die olie zodanig op te vangen en op te slaan zodat deze kan worden vervoerd naar een inzamelpunt, maar wordt de olie dikwijls gewoon bij het huisvuil geloosd.

De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding biedt een oplossing voor de 15 bovengenoemde problemen en maakt het uit een frituurpan of friteuse verwijderen van oude frituurolie tot een eenvoudige handeling. De werkwijze volgens de uitvinding verlaagt de drempel voor het regelmatig verversen van frituurolie en kan daarmee een bijdrage leveren aan het verkleinen van dat risico dat frituren met zich meebrengt voor de volksgezondheid.

20 De werkwijze wordt gekenmerkt door het op eenvoudige wijze in een frituurpan verwijderbaar aanbrengen van een vloeistofdichte temperatuurbestendige binnenbekleding. Bij het vervolgens in de pan gieten van olie voorkomt deze binnenbekleding direct contact tussen de olie en de pan. De olie kan worden verwijderd door de olie uit de pan met binnenbekleding, al dan niet met behulp van een trechter, 25 over te gieten in een vloeistofhouder waarin de olie kan worden afgevoerd, waarna de vette binnenbekleding uit de pan kan worden gehaald en als afval kan worden weggegooid. Ook is het mogelijk de binnenbekleding met de daarin aanwezige olie in zijn geheel uit de pan te tillen en de olie vervolgens, al dan niet met behulp van een trechter, over te gieten in een vloeistofhouder, bij voorbeeld een afsluitbare fles, waarin 30 de olie kan worden afgevoerd. Een alternatief is de olie niet over te gieten, maar bijvoorbeeld door het (gecontroleerd) maken van een gat aan de onderzijde van de binnenbekleding te laten uitstromen in een voor afVoer van de olie te gebruiken 3 vloeistofhouder, zoals bij voorbeeld een fles. Daar de olie niet in contact is geweest met de pan hoeft de pan niet ontvet te worden of anderszins op een ingrijpende wijze gereinigd te worden.

De verwijderde olie kan worden hergebruikt als biodiesel.

5 In tegenstelling tot een binnenbekleding volgens de stand van de techniek zoals bij voorbeeld beschreven is in de Amerikaanse octrooiaanvraag US 2005/0076793 Al die bestaat uit een op de inwendige vorm en afmetingen van een frituurpan afgestemd vloeistofdicht voorgevormd object van aluminiumfolie, voorziet de werkwijze volgens onderhavige uitvinding erin dat de binnenbekleding bestaat uit een flexibele 10 kunststoffolie. Het gebruik van een dergelijke folie is veel minder belastend voor het milieu dan het gebruik van een uit relatief dikke aluminiumfolie vervaardigde binnenbekleding. Bovendien biedt de kunststoffolie veel meer flexibiliteit qua vorm en afmetingen van de frituurpannen waarin de kunststoffolie wordt gebruikt en neemt de folie, in tegenstelling tot een voorgevormde aluminium binnenpan, veel minder mimte 15 in waardoor deze tegen veel lagere kosten kan worden vervoerd en deze bovendien zeer weinig schapruimte in de detailhandel vraagt.

De voor deze werkwijze te gebruiken kunststoffolie moet uiteraard bestand zijn tegen het medium frituurolie of frituurvet en tegen de temperatuur waaraan de folie wordt blootgesteld bij gebruik van de frituurpan. Het huidige, vanuit gezondheidsoogpunt 20 gehanteerde, advies is om de olietemperatuur bij het frituren te beperken tot maximaal 175 °C. De folie kan echter worden blootgesteld aan hogere temperaturen indien de gebruiker van de frituurpan zich niet aan het genoemde advies houdt. Ook kan er lokaal bij contactpunten tussen de folie en de wand van de pan een hogere temperatuur optreden. Voor de als binnenbekleding te gebruiken folie kan bij voorbeeld worden 25 gekozen voor het materiaal dat ook wordt toegepast voor het vervaardigen van het als braadzak bekend staande product. Voor braadzakken wordt normaliter gebruik gemaakt van polyethyleentereftalaat, beter bekend onder de afkorting ‘PET’.

PET is een polyester en is in de voor braadzakken gebruikte vorm bestand tegen blootstelling aan temperaturen tot ca. 200 °C.

Dankzij het gebruik van een flexibele kunststof is het niet nodig een volledig aan de vorm en maten van de pan afgestemde binnenbekleding te gebruiken. Het is wel van 30 4 belang dat het als binnenbekleding te gebruiken stuk folie voldoende groot is om onder het vloeistofniveau aan de binnenzijde van de pan overal te kunnen aanliggen. Indien de folie niet volledig is voorgevormd om goed aan te sluiten aan de wand en de bodem van de pan, maar wel qua vorm en oppervlak groot genoeg is, dan zal er bij het in de pan 5 aanbrengen van de folie op diverse plaatsen sprake zijn van plooivorming en dubbelingen. Dit behoeft echter geen significant effect te hebben op de overdracht van warmte van de bodem en de wand van de pan op de olie.

Indien gewenst of noodzakelijk geacht, kan er bij de werkwijze volgens de vinding ook gebruik worden gemaakt van een binnenbekleding die uit meer dan één laag folie 10 bestaat waarbij een tweede of volgende laag kan bestaan uit kunststof of uit een metaal, zoals bij voorbeeld aluminium.

De uitvinding voorziet er tevens in dat de folie voorzien is van versterkingen, in de vorm van bij voorbeeld strips, vezels of draad.

15 De onderhavige uitvinding omvat naast de werkwijze tevens een middel dat dienst doet als de voor de werkwijze benodigde eenvoudig aan te brengen en te verwijderen binnenbekleding van een frituurpan, waarbij het middel in essentie bestaat uit een uit kunststoffolie vervaardigde zak. Er zal in het navolgende aan de hand van figuren nader worden ingegaan op mogelijke uitvoeringsvormen van een dergelijke zak.

20

Fig. 1 toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van een als verwijderbare binnenbekleding volgens de uitvinding te gebruiken zak, waarbij de zak in essentie bestaat uit ten minste twee op elkaar gelegde in hoofdzaak rechthoekige stukken kunststoffolie die langs drie zijden 1 van de rechthoek vloeistofdicht met elkaar 25 verbonden zijn en aan één zijde 2 niet met elkaar verbonden zijn. Het zal duidelijk zijn dat een zak volgens deze uitvoeringsvorm niet plooiloos zal passen in de gebruikelijke frituurpannen of friteuses die meestal een min of meer cilindrische of een min of meer rechthoekige vorm hebben. In geval van het gebruik van een zak volgens deze uitvoeringsvorm is het wel belangrijk gebruik te maken van een zak die voldoende groot 30 is om ervoor te kunnen zorgen dat er over het gehele binnenoppervlak van de pan onder het vloeistofniveau contact is tussen de zak en de pan en om daarbij tevens de randen van de zak aan de open bovenste zijde van de zak op een adequate wijze aan de rand 5 van de pan te kunnen bevestigen, zodat wordt voorkomen dat de gehele of een deel van de rand van de open zijde van de zak onder het olieniveau kan geraken waardoor er olie tussen de zak en de panwand zou kunnen komen. Voor de bevestiging van de rand van de zak aan de rand van de pan zijn diverse oplossingen mogelijk waaronder een aantal 5 losse over de omtrek van de pan te verdelen klemmen of bij voorbeeld in geval van een ronde pan één spanring die met het overhalen van een hefboom om de uitwendige diameter van de bovenzijde van de pan kan worden gespannen waarbij de zak langs de omtrek van de pan tussen de pan en de spanring wordt geklemd. Tevens is het mogelijk dat de pan wordt voorzien van aangrijpingsmiddelen waaraan de zak kan worden 10 bevestigd. De uitvinding voorziet er ook in dat de zak aan de open bovenzijde voorzien is van middelen die het mogelijk maken de zak ten behoeve van het uit de pan verwijderen van de zak met de zich in de zak bevindende frituurolie aan deze middelen op te kunnen tillen zonder dat de olie onbedoeld uit de zak kan stromen.

Uiteraard is het niet noodzakelijk de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm van een zak 15 volgens de uitvinding te vervaardigen uit ten minste twee op elkaar gelegde stukken folie, maar kan er ook gebruik worden gemaakt van een in buis- of slangvorm geproduceerde folie waarbij de rand van de folie aan één open zijde van de slang of buis wordt dichtgedrukt en vloeistofdicht wordt afgesloten.

20 Fig. 2 toont een schematische weergave van een andere uitvoeringsvorm van een zak volgens de onderhavige uitvinding waarbij de zak is voorgevormd tot een min of meer aan de vorm van een cilindrische pan aangepaste cilinder met een open zijde 3 en een dichte bodem 4. Om optimaal profijt te hebben van een dergelijke voorgevormde zak, zal de diameter van de zak zo dicht mogelijk bij de inwendige diameter van de pan 25 moeten liggen. Dit houdt in dat het bij het gebruik van deze uitvoeringsvorm logisch zal zijn de zak in meerdere maten te vervaardigen waarbij de maten worden afgestemd op de inwendige maten van de meest gangbare frituurpannen. Ook bij deze uitvoeringsvorm van de zak is het belangrijk dat de zak voldoende lang is om de randen van het open einde van de zak aan de bovenrand van de pan te kunnen bevestigen. In het 30 verlengde van deze cilindrische uitvoeringsvorm van een zak volgens de vinding omvat de uitvinding tevens voor het gebruik in min of meer rechthoekige frituurpannen te gebruiken voorgevormde uitvoeringsvormen.

6

Fig. 3 toont een doorsnede van een samenstel van een pan 5 met een daarin aangebrachte zak 6 waarbij uitsluitend ten behoeve van de duidelijkheid van de tekening de zak niet volledig aanligt aan de wand en bodem van de pan. In deze schematische weergave van een doorsnede door het samenstel van een pan en een zak is de rand 7 van 5 de zak nog niet bevestigd aan de rand van de pan.

Fig. 4 is een schematische weergave van een platgedrukte zak volgens de onderhavige uitvinding met een bovenste open zijde 8, waarbij de zak aan de onderzijde is voorzien van een vloeistofdichte tuitvormige uitstulping 9.

10 Na het uit de pan verwijderen van een zak volgens deze uitvoeringsvorm met af te voeren olie kan de tuit boven de opening van de vloeistofhouder, zoals bij voorbeeld een fles, waarin de oude olie wordt afgevoerd, al dan niet met gebruikmaking van een trechter, worden gehouden. Vervolgens kan een uiteinde van de tuit worden afgeknipt waardoor de olie kan uitstromen in de vloeistofhouder.

15 Er zijn voor de tuit vele varianten denkbaar, waaronder versies die niet uit folie zijn vervaardigd maar uit een materiaal met een grotere wanddikte en derhalve meer sterkte en stijfheid.

De onderhavige uitvinding voorziet er tevens in dat de wand en de bodem van een zak 20 uit meer dan één laag folie bestaat, waarbij een tweede of volgende laag folie niet noodzakelijkerwijs uit kunststof bestaat, maar ook bij voorbeeld uit aluminium kan bestaan.

De in het voorgaande mede aan de hand van de figuren beschreven uitvoeringsvormen 25 van een zak volgens de onderhavige uitvinding zijn slechts enkele van de vele binnen het kader van de uitvinding mogelijke uitvoeringsvormen en dienen dan ook als niet-limitatief te worden beschouwd.

1 0 3 7 7 6 9 30

Claims (11)

1. Een werkwijze ter voorkoming van direct contact tussen de in een frituurpan aan te brengen of aanwezige frituurolie en de binnenzijde van de frituurpan, met 5 het kenmerk, dat dit contact wordt voorkomen door het gebruik van een eenvoudig aan te brengen en eenvoudig verwijderbare tussenlaag tussen de frituurolie of het frituurvet en de binnenzijde van de frituurpan waarbij deze tussenlaag ten minste één laag vloeistofdichte en hittebestendige flexibele folie van kunststof omvat.

2. Een werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de folie bestand is tegen een temperatuur van ten minste 175 graden Celsius.

3. Een werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tussenlaag voldoende flexibel is om deze op eenvoudige wijze aan de binnenzijde van de frituurpan al dan niet plooi vrij te kunnen aanbrengen 15 zodat de tussenlaag ten behoeve van de warmteoverdracht over een substantieel deel van het binnenoppervlak van de pan onder het frituurolieniveau contact maakt met het materiaal van de pan.

4. Een werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verwijdering van de frituurolie uit de frituurpan kan worden 20 bewerkstelligd door de tussenlaag met de daarin aanwezige frituurolie als geheel uit de pan te tillen.

5. Een werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kunststof in hoofdzaak bestaat uit een polyester zoals bij voorbeeld polyethyleentereftalaat.

6. Een werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tussenlaag versterkt is door middel van bij voorbeeld strips, vezels of draden.

7. Een middel dat dient ter voorkoming van direct contact tussen de in een frituurpan aan te brengen of aanwezige frituurolie en de binnenzijde van de 30 frituurpan, met het kenmerk, dat het middel een zak of een zakvormig voorwerp omvat dat ten minste één laag van een vloeistofdichte hittebestendige flexibele folie van kunststof omvat. 1 0 3 7 7 69

8. Een middel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de kunststof in hoofdzaak bestaat uit een polyester zoals bij voorbeeld polyethyleentereftalaat.

9. Een middel volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de zak of het zakvormige voorwerp is voorzien van middelen die dienen voor een tijdelijke 5 losneembare bevestiging van de zak of het zakvormige voorwerp aan de frituurpan.

10. Een middel volgens conclusie 7,8 of 9, met het kenmerk, dat de zak of het zakvormige voorwerp is voorzien van aangrijpingsmiddelen waaraan de zak of het zakvormige voorwerp door een persoon kan worden vastgehouden om de 10 zak of het zakvormige voorwerp met de daarin aanwezige frituurolie uit de pan te tillen.

11. Een middel volgens conclusie 7,8,9 of 10, met het kenmerk, dat de zak of het zakvormige voorwerp is voorzien van een tuit of tuitvormige uitstulping die kan worden gebruikt voor het uit de zak of het zakvormige voorwerp laten 15 uitstromen van de daarin aanwezige frituurolie. 20 25 1037769 30