NL1034189C2 - Bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig, en elektrisch voedingssysteem omvattende een dergelijk bouwelement. - Google Patents

Bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig, en elektrisch voedingssysteem omvattende een dergelijk bouwelement. Download PDF

Info

Publication number
NL1034189C2
NL1034189C2 NL1034189A NL1034189A NL1034189C2 NL 1034189 C2 NL1034189 C2 NL 1034189C2 NL 1034189 A NL1034189 A NL 1034189A NL 1034189 A NL1034189 A NL 1034189A NL 1034189 C2 NL1034189 C2 NL 1034189C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conductor
profile
building element
rail
compensation
Prior art date
Application number
NL1034189A
Other languages
English (en)
Inventor
Bastiaan Gravendeel
Frank Van Overbeeke
Original Assignee
Em Power Systems
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Em Power Systems filed Critical Em Power Systems
Priority to NL1034189A priority Critical patent/NL1034189C2/nl
Priority to EP08779004A priority patent/EP2183126A1/en
Priority to PCT/NL2008/000180 priority patent/WO2009014426A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1034189C2 publication Critical patent/NL1034189C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60MPOWER SUPPLY LINES, AND DEVICES ALONG RAILS, FOR ELECTRICALLY- PROPELLED VEHICLES
    • B60M1/00Power supply lines for contact with collector on vehicle
    • B60M1/02Details
    • B60M1/06Arrangements along the power lines for reducing interference in nearby communication lines

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Current-Collector Devices For Electrically Propelled Vehicles (AREA)
  • Electric Propulsion And Braking For Vehicles (AREA)

Description

P28717NL00/ME
Korte aanduiding: Bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig, en elektrisch voedingssysteem omvattende een dergelijk bouwelement
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig. De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een elektrisch voedingssysteem omvattende een dergelijk bouwelement, alsmede een koppelelement voor gebruik in een dergelijk elektrisch voedingssysteem.
5 In de stand van de techniek is voor de energietoevoer aan of van elektrische voertuigen die zich voortbewegen op rails (trein, tram, metro, en dergelijke), het gebruik van een voedingsgeleider in de vorm van een elektrische bovenleiding of een derde rail algemeen bekend. Het voertuig is enerzijds via de bovenleiding of derde rail, en anderzijds via de rails verbonden met een voedingsbron, zoals een of meer voedingsstations.
10 Dergelijke voedingsgeleiders voeren gewoonlijk een vanuit het voedingsstation aangelegde hoge gelijkspanning of wisselspanning ten opzichte van bijbehorende rails, die uit veiligheidsoverwegingen op of nabij aard potentiaal worden gehouden. Indien een elektrisch aangedreven voertuig zich voortbeweegt over de rails, wordt via een of meer zich op het voertuig bevindende stroomafnemers stroom opgenomen vanuit de voedingsbron via de 15 voedingsgeleider, waarbij de stroomkring zich sluit via de rails naar de voedingsbron; De voedingsgeleider is op bepaalde onderlinge afstanden met een voedingsstation verbonden, bijvoorbeeld ter plaatse van een portaal (in het geval van een bovenleiding) of andere steunstructuur (in het geval van een derde rail) met behulp waarvan de bovenleiding of derde rail bij de rails is aangebracht. De rails zijn eveneens op bepaalde onderlinge 20 afstanden met een voedingsstation verbonden. De plaats van verbinding van de voedingsgeleider met een voedingsstation en de plaats van verbinding van de rails met een voedingsstation behoeven langs de rails gezien niet samen te vallen.
De bekende systemen hebben als eigenschap dat er twee geleiders ten behoeve van de voeding zijn, die omwille van hun potentiaalverschil een zekere afstand ten opzichte 25 van elkaar dienen te hebben. Deze afstand hangt onder andere af van de isolatiewaarde van het tussenliggende medium, en de grootte van het potentiaalverschil, rekening houdend met eventuele spanningspieken, die bijvoorbeeld kunnen optreden in het geval van bliksemspanningen.
Zowel in het geval van gelijkspanningsvoeding als in het geval van 30 wisselspanningsvoeding bevat de spanning variërende componenten. In het eerstgenoemde geval wordt een voor elektrische tractie gebruikte gelijkspanning namelijk gewoonlijk - 2 - opgewekt door gelijkrichting van een wisselspanning, waarbij een rimpel op de gelijkgerichte wisselspanning overblijft.
Elke stroomvoerende draad heeft een (elektro-)magnetisch veld om zich heen dat qua vorm en grootte wordt beschreven door de wetten van Maxwell. In een gebruikelijke 5 opstelling van de stroomtoevoergeleider en rails in lucht is de grootte van het veld recht evenredig met de grootte van de stroom door de draad (in het geval van elektrische tractie is de draad gevormd door de voedingsgeleider en de rails). Het aldus opgewekte veld is niet nuttig voor de aandrijving van het voertuig, maar kan een storende invloed hebben op apparatuur in de nabijheid van de spoorbaan.
10 De omvang van de elektromagnetische invloed die een object ondervindt van het magnetisch veld van een spoorbaan is afhankelijk van de afstand tussen de elektrische geleiders (voedingsgeleider en rails) en het object, en voorts afhankelijk van de onderlinge afstand tussen de elektrische geleiders. Als de afstand tussen een heengaande stroom vanaf een voedingsstation naar een railvoertuig en een teruggaande stroom vanaf het 15 railvoertuig naar het voedingsstation kleiner wordt, wordt het magnetisch veld op een bepaalde afstand van de spoorbaan eveneens kleiner: de velden van de heengaande en de teruggaande stroom compenseren elkaar beter bij kleiner wordende geleiderafstanden. In de stand van de techniek kunnen de geleiders echter om praktische redenen niet zeer dicht bij elkaar opgesteld worden.
20 De uitvinding beoogt maatregelen te verschaffen waarmee een storend magnetisch veld opgewekt door een elektrisch voedingssysteem voor een railvoertuig in hoge mate kan worden voorkomen.
De uitvinding verschaft daartoe in een uitvoeringsvorm een bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig. Het bouwelement omvat een langwerpig profiel, 25 een voedingsgeleider die is bevestigd aan het profiel en zich evenwijdig aan het profiel uitstrekt, en een ten opzichte van de voedingsgeleider elektrisch geïsoleerde compensatiegeleider die mechanisch is verbonden met het profiel en zich evenwijdig aan het profiel uitstrekt. De voedingsgeleider en de compensatiegeleider zijn bestemd om tegengesteld gerichte stromen te voeren. Het bouwelement, waarvan het profiel een in 30 hoofdzaak O-vormige, l-vormige, U-vormige of H-vormige dwarsdoorsnede kan hebben, maakt het mogelijk om in een magnetisch veld dat wordt opgewekt door een elektrisch voedingssysteem waarvan het bouwelement deel uitmaakt, te minimaliseren, waardoor de storende invloed daarvan beperkt of verwaarloosbaar klein is.
De voedingsgeleider en de compensatiegeleider kunnen op zeer kleine afstand van 35 elkaar worden aangebracht. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het profiel een hol profiel, en is de compensatiegeleider in een holle ruimte van het profiel aangebracht.
- 3 -
Hiermee wordt een zeer hoge mate van compensatie van een de omgeving storend effect van een door de voedingsgeleider opgewekt magnetisch veld worden bereikt.
In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een elektrisch voedingssysteem voor een railvoertuig verschaft, omvattende een bouwelement volgens de 5 uitvinding en een spoorstaaf. De voedingsgeleider van het bouwelement en de spoorstaaf zijn elk verbonden met een voedingsstation, waarbij de compensatiegeleider van het bouwelement is verbonden met de spoorstaaf.
In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een koppelstuk verschaft voor het elektrisch voedingssysteem volgens de uitvinding. Dit koppelstuk is bestemd om 10 mechanisch te worden gekoppeld met het bouwelement, en omvat een eerste geleider die is bestemd om elektrisch te worden gekoppeld met de voedingsgeleider en/of een tweede geleider omvat die is bestemd om elektrisch te worden gekoppeld met de compensatiegeleider.
In het navolgende wordt de uitvinding in meer detail toegelicht aan de hand van een 15 niet-beperkend voorbeeld van een uitvoeringsvorm, zoals getoond in de aangehechte figuren. Daarbij tonen: fig. 1 een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een bouwelement volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een dwarsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een bouwelement 20 volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2a een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een koppelstuk volgens de onderhavige uitvinding; fig. 3 een schema met een netwerkrepresentatie van een elektrisch voedingssysteem voor een railvoertuig; 25 fig. 4 een schema met een netwerkrepresentatie van een elektrisch voedingssysteem in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 5 een schema met een netwerkrepresentatie van een elektrisch voedingssysteem in een volgende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 6 een schema met een netwerkrepresentatie van een elektrisch voedingssysteem 30 in een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en fig. 7 een schema met een netwerkrepresentatie van een component van het elektrisch voedingssysteem volgens fig. 4, 5 of 6.
In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzigingssymbolen betrekking op gelijke of soortgelijke componenten of componenten met een gelijke of soortgelijke functie. 35 Fig. 1 toont een bouwelement 2 met een langwerpig, kokervormig profiel 4 dat op zichzelf bekend is uit NL1027142. Het profiel 4 is aan een in gebruik neerwaarts te keren zijde (onderzijde) voorzien van een langsspleet 6 waarin een voedingsgeleider of rijdraad 7 - 4 - (gestippeld weergegeven) voor stroomafname door een stroomafnemer van een railvoertuig kan worden bevestigd. Een dergelijk profiel 4 vindt toepassing op plaatsen waar slechts een geringe bouwhoogte beschikbaar is, zoals in tunnels, of daar waar dit om andere technische redenen of om esthetische redenen noodzakelijk wordt geacht.
5 Het profiel 4 omvat een kanaal of holle ruimte voor het onderbrengen van een ten opzichte van de rijdraad 7 geïsoleerde geleider 8 (compensatiegeleider). In het in fig. 1 getoonde geval is de geleider 8 gevormd door een kabel 10 die is voorzien van een isolerende mantel 12. De geleider 8 kan zowel flexibel, zoals de kabel 10, als stijf zijn, bijvoorbeeld de vorm van een metalen staaf hebben. De geleider 8 kan over zijn lengte zijn 10 voorzien van een isolerende mantel, of op discrete plaatsen zijn ondersteund ten opzichte van het profiel 4 door isolerende afstandhouders (niet getoond). De geleider 8 kan een lengte hebben die in hoofdzaak overeenkomt met de lengte van het profiel 4, of kan een grotere lengte hebben.
Fig. 1 toont voorts schematisch een elektrische doorvoering 14 waarmee een 15 elektrisch contact met de geleider 8 kan worden gemaakt dat buiten het profiel 4 toegankelijk is. Indien het profiel is vervaardigd van metaal, omvat de doorvoering een geleidende kern, omringd door een isolatiemateriaal. Van het isolatiemateriaal kan worden afgezien indien het profiel is vervaardigd van een isolerend materiaal. De doorvoering 14 kan op een willekeurige plaats langs de lengte van het bouwelement zijn aangebracht. In 20 een uitvoeringsvorm zijn zowel aan een eerste einde van het bouwelement als aan een tweede, tegenoverliggend einde van het bouwelement doorvoeringen 14 aangebracht die respectievelijk zijn verbonden met tegenover elkaar gelegen uiteinden van de geleider 8. Geleiders 8 van verschillende in serie geschakelde bouwelementen kunnen met elkaar worden verbonden via de doorvoeringen 14 van de verschillende bouwelementen, maar een 25 geleider 8 of een einde van een geleider 8 kan ook worden verbonden met een ander geleidend element, zoals een spoorstaaf.
Bij wijze van alternatief kan een elektrische verbinding met een geleider 8 of tussen geleiders 8 van aangrenzende bouwelementen 2 worden gemaakt door middel van een in fig. 2a getoond koppelstuk 20 dat is bestemd om mechanisch te worden gekoppeld met een 30 bouwelement 2, en een koppelinrichting 22 omvat die is bestemd om elektrische geleiders onderling te koppelen. In de in fig. 2a uitvoeringsvorm omvat een koppelstuk 20 met een korte lengte van een profiel 4a een koppelinrichting 22 die elektrisch geleidende klemblokken 24 omvat welke door middel van bouten 26 en moeren 28 kabels 10 van aangrenzende bouwelementen 2 tegen elkaar kunnen klemmen voor een onderlinge 35 elektrische verbinding tussen geleiders 8.
- 5 -
Zoals fig. 2 toont, kan het profiel 4 zijn voorzien van openingen 16, bijvoorbeeld over de lengte van het profiel aangebracht in wanden daarvan, ter bevordering van de afvoer van in de geleider 8 opgewekte warmte door luchtcirculatie, wanneer de geleider 8 stroom voert.
Het profiel kan ook een andere dan de getoonde in hoofdzaak O-vormige 5 dwarsdoorsnede hebben, zoals een l-vormige, een U-vormige of een H-vormige dwarsdoorsnede, of enige andere geschikte dwarsdoorsnede waarbij het profiel en de geleider mechanisch met elkaar verbonden kunnen worden, en een rijdraad 7 of een andere voor dit doel geschikte geleider bevestigd kan worden.
In bedrijf voert een in de spleet 6 aangebrachte rijdraad 7 een stroom afkomstig van 10 een voedingsbron voor de voeding van een zich langs de rijdraad bewegend railvoertuig, waarbij de geleider een in hoofdzaak even grote, maar tegengesteld gerichte retourstroom naar de voedingsbron voert. Door een dergelijke opstelling, waarbij twee tegengesteld gerichte, in hoofdzaak even grote stromen zeer dicht bij elkaar vloeien, wordt een magnetische verstoring van de omgeving door de stromen in hoge mate ondervangen.
15 Fig. 3 toont een netwerkrepresentatie van een conventioneel elektrisch voedingssysteem 30 voor een railvoertuig. Vanuit een voedingsstation OS wordt via een bovenleiding 32 een stroom I toegevoerd aan een railvoertuig RV. Via een of meer spoorstaven 34 vloeit de stroom retour naar het voedingsstation OS. De verdeelde elektrische weerstand van de bovenleiding is geconcentreerd weergegeven in de vorm van 20 weerstand Rb, terwijl de verdeelde elektrische weerstand van de spoorstaaf/spoorstaven geconcentreerd is weergegeven in de vorm van weerstand Rs· De stroomketen van voedingsstation OS via bovenleiding 32, railvoertuig RV, spoorstaaf/spoorstaven 34 retour voedingsstation OS vormt een lus met een relatief groot oppervlak die een magnetisch veld tot gevolg heeft, in het bijzonder als gevolg van de door de bovenleiding 32 en de 25 spoorstaaf/spoorstaven 34 lopende stromen. Het magnetisch veld kan voor de omgeving van het voedingssysteem storend zijn.
Fig. 4 illustreert hoe bij toepassing van de bouwelementen 2 volgens de uitvinding het magnetisch veld dat wordt opgewekt door de voedingsstroomketen van het railvoertuig RV, in hoofdzaak kan worden gecompenseerd in een passieve vorm van compensatie. In 30 een uitvoeringsvorm wordt hiertoe een compensatiegeleider 36 van het bouwelement
verbonden met de onderliggende spoorstaaf 34 op vooraf bepaalde, op afstand van elkaar liggende plaatsen. Tussen deze plaatsen kunnen compensatiegeleiders 36 van aan elkaar grenzende bouwelementen elektrisch in serie worden geschakeld, bijvoorbeeld via de voornoemde doorvoeringen 14 (fig. 1) op de bouwelementen, of via koppelstukken 20 (fig. 35 2a) tussen de bouwelementen. Aldus worden stroompaden gecreëerd die elektrisch parallel aan de spoorstaven lopen. Wanneer de geleiders van de bouwelementen een lagere elektrische weerstand hebben dan de spoorstaven, zal een belangrijk deel van de stroom I
- 6 - niet door de spoorstaven, maar door de geleiders van de bouwelementen lopen. Aldus compenseren de magnetische velden die worden opgewekt door de stromen in de bovenleiding 32 en de geleider 36 elkaar in hoge mate, zodat een magnetische verstoring van de omgeving van de spoorbaan door de voedingsstroomketen van het railvoertuig RV 5 wordt geminimaliseerd.
Fig. 5 illustreert hoe ervoor gezorgd kan worden dat het magnetisch veld dat wordt opgewekt door de voedingsstroomketen van het railvoertuig RV, in hoofdzaak wordt gecompenseerd in een actieve vorm van compensatie. In een uitvoering wordt hiertoe in een compensatielus 40 door middel van een stroombron 42 een stroom I’ gevoerd die even groot 10 is, maar tegengesteld is gericht aan de stroom I. De compensatielus 40 kan een of meer windingen omvatten, en kan de spoorstaaf 34 omvatten. In het geval van meerdere windingen is de stroom per winding gelijk aan de stroom Γ gedeeld door het aantal van de windingen.
De stroom I' wordt met een bestuurbare stroombron opgewekt. De besturing vindt 15 plaats op basis van een ingangssignaal dat op verschillende wijzen kan worden verkregen.
Zoals is geïllustreerd in fig. 6, kan een eerste ingangssignaal worden verkregen door het meten van een spanning over een lengte van een spoorstaaf 34, waarbij de lengte in hoofdzaak gelijk is aan de lengte (gezien in langsrichting van de spoorstaaf 34) van de compensatielus. Rekening houdend met de weerstand RS, is de spanning over de 20 spoorstaaf 34 een directe maat voor de stroom I + I’ die vloeit door de spoorstaaf 34.
Volgens fig. 6 strekt de compensatielus zich tussen twee (niet noodzakelijk in het railtraject op elkaar volgende) bovenleidingsmasten B uit, en wordt de potentiaal van de spoorstaaf ter plaatse van de bovenleidingsmasten B gemeten. De spoorstaaf 34 maakt onderdeel uit van de compensatielus. Uit de potentiaalmetingen ter plaatse van de 25 bovenleidingsmasten B wordt een spanningsverschil bepaald, dat wordt toegevoerd aan een besturingsschakeling voor de in fig. 5 getoonde stroombron 42, die in een regelkast RK is ondergebracht.
Fig. 7 toont enige basiscomponenten van een besturingsschakeling 60 voor de stroombron 42. Een spanning U1 gemeten ter plaatse van een eerste meetpunt wordt in een 30 eerste comparator 44 vergeleken met een spanning U2 ter plaatse van een tweede meetpunt, dat op afstand van het eerste meetpunt ligt. De aan de uitgang van de comparator 44 afgegeven verschilspanning U1-U2 wordt in een tweede comparator 46 vergeleken met een nulpotentiaal, waarbij een aan de uitgang van de tweede comparator 26 afgegeven afwijking tussen de verschilspanning en de nulpotentiaal op niet nader getoonde 35 wijze wordt gebruikt voor het besturen van de stroombron 42 op een zodanige wijze dat de verschilspanning U1-U2 nul wordt.
- 7 -
Het in fig. 6 getoonde deel 50 van de compensatielus kan worden gevormd door de in fig. 1 en 2 getoonde geleider 8, van een of meer bouwelementen 2 in serie.
In plaats van de meting van een spanningsverschil over de spoorstaaf 34, zoals hierboven is toegelicht, kan een regeling van de stroombron 42 ook plaatsvinden op basis 5 van de meting van een magnetisch veld (gebruikmakend van een geschikte magneetveldsensor) op afstand van de compensatielus, eventueel op een specifieke plaats waar magnetische stoorvelden dienen te worden gecompenseerd. De door de stroombron 42 geleverde stroom wordt zodanig ingesteld dat het magnetisch veld ter plaatse van de magneetveldsensor in hoofdzaak nul wordt.
10 Door de aanwezigheid van een railvoertuig RV, dat een pad vormt voor (een deel van) de stroom van voedingsgeleider naar spoorstaven of omgekeerd, is de te compenseren stroom niet op elke plaats langs een baanvak (een gedeelte van een spoorbaan) even groot. Daarom kan het desbetreffende baanvak in opeenvolgende stukken worden verdeeld, elk met een eigen compensatielus. Om praktische redenen worden het opgaande en 15 neergaande deel van de compensatielus ter hoogte van de toch aanwezige bovenleidingmasten aangebracht, maar dit is niet essentieel. Wanneer de ruimte tussen de voedingsbron en het railvoertuig meerdere compensatielussen omvat, zal elke lus afzonderlijk (in hoofdzaak dezelfde) stroom voeren. De magneetvelden van de opgaande en neergaande delen van de opvolgende compensatielussen zijn even groot en tegengesteld 20 aan elkaar. Hierdoor dragen zij samen niet bij aan het magneetveld buiten het voedingssysteem.
Het te compenseren magnetisch veld behoeft in de praktijk niet evenredig te zijn met de tractiestroom. Dit kan veroorzaakt worden doordat bijvoorbeeld het voertuig zelf een zekere magnetisatie met zich mee brengt of doordat er zich magnetische structuren in de 25 omgeving van de trein bevinden, die het magnetisch veld beïnvloeden. In dat geval moet de grootte van de stroom door de compensatielus aangepast worden aan de lokale situatie.
De lus heeft in praktische uitvoeringsvormen een kleine elektrische weerstand. Hierdoor is de spanningsval over de lus beperkt en niet zo groot als het potentiaalverschil tussen de voedingsgeleider en de spoorstaven.
30 De praktische uitvoering van de compensatielus kan op verschillende manieren gerealiseerd worden. De compensatielus kan bijvoorbeeld in hoofdzaak op voedingsgeleiderpotentiaal gebracht worden. Hierbij moet de geleider die het magnetisch veld, dat door de stroom door de spoorstaven wordt opgewekt, compenseert elektrisch goed geïsoleerd worden ten opzichte van de spoorstaven. Het is ook mogelijk de compensatielus 35 voornamelijk op spoorstaafpotentiaal te brengen. In dat geval dient er aandacht besteed te worden aan de isolatie van de compensatielus ten opzichte van de voedingsgeleider.
- 8 -
Het dient te worden begrepen dat de beschreven uitvoeringsvormen slechts voorbeelden zijn van de uitvinding, die in uiteenlopende uitvoeringen belichaamd kan zijn. Derhalve dienen specifieke structurele en functionele details die hierin zijn geopenbaard niet te worden beschouwd als beperkend, maar uitsluitend als een basis voor de conclusies en 5 als een representatieve basis om de deskundige voldoende informatie te verstrekken om de uitvinding ten uitvoer te brengen. De termen en frasen die hierin zijn gebruikt, zijn niet bedoeld om beperkend te zijn, maar om een begrijpelijke beschrijving van de uitvinding te verschaffen.
De term “een” die hierin is gebruikt, is gedefinieerd als één of meer dan één. De term 10 “aantal” die hierin is gebruikt, is gedefinieerd als twee of meer dan twee. De term “een andere” die hierin is gebruikt, is gedefinieerd als ten minste een tweede of meer. De term “omvattende” en/of “met” die hierin is gebruikt, sluit andere niet genoemde onderdelen niet uit (d.w.z. niet limitatief).

Claims (13)

1. Bouwelement (2) voor elektrische voeding van een railvoertuig, omvattende een langwerpig profiel (4), een voedingsgeleider (7) die is bevestigd aan het profiel en zich evenwijdig aan het profiel uitstrekt, en een ten opzichte van de voedingsgeleider elektrisch geïsoleerde compensatiegeleider (8) die mechanisch is verbonden met het profiel en zich 5 evenwijdig aan het profiel uitstrekt, waarbij de voedingsgeleider en de compensatiegeleider zijn bestemd om tegengesteld gerichte stromen te voeren.
2. Bouwelement volgens conclusie 1, waarbij het profiel een in hoofdzaak O-vormige, I-vormige, U-vormige of H-vormige dwarsdoorsnede heeft. 10
3. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, waarbij het profiel een hol profiel is, en de compensatiegeleider (8) in een holle ruimte van het profiel (4) is aangebracht.
4. Bouwelement volgens conclusie 3, verder omvattende ten minste een in een wand 15 van het profiel (4) aangebrachte elektrische doorvoering (14) die is verbonden met de compensatiegeleider (8).
5. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de compensatiegeleider (8) een geïsoleerde kabel omvat. 20
6. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het profiel (4) geperforeerd is.
7. Bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het profiel (4) van 25 kunststof is vervaardigd.
8. Bouwelement volgens een van de conclusies 1-6, waarbij het profiel (4) van metaal is vervaardigd.
9. Elektrisch voedingssysteem voor een railvoertuig, omvattende een bouwelement (2) volgens een van de voorgaande conclusies en een spoorstaaf, waarbij een voedingsgeleider (7) van het bouwelement en de spoorstaaf elk zijn verbonden met een voedingsstation, en waarbij de compensatiegeleider (8) van het bouwelement is verbonden met de spoorstaaf (34). 35 -ΙΟΙ 0. Elektrisch voedingssysteem volgens conclusie 9, waarbij de compensatiegeleider (8) met een eerste uiteinde daarvan op een eerste plaats is verbonden met de spoorstaaf (34), en waarbij de compensatiegeleider met een tweede uiteinde daarvan, onder tussenschakeling van een bestuurbare stroombron (42), op een tweede plaats is verbonden 5 met de spoorstaaf, waarbij de eerste plaats op afstand van de tweede plaats is gelegen.
11. Elektrisch voedingssysteem volgens conclusie 10, waarbij de stroombron (42) wordt bestuurd door een besturingsschakeling (60) die is ingericht om een spanningsverschil tussen de eerste plaats en de tweede plaats te meten, en op basis van genoemd 10 spanningsverschil de stroom van de stroombron te besturen voor het minimaliseren van genoemd spanningsverschil.
12. Elektrisch voedingssysteem volgens conclusie 10, waarbij de stroombron wordt bestuurd door een besturingsschakeling die is ingericht om een magnetisch veld nabij het 15 voedingssysteem te meten, en op basis van genoemd magnetisch veld de stroom van de stroombron te besturen voor het minimaliseren van genoemd magnetisch veld.
13. Elektrisch voedingssysteem volgens een van de conclusies 9-12, verder omvattende een koppelstuk dat is bestemd om mechanisch te worden gekoppeld met het bouwelement, 20 en een eerste geleider omvat die is bestemd om elektrisch te worden gekoppeld met de voedingsgeleider en/of een tweede geleider omvat die is bestemd om elektrisch te worden gekoppeld met de compensatiegeleider.
14. Koppelstuk voor het elektrisch voedingssysteem volgens een van de conclusies 9-25 12, waarbij het koppelstuk is bestemd om mechanisch te worden gekoppeld met het bouwelement, en een eerste geleider omvat die is bestemd om elektrisch te worden gekoppeld met de voedingsgeleider en/of een tweede geleider omvat die is bestemd om elektrisch te worden gekoppeld met de compensatiegeleider.
NL1034189A 2007-07-25 2007-07-25 Bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig, en elektrisch voedingssysteem omvattende een dergelijk bouwelement. NL1034189C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034189A NL1034189C2 (nl) 2007-07-25 2007-07-25 Bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig, en elektrisch voedingssysteem omvattende een dergelijk bouwelement.
EP08779004A EP2183126A1 (en) 2007-07-25 2008-07-22 Construction element for supllying electrical power to a rail vehicle and electrical power supply system comprising such a construction element
PCT/NL2008/000180 WO2009014426A1 (en) 2007-07-25 2008-07-22 Construction element for supllying electrical power to a rail vehicle and electrical power supply system comprising such a construction element

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034189 2007-07-25
NL1034189A NL1034189C2 (nl) 2007-07-25 2007-07-25 Bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig, en elektrisch voedingssysteem omvattende een dergelijk bouwelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034189C2 true NL1034189C2 (nl) 2009-01-27

Family

ID=39138797

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034189A NL1034189C2 (nl) 2007-07-25 2007-07-25 Bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig, en elektrisch voedingssysteem omvattende een dergelijk bouwelement.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2183126A1 (nl)
NL (1) NL1034189C2 (nl)
WO (1) WO2009014426A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3049718B1 (fr) * 2016-04-05 2020-12-11 Alstom Transp Tech Ensemble de cablage enterre le long d'une voie ferree d'une infrastructure ferroviaire de circulation de tramways

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB190900466A (en) * 1909-01-07 1909-12-02 British Thomson Houston Co Ltd Improvements in and relating to Devices for Neutralising Inductive Disturbances due to Electric Traction Systems.
JPH11235940A (ja) * 1998-02-20 1999-08-31 Kajima Corp 給電線の周囲磁界抑制方法
DE19903041A1 (de) * 1999-01-26 2000-08-17 Gonschorek Karl Heinz Anordnung zur Kompensation von niederfrequenten Magnetfeldern
EP1072463A1 (en) * 1999-02-04 2001-01-31 Universidad Complutense De Madrid Current system for compensating the magnetic field produced by electric traction railways
DE202004009420U1 (de) * 2004-06-16 2004-10-21 Furrer + Frey AG Ingenieurbüro Fahrleitungsbau Stromschiene

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB190900466A (en) * 1909-01-07 1909-12-02 British Thomson Houston Co Ltd Improvements in and relating to Devices for Neutralising Inductive Disturbances due to Electric Traction Systems.
JPH11235940A (ja) * 1998-02-20 1999-08-31 Kajima Corp 給電線の周囲磁界抑制方法
DE19903041A1 (de) * 1999-01-26 2000-08-17 Gonschorek Karl Heinz Anordnung zur Kompensation von niederfrequenten Magnetfeldern
EP1072463A1 (en) * 1999-02-04 2001-01-31 Universidad Complutense De Madrid Current system for compensating the magnetic field produced by electric traction railways
DE202004009420U1 (de) * 2004-06-16 2004-10-21 Furrer + Frey AG Ingenieurbüro Fahrleitungsbau Stromschiene

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009014426A1 (en) 2009-01-29
EP2183126A1 (en) 2010-05-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7511250B2 (en) Transport system
US5839554A (en) Power collector for inductive power transfer
CN104979715B (zh) 连接器
CN105691234B (zh) 一种磁浮列车非接触供电耦合装置及磁浮列车
JP7291969B2 (ja) 自動搬送システム
GB201207144D0 (en) Arrangement and method for providing a vehicle with electric energy by magnetic induction
NL1034189C2 (nl) Bouwelement voor elektrische voeding van een railvoertuig, en elektrisch voedingssysteem omvattende een dergelijk bouwelement.
US20170015214A1 (en) Power rail-support unit and guide-track transportation system
RU2485656C1 (ru) Способ подогрева проводов контактной подвески
RU2298487C1 (ru) Способ снижения индуктивного влияния электротяговых сетей переменного тока на проводные коммуникации связи
EP1072463A1 (en) Current system for compensating the magnetic field produced by electric traction railways
JP6943756B2 (ja) 地絡位置標定方法及び地絡位置標定システム
ATE270435T1 (de) Elektrischer energiezähler
KR20120130680A (ko) 급전선로를 세그먼트화하여 전력을 공급하는 급전장치, 그 구동방법 및 급집전장치
KR101563317B1 (ko) 합산형 픽업장치
JP4218656B2 (ja) ピックアップユニットおよびそのピックアップユニットを備えた無接触給電設備
JP2010042690A (ja) 電力引込み装置
RU2490146C2 (ru) Устройство и способ бесконтактной передачи электрической энергии на электротранспортное средство
NL2000756C2 (nl) Spoorweginfrastructuur.
KR101357546B1 (ko) 분리배선을 위한 급전모듈
Zhang et al. Research on the Magnetic Effect of Ground-laid Traction Net Protective Wire on the Signal Cable
JP3825830B2 (ja) 軌条加熱装置
JP2018074056A (ja) 電力伝送装置
RU2128120C1 (ru) Способ определения уравнительного тока на двухпутном участке тяговой сети переменного тока
EP1864848A1 (en) Compensation-device for a magnetic field

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160801