NL1034173C2 - Eindloze transporteur. - Google Patents

Description

EINDLOZE TRANSPORTEUR

De uitvinding heeft betrekking op een eindloze transporteur, omvattende een aantal transportdelen, die ten opzichte van elkaar zwenkbaar zijn rond zich dwars op de beoogde verplaatsingsrichting van de transporteur 5 uitstrekkende zwenkassen, elk van welke transportdelen is voorzien van een aantal zich evenwijdig aan elkaar en aan de zwenkassen uitstrekkende staven, die aan hun einden zijn bevestigd aan steunen, alsmede tussen de staven aangebrachte, zich dwars op de staven uitstrekkende en op 10 afstand van elkaar gelegen draden.

Dergelijke transporteurs worden bijvoorbeeld toegepast in drooginrichtingen, waarbij door op de transporteur liggende producten, zoals bijvoorbeeld knolgewassen in de vorm van aardappelen of wortelen, 15 lucht wordt geblazen teneinde deze producten te drogen.

Op zich voldoen deze eindloze transporteurs goed, maar een probleem is, dat de werkbreedte van dergelijke transporteurs beperkt is, daar bij een breedte groter dan ± 1,5 m een gevaar van doorzakken van de 20 transportdelen bestaat. Het aanbrengen van stationaire ondersteuningen onder het werkzame part van de transporteur om een grotere breedte van de transporteur mogelijk te maken leidt tot problemen, daar een dergelijke ondersteuning een verhoogde luchtweerstand 25 geeft en tevens gevoelig is voor sterke vervuiling.

Het is wel voorgesteld, een dergelijke transporteur samen te stellen uit geperforeerde platen. Het is echter gebleken, dat geperforeerde platen een verhoudingsgewijs grote luchtweerstand geven en in de 30 door de perforaties gestroomde lucht boven de platen ongewenste wervelingen ontstaan. Verder zijn 1034173 2 geperforeerde platen ook zeer gevoelig voor vervuiling.

Met de uitvinding wordt beoogd, een eindloze transporteur te verschaffen, waarmee de hierboven geschetste nadelen van de eerder voorgestelde 5 constructies worden vermeden.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat tussen de steunen van een transportdeel een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de staven en zich in hoofdzaak loodrecht op een door de hartlijnen van de 10 staven verlopend denkbeeldig vlak uitstrekkend plaatvormige deel is aangebracht, waaraan een aantal zich in het loodrecht op dit plaatvormige deel uitstrekkende steunorganen zijn bevestigd, een en ander zodanig, dat de staven van dit transportdeel op de steunorganen rusten.

15 De vast met het transportdeel verbonden, door het plaatvormige deel en de daaraan bevestigde steunorganen gevormde steunmiddelen kunnen verhoudingsgewijs licht worden uitgevoerd en vormen praktisch geen hinder voor de vloeistof- of luchtdoorvoer 20 door de tussen de staven en de draden gelegen openingen.

Bij voorkeur is daarbij het plaatvormige deel nabij een begrenzingsrand van het desbetreffende transportdeel aangebracht, zodat dit plaatvormige deel praktisch geheel buiten de baan van de door de openingen 25 van het transportdeel stromende lucht is gelegen.

Door ook de steunorganen uit plaatvormige delen te vormen zullen ook deze steunorganen de stroming van lucht door de openingen van het desbetreffende transportdeel nagenoeg niet storen.

30 Bij voorkeur zijn daarbij de steunorganen gevormd door driehoekige delen, die langs een zijde van de driehoek aansluiten op het plaatvormige deel. Hierdoor kunnen lichte en toch stevige steunorganen worden verkregen.

35 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvorm van de eindloze transporteur volgens de uitvinding.

3

Figuur 1 toont in perspectief een onderaanzicht op een in het werkzame part van de transporteur gelegen transportdeel.

Figuur 2 toont in perspectief een met figuur 1 5 overeenkomend transportdeel, gezien van boven.

Figuur 3 toont op grotere schaal in perspectief een gedeelte van het transportdeel gezien van onderen.

Figuur 4 toont op grotere schaal in perspectief een gedeelte van het transportdeel gezien van boven.

10 Zoals weergegeven in de figuren, omvat een transportdeel 1 twee nabij de uiteinden van dit transportdeel gelegen steunen 2 en 3, waaraan de uiteinden van een aantal zich tussen de steunen 2 en 3 evenwijdig aan elkaar uitstrekkende staven 4 zijn 15 bevestigd. Tussen de staven 4 zijn zich loodrecht op de staven uitstrekkende en op afstand van elkaar aangebrachte draden 5 aangebracht. De einden 6 van de draden zijn gebogen in de vorm van de staven 4 omgevende ogen 6.

20 Aan de van elkaar af gekeerde zijkanten van de plaatvormige steunen 2 en 3 zijn twee op afstand van elkaar gelegen strookvormige delen 7 en 8 aangebracht, waartussen wielen 9 zijn gelegen, die vrij draaibaar zijn om zich evenwijdig aan de staaf 4 uitstrekkende assen 10. 25 Zoals verder voor slechts één van de assen 10 is weergegeven, zijn met de assen 10 verdere strookvormige delen 11 en 12, die een verder wiel 13 ondersteunen, zwenkbaar aangebracht. Deze verdere strookvormige delen 11 en 12 zullen zijn verbonden met 30 een naburig, in de figuren niet weergegeven transportdeel, waarbij de transporteur zal zijn opgebouwd uit een aantal van dergelijke onderling zwenkbaar met elkaar gekoppelde transportdelen.

De strookvormige delen 11 en 12 of de wielen 9, 35 13 ondersteunen de transporteur op niet weergegeven gesteldelen voor het tijdens bedrijf verplaatsen van de transporteur in een beoogde verplaatsingsinrichting volgens pijl A.

4

De plaatvormige steunen 2 en 3 zijn voorzien van naar elkaar toe gebogen oren 14 respectievelijk 15,. Aan deze ogen 14 en 15 is een in hoofdzaak rechthoekig plaatvormig deel 16 bevestigd, dat ter hoogte van een 5 nabij een begrenzingsrand van het transportdeel 1 gelegen staaf 4 is opgesteld. Daarbij strekt het plaatvormige deel 16 zich in hoofdzaak loodrecht uit op het door de hartlijnen van de staven 4 verlopende denkbeeldige vlak en in hoofdzaak evenwijdig aan de desbetreffende staven 10 4. Het zal duidelijk zijn, dat daarbij het plaatvormige deel is gelegen onder het de producten ondersteunende, door de draden 5 gevormde transportvlak, dat tijdens bedrijf van de transporteur wordt gevormd door het bovenpart van de transporteur.

15 Verder zijn tussen de aan de einden van het transportdeel 1 aangebrachte steunen 2 en 3 verdere, door driehoekige plaatvormige delen gevormde, steunorganen 17 en 18 bevestigd. Deze driehoekige steunorganen 17 en 18 zijn zodanig opgesteld, dat een van de zijden van de 20 desbetreffende driehoek zich evenwijdig aan en tegen het aangrenzende plaatdeel 16 uitstrekt. Daarbij zijn voor de bevestiging van de steunorganen 17 en 18 aan het plaatvormige deel 16 de plaatvormige steunorganen 17 en 18 voorzien van gebogen oren 19, die door middel van 25 bouten 20 aan het plaatvormige deel 16 zijn bevestigd. Verder strekt een van de zijden van een desbetreffend driehoekig plaatvormig deel 17 respectievelijk 18 zich evenwijdig uit aan het denkbeeldige, door de hartlijnen van de staven 4 verlopende vlak en is deze zijde van de 30 driehoek voorzien van uitsparingen, waarin de staven 4 van het transportdeel 1 zijn gelegen.

Het zal duidelijk zijn, dat op deze wijze een effectieve ondersteuning van de staven 4 is verkregen onder toepassing van een verhoudingsgewijs lichte, uit de 35 delen 16 - 18 bestaande steunconstructie, die nagenoeg geen verstoring van de luchtstroming door de tussen de staven 4 en de draden 5 gelegen openingen zal veroorzaken.

5

Opgemerkt wordt, dat, hoewel in de figuren de staven 4 en de draden 5 zijn weergegeven met een ronde dwarsdoorsnede, het duidelijk zal zijn dat de staven 4 en/of de draden 5 ook een andere dan een ronde 5 dwarsdoorsnede, bijvoorbeeld een ovale of een hoekige dwarsdoorsnede kunnen bezitten.

Zoals in figuur 4 weergegeven, kunnen in de onderrand en/of de bovenrand van de plaat 16 plooien 21 worden gevormd ter verstijving van de plaat 16.

10 k k ★ k k 1034173

Claims (5)

1. Eindloze transporteur, omvattende een aantal transportdelen, die ten opzichte van elkaar zwenkbaar zijn rond zich dwars op de beoogde verplaatsingsrichting van de transporteur uitstrekkende zwenkassen, elk van 5 welke transportdelen is voorzien van een aantal zich evenwijdig aan elkaar en aan de zwenkassen uitstrekkende staven, die aan hun einden zijn bevestigd aan steunen, alsmede tussen de staven aangebrachte zich dwars op de staven uitstrekkende en op afstand van elkaar gelegen 10 draden, met het kenmerk, dat tussen de steunen van een transportdeel een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de staven en zich in hoofdzaak loodrecht op een door de hartlijnen van de 15 staven verlopend denkbeeldig vlak uitstrekkend plaatvormig deel is aangebracht, waaraan een aantal zich in hoofdzaak loodrecht op dit plaatvormige deel uitstrekkende steunorganen zijn bevestigd, een en ander zodanig, dat de staven van dit transportdeel op de 20 steunorganen rusten.

2. Transporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatvormig deel nabij een begrenzingsrand 25 van het desbetreffende transportdeel is aangebracht.

3. Transporteur volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat een steunorgaan wordt gevormd door een 30 plaatvormig deel. 1034173

4. Transporteur volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het steunorgaan een driehoekig plaatvormig deel is, dat langs een zijde van de driehoek aansluit op het 5 plaatvormige deel.

5. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 10 in een bovenrand van het plaatvormige steunorgaan uitsparingen voor het opnemen van de staven zijn aangebracht. ***** 15 1 0 3 A 1 7 3