NL1033970C2 - Over de weg transporteerbare mobiele spoorwerkplaats. - Google Patents

Over de weg transporteerbare mobiele spoorwerkplaats. Download PDF

Info

Publication number
NL1033970C2
NL1033970C2 NL1033970A NL1033970A NL1033970C2 NL 1033970 C2 NL1033970 C2 NL 1033970C2 NL 1033970 A NL1033970 A NL 1033970A NL 1033970 A NL1033970 A NL 1033970A NL 1033970 C2 NL1033970 C2 NL 1033970C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
row
running
sets
running wheels
motorway
Prior art date
Application number
NL1033970A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1033970A1 (nl
Inventor
Clemens Schoone
Original Assignee
Volkerrail Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Volkerrail Nederland B V filed Critical Volkerrail Nederland B V
Priority to NL1033970A priority Critical patent/NL1033970C2/nl
Publication of NL1033970A1 publication Critical patent/NL1033970A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1033970C2 publication Critical patent/NL1033970C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61DBODY DETAILS OR KINDS OF RAILWAY VEHICLES
    • B61D15/00Other railway vehicles, e.g. scaffold cars; Adaptations of vehicles for use on railways

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)
  • Handcart (AREA)

Description

Titel: Over de weg transporteerbare mobiele spoorwerkplaats.
Voorgesteld wordt een werkplaats voor werkzaamheden aan het spoor, zodat veilig gewerkt kan worden terwijl het nevenspoor 5 in bedrijf blijft. Deze spoorwerkplaats is mobiel uitgevoerd, zodat tijdens bedrijf de werkplaats langs het spoor verplaatsbaar is, waardoor zich langs het spoor voortschrijdende werkzaamheden doelmatig kunnen worden beveiligd. Zodoende kan betrouwbaar worden voorkomen, dat een spoorarbeider onbedoeld (te dicht) op 10 het nevenspoor komt en gegrepen wordt door een passerende trein.
In de regel zal een dergelijke spoorwerkplaats voorzien in één of andere fysieke barrière, zoals een hekwerk (fysiek barrie-remiddel), zodat een arbeider in meer of mindere mate verhinderd wordt om buiten en bepaald gebied te treden en gedwongen wordt 15 om in een in meer of mindere mate beveiligd (gelijkvloers) werkgebied te verblijven.
Daarnaast kan op deze wijze aan het personeel, de apparatuur en de werklocatie bescherming geboden worden tegen weersomstandigheden, bijvoorbeeld door toepassen van beplating 20 of een dekzeil. De spoorwerkplaats kan een in hoofdzaak wind en/of (regen)waterdicht dak en/of zijwanden hebben. Vanzelfsprekend is de onderzijde open, om ongehinderd toegang te hebben tot de spoorstaven, dwarsliggers, ballast, enz.
Met een spoorwerkplaats kan daarom ten opzichte van 25 traditionele manieren van het veilig plegen van onderhoud aan het spoor in het bijzonder een belangrijke tijdsbesparing worden bereikt waardoor het reguliere treinverkeer minder wordt gestremd.
De stand van de techniek bevat reeds vele voorstellen, zie 30 bijvoorbeeld EP-A1-1.369.330 en WO 2006/027030 Al, beide t.n.v. Robel. Daarbij gaat het telkens om een railgebonden voertuig met een uiterlijk dat in grote lijnen kan worden beschreven als een spoorrijtuig met aan de uiteinden een spoorrijstel en waarvan het interieur en de vloer ontbreekt zodat men binnenin het voertuig 35 over een grote vrije bewegingsruimte beschikt en op de spoorweg staat/loopt.
De uitvinders van deze uitvinding zijn tot het inzicht gekomen, dat in het bijzonder de flexibiliteit en inzetbaarheid worden vergroot, indien de spoorwegwerkplaats over de normale 1033970 2 weg kan worden getransporteerd. Zodoende ondervindt het treinverkeer minimale hinder bij het vanaf zijn depot naar de gewenste werklocatie transporteren van de spoorwerkplaats. Daarbij moet men zich realiseren, dat een dergelijke 5 spoorwerkplaats in de regel een aanzienlijke lengte heeft van bijvoorbeeld meer dan 15 of 20 meter en in het spoor niet harder kan/mag rijden dan 60 km/u. Transporteren over een autoweg zal dan een goed alternatief zijn. Bij voorkeur vindt het transport over de weg met zo min mogelijk beperkingen plaats (geen "bij zonder 10 transport") .
Dienovereenkomstig wordt met deze uitvinding voorgesteld, de spoorwerkplaats in te richten met middelen om deze geschikt te maken om over een autoweg te mogen worden getransporteerd.
Overeenkomstig een aspect wordt daartoe de spoorwerkplaats 15 uitgerust met een of meer rijstellen zodat deze geschikt is om zowel te rijden over de spoorstaven van een spoorweg, als het wegdek van een autoweg. Bij voorkeur bevatten een of meer, bij voorkeur alle rijstellen enerzijds loopwielen (zoals met stalen loopvlak en zij flens) voor rijden over spoorstaven en anderzijds 20 loopwielen (zoals luchtbanden) voor rijden over het wegdek van een autoweg. Daarbij is bij voorkeur het ene loopwieltype intrekbaar ten opzichte van het andere, zodat naar keuze het ene of het andere loopwieltype de spoorwerkplaats op de bijbehorende ondergrond (d.w.z. spoorstaven resp. wegdek) afsteunt. Bij 25 voorkeur bevindt zich nabij elk uiteinde van de spoorwerkplaats een dergelijk rij stel. Daarbij is het mogelijk dat ten minste een rij stel gemakkelijk afkoppelbaar is van en/of rond een opgaande as draaibaar gemonteerd is ten opzichte van de spoorwerkplaats. Elk rij stel kan voor elk loopwieltype enkel-, 30 twee-, drie- of meerassig uitgevoerd zijn, waarbij bij voorkeur een, twee of alle van die assen (mee) zwenkende loopwielen bevatten. De loopwielen kunnen voor de richtingbesturing of -volgen elk rond een eigen opgaande (verticale) as zwenken, of zwenken rond een voor een aantal loopwielen van het rij stel gemeenschappelijke 35 as (bijvoorbeeld is dat het geval bij een voor treinwagons gebruikelijk draaistel). Bijvoorbeeld is een rijstel twee-assig, met alle wielen zwenkend, voor op de autoweg en enkelassig, met 3 geen enkel wiel zwenkend, voor op de spoorweg. Bijvoorbeeld wordt ten minste een rij stel door een ander voertuig verschaft, bijvoorbeeld een trekkervoertuig, waarop bijvoorbeeld het betreffende uiteinde van de spoorwerkplaats wordt afgesteund.
5 Bij voorkeur zijn van een rij stel de loopwielen van spoorweg-en/of autowegtype van ten minste een as aangedreven om voortstuwing te leveren.
Overeenkomstig een alternatief aspect wordt de spoorwerkplaats zodanig uitgevoerd, dat zijn lengte verstelbaar 10 is, bij voorkeur onafhankelijk van een eventuele breedteverstelling. Zodoende kan de spoorwerkplaats met ingekorte lengte over een autoweg worden getransporteerd. Bijvoorbeeld bevat de spoorwerkplaats voor de lengteverstelling uitschuifbare of telescoperende delen en/of een centraal (bij voorkeur een vaste 15 lengte bezittend) deel dat aan voor- en/of achterzijde uitstrekbare verlengingsdelen bezit. De constructie is daarbij bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat in de maximaal verlengde toestand een ter weerszijden zijdelings begrensde, ten opzichte van de ingekorte toestand verlengde werkruimte wordt verschaft 20 waarbinnen men vrij kan rondlopen, d.w.z. niet gehinderd door in dwarsrichting lopende constructie-elementen.
Volgens nog een alternatief aspect bevindt het zwaartepunt zich op laag niveau, waardoor met hoge snelheid over een autoweg kan worden gereden zonder gevaar voor omslaan in bijvoorbeeld 25 een bocht. Immers, in vergelijking met een spoorbaan, bevat een autoweg krappere bochten die bovendien een vlak wegdek kennen. Bij voorkeur bevindt het zwaartepunt bij rijden over een autoweg zich niet verder dan 1, 1,5, 1,75 of 2 m daarboven.
Volgens nog een alternatief aspect bevat de spoorwerkplaats 30 (bij voorkeur ter weerszijden van het beveiligde werkgebied) een in lengterichting lopende frameconstructie die aan zijn uiteinden aan de rij stellen is gemonteerd en bij voorkeur door geschikte middelen geheel of gedeeltelijk verlengbaar is en/of in breedterichting verplaatsbaar is. Deze loopt bij voorkeur in 35 hoofdzaak recht of is nabij de rijstellen gebocheld. Bij voorkeur loopt deze geheel of gedeeltelijk op een laag niveau t.o.v. een rijstel, waartoe deze bijvoorbeeld vanaf een rijstel naar beneden 4 loopt via bijvoorbeeld een bochel of zwanenhals. De onder- en/of bovenzijde van deze frameconstructie blijft bij voorkeur beneden de as of de bovenkant van de loopwielen van een of alle rijstellen. Aan deze frameconstructie zijn bij voorkeur de zijwanden en/of 5 het dak gemonteerd. Dit aspect zorgt in een voorkeursuitvoering voor o.a. een laag zwaartepunt en/of een goede toegankelijkheid voor personen en het laden/lossen van goederen. De frameconstructie is bij voorkeur gevormd door een plaatwerkligger van bijvoorbeeld gewalst staal in de vorm van bijvoorbeeld een 10 koker, I-, T- of H-profiel.
Binnenin de spoorwerkplaats bevindt zich bij voorkeur een hijsvoorziening en/of een opslagvoorziening voor een spoorstaaf. De hijsvoorziening is bij voorkeur in lengte- en/of dwarsrichting verplaatsbaar, eventueel tot buiten de spoorwerkplaats.
15 De spoorwerkplaats heeft bij voorkeur een toegangsvoorziening voor personeel. Bij voorkeur bevindt die zich aan een kopse kant, zodat de werkruimte vanaf bijvoorbeeld een rij stel of een voertuig ervoor of erachter kan worden benaderd. De toegangsvoorziening bevat een naar de werkruimte leidende deur 20 en/of trap/hellingbaan.
De spoorwerkplaats is bij voorkeur uitgerust met een van de werkruimte fysiek gescheiden verblijfsvoorziening voor personeel, bij voorbeeld een schaftruimte, met daarin bij voorbeeld een tafel en/of stoel. De voorziening bevindt zich bijvoorbeeld 25 geheel of gedeeltelijk bovenop een rij stel.
Een de beschermingsomvang niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld is als volgt:
De spoorwegwerkplaats is gebaseerd op een op zich bekende zgn. ketelbedtrailer. Dit is een als oplegger uitgevoerd 30 diepladertype voor op de autoweg. Tussen de loopwielen aan voor-en achterzijde lopen horizontaal in lengterichting twee een tussenruimte houdende, even lange, langsliggers van vaste lengte (bijvoorbeeld 10 meter) . Via verstelmiddelen kan de tussenruimte tussen deze liggers worden vergroot, zodat de trailer wordt 35 verbreed. Bovenop deze twee liggers wordt gewoonlijk een te transporteren cilindrisch object, zoals een ketel, axiaal in lengterichting liggend gelegd, zodat de ronde onderzijde zich 5 tussen of onder deze liggers bevindt. De bovenzijde van deze twee liggers bevindt zich beneden de loopwielen aan voor- en achterzijde, zodat het laadvlak overeenkomstig laag ligt.
Aan beide uiteinden zijn aan deze langsliggers 5 verlengingsliggers in lengterichting zodanig gemonteerd, dat zij verplaatsbaar zijn tussen een gering of niet de langsliggers verlengende stand en een de langsliggers aanzienlijk verlengende stand. Tussen die twee standen zijn de verlengingsliggers traploos of getrapt verstelbaar in verschillende verlengingsstanden. De 10 langsliggers kunnen zodoende aan hun beide uiteinden ongeveer even veel verlengd worden met bijvoorbeeld enkele meters. Aan het van de langsliggers afgekeerde uiteinde zijn de verlengingsliggers door een dwarsligger doorgekoppeld zodat in bovenaanzicht gezien sprake is van een rechthoekig, kadervormig 15 draagframe. De langs-, verlengings- en/of dwarsliggers hebben in dwarsdoorsnede een koker-, I-, H-, of T-vorm. In alle standen van deze liggers is de daardoor zijdelings en naar voren/achteren begrensde ruimte onbeperkt om in rond te lopen.
Bij de beide uiteinden van het kadervormige draagframe is 20 aan de verlengings- en/of dwarsliggers een omhoog lopende constructie (bijvoorbeeld een soort "zwanenhals" of met gebochelde vorm) gemonteerd waarmee het draagframe met de rijstellen aan voor- en achterzijde is gekoppeld. Het voorste rij stel bevindt zich voor het draagframe en wordt gevormd door 25 de achterassen van een (vrachtwagen)trekkervoertuig met bestuurderscabine. Het draagframe is op de wijze van een vrachtwagenoplegger via een draaischotelconstructie daarmee afkoppelbaar gekoppeld. Het achterste rij stel bevindt zich achter het draagframe. Het trekkervoertuig beschikt aan de voorzijde 30 over een as voor de autoweg (met zwenkende loopwielen voor de richtingbesturing) en daartussen een as voor de spoorweg. Aan de achterzijde heeft dit voertuig een dubbele, aangedreven, as voor de autoweg en een enkele, aangedreven, as voor de spoorweg. Het achterste rij stel beschikt over een dubbele as voor de autoweg 35 (met zwenkende loopwielen voor "meesturen" in krappe bochten) en daartussen een as voor de spoorweg. Geen van de assen van het achterste rijstel is aangedreven.
6
De autowegassen van het voorste en/of achterste rij stel beschikken over een bij voorkeur hydraulische of pneumatische hoogteverstelling om extra bodemspeling te creëren tijdens rijden over de autoweg. De spoorwegassen zijn bij voorkeur pneumatisch 5 of hydraulisch inklapbaar uitgevoerd. In ingeklapte stand blijven hun loopwielen voldoende vrij van de autoweg, ook in de stand van de autowegassen voor de kleinste bodemspeling. Bij rijden over het spoor zijn de spoorwegassen uitgeklapt en staan de autowegassen in de stand voor kleinste bodemspeling.
10 Aan de langsliggers en eventueel de verlengingsliggers zijn de zijwanden en het zich daarboven bevindende dak gemonteerd. Het dak is zodanig geconstrueerd, dat het kan worden verbreed overeenkomstig de afstandvergroting tussen de langsliggers. Voorbeelden hiervoor zijn de vinden in EP-A1-1.369.330 en WO 15 2006/027030 Al. Voorzieningen kunnen aanwezig zijn om het dak en/of zijwand, of gedeelte ervan, te openen, bijvoorbeeld t.b.v. laden/lossen. Daartoe kan het dak of zijwand of gedeelte daarvan bijvoorbeeld zwenkend of schuivend gemonteerd zijn.
Zodoende kan een vrije werkruimte van ongeveer 20 m worden 20 gecreëerd, terwijl de combinatie van trekker en spoorwerkplaats tot een lengte van 18 m kan worden ingekort.
De bijgaande tekening toont een maximaal verlengde ketelbedtrailer in zij- en bovenaanzicht (de laatste in de smalle resp. brede stand).
25 Ook andere uitvoeringen behoren tot de uitvinding.
Bijvoorbeeld waarbij bij het voorste en/of achterste rijstel het spoorwegri jdeel gevormd wordt door een bogie-set. De langsliggers kunnen aanvullend bijvoorbeeld tussen hun uiteinden in lengte verstelbaar zijn door middel van additionele verlengingsliggers 30 om een nog groter lengteverschil te kunnen realiseren.
Alle beschreven of in de tekening weergegeven maatregelen vormen op zich of in willekeurige combinatie het onderwerp van deze uitvinding.
1033970

Claims (33)

1. Mobiele spoorwerkplaats uitgerust met twee rijstellen, elk nabij een uiteinde, waarbij elk rij stel enerzijds loopwielen voor 5 rijden over spoorstaven en anderzijds loopwielen voor rijden over het wegdek van een autoweg, heeft, en het ene loopwieltype intrekbaar is ten opzichte van het andere, zodat naar keuze het ene of het andere loopwieltype de spoorwerkplaats op de bijbehorende ondergrond afsteunt, zodat deze geschikt is om zowel 10 te rijden over een spoorweg als een autoweg, en een vloerloos, naar opzij en naar boven afgeschermd voertuig vormt, voorts omvattende middelen voor verstellen van zijn lengte en breedte zodat in de maximum lengte- en breedte-afmeting een ter weerszijden zijdelings begrensde werkruimte wordt verschaft 15 waarbinnen men vrij kan rondlopen, d.w.z. niet gehinderd door bijvoorbeeld in dwarsrichting lopende constructie-elementen, welke verstelmiddelen uitschuifbare of telescoperende delen bezitten om de inrichting een ingeklapte transportstand en een uitgeklapte bedrijfstand te laten innemen, terwijl van de 20 inrichting het zwaartepunt zich op laag niveau bevindt en bij rijden over een autoweg zich niet verder dan 1 meter daarboven bevindt; en omvattende een in lengterichting lopende frameconstructie met een centraal deel met vaste afmeting, die aan zijn uiteinden aan de rijstellen is gemonteerd en door de 25 verstelmiddelen aan beide uiteinden van het centrale deel verlengbaar is en in breedterichting verplaatsbaar is en nabij de rijstellen neerwaarts gebocheld is om tussen de rijstellen op een laag niveau te lopen ten opzichte van de rijstellen met zijn bovenzijde beneden de bovenkant van de loopwielen van een 30 rij stel en aan deze frameconstructie de zijwanden en het dak gemonteerd zijn, terwijl de loopwielen voor de richtingbesturing of -volgen elk rond een eigen opgaande (verticale) as zwenken.
2. Mobiele spoorwerkplaats uitgerust met twee rijstellen, elk 35 nabij een uiteinde, waarbij elk rij stel enerzijds loopwielen voor rijden over spoorstaven en anderzijds loopwielen voor rijden over het wegdek van een autoweg, heeft, en het ene loopwieltype intrekbaar is ten opzichte van het andere, zodat naar keuze het ene of het andere loopwieltype de spoorwerkplaats op de bijbehorende ondergrond afsteunt, zodat deze geschikt is om zowel te rijden over een spoorweg als een autoweg, en een vloerloos, 5 naar opzij en naar boven afgeschermd voertuig vormt.
3. Mobiele spoorwerkplaats uitgerust met een of meer rij stellen, bij voorkeur nabij elk uiteinde, zodat deze geschikt is om zowel te rijden over de spoorstaven van een spoorweg, als het wegdek 10 van een autoweg, om een vloerloos voertuig te vormen.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met middelen voor verstellen van zijn lengte en/of breedte, bij voorkeur onafhankelijk van elkaar. 15
5. Inrichting volgens conclusie 4, met de middelen zodanig uitgevoerd, dat in de maximum lengte- en/of breedte-afmeting een ter weerszijden zijdelings begrensde, vergrote werkruimte wordt verschaft waarbinnen men vrij kan rondlopen, d.w.z. niet gehinderd 20 door bijvoorbeeld in dwarsrichting lopende constructie-elementen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, omvattende uitschuifbare of telescoperende delen en/of een centraal deel van bij voorkeur 25 vaste afmeting, dat aan de ene en/of andere zijde uitstrekbare vergrotingdelen bezit.
7. Inrichting volgens een van conclusies 1-6, met het zwaartepunt op laag niveau voor beveiliging tegen omslaan in een 30 bocht.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het zwaartepunt zich niet verder dan 1, 1,5, 1,75 of 2 m boven de weg bevindt.
9. Inrichting volgens een van conclusies 1-8, omvattende een in lengterichting lopende frameconstructie die aan zijn uiteinden aan de rij stellen is gemonteerd en bij voorkeur door geschikte middelen geheel of gedeeltelijk verlengbaar is en/of in breedterichting verplaatsbaar is.
10. Inrichting volgens een conclusie 9, welke frameconstructie 5 in hoofdzaak recht loopt en/of nabij de rij stellen opwaarts of neerwaarts gebocheld is.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de frame constructie geheel of gedeeltelijk op een laag niveau t.o.v. een 10 rijstel loopt, waartoe deze bijvoorbeeld vanaf een rij stel naar beneden loopt via bijvoorbeeld een bochel of zwanenhals.
12. Inrichting volgens een van conclusies 9-11, waarbij de onder- en/of bovenzijde van ten minste een gedeelte van deze 15 frameconstructie beneden de as of de bovenkant van de loopwielen van een of alle rij stellen blijft.
13. Inrichting volgens een van conclusies 9-12, waarbij aan de frameconstructie de zijwanden en/of het dak gemonteerd zijn. 20
14. Inrichting volgens een van conclusies 1-13, waarbij een of meer, bij voorkeur alle rij stellen enerzijds loopwielen voor rijden over spoorstaven en anderzijds loopwielen voor rijden over een autoweg, hebben. 25
15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij het ene loopwieltype intrekbaar is ten opzichte van het andere, zodat naar keuze het ene of het andere loopwieltype de spoorwerkplaats op de ondergrond afsteunt. 30
16. Inrichting volgens een van conclusies 1-15, waarbij ten minste een rijstel gemakkelijk afkoppelbaar is van de inrichting.
17. Inrichting volgens een van conclusies 1-16, waarbij ten 35 minste een rijstel rond een opgaande as draaibaar gemonteerd is ten opzichte van de inrichting.
18. Inrichting volgens een van conclusies 1-17, waarbij ten minste een rij stel betreffende de loopwielen van het type bedoeld voor het over het spoor rijden enkel-, twee-, drie- of meerassig uitgevoerd is. 5
19. Inrichting volgens een van conclusies 1-18, waarbij ten minste een rij stel betreffende de loopwielen van het type bedoeld voor het over de weg rijden enkel-, twee-, drie- of meerassig uitgevoerd is.
20. Inrichting volgens een van conclusies 18 of 19, waarbij een, twee of alle van die assen met (mee)zwenkende loopwielen zijn uitgevoerd die eventueel zijn aangedreven.
21. Inrichting volgens een van conclusies 1-20, waarbij de loopwielen voor de richtingbesturing of -volgen elk rond een eigen opgaande (verticale) as zwenken, of zwenken rond een voor een aantal loopwielen van het rij stel gemeenschappelijke as.
22. Inrichting volgens een van conclusies 1-22, met binnenin een hijsvoorziening en/of een opslagvoorziening voor een spoorstaaf.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met de hijsvoorziening in 25 lengte- en/of dwarsrichting verplaatsbaar, eventueel tot buiten de spoorwerkplaats.
24. Inrichting volgens een van conclusies 1-24 met een toegangsvoorziening voor personeel. 30
25. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij de toegangsvoorziening zich bevindt aan een kopse kant, zodat de werkruimte vanaf bijvoorbeeld een rij stel of een voertuig ervoor of erachter kan worden benaderd. 35
26. Inrichting volgens conclusie 24 of 25, waarbij de toegangsvoorziening een naar de werkruimte leidende deur en/of een trap of een hellingbaan heeft.
27. Inrichting volgens een van conclusies 1-26, waarbij deze uitgerust is met een van de werkruimte fysiek gescheiden 5 verblijfsvoorziening voor personeel.
28. Inrichting volgens conclusie 27, met een schaftruimte, met daarin een tafel en/of stoel.
29. Inrichting volgens conclusie 27 of 28, waarbij de verblijfsvoorziening zich geheel of gedeeltelijk bovenop een rij stel bevindt.
30. Inrichting volgens een van conclusies 1-29, gebaseerd op 15 een op zich bekende als oplegger uitgevoerde dieplader, bij voorkeur een zgn. ketelbedtrailer.
31. Inrichting volgens een van conclusies 1-30, waarbij het voorste rij stel gevormd is door de achterassen van een 20 (vrachtwagen)trekkervoertuig met bestuurderscabine.
32. Inrichting volgens een van conclusies 1-31, waarbij op de wijze van een vrachtwagenoplegger via een draaischotelconstructie de inrichting koppelbaar is met een ander voertuig. 25
33. Inrichting volgens een van conclusies 1-32, waarbij de assen met de loopwielen voor rijden over de weg van ten minste een van de rij stellen beschikken over een hoogteverstelling om extra bodemspeling te creëren tijdens rijden over de autoweg. 30
NL1033970A 2006-06-12 2007-06-12 Over de weg transporteerbare mobiele spoorwerkplaats. NL1033970C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033970A NL1033970C2 (nl) 2006-06-12 2007-06-12 Over de weg transporteerbare mobiele spoorwerkplaats.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031982 2006-06-12
NL1031982 2006-06-12
NL1033970A NL1033970C2 (nl) 2006-06-12 2007-06-12 Over de weg transporteerbare mobiele spoorwerkplaats.
NL1033970 2007-06-12

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1033970A1 NL1033970A1 (nl) 2007-12-13
NL1033970C2 true NL1033970C2 (nl) 2008-11-24

Family

ID=38457803

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033970A NL1033970C2 (nl) 2006-06-12 2007-06-12 Over de weg transporteerbare mobiele spoorwerkplaats.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1867544A1 (nl)
NL (1) NL1033970C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4497257A (en) * 1979-05-21 1985-02-05 White Machinery Corporation Retractable wheeled vehicle
GB2172563A (en) * 1985-03-23 1986-09-24 Permanent Way Equip Rail vehicle
DE19504362A1 (de) * 1995-02-10 1996-08-22 Deutsche Bahn Ag Zugeinheit des kombinierten Ladungsverkehrs zum Eisenbahntransport von selbsttragenden und nichtselbsttragenden Containern und/oder Wechselbehältern
EP0849136A2 (de) * 1996-12-20 1998-06-24 Integral Verkehrstechnik Aktiengesellschaft Schienengebundener Güterwagen
FR2786148A1 (fr) * 1998-11-23 2000-05-26 Pouget Ets Ensemble mobile pour la protection des agents de travaux sur les voies ferrees
NL1028854C2 (nl) * 2005-04-24 2006-10-27 Movares Nederland Bv Railvoertuig en werkwijze voor gebruik daarvan.

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6598537B2 (en) * 2001-11-20 2003-07-29 Harsco Technologies Corporation Tie plugger riding station and associated method

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4497257A (en) * 1979-05-21 1985-02-05 White Machinery Corporation Retractable wheeled vehicle
GB2172563A (en) * 1985-03-23 1986-09-24 Permanent Way Equip Rail vehicle
DE19504362A1 (de) * 1995-02-10 1996-08-22 Deutsche Bahn Ag Zugeinheit des kombinierten Ladungsverkehrs zum Eisenbahntransport von selbsttragenden und nichtselbsttragenden Containern und/oder Wechselbehältern
EP0849136A2 (de) * 1996-12-20 1998-06-24 Integral Verkehrstechnik Aktiengesellschaft Schienengebundener Güterwagen
FR2786148A1 (fr) * 1998-11-23 2000-05-26 Pouget Ets Ensemble mobile pour la protection des agents de travaux sur les voies ferrees
NL1028854C2 (nl) * 2005-04-24 2006-10-27 Movares Nederland Bv Railvoertuig en werkwijze voor gebruik daarvan.

Also Published As

Publication number Publication date
EP1867544A1 (en) 2007-12-19
NL1033970A1 (nl) 2007-12-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3084970A (en) Vehicle carrying tractor-trailer
US20070126196A1 (en) Third axle assembly for log hauling trailers
US3859925A (en) Transportation system
JP2011515259A (ja) カーゴ取扱装置
US11492023B2 (en) Transverse trough coil car and slab car with integral adjustable lateral coil stops, vertical trough height adjustment and width adjustable fixed stanchions
RU2000101805A (ru) Перегрузочная система
CA2357571C (en) Railway car for transporting semi-trucks
KR20190021254A (ko) 운송 플랫폼
KR20140094969A (ko) 철도 레일 하화장비
US7014410B2 (en) Container drive-by transfer and system
HU221835B1 (hu) Vasúti kocsi
DE19855733C2 (de) Transportfahrzeug in Form eines Niederflurwagens oder eines Tiefladers
NL1034168C2 (nl) Botsveilige mobiele spoorwerkplaats met portaalframe.
NL1033970C2 (nl) Over de weg transporteerbare mobiele spoorwerkplaats.
WO2007085355A3 (de) Fahrbares arbeitsgerät
NL2002066C2 (nl) Trailer.
NL2006830C2 (nl) Vrachtwagen met een chassis.
NL2006249C2 (en) Transshipment system including a lift unit for moving a well car floor of a railway well car.
NL1029192C2 (nl) Mobiele werkplaats.
CA2510233C (en) Rail car loading apparatus
IT201800010926A1 (it) Carro ferroviario intermodale
WO2002053440A1 (en) Railcar having improved side sill construction
RU2768677C1 (ru) Карьерный гусеничный самосвал
EP3141422A1 (en) A sliding bogie trailer
US431786A (en) Sectional coal-truck

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20080917

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110101