NL1033817C2 - Zonwering met besturingsinrichting en besturingsinrichting voor een zonnescherm en werkwijze voor het besturen van een zonneschermaandrijving. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Zonwering met besturingsinrichting en besturingsinrichting voor een zonnescherm en werkwijze voor het besturen van een zonneschermaandrijving.

5 BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een zonnescherminrichting omvattende een zonnescherm dat, indien gemonteerd aan een gebouw, door middel van een aandrijving verplaatsbaar is tussen tenminste één operationele toestand waarin het althans tenminste een deel 10 van het gebouw althans tenminste ten dele afschermt tegen door een lichtdoorgang intredend buitenlicht en een niet-operationele toestand waarin het het gebouw althans tenminste in hoofdzaak niet afschermt tegen door een lichtdoorgang intredend buitenlicht, een besturingsinrichting met een besturingseenheid voor het besturen van de aandrijving en een sensor voor het waarnemen van een lichtwaarde 15 en het naar de besturingseenheid verzenden van een signaal dat correspondeert met de waarneming van de sensor.

Zonneschermen met een aandrijving die wordt bestuurd met behulp van een lichtgevoelige sensor zijn algemeen bekend. DE 29 924 615 U1 beschrijft een dergelijke inrichting met een zonnensensor in de vorm van een lichtgevoelige 20 weerstand, fotodiode of zonnecel die direct op de printplaat van het systeem binnen de sensorbehuizing of als lichtgevoelig element zelf op de buitenkant van de behuizing zelf kan zijn aangebracht. De instelling van het zonnescherm wordt aangepast aan de bepaling van ingangswaarden als bijvoorbeeld de zonne-intensiteit.

25 Een nadeel van een dergelijke inrichting is dat de instelling van het zonnescherm weliswaar door middel van de besturingseenheid en de aandrijving aan de door de sensor waargenomen intensiteit van het licht kan worden aangepast, maar niet aan de hinder die in het gebouw invallend licht veroorzaakt. Relatief horizontaal invallend licht met een relatief matige intensiteit kan bijvoorbeeld veel 30 meer hinder veroorzaken dan relatief verticaal invallend licht met een relatief hoge intensiteit.

10 3 3 8 1 7

De onderhavige uitvinding beoogt daarom een zonnescherm inrichting volgens de inleiding te verschaffen, waarmee de aandrijving van het zonnescherm wordt bestuurd in afhankelijkheid van de mate van hinder die invallend 2 licht veroorzaakt, of die althans meer rekening houdt met de mate van hinder die een gebruiker ondervindt van invallend licht dan de bekende zonnescherminrichting. Dit wordt door de onderhavige uitvinding bereikt, doordat de sensor een reflectiesensor is voor het meten van reflectie op/en of door een beeldscherm.

5 Reflectie is zeer hinderlijk voor een gebruiker van een beeldscherm, zoals een computerbeeldscherm, een televisiebeeldscherm of enig ander type beeldscherm. De reflectie brengt immers teweeg dat een beeld dat op het beeldscherm wordt afgebeeld voor de gebruiker moeilijk of zelfs helemaal niet zichtbaar is. Door nu op of bij het beeldscherm de reflectie te meten van licht dat in het gebouw binnenvalt 10 en de instelling van het zonnescherm daarop in te stellen wordt de toestand van het zonnescherm aangepast aan de hinder die een gebruiker van het beeldscherm van die reflectie ondervindt. Aldus is het doel van de onderhavige uitvinding bereikt. Overigens kan de reflectie op een beeldscherm ook indirect worden gemeten door middel van een sensor die zodanig is geplaatst in de ruimte waarin het beeldscherm 15 zich bevindt dat de waarneming van de sensor representatief is voor de reflectie op of door het beeldscherm. Het is bovendien mogelijk dat zich tussen de tenminste ene operationele toestand en de niet-operationele toestand één of meer verdere operationele toestanden van het zonnescherm bevinden en dat het zonnescherm, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van het signaal van de sensor, door de 20 besturingseenheid, ook tussen een verdere operationele toestand en de tenminste ene operationele toestand en/of de niet-operationele toestand kan worden aangedreven. Een voordeel van de uitvinding is verder dat een zonnescherm niet de operationele toestand aanneemt als er relatief veel licht in het gebouw binnenvalt terwijl gebruikers daar geen hinder van ondervinden. Een zonnescherm in de 25 operationele toestand houdt namelijk niet alleen licht maar daarmee ook warmte buiten. Een zonnescherm dat onnodig in de operationele toestand wordt gehouden kan aldus veroorzaken dat meer energie dan nodig wordt verbruikt voor opwarming van het betreffende gebouw. De onderhavige uitvinding heeft daarom bovendien een energiebesparend effect.

30 Uit US 5 663 621 A is een autonoom werkend automatisch systeem voor het afschermen van daglicht bekend. Het systeem kan de verlichting die door een raam wordt toegelaten reguleren zonder de behoefte aan een verlichtingssensor, een sensor voor het opsporen van zonlicht of een sensor voor de invalshoek van zonlicht. Volgens de uitvoeringsvorm die in dit document wordt 3 beschreven, wordt het verlichtingsniveau buiten een gebouw gemeten en wordt die waarde gecombineerd met in een geheugen van een besturingseenheid opgeslagen variabelen voor het besturen van een zonwering. Dit systeem wordt ook beschreven in publicatie XP 002463544, getiteld “Developing integrated envelope and lighting 5 systems for commercial buildings” van Lauwrence Berkeley Labatory, California.

In US 5,237,169 wordt een systeem beschreven waarin het verlichtingsniveau in een gebouw wordt gemeten, op basis waarvan wordt bepaald of, en zo ja hoeveel, kunstmatig licht moet worden toegevoegd voor een voldoende verlichtingsniveau. Ook in dit document wordt reflectie op een beeldscherm als 10 zodanig niet besproken.

Uit WO 02/066763 A1 is een inrichting bekend voor het weren van zonnestraling in een gebouw. De inrichting omvat een zonneschermelement met ten minste één omzetter voor zonne-energie en een besturingsorgaan dat de positie van het zonneschermelement bestuurt op basis van de invallende zonnestralen met als 15 doel een zo groot mogelijke mate van omzetting van zonne-energie in een vorm van energie die kan worden gebruikt en/of opgeslagen.

Het heeft de voorkeur dat de zonnescherminrichting is voorzien van een timer, bijvoorbeeld in de besturingseenheid. Met de timer kan een interval worden ingesteld voor het meten van de reflectie of voor de reactietijd op een 20 meting van de sensor. Hierdoor kan worden voorkomen dat het zonnescherm frequent tussen de operationele en de niet-operationele toestand wordt bewogen, omdat het zonnescherm in de tenminste ene operationele toestand uiteraard teweeg brengt dat de mate van reflectie op of door het beeldscherm afneemt waardoor het zonnescherm zou kunnen worden teruggebracht naar de niet operationele toestand, 25 waarin de mate van reflectie vraagt het zonnescherm weer naar de tenminste ene operationele toestand terug te bewegen. Overigens kan dit ook worden bewerkstelligt door het instellen van een relatief hoge drempelwaarde voor de reflectie voor het bij een hogere waarde besturen van de aandrijfeenheid van de niet-operationele toestand naar de tenminste ene operationele toestand van het 30 zonnescherm en het instellen van een relatief lage drempelwaarde voor de reflectie voor het bij een lagere waarde besturen van de aandrijfeenheid van de tenminste ene operationele toestand naar de niet-operationele toestand van het zonnescherm. De timer kan ook zodanig worden ingesteld, dat de zonneschermen zich gedurende ingestelde perioden, zoals bijvoorbeeld buiten werktijd, gezamenlijk in dezelfde 4 stand worden ingesteld, eventueel onafhankelijk van de door een sensor waargenomen reflectie.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de sensor een fysieke sensor die op of in de buurt van een beeldscherm is of kan 5 worden gepositioneerd. Een voordeel hiervan is dat de sensor, wanneer die in de buurt van het beeldscherm is gepositioneerd, ook kan blijven worden gebruikt wanneer het beeldscherm door een ander beeldscherm wordt vervangen. Wanneer de sensor losneembaar op een beeldscherm is aangebracht kan de sensor bij vervanging van het beeldscherm op het vervangend beeldscherm worden 10 aangebracht.

Om een meting op het afbeeldend gedeelte van een beeldscherm mogelijk te maken is de sensor bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding in een beeldscherm is geïntegreerd. Geïntegreerde sensoren of althans integreerbare sensoren die de reflectie op verschillende plaatsen van het 15 beeldscherm kunnen meten zijn commercieel verkrijgbaar.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de sensor als software in het beeldscherm is geïntegreerd. Er bestaan geïntegreerde sensoren, bijvoorbeeld in de vorm van software, die de reflectie op verschillende plaatsen van het beeldscherm kunnen meten.

20 Om de zonneschermen van het gebouw afhankelijk van de behoefte te kunnen aanpassen is het voordelig wanneer de zonnescherminrichting twee of meer zonneschermen omvat die onafhankelijk van elkaar kunnen worden aangedreven door de meting van verschillende sensoren.

De onderhavige uitvinding heeft volgens een tweede aspect 25 betrekking op een besturingsinrichting voor een aandrijving van een zonnescherm aan een gebouw, omvattende een besturingseenheid en een sensor voor het waarnemen van een lichtwaarde en het naar de besturingseenheid verzenden van een signaal dat correspondeert met de waarneming van de sensor voor het in afhankelijkheid van het signaal van de sensor besturen van de aandrijving waarbij 30 de sensor een reflectiesensor is. Het bij de uitvinding behorend probleem, de doelstelling en een voordeel en voorkeursuitvoeringsvormen ervan zijn in het hier voorgaande reeds besproken in relatie tot de zonnescherminrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding.

Volgens een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding 5 betrekking op een werkwijze voor het besturen van een aandrijving van tenminste één zonnescherm voor een gebouw tussen een operationele en een niet operationele toestand, omvattende de stappen van het waarnemen van een lichtwaarde in het gebouw, het naar een besturingseenheid verzenden van een 5 signaal dat correspondeert met de waargenomen lichtwaarde en het in afhankelijkheid van het signaal besturen van de aandrijving van het tenminste ene zonnescherm, waarbij bij de stap van het waarnemen van de lichtwaarde de reflectie op of door een beeldscherm wordt waargenomen. Ook het aan deze uitvinding ten grondslag liggen probleem, de doelstelling, een voordeel en voorkeurs-10 uitvoeringsvormen ervan zijn in relatie tot de zonnescherminrichting volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding besproken.

De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend worden toegelicht door middel van een beschrijving van (de werking van) een voorbeeld van een zonnescherminrichting volgens de onderhavige uitvinding.

15 Een besturing voor een aandrijving van een aantal zonneschermen die zijn bevestigd aan een kantoorgebouw is voorbereid voor het ontvangen van signalen van reflectiesensoren die op zich in het gebouw bevindende beeldschermen zijn aangebracht. Daarbij kunnen de zonneschermen in dat voorbeeld onafhankelijk van elkaar door de besturingseenheid worden aangestuurd. 20 De beeldschermen in een ruimte die door een zonnescherm kan worden beschermd zijn alle uitgerust met een reflectiesensor die al dan niet draadloos een signaal naar de besturingseenheid stuurt. De besturingseenheid is zodanig ingesteld dat de signalen van de sensoren per ruimte worden verwerkt. Indien het zonnescherm zich in de niet-operationele toestand bevindt en tenminste één van de sensoren in een 25 bepaalde ruimte een reflectiewaarde waarneemt die hoger is dan een vooraf ingestelde maximumwaarde heeft dat tot gevolg dat de besturingseenheid het bij de betreffende ruimte behorend zonnescherm, of de bij de betreffende ruimte behorende zonneschermen, naar een operationele toestand aandrijft. Indien het zonnescherm zich in een operationele toestand bevindt en alle sensoren in een 30 bepaalde ruimte een reflectiewaarde waarnemen die lager is dan een vooraf ingestelde minimumwaarde heeft dat tot gevolg dat de besturingseenheid het bij de betreffende ruimte behorend zonnescherm, of de bij de betreffende ruimte behorende zonneschermen, naar de niet-operationele toestand aandrijft. In de besturingseenheid is een timer voorzien, die voorkomt dat de aandrijving van het 6 zonnescherm naar de niet-operationele toestand wordt aangedreven binnen een vooraf ingestelde periode, zoals een kwartier of een uur nadat het zonnescherm de operationele toestand heeft ingenomen.

In de voorgaande alinea is slechts bij wijze van voorbeeld één 5 uitvoeringsvorm van een zonnescherminrichting volgens de onderhavige uitvinding besproken. Dit voorbeeld heeft echter geen enkel beperkend effect op de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies. Verschillende voor de vakman voor de hand liggende varianten zijn mogelijk. Zo zijn bij een zonnescherminrichting met veel 10 zonneschermen en veel beeldschermen met sensoren die over verschillende ruimten zijn verdeeld verschillende besturingen denkbaar, zoals 1:1, 1:n of m:1. Verder kan de besturing van de zonneschermen behalve van de signalen van de reflectiesensoren ook mede afhankelijk zijn van signalen van andere sensoren zoals bijvoorbeeld windsensoren die helpen het risico van schade aan de zonneschermen 15 te beperken of van sensoren die de hoeveelheid binnenvallend licht meten. De besturingsinrichting kan ook zijn voorzien van een eenheid die op basis van de dag in het jaar en/of het moment van de dag rekening houdend met de stand van de zon kan bepalen uit welke hoek de lichtinval komt voor het instellen van de zonwering. Naast zonneschermen kunnen ook andere typen zonwering zoals lamellen of 20 jaloezieën worden toegepast, die zich zowel aan de binnenzijde van het gebouw als buiten het gebouw kunnen bevinden.

25 1033817

Claims (8)

1. Zonnescherminrichting omvattende een zonnescherm dat, indien gemonteerd aan een gebouw, door middel van een aandrijving verplaatsbaar is 5 tussen tenminste één operationele toestand waarin het althans tenminste een deel van het gebouw althans tenminste ten dele afschermt tegen door een lichtdoorgang intredend buitenlicht en een niet-operationele toestand waarin het het gebouw althans tenminste in hoofdzaak niet afschermt tegen door een lichtdoorgang intredend buitenlicht, een besturingsinrichting met een besturingseenheid voor het 10 besturen van de aandrijving en een sensor voor het waarnemen van een lichtwaarde en het naar de besturingseenheid verzenden van een signaal dat correspondeert met de waarneming van de sensor, met het kenmerk, dat de sensor een reflectiesensor is voor het meten van reflectie op/en of door een beeldscherm.

2. Zonnescherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de zonnescherminrichting is voorzien van een timer.

3. Zonnescherminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de sensor een fysieke sensor is die op of in de buurt van een beeldscherm is of kan worden gepositioneerd.

4. Zonnescherminrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 20 de sensor in een beeldscherm is geïntegreerd.

5. Zonnescherminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de sensor als software in het beeldscherm is geïntegreerd.

6. Zonnescherminrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zonnescherminrichting twee of meer 25 zonneschermen omvat die onafhankelijk van elkaar kunnen worden aangedreven door de meting van verschillende sensoren.

7. Besturingsinrichting voor een aandrijving van een zonnescherm aan een gebouw, omvattende een besturingseenheid en een sensor voor het waarnemen van een lichtwaarde en het naar de besturingseenheid verzenden van een signaal 30 dat correspondeert met de waarneming van de sensor voor het in afhankelijkheid van het signaal van de sensor besturen van de aandrijving, met het kenmerk, dat de sensor een reflectiesensor is.

8. Werkwijze voor het besturen van een aandrijving van tenminste één zonnescherm voor een gebouw tussen een operationele en een niet operationele 1033817 toestand, omvattende de stappen van het waarnemen van een lichtwaarde in het gebouw, het naar een besturingseenheid verzenden van een signaal dat correspondeert met de waargenomen lichtwaarde en het in afhankelijkheid van het signaal besturen van de aandrijving van het tenminste ene zonnescherm, met het 5 kenmerk, dat bij de stap van het waarnemen van de lichtwaarde de reflectie op of door een beeldscherm wordt waargenomen. 10 1033817