NL1033747C2 - Doos voor electrische installaties voorzien van klemvoorziening. - Google Patents

Doos voor electrische installaties voorzien van klemvoorziening. Download PDF

Info

Publication number
NL1033747C2
NL1033747C2 NL1033747A NL1033747A NL1033747C2 NL 1033747 C2 NL1033747 C2 NL 1033747C2 NL 1033747 A NL1033747 A NL 1033747A NL 1033747 A NL1033747 A NL 1033747A NL 1033747 C2 NL1033747 C2 NL 1033747C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
box
strip
circumferential wall
fixing strip
fastening strip
Prior art date
Application number
NL1033747A
Other languages
English (en)
Inventor
Adriaan Marinus Witte
Original Assignee
Abb Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Abb Bv filed Critical Abb Bv
Priority to NL1033747A priority Critical patent/NL1033747C2/nl
Priority to ES08154825T priority patent/ES2368530T3/es
Priority to EP08154825A priority patent/EP1988614B1/en
Priority to AT08154825T priority patent/ATE514215T1/de
Priority to DK08154825.7T priority patent/DK1988614T3/da
Application granted granted Critical
Publication of NL1033747C2 publication Critical patent/NL1033747C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/12Distribution boxes; Connection or junction boxes for flush mounting
    • H02G3/121Distribution boxes; Connection or junction boxes for flush mounting in plain walls

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Connection Or Junction Boxes (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)

Description

Doos voor electrische installaties voorzien van klemvoorziening
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een doos voor electrische installaties in (plafond)vloeren.
5 Een voorbeeld van een dergelijke doos is een van een holte voorziene centraaldoos, die aan een na plaatsing onder gelegen eind een grote opening vormt voor toegang voor installatiewerkzaamheden vanaf de onderzijde van de vloer, zoals het aanbrengen van draadverbindingen in de 10 holte, en die voorzien is van een aantal tuiten die na plaatsing toegankelijk zijn vanaf de bovenzijde van de vloer voor aansluiting van een of meer installatiebuizen welke bestemd zijn voor het doorvoeren van draden naar de holte.
15 De grote opening is doorgaans aan de rand voor zien van metalen moerdelen voor bouten voor bevestiging voor electrische componenten.
Dergelijke centraaldozen worden gewoonlijk geplaatst in betonvloeren. Deze kunnen zijn samengesteld uit 20 geprefabriceerde elementen, zoals in het bijzonder zogenaamde kanaalplaten.
De centraaldoos kan bij prefabricage worden 1033747 2 geplaatst in de kanaalplaat, waartoe men wanneer het beton nog zacht is een gat uitspaart in het beton en daarin de doos plaatst. Daarna wordt het gat eventueel aangestort met beton. Alternatief wordt de doos pas na plaatsing van de 5 kanaalplaat in het werk geplaatst, waartoe de installateur op de gewenste plaats een gat laat boren. Na plaatsing van de doos in het gat kan, indien gewenst, het gat aange-smeerd/aangevuld met mortel, indien het gat erg ruim is. Anders kan de doos door klemribben op de doos in het gat 10 geklemd worden. In een latere werkstap wordt, nadat de gewenste leidingen zijn uitgelegd op het bovenvlak van de vloer, die vloer opgestort met een deklaag van beton, eventueel nadat op de doos een plukje glaswol is geplaatst.
Voor de bevestiging van de centraaldoos in het 15 gat kan de centraaldoos aan de buitenzijde van de omtreks-wand voorzien zijn van axiaal en radiaal lopende, vervormbare schotten en van radiale flenzen.
De componenten die in een centraaldoos worden opgenomen zijn vaak bestemd voor verlichting. Als gevolg 20 van warmt eaf gif te van het armatuur van de verlichting zal het kunststof materiaal van de doos uitzetten. Na uitschakeling van de verlichting zal het materiaal bij afkoelen weer krimpen. Door deze beweging van het doosmateriaal kan de doos loskomen van de deze omgevende specie. Uiteindelijk 25 kan de doos, in het bijzonder wanneer de daaraan gehangen verlichting een groot gewicht heeft (bijvoorbeeld kroonluchter) neerwaarts in het gat bewegen en zelfs loskomen, met alle gevaar en schade van dien. Een betrouwbare aan- grijping tussen doos en gat is derhalve gewenst.
30
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is een doos voor electrische installaties, in het bijzonder centraaldoos, te 35 verschaffen, waarmee een goede aangrijping kan worden bewerkstelligd met het gat in de vloer of wand.
Een doel van de uitvinding is een doos voor 3 electrische installaties, in het bijzonder centraaldoos, te verschaffen, welke op gemakkelijke, betrouwbare wijze kan worden geplaatst in het gat in de vloer of wand.
Voor het bereiken van tenminste één van deze 5 doelen voorziet de uitvinding in een doos voor electrische installaties, in het bijzonder een centraaldoos, met een omtrekswand die een van een centrale hartlijn voorziene holte bepaalt voor electrische aansluitingen, met een onderopening die toegang biedt tot de holte, en tenminste 10 één, op de omtrekswand aangebrachte, daarvan buitenwaarts uitstekende, langwerpige bevestigingsstrook, waarbij de bevestigings strook aan de zijde van de omtrekswand een langwerpige basis bezit waarmee de bevestigingsstrook overgaat in de omtrekswand, waarbij de langwerpige basis 15 zich met een richtingscomponent in omtreksrichting van de doos en met een richtingscomponent in axiale richting van de doos uitstrekt.
Door de schuine stand van de bevestigingsstrook kan op eenvoudige wijze een grote aangrijplengte per een-20 heid van hoogte van de doos worden verschaft.
Bij voorkeur is de bevestigingsstrook ontworpen is voor elastische buiging uit zijn hoofdvlak, ter verdere vergroting van het aangrijpoppervlak.
De invoering van de doos in een gat wordt bevor-25 derd indien de bevestigingsstrook onder een scherpe neerwaarts openende hoek uitsteekt vanaf het buitenoppervlak van de omtrekswand, beschouwd in een vlak van axiale doorsnede dat de hartlijn bevat. Hierdoor wordt de weerstand van de doos in het gat tegen een uit het gat gerichte 30 kracht vergroot en wordt de invoering vergemakkelijkt.
De invoering van de doos in een gat wordt bevorderd indien de hoogte van de bevestigingsstrook ten opzichte van het buitenoppervlak in langsrichting van de bevestigingsstrook varieert. Bij voorkeur neemt de hoogte 35 van de bevestigingsstrook ten opzichte van het buitenoppervlak in langsrichting van de bevestigingsstrook geleidelijk toe, bij voorkeur in een neerwaartse richting.
4
In een uitvoering loopt de bevestigingsstrook in een richting weg van de omtrekswand in dwarsdoorsnede conisch toe.
De bevestigingsstrook kan een randvlak bezitten, 5 dat een normaal bezit met een richtingscomponent die gericht is weg van de onderzijde van de doos, waardoor het invoeren verder wordt bevorderd. Voorts kan daarbij de onderste randhoek van het randvlak scherp zijn.
De uitrichting van de doos tijdens het inbrengen 10 daarvan in het gat en tijdens later gebruik wordt bevorderd indien tenminste een verdere bevestigingsstrook aanwezig is, die onder een hoek staat ten opzichte van de hartlijn die tegengesteld is aan die van eerstgenoemde bevestigingsstrook. In een verdere ontwikkeling hiervan zijn meerdere 15 bevestigingsstroken aanwezig, die elkaar in omtreksrichting opvolgen en om en om tegengestelde hoeken innemen met de hartlijn.
De bevestiging in het gat kan worden bevorderd indien in de richting van de hartlijn beschouwd tenminste 20 een verdere bevestigingsstrook naast eerstgenoemde bevestigingsstrook gelegen is, en zich bij voorkeur onder dezelfde hoek ten opzichte van de hartlijn uitstrekt. Die verdere bevestigingsstrook en eerstgenoemde bevestigingsstrook vallen bij voorkeur in projectie op een dwarsvlak loodrecht 25 op de hartlijn samen.
Elke bevestigingsstrook kan als één geheel gevormd zijn met de omtrekswand van de doos.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze 30 aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten 35 welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
5
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-5 beelduitvoering. Getoond wordt in:
Figuur 1 een doos volgens de uitvinding, schuin van bovenaf gezien, als centraaldoos,- figuur 2 de doos van figuur 1, in zijaanzicht; figuur 3 een doorsnede door een deel van de doos 10 van f iguren 1 en 2; en figuren 4A en 4B de doos van figuren 1, 2 en 3 in opeenvolgende stadia van installatie.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
15
De in figuren 1 en 2 weergegeven centraaldoos 1 is door spuitgieten vervaardigd van een geschikte kunststof, zoals polypropeen copolymeer. De centraaldoos 1 is in hoofdzaak cilindervormig, met een hartlijn S, met een 20 gedeelte dat bepaald wordt door een omtrekswand 2 met cirkelvormige doorsnede, die een holte 3 omgeeft. Aan de onderzijde, de latere montagezijde, omgeeft de cirkelvormige eindrand 4 een opening 5 naar de holte 3. Aan de tegengestelde zijde is een aantal evenwijdige, loodrecht op 25 de opening 5 staande tuiten 6 gevormd, waarbij ter plaatse van de overgang tussen de tuiten 6 en de omtrekswand 2 een dwarswand 16 gevormd is. Ter plaatse van de tuiten 6 is de dwarswand 16 open, zodat het inwendige van de tuiten 6 in open verbinding staat met de holte 3. Aan het van de monta-30 gezijde afgekeerde boveneind vormen de tuiten eindranden 7, die openingen 8 en 9 bepalen en deel uitmaken van eind- of dwarswand 10. Binnen de holte 3 zijn een aantal, verder niet weergegeven, busjes aangevormd met moerdelen daarin, voor bevestiging van electrische componenten in de cen-35 traaldoos.
Beneden de dwarswand 16 zijn op de omtrekswand 2 paren bevestigingsstroken of ribben 12a,b aangevormd, 6 waarbij in elk paar de ribben 12a,b in de richting van de hartlijn S opeenvolgend zijn.
De ribben 12a,b zijn elk voorzien van een boveneind 13 en een benedeneind 14, waartussen zich de rand 15 5 uitstrekt. De hoogte van de ribben 12a,b neemt toe vanaf het boveneind naar het benedeneind. De diameter van de doos 1 wordt bepaald door de omschreven cirkel van de ribben 12a,b. Deze diameter neemt als gevolg van de neerwaarts in hoogte oplopende uitvoering van de ribben 12a,b van het 10 boveneind 13 naar het benedeneind 14 daarvan, toe, van Dl naar D2.
Te zien is dat de boveneinden 13 respectievelijk benedeneinden 14 van de bovenste onderste ribben gelegen zijn recht boven de betreffende einden 13,14 van de boven-15 ste ribben. Bijgevolg vallen de beide ribben binnen een paar in een vlak van projectie loodrecht op hartlijn S zullen samen.
Verder is opvallend dat in omtreksrichting opeenvolgende paren ribben tegengesteld gericht zijn, namelijk 20 opeenvolgend om een hoek van 45° en om een hoek van 135° ten opzichte van een vlak van uitslag van de omtrekswand 2.
Zoals weergegeven in figuur 3 staan de ribben 12a,b in een vlak van axiale langsdoorsnede dat de hartlijn bevat onder een scherpe hoek <x ten opzichte van de omtreks-25 wand 2 aldaar, in dit voorbeeld 66 graden. Ook de rand 15 kan een vlak vormen dat in de doorsnede van figuur 3 onder een hoek β staat met de hartlijn S, zodat dat vlak een normaal heeft die een kleine opwaartse richtingcomponent heeft. De ribben 12a,b kunnen enigszins conisch toelopen 30 (bijvoorbeeld met 6 graden) naar de rand 15. De dikte t van de ribben 12a, b aan de rand 15 kan 1-2 mm bedragen, bij voorbeeld 1,4 mm. De ribben 12a,b zijn daarbij enigszins vervormbaar uit hun hoofdvlak.
De opeenvolgende paren ribben worden gescheiden 35 door zich in axiale en radiale richting uitstrekkende langsschotten 17, die eveneens in neerwaartse richting een enigszins vergrotende hoogte bezitten, en overgaan in de 7 rand 4, alwaar de ribben 17 dezelfde omtreksdiameter bepalen als de rand 4.
In figuur 4A is het moment weergegeven waarop de doos 1 wordt geplaatst in een zogenoemde (prefab) kanaal-5 plaat 20.
De kanaalplaat 20 is op bekende wijze voorzien van kanalen 21 en bezit een ondervlak 22 en een bovenvlak 23, waarop later een dekvloer wordt gestort. Na plaatsing van de kanaalplaat 20 in het werk is op de gewenste plaats, 10 zonodig aangepast aan de laatste wensen van gebruikers van het te bouwen gebouw, met een diamantboor of iets dergelijks een doorgaand gat 26 (met diameter D3, groter dan Dl, kleiner dan D2) in de kanaalplaat 20 geboord.
De doos 1 wordt door de installateur van onder 15 af, richting A, in het gat 26 ingeslagen, met de dwarswand 10 boven. Op een gegeven moment komen de randen 15 van de ribben 12a,b in aanraking met de gatwand. Door de geleidelijk oplopende vorm van de ribben 12a,b zal de radiaal binnenwaartse kracht uitgeoefend op de ribben 12a,b gelei-20 delijk toenemen, en zullen de ribben 12a,b in toenemende mate kunnen vervormen door elastische buiging uit hun hoofdvlak. Aldus wordt bereikt dat de doos 1 met de ribben 12a,b op vloeiende wijze, totdat uiteindelijk de rand 4 binnen de onderzijde van het gat 26, dus boven het onder-2 5 vlak 22, geraakt is, klemvast, en op zekere wijze, in het gat 26 geplaatst kan worden. Door de afwisselende schuine oriëntatie van de ribben 12a en ribben 12b wordt een verdraaiing van de doos 1 tijdens het invoeren in het gat 26 om zijn hartlijn S tegengegaan.
30 Vervolgens worden door de installateur op het bovenvlak 23 van de kanaalplaat 20 installatiebuizen 32 uitgelegd, en worden de omgebogen einden 30 daarvan in de daarvoor bestemde tuiten 6 geplaatst. Op de bovenzijde van de doos zal de installateur dan wat steenwol of iets derge-35 lijks plaatsen. Nadat de installatiewerkzaamheden op de ruwe kanaalplaat 20 zijn voltooid, kan de vloer worden afgestort met deklaag 28, die de installatiebuizen 32 8 inbedt.
Op het bovenvlak 29 van de deklaag 28 kan vervolgens een verdere laag worden aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van vloerbedekking.
5 De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die 10 vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
1 03 3 747

Claims (13)

1. Doos voor electrische installaties, in het bijzonder een centraaldoos, met een omtrekswand die een van een centrale hartlijn voorziene holte bepaalt voor electrische aansluitingen, met een onderopening die toegang 5 biedt tot de holte, en tenminste één, op de omtrekswand aangebrachte, daarvan buitenwaarts uitstekende, langwerpige bevestigingsstrook, waarbij de bevestigingsstrook aan de zijde van de omtrekswand een langwerpige basis bezit waarmee de bevestigingsstrook overgaat in de omtrekswand, 10 waarbij de langwerpige basis zich met een richtingscomponent in omtreksrichting van de doos en met een richtingscomponent in axiale richting van de doos uitstrekt.
2. Doos volgens conclusie 1, waarbij de bevestigingsstrook ontworpen is voor elastische buiging uit zijn 15 hoofdvlak.
3. Doos volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bevestigingsstrook onder een scherpe neerwaarts openende hoek uitsteekt vanaf het buitenoppervlak van de omtrekswand, beschouwd in een vlak van axiale doorsnede dat de 20 hartlijn bevat.
4. Doos volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de hoogte van de bevestigingsstrook ten opzichte van het buitenoppervlak in langsrichting van de bevestigingsstrook varieert.
5. Doos volgens conclusie 4, waarbij de hoogte van de bevestigingsstrook ten opzichte van het buitenoppervlak in langsrichting van de bevestigingsstrook geleidelijk toeneemt, bij voorkeur in een neerwaartse richting.
6. Doos volgens een der voorgaande conclusies, 30 waarbij de bevestigingsstrook in een richting weg van de omtrekswand in dwarsdoorsnede conisch toeloopt. 1 03 3747
7. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsstrook een randvlak bezit, dat een normaal bezit met een richtingscomponent die gericht is weg van de onderzijde van de doos.
8. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste een verdere bevestigingsstrook aanwezig is, die onder een hoek staat ten opzichte van de hartlijn die tegengesteld is aan die van eerstgenoemde bevestigingsstrook .
9. Doos volgens conclusie 8, waarbij meerdere bevestigingsstroken aanwezig zijn, die elkaar in omtreks-richting opvolgen en om en om tegengestelde hoeken innemen met de hartlijn.
10. Doos volgens een der voorgaande conclusies, 15 waarbij in de richting van de hartlijn beschouwd tenminste een verdere bevestigingsstrook naast eerstgenoemde bevestigingsstrook gelegen is, en zich bij voorkeur onder dezelfde hoek ten opzichte van de hartlijn uitstrekt.
11. Doos volgens conclusie 10, waarbij de verdere 20 bevestigingsstrook en eerstgenoemde bevestigingsstrook in projectie op een dwarsvlak loodrecht op de hartlijn samenvallen.
12. Doos volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke bevestigingsstrook als één geheel gevormd is 25 met de omtrekswand van de doos.
13. Doos voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1033747
NL1033747A 2007-04-25 2007-04-25 Doos voor electrische installaties voorzien van klemvoorziening. NL1033747C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033747A NL1033747C2 (nl) 2007-04-25 2007-04-25 Doos voor electrische installaties voorzien van klemvoorziening.
ES08154825T ES2368530T3 (es) 2007-04-25 2008-04-18 Caja para cableado eléctrico provista de mecanismo de fijación.
EP08154825A EP1988614B1 (en) 2007-04-25 2008-04-18 Box for electric wirings provided with clamping provision
AT08154825T ATE514215T1 (de) 2007-04-25 2008-04-18 Verkabelungsdose mit klemmhalterung
DK08154825.7T DK1988614T3 (da) 2007-04-25 2008-04-18 Boks elektrisk ledningsføring med foranstaltning til fastklemning

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033747 2007-04-25
NL1033747A NL1033747C2 (nl) 2007-04-25 2007-04-25 Doos voor electrische installaties voorzien van klemvoorziening.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033747C2 true NL1033747C2 (nl) 2008-10-30

Family

ID=38669909

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033747A NL1033747C2 (nl) 2007-04-25 2007-04-25 Doos voor electrische installaties voorzien van klemvoorziening.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP1988614B1 (nl)
AT (1) ATE514215T1 (nl)
DK (1) DK1988614T3 (nl)
ES (1) ES2368530T3 (nl)
NL (1) NL1033747C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2008790C2 (en) * 2012-05-10 2013-11-12 Attema B V Wiring installation box for mounting in concrete structure.

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29519010U1 (de) * 1995-11-30 1997-04-10 Spicker, Hugo, Dipl.-Ing., 42697 Solingen Zylindrischer Montageeinsatz
NL1019049C2 (nl) * 2001-09-27 2003-04-08 Abb Bv Inbouwdoos.
EP1675238A1 (en) * 2004-12-23 2006-06-28 Abb B.V. Electrical box with clamping means

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29519010U1 (de) * 1995-11-30 1997-04-10 Spicker, Hugo, Dipl.-Ing., 42697 Solingen Zylindrischer Montageeinsatz
NL1019049C2 (nl) * 2001-09-27 2003-04-08 Abb Bv Inbouwdoos.
EP1675238A1 (en) * 2004-12-23 2006-06-28 Abb B.V. Electrical box with clamping means

Also Published As

Publication number Publication date
EP1988614A1 (en) 2008-11-05
EP1988614B1 (en) 2011-06-22
ATE514215T1 (de) 2011-07-15
ES2368530T3 (es) 2011-11-18
DK1988614T3 (da) 2011-08-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8025258B2 (en) Electrical wire bracket device
US20170294768A1 (en) Electrical box support
NL1033747C2 (nl) Doos voor electrische installaties voorzien van klemvoorziening.
TW202013847A (zh) 互鎖式電纜夾
KR20140000615U (ko) 길이조절이 용이한 관통슬리브
US1982464A (en) Electrical fitting
US7958686B1 (en) Drain body support pan
NL1019049C2 (nl) Inbouwdoos.
KR200334688Y1 (ko) 천장 매입형 배선함
US2665147A (en) Wire distributing floor structure
US1883457A (en) Outlet box
BE1021732B1 (nl) Samenstel en werkwijze voor het inbouwen van een elektrische module
JP7130583B2 (ja) 配線・配管材支持装置、配線・配管材の配設構造、支持バー固定装置、及び支持バー台座
KR101668056B1 (ko) 가로등지주 설치용 기초블록
KR101634925B1 (ko) 전선관 원터치 고정 장치
CN210007304U (zh) 一种用于电线接线盒的悬吊固定装置
KR101526200B1 (ko) 씨디관 지지 장치 및 이를 이용한 중량체 설치 방법과 벽체 조적 방법
NL1027864C2 (nl) Doos voor elektrische installaties met klemmiddelen.
NL1007144C2 (nl) Inrichting voor het stellen van een electriciteits-inbouwdoos.
KR101746207B1 (ko) 소방감지기 배선박스 설치용 고정구
KR19990030579A (ko) 천장슬래브용 전기배관 박스
JP6584969B2 (ja) 配線・配管材支持具
NL1031831C2 (nl) Installatiedoos met afbreekbaar plaatsingsuitsteeksel.
KR200246089Y1 (ko) 매입식 배선덕트
ITFO980031A1 (it) Scatola da incasso universale per faretti d&#39;illuminazione e relativoattrezzo per la posa in opera.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131101