NL1033118C2 - Inrichting en werkwijze voor de snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor de snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel

Achtergrond van de uitvinding 5

Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het scannen en beeldvormen van een bewegend doel en, meer in het bijzonder op een 10 werkwijze voor het scannen en beeldvormen van een doel in een geval waarbij het doel bij een niet-homogene snelheid beweegt en een onvolledige snelle beeldvorming van het doel nodig is. Meer bepaald heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een inrichting en een werkwijze voor de snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel.

15 Korte beschrijving van de verwante techniek

Een inrichting voor het inspecteren van een voertuig met hoogenergetische straling is een typisch voorbeeld van een inrichting voor het beeldvormen en inspecteren van een bewegend doel. Voor een inrichting voor het inspecteren van een voertuig met 20 hoogenergetische straling verlaten de chauffeur en de passagier, gewoonlijk, het voertuig, sleept een sleepinrichting het geïnspecteerde voertuig om bij een homogene snelheid te bewegen, en scant en beeldvormt een versneller het volledige voertuig bij een constante frequentie. Het volledige proces duurt enkele minuten. De kost van de inrichting ligt hoog. De inspectie-efficiëntie van het voertuig is laag.

25 In de internationale octrooipublicatie W02005098400 wordt een inspectiesysteem beschreven voor het inspecteren van een voorwerp dat omvat: een eerste bron voor het verschaffen van een eerste stralingsbundel met gespecificeerde doorsnede gericht in een eerste richting in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting van het voorwerp; een tweede bron voor het verschaffen van een tweede stralingsbundel met 30 gespecificeerde doorsnede gericht in een tweede richting en tijdelijk onderbroken door de eerste stralingsbundel; meerdere verstrooiingsdetectoren voor het detecteren van de stralingsbundel verstrooid uit ten minste één van de eerste en tweede stralingsbundels en : 331t S-’ 2 voor het voortbrengen van een stralingssignaal; en een regelaar voor het tot stand brengen van een beeld op basis van het stralingssignaal.

In de internationale octrooipublicatie W02005098401 wordt een geautomatiseerd doelinspectiesysteem beschreven voor het inspecteren van een bewegend 5 doel dat omvat: een scanzone die een stralingsbron en een stralingsbrondetector omvat; een eerste sensorcomponent voor het automatisch aftasten wanneer een eerste deel van het bewegende doel door de scanzone is gelopen en een tweede deel van het bewegende doel op het punt staat de scanzone binnen te komen, waarbij de eerste sensorcomponent een signaal verzendt naar het geautomatiseerde doelinspectiesysteem voor het initiëren van een 10 scan van het tweede deel bij het aftasten dat het tweede deel van het doel op het punt staat de scanzone binnen te komen, en een sluiter, getriggered door een signaal uit de eerste sensorcomponent, voor het toelaten dat straling uit de stralingsbron door de scanzone loopt in de richting van de stralingsdetector, wanneer het tweede deel van het bewegende doel door de scanzone loopt en voor het afsluiten van de straling, wanneer het tweede deel van 15 het bewegende doel zich niet langer in de scanzone bevindt.

Beide bovenstaande inspectieinrichtingen brengen nadelen met zich mee die in de vroegere stand van de techniek bestaan, zoals hierboven vermeld. D.w.z. dat ze een scanning uitvoeren bij een constante frequentie; dat de inspectietijd lang is; dat de kostprijs van de inrichting hoog is; en dat de inspectie-efficiëntie voor de inspectie van het voertuig 20 laag is.

Samenvatting van de uitvinding

Deze uitvinding heeft tot doel de onvolkomenheden van de bovenstaande 25 bestaande standen van de techniek te ondervangen door het verschaffen van een inrichting en een werkwijze voor het snel beeldvormen en inspecteren van een bewegend doel, waarbij een bewegend doel dat bij een snelheid binnen een vooraf bepaald bereik beweegt, snel kan worden geïnspecteerd en bijgevolg de inspectietijd sterk wordt verlaagd.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een inrichting 30 voor snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel verschaft, waarbij verschillende scantriggervoorwaarden volgens verschillende types bewegend doel worden gebruikt.

3

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een inrichting voor snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel verschaft, waarbij de bedrijfstoestand van een scannings- en beeldvormingsapparaat volgens het aantal bewegende doelen in een doorgang kan worden geregeld.

5 Volgens nog een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een inrichting voor snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel verschaft, waarbij de operator van het bewegende doel tegen de straling uit de stralingsbundel kan worden beschermd.

Om de bovengenoemde doelstellingen te bereiken, wordt volgens de 10 onderhavige uitvinding de volgende technische oplossing toegepast:

De onderhavige uitvinding verschaft een inrichting voor snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel die omvat: een doorgang voor het bewegende doel dat erdoor loopt; een scannings- en beeldvormingsapparaat dat een stralingsbundel straalt op het bewegende doel dat door de doorgang loopt om een beeld daarvan te vormen voor 15 inspectie, een eerste bepalingseenheid voor het bepalen of het bewegende doel in de doorgang is binnengekomen en voor het tellen van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt, een tweede bepalingseenheid voor het bepalen van de bewegingssnelheid van het bewegende doel in de doorgang; en een regeleenheid voor het regelen van de tweede bepalingseenheid voor het bepalen van de bewegingssnelheid van het bewegende doel op 20 basis van het detectiesignaal uit de eerste bepalingseenheid dat aanduidt dat het bewegende doel de doorgang is binnengekomen, en voor het regelen van het scannings- en beeldvormingsapparaat om een stralingsbundel te stralen voor de inspectie van het bewegende doel met een frequentie die overeenkomt met de bewegingssnelheid van het bewegende doel op basis van het bepalingsresultaat van de tweede bepalingseenheid.

25 De inrichting omvat verder een derde bepalingseenheid voor het bepalen van het type bewegend doel, waarbij de regeleenheid het tijdstip regelt waarop het scannings-en beeldvormingsapparaat een stralingsbundel straalt op basis van het bepaalde type van het bewegende doel.

De inrichting omvat verder een vierde bepalingseenheid voor het bepalen of 30 het bewegende doel de doorgang heeft verlaten en voor het tellen van het bewegende doel dat de doorgang verlaat. De regeleenheid plaats de inrichting in een rechtop staande toestand bij het bepalen dat het verschil tussen het tellen van de eerste bepalingseenheid en 4 het tellen van de vierde bepalingseenheid nul is.

De eerste bepalingseenheid van de inrichting omvat: een eerste bodemaftastspoel begraven onder het bodemoppervlak bij de ingang van de doorgang, en een eerste snel-responsief meetlichtscherm langs twee zijden van de doorgang geplaatst en 5 gebruikt in combinatie met de eerste bodemaftastspoel.

Het scannings- en beeldvormingsapparaat van de inrichting omvat een versneller voor het uitstralen van een stralingsbundel voor het scannen van het bewegende doel dat door de doorgang loopt; een detector voor het ontvangen van straling die door het bewegende doel is gedrongen; een beeldvormingsapparaat voor het vormen van een beeld 10 op basis van de straling die door het bewegende doel is gedrongen en is ontvangen door de detector; en een stralingsbeveiligingsapparaat voor het beperken van de stralingshoeveelheid in de periferie van de inrichting binnen een toegestaan bereik. Verder omvat het stralingsbeveiligingsapparaat afschermingswanden die langs twee zijden van de doorgang zijn geplaatst.

15 De onderhavige uitvinding verschaft ook een werkwijze voor snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel die de volgende stappen omvat: het bepalen of het bewegende doel een doorgang is binnengekomen; het bepalen van de bewegingssnelheid van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt; en het stralen van een stralingsbundel met een frequentie die overeenkomt met de bewegingssnelheid van het 20 bewegende doel om een inspectie van het bewegende doel uit te voeren.

De werkwijze omvat verder: het bepalen of het bewegende doel de doorgang heeft verlaten en het tellen van het bewegende doel dat de doorgang verlaat, waarbij het bepalen of het bewegende doel de doorgang is binnengekomen het tellen omvat van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt, het vergelijken van het tellen van het 25 bewegende doel dat de doorgang verlaat en het tellen van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt, en het stopzetten van de straling van de stralingsbundel wanneer het tellen van het bewegende doel dat de doorgang verlaat, gelijk is aan het tellen van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt een inrichting 30 voor het inspecteren van een bewegend doel met hoogenergetische straling verschaft die een inspectie uitvoert, terwijl het voertuig bij een vooraf bepaalde snelheid beweegt zonder dat de chauffeur en de passagiers uit het voertuig moeten stappen. Bijgevolg wordt de 5 inspectietijd sterk verlaagd en wordt het doorvoervermogen van de voertuigen verhoogd, zodat een 100% inspectieverhouding tot stand wordt gebracht.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt de bovenstaande technische oplossing gebruikt die het doorvoervermogen van de voertuigen boven 200 5 containervrachtwagens per uur kan verhogen. In vergelijking met de vorige stand van de techniek kan de onderhavige uitvinding de voertuiginspectiesnelheid sterk verhogen; de kost van de inrichting wordt aanzienlijk verlaagd; en de inrichting neemt weinig plaats in. Bijgevolg kan de inrichting volgens de onderhavige uitvinding in situaties worden gebruikt zoals diverse soorten wegstations.

10 De onderhavige uitvinding wordt nu verder beschreven samen met de gedetailleerde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding en de begeleidende tekeningen.

Korte beschrijving van de tekeningen 15

Het bovenstaande doel en voordelen van de onderhavige uitvinding blijken duidelijker uit de gedetailleerde beschrijving van de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding samen met de begeleidende tekeningen, waarin: 20 Figuur 1 een schematisch aanzicht is van een voertuiginspectieinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 een schematisch bovenaanzicht is van de inrichting in fig. 1; en Figuur 3 een stroomschema is van een werkwijze voor snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel volgens de onderhavige uitvinding.

25

Gedetailleerde beschrijving van de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen

Er wordt nu gedetailleerd verwezen naar de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding waarvan voorbeelden in de begeleidende 30 tekeningen worden toegelicht, waarbij dezelfde referentiecijfers overal naar dezelfde elementen verwijzen.

De structuur en het bedrijfsproces van de voertuiginspectieinrichting volgens 6 één voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt nu gedetailleerd beschreven met verwijzing naar figuren 1 en 2.

De inrichting voor de snelle inspectie van voertuigen volgens de onderhavige uitvinding omvat een doorgang 14 voor een bewegend te inspecteren doelwit dat wordt 5 geladen met containers die daar, bijvoorbeeld, door lopen, een versnellerkamer 9 waarin een scannings- en beeldvormingsapparaat is geïnstalleerd, snel-responsieve meetlichtschermen 2 en een bodemaftastspoel 3 voor het bepalen of een voertuig de doorgang is binnengekomen, een snelheidsmeetradar 7 voor het bepalen van de bewegingssnelheid van het voertuig, en een regelkamer (niet weergegeven). De snel-10 responsieve meetlichtschermen 2 zijn op verticale installatiestijlen langs twee zijden van de doorgang 14 geïnstalleerd. De bodemaftastspoel 3 is begraven onder het bodemoppervlak bij de ingang van de doorgang (aan de rechterkant in figuur 2) en dient als de eerste schakelaar van de ingang voor voertuigen. De bovenstaande twee soorten apparaten worden samen gebruikt voor het bepalen of een te inspecteren bewegend doel de 15 doorgang is binnengekomen en voor het tellen van het voertuig dat de doorgang binnenkomt door een eerste teller (niet weergegeven). De eerste teller kan in de snel-responsieve lichtschermen 2 en/of de bodemaftastspoel 3, of als alternatief in de regelkamer zijn geplaatst. De snelheidsmeetradar 7 dient ertoe de bewegingssnelheid te bepalen van het geïnspecteerde bewegende doel, en in de onderhavige uitvoeringsvorm kan de 20 snelheidsmeetradar 7 op de buitenwand van de versnellerkamer 9 dichtbij de doorgang zijn geïnstalleerd. De regelkamer is elektrisch aangesloten op de versneller, de snel-responsieve lichtschermen 2, de bodemaftastspoel 3 en de snelheidsmeetradar 7, zodat het gedetecteerde signaal uit de snel-responsieve lichtschermen 2, de bodemaftastspoel 3 en de snelheidsmeetradar 7 naar de regelkamer kan worden overgebracht. De regelkamer is 25 voorzien van een regeleenheid die met regelprogrammatuur is geïnstalleerd en regelt de snelheidsmeetradar 7 voor het bepalen van de bewegingssnelheid van het voertuig op basis van het gedetecteerde signaal uit de snel-responsieve lichtschermen 2 en de bodemaftastspoel 3, waarbij wordt aangeduid dat het voertuig de doorgang is binnengekomen, en regelt het scannings- en beeldvormingsapparaat voor het inspecteren 30 van het voertuig met een scanfrequentie die overeenkomt met de bewegingssnelheid van het voertuig op basis van het bepaalde resultaat van de snelheidsmeetradar 7. De scanfrequentie wordt hoog gemaakt, wanneer de bepaalde bewegingssnelheid van het 7 voertuig hoog is, terwijl de scanfrequentie laag wordt gemaakt, wanneer de bepaalde bewegingssnelheid van het voertuig laag is, zodat kan worden verzekerd dat het beeld niet wordt vervormd.

Zoals weergegeven in figuren 1 en 2, omvat de inrichting voor de snelle 5 inspectie van voertuigen verder fotoelektrische schakelaars 10 en meetlichtschermen 5 voor het bepalen van het type voertuig. De regeleenheid regelt de triggervoorwaarde van de versneller, bijvoorbeeld, het tijdstip waarop een stralingsbundel op basis van het bepaalde resultaat wordt gestraald. De snel-responsieve meetlichtschermen 5 zijn geïnstalleerd op de wand van de versnellerkamer 9 en de detectorarm 12 langs twee zijden van de doorgang 10 14. De fotoelektrische schakelaars 10 zijn respectievelijk op de afschermingswanden 11 langs twee zijden van de doorgang geïnstalleerd.

In een voorbeeld, waarbij het type voertuig wordt bepaald door de fotoelektrische schakelaars 10 en de meetlichtschermen 5, is de regeleenheid opgeslagen met informatie betreffende de kenmerken en het profiel van een containervrachtwagen, een 15 gesloten goederenwagen, een personenwagen enz. De meetlichtschermen 5 bijvoorbeeld omvatten een zender en een ontvanger die respectievelijk langs twee zijden van de doorgang zijn geïnstalleerd. De regeleenheid kan snel het type van een voertuig bepalen volgens een duidelijk kenmerk of deel van het profiel van een voertuig. Wanneer het bewegende doel in een inspectiezone in de doorgang 14 loopt, worden de fotoelektrische 20 schakelaars 10 in werking gesteld, en start de regeleenheid de meetlichtschermen 5 voor werking. De zender van de meetlichtschermen 5 straalt een bepaald aantal stralen uit om naar de ontvanger te stralen die een overeenkomstig aantal sensoren heeft om de stralen uit de zender te ontvangen. Afhankelijk van de situatie, waarbij de stralen worden afgesloten, kan de informatie betreffende de hoogte van het profiel van een voertuig worden 25 gedetecteerd. Wanneer het voertuig naar voren loopt, detecteren de meetlichtschermen 5 continu de informatie van de hoogte van het voertuig en brengen de informatie naar de regeleenheid over. De regeleenheid zet de uit de ontvanger overgebrachte informatie van de meetlichtschermen 5 om in het profiel van het voertuig en vergelijkt de gedetecteerde informatie van het voertuig met de informatie opgeslagen in de regelaar om het type 30 voertuig te identificeren.

De inrichting voor de snelle inspectie van voertuigen omvat verder snel-responsieve meetlichtschermen 6 en een bodemaftastspoel 8 begraven onder het 8 bodemoppervlak in de doorgang dichtbij de uitgang van de doorgang (zie linkerkant van figuren 1 en 2) voor het bepalen of een geïnspecteerd voertuig de doorgang heeft verlaten en voor het tellen van het geïnspecteerde voertuig dat de doorgang verlaat door een tweede teller (niet weergegeven). De tweede teller kan in de meetlichtschermen 6 en/of de 5 bodemaftastspoel 8 of als alternatief in de regelkamer zijn geplaatst.

De scannings- en beeldvormingsinrichting kan een versneller, een detector, een beeldvormingsapparaat en een stralingsbeveiligingsapparaat omvatten. De versneller dient ertoe een stralingsbundel te stralen voor het scannen van een te inspecteren bewegend doel, zoals een voertuig. De versneller kan de frequentie van de stralingsbundel instellen 10 om de scanfrequentie van het voertuig te regelen op basis van de voertuigsnelheid gedetecteerd door de snelheidsmeetradar 7 die door de regeleenheid wordt geregeld. De detector dient ertoe de straling te ontvangen die is binnengedrongen uit het te inspecteren bewegende doel. Het beeldvormingsapparaat dient ertoe een beeld te vormen op basis van de straling die is binnengedrongen uit het geïnspecteerde bewegende doel gedetecteerd door 15 de detector. Het stralingsbeveiligingsapparaat dient ertoe te verzekeren dat de stralingshoeveelheid in de periferie van de inrichting binnen een toegestaan bereik wordt beperkt, zodat de operatoren die in de buurt van de inrichting komen, tegen de beschadiging van de straling kunnen worden beschermd. Verder omvat het stralingsbeveiligingsapparaat afschermingswanden 4, 11 die langs twee zijden van de doorgang zijn geplaatst voor het 20 verhinderen van de door-dringing van de straling.

In de onderhavige uitvoeringsvorm zijn de beschermingswanden 4, 11 verticaal geïnstalleerd langs twee zijden van de doorgang 14 en zijn ze respectievelijk verbonden met de versnellerkamer 9 en de detectorarm 12 die langs twee zijden van de doorgang zijn geplaatst. De snel-responsieve lichtschermen 6 zijn op de wand van de 25 versnellerkamer 9 geïnstalleerd en de detectorarm 12 is langs twee zijden van de doorgang 14 geplaatst.

De regelprogrammatuur van de regeleenheid bestaat uit vijf delen: respectievelijk een systeembeheermodule, een doorgangsvoertuigtelmodule, een automatische chauffeurherkennings- en dodgingmodule, een 30 programmatuurbewakingsmodule en een abnormale-gebeurtenisverwerkingsmodule. De systeembeheermodule is verantwoordelijk voor het coördineren van de werking van de respectieve modules, de externe communicatie en het regelen van de perifere apparaten. De 9 doorgangsvoertuigtelmodule kan worden geassocieerd met de eerste teller en de tweede teller voor het juist tellen van het aantal binnenkomende voertuigen en buitengaande voertuigen om het aantal voertuigen in de doorgang te tellen. Het aantal voertuigen in de doorgang is een belangrijke referentie voor de systeembeheermodule voor het uitvoeren van 5 de regelfunctie. De automatische chauffeurherkennings- en dodgingmodule dient voor het bepalen van de positie van het voertuig en het type voertuig. Deze module kan de containervrachtwagen en de gesloten vrachtwagen juist herkennen en de systeembeheermodule voert een andere regeling van de scanfimctie uit afhankelijk van een ander voertuigtype. De automatische chauffeurherkennings- en dodgingmodule heeft een 10 ingebouwd veiligheidsvergrendelprogramma dat de bedrijfstoestand van de versneller kan controleren, terwijl de chauffeur door de scanzone loopt en kan de veiligheid van de chauffeur en de passagiers verzekeren. De programmatuurbewakingsmodule dient voor het vermijden van de abnormale toestand van het systeem of een toestand die niet in overeenstemming is met de feitelijke toestand. De abnormale-15 gebeurtenisverwerkingsmodule omvat het slaan van een alarm, het oplossen van een noodsituatie, het tussenkomen van personeel en dergelijke, voor de verwerking van een abnormale gebeurtenis.

In de bovenstaande uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding worden de snel-responsieve meetlichtschermen 2, 5, 6 en de bodemaftastspoelen 3, 8 beschreven 20 voor het respectievelijk detecteren van het binnenkomen of buitengaan van een voertuig. De onderhavige uitvinding is echter niet beperkt daartoe. Er kan bijvoorbeeld een van de meetlichtschermen en de bodemaftastspoelen worden gebruikt voor het detecteren van het binnenkomen en buitengaan van een voertuig. Er moet worden opgemerkt dat, afhankelijk van het gedrag of de kenmerken van de bodemaftastspoel, enkel wanneer de contactzone 25 tussen het bewegende doel dat in de inspectiedoorgang 14 beweegt en de bodemaftastspoel een bepaalde zone bereikt, de bodemaftastspoel een signaal (positief signaal) kan voortbrengen dat aanduidt dat een bewegend doel is gedetecteerd.

Bovendien kunnen de meetlichtschermen 2, 5 en 6 door conventionele fotoelektrische schakelaars worden vervangen. Als alternatief kunnen de 30 bodemaftastspoelen 3 en 8 ook worden vervangen door ten minste een van de fotoelektrische schakelaars, de piëzo-elektrische detectoren, de ultrasone sensoren, de microgolfsensoren en de druksensoren enz.

10

Zoals weergegeven in figuur 3, wordt, volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding, een werkwijze voor snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel verschaft die de volgende stappen omvat: het starten van de inspectie (S1); het bepalen of een bewegend doel zoals een voertuig de doorgang is binnengekomen (S2); 5 indien is bepaald dat een bewegend doel de doorgang is binnengekomen, wordt het scannings- en beeldvormingsapparaat in werking gesteld om de inspectieprocedures te starten (S3); het bepalen van de bewegingssnelheid van het bewegende doel (S4); het bepalen van de scanfrequentie voor de inspectie van het scannings- en beeldvormingsapparaat afhankelijk van de bewegingssnelheid, zodat de inspectie 10 afhankelijk van de bewegingssnelheid kan worden uitgevoerd (S5).

De bovenstaande werkwijze omvat verder de volgende stappen: het bepalen van het type van het bewegende doel (S6), bijvoorbeeld, het bepalen of het bewegende doel een containervrachtwagen of een gesloten vrachtwagen is; en het uitvoeren van een inspectie van een vooraf bepaald type op basis van het bepaalde type van het bewegende 15 doel (S7), d. w.z. met gebruik van verschillende scantriggervoorwaarden voor verschillende types voertuigen. Indien, bijvoorbeeld, wordt bepaald dat het bewegende doel een gesloten vrachtwagen is, wordt de stralingsbundel onmiddellijk uitgestraald om de inspectie uit te voeren; indien wordt bepaald dat het bewegende doel een containervrachtwagen is, wordt de stralingsbundel na een bepaalde periode uitgestraald, en wordt de inspectie door 20 scanning uitgevoerd nadat het voorste deel van het voertuig de inspectiezone heeft verlaten en de containers in de inspectiezone zijn aangekomen.

De bovengenoemde werkwijze omvat verder de volgende stappen: het bepalen of het bewegende doel de doorgang heeft verlaten en het tellen van het bewegende doel dat de doorgang verlaat (S8), waarbij het bepalen of het bewegende doel de doorgang 25 is binnengekomen het tellen omvat van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt; wanneer het tellen van het bewegende doel dat de doorgang verlaat, gelijk is aan het tellen van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt, wordt de straling van de stralingsbundel stopgezet (S9). Indien er andere bewegende doelen zijn, wordt de inspectie verdergezet; anders wordt de inspectie stopgezet.

30 In detail is het bedrijfsproces van de onderhavige uitvinding als volgt:

Het systeem bevindt zich in een rechtop staande toestand, wanneer het aantal voertuigen in de doorgang nul is. Wanneer een voertuig IA naar de doorgang beweegt, 11 wordt eerst de bodemaftastspoel 3 in werking gesteld die samenwerkt met de snel-responsieve meetlichtschermen 2 voor het bepalen van het binnenkomen van het voertuig en de bewegingsrichting van het voertuig. Indien het voertuig de doorgang binnenkomt, wordt de telling van de eerste teller die het aantal voertuigen in de doorgang aanduidt, met 5 1 verhoogd. De snelheidsmeetradar 7 meet de bewegingssnelheid van het voertuig en het systeem wordt in een gerede toestand geplaatst. Terwijl het voertuig voorwaarts blijft bewegen, registreert het systeem de toestandsverandering van het voertuig de hele weg, terwijl het voertuig in de doorgang beweegt. Wanneer het voertuig bij normale snelheden van de snelheid IA, via IB, tot 1C beweegt, zijn de fotoelektrische schakelaars 10 in 10 werking. Op dit ogenblik bepaalt de regeleenheid of het te inspecteren voertuig een containervrachtwagen of een gesloten vrachtwagen is op basis van het gedetecteerde resultaat van de meetlichtschermen 5, en worden verschillende scantriggervoorwaarden voor verschillende types voertuigen gebruikt.

Indien wordt bepaald dat het voertuig een gesloten vrachtwagen is, wordt de 15 stralingsbundel onmiddellijk uitgestraald voor scanning. Indien wordt bepaald dat het voertuig een containervrachtwagen is, wordt de stralingsbundel na een bepaalde periode uitgestraald en wordt de inspectie door scanning uitgevoerd nadat het voorste deel van het voertuig de inspectiezone heeft verlaten en de containers in de inspectiezone zijn aangekomen. De pulsfrequentie voor het scannen wordt verkregen uit de werkelijke-tijd 20 snelheidsmeting door de werkelijke-tijd snelheidsmeetradar 7. De uitgangsfrequentie van de werkelijke-tijd snelheidsmeetradar 7 varieert afhankelijk van de variatie van de bewegingssnelheid van het voertuig. Wanneer de cabine door de scanzone loopt, controleert de regeleenheid de bedrijfstoestand van de versneller in werkelijke tijd om te verzekeren dat de versneller niet per vergissing stralen uitstraalt. Wanneer het voertuig van de 25 scanningdoorgang weg beweegt, wordt de telling van de tweede teller die het aantal voertuigen in de doorgang aanduidt, met 1 verhoogd. Het scannings- en beeldvormingsapparaat van de inspectieinrichting blijft in een scantoestand zolang de telling van de tweede teller en de telling van de eerste teller niet gelijk zijn. Wanneer de twee gelijk zijn aan elkaar, wordt het scannings- en beeldvormingsapparaat in een rechtop 30 staande toestand geplaatst.

Er moet worden opgemerkt dat de diverse technische kenmerken in de uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kunnen worden gemodificeerd of 12 vervangen door equivalenten ervan, op diverse wijzen. De snelheidsmeetradar 7, bijvoorbeeld, kan worden vervangen door fotoelektrische schakelaars of meetlichtschermen die door een vooraf bepaalde afstand zijn gescheiden voor het meten van de snelheid. Samengevat, vallen de technische oplossingen bestaande uit een vervanging die algemeen 5 bekend is bij diegenen die in het vakgebied zijn onderlegd, binnen het bereik van de onderhavige uitvinding.

* λ 3 3 1 1 8 -i

Claims (18)

1. Inrichting voor snelle beeldvorming en inspectie van een bewegend doel die omvat: een doorgang voor het bewegende doel dat erdoor loopt; 5 een scannings- en beeldvormingsapparaat dat een stralingsbundel straalt op het bewegende doel dat door de doorgang loopt om een beeld daarvan te vormen voor inspectie, een eerste bepalingseenheid voor het bepalen of het bewegende doel in de doorgang is binnengekomen en voor het tellen van het bewegende doel dat de doorgang 10 binnenkomt, een tweede bepalingseenheid voor het bepalen van de bewegingssnelheid van het bewegende doel in de doorgang; en een regeleenheid voor het regelen van de tweede bepalingseenheid voor het bepalen van de bewegingssnelheid van het bewegende doel op basis van het detectiesignaal 15 uit de eerste bepalingseenheid dat aanduidt dat het bewegende doel de doorgang is binnengekomen, en voor het regelen van het scannings- en beeldvormingsapparaat om een stralingsbundel te stralen voorde inspectie van het bewegende doel met een frequentie die overeenkomt met de bewegingssnelheid van het bewegende doel op basis van het bepalingsresultaat van de tweede bepalingseenheid.

2. Inrichting volgens conclusie 1 die verder omvat: een derde bepalingseenheid voor het bepalen van het type bewegend doel, waarbij de regeleenheid het tijdstip regelt waarop het scannings- en beeldvormingsapparaat een stralingsbundel straalt op basis van het bepaalde type van het bewegende doel.

3. Inrichting volgens conclusie 1 die verder omvat: een vierde bepalingseenheid 25 voor het bepalen of het bewegende doel de doorgang heeft verlaten en voor het tellen van het bewegende doel dat de doorgang verlaat.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de regeleenheid de inrichting in een rechtop staande toestand plaatst bij het bepalen dat het verschil tussen het tellen van de eerste bepalingseenheid en het tellen van de vierde bepalingseenheid nul is.

5. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste bepalingseenheid omvat: een eerste bodemaftastspoel begraven onder het bodemoppervlak bij de ingang van de doorgang, en 1033118 een eerste snel-responsief meetlichtscherm langs twee zijden van de doorgang geplaatst en gebruikt in combinatie met de eerste bodemaftastspoel.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij verticale installatiestijlen langs twee zijden van de doorgang zijn voorzien en de eerste snel-responsieve meetlichtschermen op 5 de verticale stijlen zijn geplaatst.

7. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de vierde bepalingseenheid omvat: een tweede bodemaftastspoel begraven onder het bodemoppervlak in de doorgang dichtbij de uitgang van de doorgang, en een tweede snel-responsief meetlichtscherm langs twee zijden van de 10 doorgang geplaatst en gebruikt in combinatie met de tweede bodemaftastspoel.

8. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de tweede bepalingseenheid een snelheidsmeetradar omvat die langs twee zijden van de doorgang is geplaatst.

9. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de tweede bepalingseenheid fotoelektrische schakelaars omvat die door een vooraf bepaalde afstand langs twee zijden 15 van de doorgang zijn gescheiden.

10. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de tweede bepalingseenheid meetlichtschermen omvat die door een vooraf bepaalde afstand langs twee zijden van de doorgang zijn gescheiden.

11. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de derde bepalingseenheid 20 fotoelektrische schakelaars langs twee zijden van de doorgang omvat en derde snel- responsieve meetlichtschermen die in combinatie met de fotoelektrische schakelaars worden gebruikt.

12. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het scannings- en beeldvormingsapparaat omvat: 25 een versneller voor het uitstralen van een stralingsbundel voor het scannen van het bewegende doel dat door de doorgang loopt; een detector voor het ontvangen van straling die door het bewegende doel is gedrongen; een beeldvormingsapparaat voor het vormen van een beeld op basis van de 30 straling die door het bewegende doel is gedrongen en is ontvangen door de detector; en een stralingsbeveiligingsapparaat voor het beperken van de stralingshoeveelheid in de periferie van de inrichting binnen een toegestaan bereik.

13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij het stralingsbeveiligingsapparaat afschermingswanden omvat die langs twee zijden van de doorgang zijn geplaatst.

14. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de detector een detectorarm heeft, waarbij het tweede snel-responsieve meetlichtscherm op de detectorarm is geplaatst.

15. Inrichting volgens een van de conclusies 1-15, waarbij het bewegende doel een voertuig is.

16. Werk wij ze voor het snel beeldvormen en inspecteren van een bewegend doel die de volgende stappen omvat: het bepalen of het bewegende doel een doorgang is binnengekomen; 10 het bepalen van de bewegingssnelheid van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt; en het stralen van een stralingsbundel met een frequentie die overeenkomt met de bewegingssnelheid van het bewegende doel om een inspectie van het bewegende doel uit te voeren.

17. Werkwijze volgens conclusie 16 die verder omvat: het bepalen van het type bewegend doel en het regelen van het tijdstip waarop de stralingsbundel wordt gestraald.

18. Werkwijze volgens conclusie 16 die verder omvat: het bepalen of het bewegende doel de doorgang heeft verlaten en het tellen van het 20 bewegende doel dat de doorgang verlaat, waarbij het bepalen of het bewegende doel de doorgang is binnengekomen het tellen omvat van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt, het vergelijken van het tellen van het bewegende doel dat de doorgang verlaat en het tellen van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt, en het stopzetten 25 van de straling van de stralingsbundel wanneer het tellen van het bewegende doel dat de doorgang verlaat, gelijk is aan het tellen van het bewegende doel dat de doorgang binnenkomt. ' :-53118 .