NL1033016C2 - Diagnostische ultrageluidsapparatuur. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Diagnostische ultrageluidsapparatuur.

De uitvinding heeft betrekking op diagnostische ultrageluidsapparatuur en meer in het bijzonder op diagnostische ultrageluidsapparatuur voor het genereren van plakbeelden van een subject in een aantal frames in chronologische volgorde op basis van echosignalen, 5 die zijn verkregen door middel van het uitvoeren van een aftasting van het zenden van ultrageluidsgolven naar het subject, waarin een contrastmedium is geïnjecteerd, en het ontvangen van de door het subject, waaraan de ultrageluidsgolven werden toegezonden, gereflecteerde ultrageluidsgolven, en het vervolgens sequentieel weergeven van de 10 plakbeelden in het aantal frames.

De diagnostische ultrageluidsapparatuur genereert bijvoorbeeld een beeld van een plak van een subject op basis van echosignalen, die zijn verkregen door middel van het uitvoeren van een aftasting van het zenden van ultrageluidsgolven naar het subject en het ontvangen 15 van de door het subject, waaraan de ultrageluidsgolven zijn toegezonden, gereflecteerde ultrageluidsgolven, en geeft het beeld op een weergavescherm weer. Aangezien de diagnostische ultrageluidsapparatuur eenvoudig beelden van een plak van een subject op een directe wijze kan verwerven, wordt deze apparatuur in het bijzonder dikwijls 20 gebruikt op medisch gebied voor embryonale medische controle, hart-controle en dergelijke.

De diagnostische ultrageluidsapparatuur heeft verschillende weergavemodi zoals B-modus (Brightness-mode), M-modus (Motion-modus) en Doppler-modus. De B-modus is een modus van het weergeven van een 25 beeld, dat is verkregen door middel van het omzetten van veranderingen in intensiteit van van een subject afkomstige ultrageluidsechos, in veranderingen in helderheid, en wordt gebruikt op het moment van bijvoorbeeld het verkrijgen van een beeld van een plak van een subject. De M-modus is een modus van het in chronologische volgorde weer-30 geven van helderheid in delen, die elk corresponderen met één geluids-straal van een ultrageluidsecho in een aantal B-modusbeelden, die sequentieel in chronologische volgorde worden weergegeven. De M-modus wordt bijvoorbeeld gebruikt om een beeld van de beweging van een bewegend orgaan, zoals de hartklep, in een subject te verkrijgen. De 35 Doppler-modus is een modus, die het Doppler-effect gebruikt, waarbij de frequentie van een door een bewegend lichaam gereflecteerde ultra- 1033016 - 2 - geluidsecho verschuift in evenredigheid met de bewegingssnelheid van het bewegende lichaam, en deze modus wordt gebruikt voor het verkrijgen van een beeld van bloedstromingsinformatie, zoals de bewegingssnelheid van in een subject stromend bloed.

5 De diagnostische ultrageluidsapparatuur heeft een primaire op slag, zoals een cine-geheugen, en een secundaire opslag, zoals een HDD (Hard Disc Drive). Het cine-geheugen slaat tijdelijk gegevens van plakbeelden in een aantal frames op, die continu zijn verkregen in chronologische volgorde door een aftasting. Gegevens van een bewegend 10 beeld, dat door de plakbeelden in het aantal frames is vervaardigd worden door het cine-geheugen afgegeven en opgeslagen in de HDD (verwezen wordt naar bijvoorbeeld het ter inzage gelegde Japanse octrooi nr. 2002-112254). Gegevens van een in een opslag, zoals een cine-geheugen, opgeslagen bewegend beeld worden gereproduceerd op een weerga-15 vescherm en gebruikt nadat een aftasting is beëindigd. Bijvoorbeeld worden gegevens sequentieel weergegeven in chronologische volgorde vanaf het plakbeeld van het eerste frame opgeslagen in het cine-geheugen.

In het geval van het starten van de weergave van plakbeelden in 20 frames in een noodzakelijk bereik in opgeslagen bewegende beelden, dient de bediener dientengevolge bewerkingen van afwikkeling en snelle traverse van frames onder gebruikmaking van een bedieningsinrichting te herhalen.

Aangezien de gecompliceerde bewerkingen noodzakelijk zijn, is 25 het moeilijk om een hoog diagnoserendement te realiseren.

Wanneer de beeldverwervingstijd lang is, zoals in het geval van het verkrijgen van een beeld van een subject onder gebruikmaking van een contrastmedium, is in het bij zonder het ongemak opvallend, aangezien een van plakbeelden van een aantal frames vervaardigd bewegend 30 beeld wordt opgeslagen.

Op het moment van het op een weergavescherm zij-aan-zij weergeven van een aantal bewegende beelden, worden deze sequentieel weergegeven vanaf het eerste frame van elk van de bewegende beelden. In het geval, waarin de positie in tijdreeksen van frames in een noodzakelijk 35 bereik verschilt tussen de bewegende beelden, is het dientengevolge niet eenvoudig om een diagnose uit te voeren door middel van het vergelijken van het aantal op het weergavescherm aangebrachte bewegende beelden, aangezien het moeilijk om beelden van de frames in het noodzakelijke bereik in de bewegende beelden synchroon weer te geven. Er 40 bestaat een zodanig geval, dat het ongemak opvallend is, aangezien het - 3 - moeilijk is om bewegende beelden synchroon met de tijdsbepaling van het injecteren van een contrastmedium in een subject synchroon weer te geven. Een doel van de uitvinding is daarom het verschaffen van diagnostische ultrageluidsapparatuur, die vermindering van gecompliceerde 5 bewerkingen en een verbeterd diagnoserendement realiseert.

Om het doel te bereiken, verschaft de uitvinding diagnostische ultrageluidsapparatuur, omvattende: een aftastinrichting voor het verkrijgen van echosignalen door middel van het uitvoeren van een aftasting van het zenden van ultrageluidsgolven naar een subject, 10 waarin een contrastmedium is geïnjecteerd, en het ontvangen van de door het subject, waaraan de ultrageluidsgolven werden toegezonden, gereflecteerde ultrageluidsgolven; een beeldopwekinrichting voor het genereren van plakbeelden van het subject in een aantal frames in chronologische volgorde op basis van de door de aftastinrichting ver-15 kregen echosignalen; een opslaginrichting voor het opslaan van de door de beeldopwekinrichting gegenereerde plakbeelden in het aantal frames; en een weergave-inrichting voor het sequentieel weergeven van de plakbeelden in het aantal frames, die zijn opgeslagen in de opslaginrichting, teneinde te corresponderen met de chronologische volgorde, waar-20 in de beeldopwekinrichting het aantal frames heeft gegenereerd. De apparatuur omvat: een startframeselectie-inrichting voor het selecteren van een startframe op het moment dat de weergave-inrichting het weergeven van de plakbeelden in de chronologische volgorde vanuit de plakbeelden in het aantal frames, die door de beeldopwekinrichting in 25 de chronologische volgorde zijn gegenereerd, start; en een injectie-tijdtelinrichting voor het tellen van de tijd waarop het contrastmedium in het subject wordt geïnjecteerd. De startframeselectie-inrichting is ingericht om als het startframe een frame te selecteren, welk frame door de beeldopwekinrichting is gegenereerd op het moment dat de 30 injectietijdtelinrichting het tellen van de tijd waarop het contrastmedium wordt geïnjecteerd in het subject, start, en de weergave-inrichting is ingericht om op sequentiële wijze het plakbeeld van het door de startframeselectie-inrichting geselecteerde startframe en de daaropvolgende plakbeelden in de frames, die door de beeldopwekinrich-35 ting in de chronologische volgorde zijn gegenereerd, weer te geven.

Volgens de uitvinding kan diagnostische ultrageluidsapparatuur, die een vermindering van gecompliceerde bewerkingen en een verbetering van het diagnoserendement realiseert, worden verschaft.

- 4 -

Verdere doelen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding, zoals getoond in de bijgaande tekeningen.

Fig. 1 is een blokdiagram, dat de configuratie van diagnosti-5 sche ultrageluidsapparatuur 1 in een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

Fig. 2 is een stroomschema, dat de werkingen, die op het moment van het afbeelden van een subject in de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn uitgevoerd, toont.

10 Fig. 3 is een diagram, dat een toestand toont, waarin een startframeselectie-eenheid 326 een startframe selecteert op het moment van het starten van de weergave in chronologische volgorde in de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 4 is een blokdiagram, dat een bewerkingseenheid 325 in een 15 tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

Fig. 5 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de startframeselectie-eenheid 326 een startframe selecteert op het moment van het starten van de weergave in chronologische volgorde in de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

20 Fig. 6 is een blokdiagram, dat een beeldopwekeenheid 322 en de bewerkingseenheid 325 in een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

Fig. 7 is een diagram, dat een door een startframepositiebeeld-opwekeenheid 322a in de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding gege-25 nereerd startframepositiebeeld toont.

Fig. 8 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de startframeselectie-eenheid 326 een startframe selecteert op het moment van het starten van de weergave in chronologische volgorde in de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

30 Fig. 9 is een blokdiagram, dat de configuratie van diagnosti sche ultrageluidsapparatuur la in een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

Fig. 10 is een stroomschema, dat bewerkingen toont, die worden uitgevoerd op het moment van het afbeelden van een subject in de 35 vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 11 is een diagram, dat een toestand toont, waarin een eindframeselectie-eenheid 328 een eindframe selecteert op het moment van het beëindigen van de weergave in chronologische volgorde in de vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

- 5 -

Fig. 12 is een blokdiagram, dat de bewerkingseenheid 325 in een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

Fig. 13 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de eind-frameselectie-eenheid 328 een eindframe selecteert op het moment van 5 het beëindigen van de weergave in chronologische volgorde in de vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 14 is een blokdiagram, dat de beeldopwekeenheid 322 en de bewerkingseenheid 325 in een zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

10 Fig. 15 is een diagram, dat een door een eindframepositiebeeld- opwekeenheid 322b in de zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding gegenereerd eindframepositiebeeld toont.

Fig. 16 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de eind-frameselectie-eenheid 328 een eindframe selecteert op het moment van 15 het beëindigen van de weergave in chronologische volgorde in de zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 17 is een diagram, dat een toestand toont, waarin een weergave-eenheid 41 een eerste bewegend beeld MP1 en een tweede bewegend beeld MP2 zij-aan-zij op een weergavescherm in een zevende uit-20 voeringsvorm van de uitvinding weergeeft.

Hieronder zullen uitvoeringsvormen van de uitvinding worden beschreven.

Eerste uitvoeringsvorm 25 Een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding zal worden be schreven.

Apparatuurconfiguratie

Fig. 1 is een blokdiagram, dat de configuratie van diagnosti-30 sche ultrageluidsapparatuur 1 in de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toont. Zoals is weergegeven in fig. 1 heeft de diagnostische ultrageluidsapparatuur 1 van de uitvoeringsvorm een ultrage-luidsprobe 31, een bedieningsconsole en een weergave-eenheid 41. De diagnostische ultrageluidsapparatuur 1 van de uitvoeringsvorm gene-35 reert een aantal frames in chronologische volgorde van een plakbeeld van een subject op basis van een echosignaal, dat is verkregen door middel van het uitvoeren van een aftasting van het zenden van een ultrageluidsgolf naar het subject en het ontvangen van de door het subject, waaraan de ultrageluidsgolf is toegezonden, gereflecteerde - 6 - ultrageluidsgolf, en geeft op sequentiële wijze de frames weer. De componenten kunnen één voor één worden beschreven.

De ultrageluidsprobe 31 bevat een aantal ultrageluidsomvormers (niet weergegeven), die bijvoorbeeld uniform in een matrix zijn ge-5 rangschikt. De ultrageluidsomvormers in de ultrageluidsprobe 31 zijn geconstrueerd van bijvoorbeeld een piëzo-elektrisch materiaal, zoals loodzirkoniumtitanaat (PZT) keramische materialen. De ultrageluidsomvormers zetten een elektrisch signaal in een geluidsgolf om, zenden de geluidsgolf uit en zetten een ontvangen geluidsgolf in een elektrisch 10 signaal om. In gebruik wordt de ultrageluidsprobe 31 met zijn oppervlak, waarin de ultrageluidsomvormers zijn gevormd, in contact gebracht met het oppervlak van een subject. Zoals in het bijzonder later zal worden beschreven, voert de ultrageluidsprobe 31 een aftasting uit door middel van het zenden van een van de ultrageluidsomvormers afkom-15 stige ultrageluidsgolf in het subject in overeenstemming met een van een zend/ontvangsteenheid 32 afkomstig aanstuursignaal op basis van een door een stuureenheid 324 in de bedieningsconsole 32 afgegeven stuursignaal, en het ontvangen van de door het subject, waaraan de ultrasone golf door de ultrageluidsomvormers is toegezonden, gereflec-20 teerde ultrageluidsgolf teneinde daardoor een echosignaal te verkrijgen. De ultrageluidsprobe 31 geeft het echosignaal aan de zend/ontvangsteenheid 321 af.

De bedieningsconsole 32 heeft, zoals weergegeven in fig. 1, de zend/ontvangsteenheid 321, een beeldopwekeenheid 322, een opslageen-25 heid 323, de stuureenheid 324, een bedieningseenheid 325, een start-frameselectie-eenheid 326 en een injectietijdteleenheid 327. de componenten van het bedieningsconsole 32 bevatten elk een gegevensprocessor en het bedieningsconsole 32 voert processen op verschillende gegevens uit.

30 De zend/ontvangsteenheid 321 bevat een zend/ontvangstschakeling om de ultrageluidsprobe 31 een ultrageluidsgolf te doen uitzenden/ont-vangen, en de ultrageluidsomvormers de door het subject gereflecteerde ultrageluidsgolf te doen ontvangen, teneinde daardoor een echosignaal te verkrijgen. De zend/ontvangsteenheid 321 voert bijvoorbeeld een 35 aftasting op het subject uit in een elektronische convexe aftastmetho-de om een echosignaal te verkrijgen en geeft het verkregen echosignaal aan de beeldopwekeenheid 322 af. Concreet gezegd verkrijgt de zend/ontvangsteenheid 321 een echosignaal door middel van aansturing tijdens omschakelen van de posities van het aantal ultrageluidsomvor-4 0 mers van de ultrageluidsprobe 31 teneinde het subject af te tasten - 7 - terwijl een ultrageluidsbundel wordt geplaatst, voert de zend/ont-vangsteenheid 321 processen, zoals versterking, vertraging en optelling, op het echosignaal uit, en geeft de zend/ontvangsteenheid 321 het bewerkte echosignaal aan de beeldopwekeenheid 322 af.

5 De beeldopwekeenheid 322 genereert een plakbeeld van een plak- vlak van het subject. Concreet gezegd bevat de beeldopwekeenheid 322 een logaritmische versterker en een omhullendedetector, versterkt de beeldopwekeenheid 322 het door de zend/ontvangsteenheid 321 afgegeven echosignaal logaritmisch en detecteert daarna een omhullende. Vervol-10 gens voert de beeldopwekeenheid 322 een voorafbepaald gegevensproces op de gegevens uit, berekent de beeldopwekeenheid 322 de intensiteit van een echo van elk van reflectiepunten op een geluidsstraal, zet de beeldopwekeenheid 322 de intensiteit om in een helderheidswaarde en genereert de beeldopwekeenheid 322 een plakbeeld corresponderend met 15 de B-modus. Op basis van een van de stuureenheid 324 afkomstig stuursignaal voert de beeldopwekeenheid 322 in deze uitvoeringsvorm een gegevensproces op een van de zend/ontvangsteenheid 321 afkomstig signaal uit en genereert de beeldopwekeenheid 322 een aantal frames in chronologische volgorde uit het plakbeeld teneinde daardoor een bewegend 20 beeld te genereren. De beeldopwekeenheid 322 is verbonden met de op-slageenheid 323 en geeft het bewegende beeld, dat zoals beschreven is gegenereerd, op de frame-eenheidsbasis aan de opslageenheid 323 af.

De opslageenheid 323 is geconstrueerd om bijvoorbeeld een cine-geheugen en een HDD te bevatten, en slaat gegevens van een door de 25 beeldopwekeenheid 322 gegenereerd beeld op. De opslageenheid 323 is verbonden met de beeldopwekeenheid 322. Op basis van een van de stuureenheid 324 afkomstige instructie slaat de opslageenheid 323 het plakbeeld van het aantal frames, door de beeldopwekeenheid 322 als een bewegend beeld gegenereerd, tijdelijk op in het cine-geheugen en geeft 30 het plakbeeld daarna af en slaat het plakbeeld op in de HDD. De opslageenheid 323 slaat bijvoorbeeld beelden van frames, die corresponderen met bewegende beelden in een hoeveelheid van twee minuten, in het cine-geheugen op en geeft de beelden van frames van de bewegende beelden in de hoeveelheid van twee minuten af en slaat deze op in de 35 HDD. Het cine-geheugen in de opslageenheid 323 is verbonden met de weergave-eenheid 41 en de gegevens van het plakbeeld van elk frame van de in het cine-geheugen opgeslagen bewegende beelden worden aan de weergave-eenheid 41 afgegeven. De HDD in de opslageenheid 323 is op overeenkomstige wijze met de weergave-eenheid 41 verbonden. Op basis 40 van een door de bediener in de bedieningseenheid 325 ingevoerde in- - 8 - structie worden de gegevens van het plakbeeld van elk van de frames van de in de HDD opgeslagen bewegende beelden aan de weergave-eenheid 41 afgegeven.

De stuureenheid 324 bevat bijvoorbeeld een computer en een pro-5 gramma om de computer een voorafbepaald gegevensproces te doen uitvoeren en is met de componenten verbonden. Op basis van een van de bedie-ningseenheid 325 afkomstig bedieningssignaal levert de stuureenheid 324 in deze uitvoeringsvorm stuursignalen af aan de componenten om de werking daarvan te besturen.

10 De bedieningseenheid 325 bevat invoerinrichtingen, zoals een toetsenbord, een aanraakpaneel, een draaibol, een voetschakelaar en een geluidsinvoerinrichting. Door de bediener wordt bewerkingsinforma-tie in de bedieningseenheid 325 ingevoerd. Op basis van de bewerkings-informatie geeft de bedieningseenheid 325 een bewerkingssignaal aan de 15 stuureenheid 324 af.

De startframeselectie-eenheid 326 bevat een computer en een programma om de computer een voorafbepaald gegevensproces te doen uitvoeren en selecteert een startframe, dat wordt gebruikt wanneer de weergave-eenheid 41 chronologische-volgordeweergave van de plakbeelden 20 van het aantal in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerde frames start. In deze uitvoeringsvorm selecteert de startframeselectie-eenheid 326 het startframe zodanig, dat dit correspondeert met het tijdspunt waarop de injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd van injectie van een contrastmedium in het subject 25 start. In dit geval wordt een frame, dat door de beeldopwekeenheid 322 is gegenereerd op het moment dat de injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd van het injecteren van een contrastmedium in het subject start, als een startframe geselecteerd.

De injectietijdteleenheid 327 bevat een tijdsbepaler en telt de 30 tijd waarop een contrastmedium is geïnjecteerd in een in het subject stromend fluïdum. In deze uitvoeringsvorm wordt de tijd geteld door het tijdspunt, waarop injectie van het contrastmedium in in de bloedvaten van het subject stromend bloed start, als een trigger te gebruiken.

35 De weergave-eenheid 41 bevat bijvoorbeeld een LCD-inrichting (niet weergegeven), die een vlak weergavescherm en een DSC (Digital Scan Converter) heeft, en geeft een door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerd en in de opslageenheid 323 opgeslagen beeld weer. De weergave-eenheid 41 geeft op sequentiële wijze de plakbeelden van het aantal 40 frames opgeslagen in de opslageenheid 323 weer in overeenstemming met - 9 - de chronologische volgorde, waarin de beeldopwekeenheid 322 het aantal frames heeft gegenereerd. Concreet gezegd is de weergave-eenheid 41 verbonden met de opslageenheid 323. Op basis van een van de stuureen-heid 324 afkomstige instructie zet de weergave-eenheid 41 gegevens van 5 het plakbeeld van elk van de in het cine-geheugen in de opslageenheid 323 opgeslagen frames om in een weergavesignaal door middel van de DSC en geeft de weergave-eenheid 41 het resultaat als een plakbeeld op het weergavescherm van de LCD-inrichting weer. De weergave-eenheid 41 is ook verbonden met de HDD in de opslageenheid 323. Op basis van een in-10 structie, die door de bediener in de bedieningseenheid 325 is ingevoerd, ontvangt de weergave-eenheid 41 beeldgegevens van het in de HDD opgeslagen bewegende beeld en geeft het beeld op het scherm weer. In deze uitvoeringsvorm geeft de weergave-eenheid 41 plakbeelden van frames, die in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 zijn 15 gegenereerd, sequentieel weer na het plakbeeld van het door de start-frameselectie-eenheid 326 geselecteerde startframe.

Bewerkingen

Bewerkingen, die op het moment van het onder gebruikmaking van 20 de diagnostische ultrageluidsapparatuur 1 van de uitvoeringsvorm van de uitvinding worden uitgevoerd op het moment van het afbeelden van het subject, zullen hieronder worden beschreven.

Fig. 2 is een stroomschema, dat bewerkingen toont, die worden uitgevoerd op het moment van het afbeelden van het subject in de eer-25 ste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Zoals is weergegeven in fig. 2 wordt eerst een op het subject uit te voeren aftasting gestart (Sll) .

De bediener brengt het oppervlak, waarin de ultrageluidsomvor-mers zijn aangebracht in de ultrageluidsprobe, in contact met een 30 beeldverwervingsgebied van het subject en voert een instructie van het starten van een op het subject uit te voeren aftasting in de bedieningseenheid 325 in. De stuureenheid 324 bestuurt de componenten teneinde een op het subject uit te voeren aftasting te starten.

Concreet gezegd zendt de zend/ontvangsteenheid 321 ultrage-35 luidsgolven vanaf de ultrageluidsomvormers van de ultrageluidsprobe 31 naar het subject en ontvangt door middel van de ultrageluidsomvormers de door het subject gereflecteerde ultrageluidsgolven teneinde daardoor echosignalen te verkrijgen. Daarna bewerkt de beeldopwekeenheid 322 de van de zend/ontvangsteenheid 321 afkomstige echosignalen om 40 plakbeelden in een aantal frames in chronologische volgorde te genere- - 10 - ren. De plakbeelden van het door de beeldopwekeenheid 322 als bewegende beelden gegenereerde aantal frames worden opgeslagen in het cine-geheugen in de opslageenheid 323. De weergave-eenheid 41 geeft de plakbeelden van de frames van de in het cine-geheugen opgeslagen bewe-5 gende beelden weer teneinde synchroon te zijn aan de aftasting.

Zoals is weergegeven in fig. 2 wordt vervolgens het tellen van de contrastmediuminjectietijd gestart (S21).

In de uitvoeringsvorm wordt een contrastmedium in de bloedstro-ming door de bloedvaten van het subject geïnjecteerd. Door het tijds-10 punt waarop de injectie van het contrastmedium wordt gestart als een trigger te gebruiken, telt de injectietijdteleenheid 327 de tijd, waarop het contrastmedium is geïnjecteerd.

Zoals is weergegeven in fig. 2, wordt vervolgens een startframe op het moment van het starten van weergave in chronologische volgorde 15 geselecteerd (S31) .

De startframeselectie-eenheid 326 selecteert het startframe op het moment van het starten van de chronologische-volgordeweergave van de plakbeelden van het aantal frames, die door de beeldopwekeenheid 322 in chronologische volgorde zijn gegenereerd, op de weergave-een-20 heid 41.

Fig. 3 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de startframeselectie-eenheid 326 een startframe selecteert op het moment van het starten van de weergave in chronologische volgorde in de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. In fig. 3 geeft de horizontale as 25 de tijdsbasis "t" aan.

In de in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm selecteert de startframeselectie-eenheid 326 een frame, dat door de beeldopwekeenheid 322 is gegenereerd op het tijdspunt tcO, waarop de injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd van het injecteren van het con-30 trastmedium in het subject start, als een startframe Fs uit plakbeelden in een aantal frames F, die door de beeldopwekeenheid 322 na de aftastingsstarttijd ts in chronologische volgorde zijn gegenereerd. Terwijl de plakbeelden van frames in het cine-geheugen worden opgeslagen, selecteert de startframeselectie-eenheid 326 het startframe.

35 Zoals is weergegeven in fig. 2 wordt vervolgens de op het sub ject uitgevoerde aftasting beëindigd (S41) .

De bediener voert een instructie van het beëindigen van de op het subject uitgevoerde aftasting in de bedieningseenheid 325 in en de stuureenheid 324 bestuurt de componenten teneinde de aftasting te 40 beëindigen.

- 11 -

Zoals is weergegeven in fig. 2, worden vervolgens de beelden vanaf het geselecteerde startframe weergegeven (S51).

De weergave-eenheid 41 geeft op sequentiële wijze de plakbeel-den van het in de opslageenheid 323 opgeslagen aantal frames weer op 5 het weergavescherm in overeenstemming met de chronologische volgorde, waarin de beeldopwekeenheid 322 het aantal frames heeft gegenereerd.

De weergave-eenheid 41 in deze uitvoeringsvorm geeft op sequentiële wijze de plakbeelden van door de beeldopwekeenheid 322 in chronologische volgorde gegenereerde frames weer, welke plakbeelden het 10 plakbeeld van het door de startframeselectie-eenheid 326 geselecteerde startframe Fs en de daaropvolgende plakbeelden zijn, zoals weergegeven in fig. 3.

Zoals hierboven is beschreven selecteert de startframeselectie-eenheid 326 in deze uitvoeringsvorm het startframe Fs, dat correspon-15 deert met de tijd waarop de weergave-eenheid 41 het weergeven van de plakbeelden in chronologische volgorde start, uit de plakbeelden van het aantal door de beeldopwekeenheid 322 in chronologische volgorde gegenereerde frames F. De startframeselectie-eenheid 326 selecteert het startframe Fs in overeenstemming met het tijdspunt tcO, waarop de 20 injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd van het injecteren van het contrastmedium in het subject start. Concreet gezegd, wordt het frame F, dat door de beeldopwekeenheid 322 is gegenereerd op het moment dat de injectietijdteleenheid 327 het tellen start, geselecteerd als het startframe Fs. De weergave-eenheid 41 geeft op sequen-25 tiële wijze het plakbeeld van het door de startframeselectie-eenheid 321 geselecteerde startframe Fs en de daaropvolgende plakbeelden van de frames, die in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 zijn gegenereerd, weer. Aangezien in deze uitvoeringsvorm gecompliceerde bewerkingen niet noodzakelijk zijn op het moment van het 30 starten van de sequentiële reproductie van plakbeelden van de frames in een noodzakelijk bereik, is het werkrendement verbeterd en kan een hoog diagnoserendement worden gerealiseerd.

Tweede uitvoeringsvorm 35 Een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding zal hieronder worden beschreven.

Fig. 4 is een blokdiagram, dat de bedieningseenheid 325 in de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

Zoals is weergegeven in fig. 4, heeft de bedieningseenheid 325 40 van de tweede uitvoeringsvorm een startframeveranderingsinvoereenheid - 12 - 325a. De tweede uitvoeringsvorm is gelijk aan de eerste uitvoeringsvorm behoudens met betrekking tot dit punt. Dientengevolge zal de beschrijving van dezelfde onderdelen niet worden herhaald.

De startframeveranderingsinvoereenheid 325a is voorzien voor 5 de bedieningseenheid 325. Een instructie van het veranderen van de positie van het door de startframeselectie-eenheid 326 geselecteerde startframe wordt door de bediener ingevoerd.

Wanneer de instructie van het veranderen van de positie van het startframe is ingevoerd in de startframeveranderingsinvoereenheid 10 325a, selecteert de startframeselectie-eenheid 326 een startframe teneinde te reageren op de instructie van het veranderen van de positie van het startframe, dat in de startframeveranderingsinvoereenheid 325a is ingevoerd.

Fig. 5 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de 15 startframeselectie-eenheid 326 een startframe selecteert op het moment van het starten van de weergave in chronologische volgorde in de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding. In fig. 5 geeft de horizontale as de tijdsbasis "t" aan.

Zoals is weergegeven in fig. 5 verandert de startframeselectie-20 eenheid 326 in de tweede uitvoeringsvorm het startframe Fs, dat is geselecteerd om te corresponderen met de tellingstarttijd tcO door de startframeselectie-eenheid 326, in een startframe op het tijdspunt tsl corresponderend met de instructie van het veranderen van de positie van het startframe, dat in de startframeveranderingsinvoereenheid 325a 25 is ingevoerd, en selecteert dit in plakbeelden in een aantal frames F, die in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 zijn gegenereerd na de aftastingstarttijd ts. De weergave-eenheid 41 geeft op sequentiële wijze het plakbeeld van het door de startframeselectie-eenheid 326 geselecteerde startframe Fs en de daaropvolgende plakbeel-30 den van de door de beeldopwekeenheid 322 in chronologische volgorde gegenereerde frames weer.

Zoals hierboven is beschreven selecteert de startframeselectie-eenheid 326 in de tweede uitvoeringsvorm opnieuw het frame, dat op het met de instructie van verandering van de positie van het startframe, 35 dat in de startframeveranderingsinvoereenheid 325a is ingevoerd, corresponderende tijdspunt is gegenereerd als het startframe. In de tweede uitvoeringsvorm zijn dientengevolge op het moment van het starten van een sequentiële reproductie van plakbeelden van frames F in een noodzakelijk bereik geen gecompliceerde bewerkingen noodzakelijk.

- 13 -

Het werkrendement is dus verbeterd en een hoog diagnoserendement kan worden gerealiseerd.

Derde uitvoeringsvorm 5 Een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding zal hieronder wor den beschreven.

Fig. 6 is een blokdiagram, dat de beeldopwekeenheid 322 en de bedieningseenheid 325 in de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

10 Zoals is weergegeven in fig. 6 heeft de beeldopwekeenheid 322 van de derde uitvoeringsvorm de startframepositiebeeldopwekeenheid 322a en anderzijds heeft de bedieningseenheid 325 van de derde uitvoeringsvorm een startframepositie-invoereenheid 325b en een start-framepositieselectie-eenheid 325c. De derde uitvoeringsvorm is gelijk 15 aan de tweede uitvoeringsvorm behoudens met betrekking tot dit punt. Dientengevolge zal de beschrijving van dezelfde onderdelen niet worden herhaald.

De startframepositiebeeldopwekeenheid 322a bevat een computer en een programma om de computer een voorafbepaald gegevensproces te 20 doen uitvoeren en genereert een startframepositiebeeld, dat een indicatie is van de positie van het startframe, dat door de startframepo-sitie-invoereenheid 325b is ingevoerd, in plakbeelden van het aantal in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerde frames.

25 Fig. 7 is een diagram, dat door de startframepositiebeeldopwek- eenheid 322a in de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding gegenereerde startframepositiebeelden toont.

Zoals is weergegeven in fig. 7 genereert de framepositiebeeld-opwekeenheid 322a een startframepositiebeeld lp door het superponeren 30 van een startmerktekenbeeld lm, dat door middel van een merkteken de positie van een startframe, dat door de startframepositie-invoereen-heid 325b is ingevoerd, aangeeft, op een tijdsbalkbeeld It, dat een indicatie is van de tijdsbasis waarlangs de beeldopwekeenheid 322 plakbeelden in een aantal frames heeft gegenereerd. In bijvoorbeeld 35 het geval, waarin drie tijdspunten tml, tm2 en tm3 als posities van startframes zijn ingevoerd, wordt een startframepositiebeeld lp gegenereerd door middel van het superponeren van de merktekenbeelden lm op het tijdsbalkbeeld It in de tijdspunten. Het gegenereerde startframepositiebeeld lp wordt afgegeven aan de weergave-inrichting 41. Het - 14 - startframepositiebeeld Ip wordt door de weergave-eenheid 41 weergegeven.

De startframepositie-invoereenheid 325b is voorzien voor de be-dieningseenheid 325 en voert op basis van een van de bediener afkom-5 stige instructie de positie van een startframe in, van waaraf de weergave-eenheid 41 het weergeven in de chronologische volgorde, waarin de beeldopwekeenheid 322 plakbeelden in een aantal frames heeft gegenereerd, start.

De startframepositieselectie-eenheid 325c is voorzien voor de 10 bedieningseenheid 325. In het geval, waarin een aantal posities van startframes door de startframepositie-invoereenheid 325c wordt ingevoerd, selecteert de startframepositieselectie-eenheid 325c één van de posities van het aantal startframes op basis van de van de bediener afkomstige instructie.

15 In het geval, waarin de positie van het startframe door de startframepositie-invoereenheid 325b is ingevoerd, selecteert de startframeselectie-eenheid 326 in de derde uitvoeringsvorm een startframe teneinde te worden aangepast aan de positie van het startframe, dat door de startframepositie-invoereenheid 325b is ingevoerd. In dit 20 geval selecteert de startframeselectie-eenheid 326 het startframe dat dient te worden aangepast aan de positie van één door de startframepo-sitieselectie-eenheid 325c geselecteerd startframe.

Fig. 8 is een diagram, dat een toestand weergeeft, waarin de startframeselectie-eenheid 326 een startframe selecteert op het moment 25 van het starten van de weergave in chronologische volgorde in de derde uitvoeringsvorm van de uitvinding. In fig. 8 geeft de horizontale as de tijdsbasis "t" aan.

Zoals is weergegeven in fig. 8, voert de bediener onder gebruikmaking van de startframepositie-invoereenheid 325b in de derde 30 uitvoeringsvorm een aantal posities van startframes in chronologische volgorde, waarin de beeldopwekeenheid 322 plakbeelden van het aantal frames in de plakbeelden van het aantal frames F, die in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 sinds het aftastingsstart-tijdspunt Ts zijn gegenereerd, in. Zoals is weergegeven in fig. 8 wor-35 den bijvoorbeeld eerste, tweede en derde tijdspunten tnl, tn2 en tn3 ingevoerd als posities van startframes. Onder gebruikmaking van de startframepositieselectie-eenheid 325c selecteert de bediener één van de posities van het aantal startframes, die door de startframepositie-invoereenheid 325c zijn ingevoerd. De bediener selecteert bijvoorbeeld 40 het derde tijdspunt tn3. Daarna selecteert de startframeselectie-een- - 15 - heid 326 een frame, dat correspondeert met het derde tijdspunt tn3 als de positie van het ene door de startframepositieselectie-eenheid 325c geselecteerde startframe, als het startframe Fs. De weergave-eenheid 41 geeft op sequentiële wijze het plakbeeld van het door de start-5 frameselectie-eenheid 326 geselecteerde startframe Fs en de daaropvolgende plakbeelden van de in chronologische volgorde door de beeldop-wekeenheid 322 gegenereerde frames weer.

Zoals hierboven is beschreven selecteert de startframeselectie-eenheid 326 in de derde uitvoeringsvorm een startframe om te corres-10 ponderen met de positie van het startframe, dat door de startframepo-sitie-invoereenheid 325b is ingevoerd. In dit geval wordt het startframe geselecteerd om te corresponderen met de positie van het ene door de startframepositieselectie-eenheid 325c geselecteerde startframe. In de derde uitvoeringsvorm zijn op het moment van het starten van 15 sequentiële reproductie van de plakbeelden van de frames F in een noodzakelijk bereik geen gecompliceerde bewerkingen noodzakelijk. Het werkrendement is dus verbeterd en een hoog diagnoserendement kan worden gerealiseerd.

20 Vierde uitvoeringsvorm

Een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding zal hieronder worden beschreven.

Fig. 9 is een blokdiagram, dat de configuratie van diagnostische ultrageluidsapparatuur la in de vierde uitvoeringsvorm van de 25 uitvinding toont.

Zoals is weergegeven in fig. 9 bevat het bedieningsconsole 32 in de diagnostische ultrageluidsapparatuur la van de vierde uitvoeringsvorm een eindframeselectie-eenheid 328. De vierde uitvoeringsvorm is gelijk aan de derde uitvoeringsvorm behoudens met betrekking 30 tot dit punt. Dientengevolge zal de beschrijving van de dezelfde onderdelen niet worden herhaald.

De eindf rameselectie-eenheid 328 bevat een computer en een programma om de computer een voorafbepaald gegevensproces te doen uitvoeren en selecteert een eindframe op het moment van het beëindigen 35 van de door de weergave-eenheid 41 gestarte weergave van plakbeelden in chronologische volgorde in plakbeelden in een aantal frames, die door de beeldopwekeenheid 322 in chronologische volgorde zijn gegenereerd. In het geval, waarin de injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd, waarin een contrastmedium in het subject is geïnjecteerd, 40 beëindigt, selecteert de eindframeselectie-eenheid 328 het eindframe - 16 - om te corresponderen met het tijdspunt waarop de injectietijdteleen-heid 327 het tellen van de tijd, waarin het contrastmedium in het subject is geïnjecteerd, beëindigt. In de vierde uitvoeringsvorm selecteert de eindframeselectie-eenheid 328 een frame, dat door de beeldop-5 wekeenheid 322 is gegenereerd op het moment dat de injectietijdteleen-heid 328 het tellen van de tijd, waarin het contrastmedium in het subject is geïnjecteerd, beëindigt als een eindframe.

De weergave-eenheid 41 geeft op sequentiële wijze plakbeelden van frames, die door de beeldopwekeenheid 322 in chronologische volg-10 orde zijn gegenereerd, weer tot het plakbeeld van het door de eindframeselectie-eenheid 328 geselecteerde eindframe.

Op het moment van het afbeelden van het subject onder gebruikmaking van de diagnostische ultrageluidsapparatuur la van de vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding uitgevoerde bewerkingen zullen hier-15 onder worden beschreven.

Fig. 10 is een stroomschema, dat de op het moment van het afbeelden van het subject in de vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding uitgevoerde bewerkingen toont.

Zoals is weergegeven in fig. 4 wordt allereerst, op een wijze 20 gelijk aan de eerste uitvoeringsvorm, een op het subject uit te voeren aftasting gestart (Sll) en daarna wordt het tellen van de tijd waarin een contrastmedium is geïnjecteerd, gestart (S21). Vervolgens wordt een startframe op het moment van het starten van de weergave in chronologische volgorde geselecteerd (S31).

25 Zoals is weergegeven in fig. 10 wordt vervolgens het tellen van de contrastmediuminjectietijd beëindigd (S32).

De injectietijdteleenheid 327 beëindigt het tellen van de tijd, waarin het contrastmedium is geïnjecteerd, onder gebruikmaking van het tijdspunt, waarop de injectie van het contrastmedium in de bloedstro-30 ming in de bloedvaten van het subject is beëindigd, als een trigger.

Zoals is weergegeven in fig. 10 wordt vervolgens het eindframe op het moment van het beëindigen van de weergave in de chronologische volgorde geselecteerd (S33).

De eindframeselectie-eenheid 328 in deze uitvoeringsvorm selec-35 teert een door de beeldopwekeenheid 322 op het moment waarop de injectieti jdteleenheid 328 het tellen van de tijd, waarin het contrastmedium in het subject is geïnjecteerd, beëindigt, gegenereerde frame als het eindframe.

Fig. 11 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de eind-40 frameselectie-eenheid 328 een startframe selecteert op het moment van - 17 - het beëindigen van de weergave in chronologische volgorde in de vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding. In fig. 11 geeft de horizontale as de tijdsbasis "t" aan.

Zoals is weergegeven in fig. 11 selecteert de eindframeselec-5 tie-eenheid 326 in de vierde uitvoeringsvorm een door de beeldopwek-eenheid 322 op tijdspunt tcx, waarop de injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd van het injecteren van het contrastmedium in het subject beëindigt, gegenereerd frame in plakbeelden in een aantal frames F, die door de beeldopwekeenheid 322 in chronologische volgorde 10 zijn gegenereerd na de aftastingsstarttijd ts, als een eindframe Fe.

Zoals is weergegeven in fig. 10 wordt vervolgens de aftasting van het subject beëindigd (S41).

Op gelijke wijze als in de eerste uitvoeringsvorm voert de bediener een instructie van het beëindigen van de aftasting van het sub-15 ject in de bedieningseenheid 325 in en bestuurt de stuureenheid 324 de componenten om de aftasting te beëindigen.

Zoals is weergegeven in fig. 10 worden vervolgens de beelden vanaf het geselecteerde startframe tot het eindframe weergegeven (S52) .

20 De weergave-eenheid 41 geeft op sequentiële wijze de plakbeel den van het in de opslageenheid 323 opgeslagen aantal frames op het weergavescherm weer in overeenstemming met de chronologische volgorde waarin de beeldopwekeenheid 322 het aantal frames heeft gegenereerd.

De weergave-eenheid 41 in de vierde uitvoeringsvorm geeft op 25 sequentiële wijze de plakbeelden van in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerde frames weer beginnend bij het plakbeeld van het door de startframeselectie-eenheid 326 geselecteerde startframe Fs en eindigend bij het plakbeeld van het door de eindfra-meselectie-eenheid 328 geselecteerde eindframe Fe, zoals weergegeven 30 in fig. 11.

Zoals hierboven is beschreven geeft de weergave-eenheid 41 in de vierde uitvoeringsvorm op sequentiële wijze de plakbeelden van de in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerde frames weer tot aan het plakbeeld van het door de eindframeselectie-35 eenheid 328 geselecteerde eindframe. In de vierde uitvoeringsvorm zijn dus geen gecompliceerde bewerkingen noodzakelijk op het moment van het starten van sequentiële reproductie van de plakbeelden van de frames F in een noodzakelijk bereik, zodat het werkrendement is verbeterd en een hoog diagnoserendement kan worden gerealiseerd.

40 - 18 -

Vijfde uitvoeringsvorm

Een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding zal hieronder worden beschreven.

Fig. 12 is een blokdiagram, dat de bedieningseenheid 325 in de 5 vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding toont.

Zoals is weergegeven in fig. 12 heeft de bedieningseenheid 325 van de vijfde uitvoeringsvorm een eindframeveranderingsinvoereenheid 325d. De vijfde uitvoeringsvorm is gelijk aan de vierde uitvoeringsvorm behoudens met betrekking tot dit punt. Dientengevolge zal de be-10 schrijving van dezelfde onderdelen niet worden herhaald.

De eindframeveranderingsinvoereenheid 325d is verschaft voor de bedieningseenheid 325. Een instructie van het veranderen van de positie van het door de eindframeselectie-eenheid 328 geselecteerde eind-frame wordt door de bediener ingevoerd.

15 Wanneer de instructie van het veranderen van de positie van het eindframe is ingevoerd in de eindframeveranderingsinvoereenheid 325d selecteert de eindframeselectie-eenheid 328 een eindframe om te reageren op de instructie van het veranderen van de positie van het eindframe, die in het eindframeveranderingsinvoereenheid 325d is inge-20 voerd.

Fig. 13 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de eindframeselectie-eenheid 328 een eindframe selecteert op het moment van het beëindigen van de weergave in chronologische volgorde in de vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding. In fig. 13 geeft de horizontale as 25 de tijdsbasis "t" aan.

Zoals is weergegeven in fig. 13 verandert de eindframeselectie-eenheid 328 in de vijfde uitvoeringsvorm het eindframe Fe, dat door de eindframeselectie-eenheid 328 is geselecteerd om te corresponderen met de tellingseindtijd tcx, in een eindframe op het tijdspunt tel, dat 30 correspondeert met de instructie van het veranderen van de positie van het eindframe, welke instructie in de eindframeveranderingsinvoereenheid 325d is ingevoerd, en selecteert dit in plakbeelden in een aantal in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 sinds de af-tastingsstarttijd ts gegenereerde frames F. De weergave-eenheid 41 35 geeft op sequentiële wijze de plakbeelden van de in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerde frames tot aan het plakbeeld van het door de eindframeselectie-eenheid 328 geselecteerde eindframe Fel weer.

Zoals hierboven is beschreven selecteert de eindframeselectie-40 eenheid 328 in de vijfde uitvoeringsvorm opnieuw het door de beeldop- - 19 - wekeenheid 322 op het tijdspunt, dat correspondeert met de instructie van het veranderen van de positie van het eindframe, welke instructie in de eindframeveranderingsinvoereenheid 325d is ingevoerd, gegenereerde frame als het eindframe. Dientengevolge zijn in de vijfde uit-5 voeringsvorm op het moment van het starten van de sequentiële reproductie van plakbeelden van frames F in een noodzakelijk bereik geen gecompliceerde bewerkingen noodzakelijk. Het werkrendement is dus verbeterd en een hoog diagnoserendement kan worden gerealiseerd.

10 Zesde uitvoeringsvorm

Een zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding zal hieronder worden beschreven.

Fig. 14 is een blokdiagram, dat de beeldopwekeenheid 322 en de bedieningseenheid 325 in de zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding 15 toont.

Zoals is weergegeven in fig. 14 heeft de beeldopwekeenheid 322 van de zesde uitvoeringsvorm een eindframepositiebeeldopwekeenheid 322b en heeft anderzijds de bedieningseenheid 325 van de zesde uitvoeringsvorm een eindframepositie-invoereenheid 325e en een eindframepo-20 sitieselectie-eenheid 325f. De zesde uitvoeringsvorm is gelijk aan de vijfde uitvoeringsvorm behoudens met betrekking tot dit punt. Dientengevolge zal de beschrijving van dezelfde onderdelen niet worden herhaald.

De eindframepositiebeeldopwekeenheid 322b bevat een computer en 25 een programma om de computer een voorafbepaald gegevensproces te doen uitvoeren, en genereert een eindframepositiebeeld, dat een indicatie is van de positie van het eindframe, welke door de eindframepositie-invoereenheid 325e is ingevoerd, in plakbeelden van het aantal in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerde 30 frames.

Fig. 15 is een diagram, dat door de eindframepositiebeeldopwek-eenheid 322b in de zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding gegenereerde eindframepositiebeelden toont.

Zoals is weergegeven in fig. 15 genereert de eindframepositie-35 beeldopwekeenheid 322b een eindframepositiebeeld Ipf door middel van het superponeren van een eindmerktekenbeeld Imf, dat door middel van een merkteken de positie van een eindframe, dat door de eindframepositie-invoereenheid 325e is ingevoerd, aangeeft, op een tijdsbalkbeeld It, dat een indicatie is voor de tijdsbasis waarlangs de beeldopwek-40 eenheid 322 plakbeelden in een aantal frames heeft gegenereerd. In - 20 - bijvoorbeeld het geval, waarin drie tijdspunten tel, te2 en te3 als posities van eindframes zijn ingevoerd, wordt een eindframepositie-beeld Ipf gegenereerd door middel van het superponeren van de merkte-kenbeelden Imf op het tijdsbalkbeeld It in de tijdspunten. Het gegene-5 reerde eindframepositiebeeld Ipf wordt aan de weergave-eenheid 41 afgegeven. Het eindframepositiebeeld Ipf wordt door de weergave-eenheid 41 weergegeven.

De eindframepositie-invoereenheid 325e is voorzien voor de be-dieningseenheid 325 en voert op basis van een van de bediener afkom-10 stige instructie de positie van een eindframe in voor het beëindigen van de weergave in de chronologische volgorde, waarin de beeldopwek-eenheid 322 plakbeelden in een aantal frames heeft gegenereerd.

De eindframepositieselectie-eenheid 325f is voorzien voor de bedieningseenheid 325. In het geval, waarin een aantal posities van 15 eindframes door de eindframepositie-invoereenheid 325e zijn ingevoerd, selecteert de eindframepositieselectie-eenheid 325f één van de posities van het aantal eindframes op basis van de van de bediener afkomstige instructie.

In het geval, waarin de positie van het eindframe door de eind-20 framepositie-invoereenheid 325e is ingevoerd, selecteert de eindframe-selectie-eenheid 328 in de zesde uitvoeringsvorm een eindframe om te corresponderen met de positie van het eindframe, dat door de eindframepositie-invoereenheid 325e is ingevoerd. In dit geval selecteert de eindframeselectie-eenheid 328 het eindframe om te corresponderen met 25 de positie van één door de eindframepositieselectie-eenheid 325f geselecteerd eindframe.

Fig. 16 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de eindframeselectie-eenheid 328 een eindframe selecteert op het moment van het beëindigen van de weergave in chronologische volgorde in de zesde 30 uitvoeringsvorm van de uitvinding. In fig. 16 geeft de horizontale as de tijdsbasis "t” aan.

Zoals is weergegeven in fig. 16 voert de bediener in de zesde uitvoeringsvorm onder gebruikmaking van de eindframepositie-invoereenheid 325e een aantal posities van eindframes in chronologische volgor-35 de, waarin de beeldopwekeenheid 322 plakbeelden van het aantal frames heeft gegenereerd, in de plakbeelden van het aantal frames F, die door de beeldopwekeenheid 322 in chronologische volgorde zijn gegenereerd sinds het aftastingsstarttijdspunt ts, in. Zoals is weergegeven in fig. 16 zijn bijvoorbeeld eerste, tweede en derde tijdspunten tel, te2 40 en te3 als posities van startframes ingevoerd. Onder gebruikmaking van - 21 - de eindframepositieselectie-eenheid 325f selecteert de bediener één van de posities van het aantal eindframes, die door de eindframeposi-tie-invoereenheid 325e zijn ingevoerd. Bijvoorbeeld selecteert de bediener het tweede tijdspunt te2. Daarna selecteert de eindframeselec-5 tie-eenheid 328 een frame, dat correspondeert met het derde tijdspunt te3 als de positie van het ene door de eindframepositieselectie-een-heid 325f geselecteerde eindframe, als het eindframe Fe. De weergave-eenheid 41 geeft op sequentiële wijze de plakbeelden van de in chronologische volgorde door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerde frames 10 weer tot aan het plakbeeld van het door de eindframeselectie-eenheid 328 geselecteerde eindframe Fe.

Zoals hierboven is beschreven selecteert de eindframeselectie-eenheid 328 in de zesde uitvoeringsvorm een eindframe om te corresponderen met de positie van het eindframe, welke door de eindframeposi-15 tie-invoereenheid 325e is ingevoerd. In dit geval wordt het eindframe geselecteerd om te corresponderen met de positie van het ene door de eindframepositieselectie-eenheid 325f geselecteerde eindframe. In de zesde uitvoeringsvorm kunnen de plakbeelden van de frames F in een noodzakelijk bereik op sequentiële wijze worden gereproduceerd, zodat 20 geen gecompliceerde bewerkingen noodzakelijk zijn. Het werkrendement is dus verbeterd en een hoog diagnoserendement kan worden gerealiseerd.

Zevende uitvoeringsvorm 25 Een zevende uitvoeringsvorm van de uitvinding zal hieronder worden beschreven.

De zevende uitvoeringsvorm verschilt van de eerste uitvoeringsvorm met betrekking tot de werking van de diagnostische ultrageluids-apparatuur 1. De zevende uitvoeringsvorm is gelijk aan de eerste uit-30 voeringsvorm behoudens met betrekking tot dit punt. Beschrijving van dezelfde onderdelen zal niet worden herhaald.

In de zevende uitvoeringsvorm genereert de beeldopwekeenheid 322 op basis van door middel van het aftasten van het subject verkregen echosignalen een aantal frames in chronologische volgorde van 35 plakbeelden van het subject, teneinde daardoor een aantal bewegende beelden te genereren. Bijvoorbeeld genereert de beeldopwekeenheid 322 een eerste bewegend beeld MP1 en een tweede bewegend beeld MP2. De op-slageenheid 323 slaat de bewegende beelden MP1 en MP2 op.

Daarna selecteert de startframeselectie-eenheid 326 een eerste 40 startframe Fsll wanneer de weergave-eenheid 41 het weergeven van de - 22 - plakbeelden in chronologische volgorde start, als een startframe in het door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerde eerste bewegende beeld MP1. De startframeselectie-eenheid 326 selecteert ook een tweede startframe Fs21 wanneer de weergave-eenheid 41 het weergeven van de 5 plakbeelden in chronologische volgorde start in het door de beeldopwekeenheid 322 gegenereerde tweede bewegende beeld MP2. Als alternatief wordt een frame, waaruit geen plakbeeld is gegenereerd geselecteerd als een virtueel startframe.

De weergave-eenheid 41 geeft het eerste bewegende beeld MPl en 10 het tweede bewegende beeld MP2 zij-aan-zij op het weergavescherm weer.

Fig. 17 is een diagram, dat een toestand toont, waarin de weergave-eenheid 41 het eerste bewegende beeld MPl en het tweede bewegende beeld MP2 zij-aan-zij op het weergavescherm weergeeft in de zevende uitvoeringsvorm van de uitvinding. In fig. 17 wordt de beeldverwer-15 vingstijd, waarin de eerste en tweede bewegende beelden MPl en MP2 zijn verworven, door de horizontale as weergegeven en zijn de in de eerste en tweede bewegende beelden door de startframeselectie-eenheid 326 geselecteerde startframes weergegeven door middel van streepjeslijnen.

20 Zoals is weergegeven in fig. 17 geeft de weergave-inrichting 41 in de zevende uitvoeringsvorm op sequentiële wijze het plakbeeld van het door de startframeselectie-eenheid 326 geselecteerde eerste frame Fsll in het eerste bewegende beeld MPl en de daaropvolgende plakbeelden van frames, die in chronologische volgorde door de beeldopwekeen-25 heid 322 zijn gegenereerd, weer en geeft het plakbeeld van het door de startframeselectie-eenheid 326 geselecteerde tweede startframe Fs21 in het tweede bewegende beeld MP2 en de daaropvolgende plakbeelden van frames, die door de beeldopwekeenheid 322 zijn gegenereerd, weer, zodat de eerste en tweede startframes Fsll en Fs22 hetzelfde zijn op de 30 tijdsbasis.

Zoals hierboven is beschreven, kunnen in de zevende uitvoeringsvorm de beelden van de frames in het weergavebereik op eenvoudige wijze synchroon worden weergegeven, zelfs in het geval, waarin de posities van frames in een weergavebereik tussen het aantal bewegende 35 beelden verschillend in tijdsreeksen zijn. Dientengevolge zijn in de zevende uitvoeringsvorm geen gecompliceerde bewerkingen noodzakelijk. Het werkrendement is dus verbeterd en een hoog diagnoserendement kan worden gerealiseerd.

De ultrageluidsprobe 31 in de uitvoeringsvormen correspondeert 40 met de aftasteenheid van de uitvinding. De weergave-eenheid 41 in de - 23 - uitvoeringsvormen correspondeert met de weergave-eenheid van de uitvinding. De beeldopwekeenheid 322 in de uitvoeringsvormen correspondeert met de beeldopwekeenheid van de uitvinding. De opslageenheid 323 in de uitvoeringsvormen correspondeert met de opslageenheid van de 5 uitvinding. De startframeselectie-eenheid 326 in de uitvoeringsvormen correspondeert met de startframeselectie-eenheid van de uitvinding. De injectietijdteleenheid 327 in de uitvoeringsvormen correspondeert met de injectietijdteleenheid van de uitvinding. De eindframeselectie-een-heid 328 in de uitvoeringsvormen correspondeert met de eindframeselec-10 tie-eenheid van de uitvinding. De startframepositiebeeldopwekeenheid 322a van de uitvoeringsvormen correspondeert met de startframepositie-beeldopwekeenheid van de uitvinding. De eindframepositiebeeldopwekeen-heid 322b in de uitvoeringsvormen correspondeert met de eindframeposi-tiebeeldopwekeenheid van de uitvinding. De startframeveranderingsin-15 voereenheid 325a in de uitvoeringsvormen correspondeert met de start-frameveranderingsinvoereenheid van de uitvinding. De startframeposi-tie-invoereenheid 325b in de uitvoeringsvormen correspondeert met de startframepositie-invoereenheid van de uitvoerinrichting. De startfra-mepositieselectie-eenheid 325c in de uitvoeringsvormen correspondeert 20 met de startframepositieselectie-eenheid van de uitvinding. De eind-frameveranderingsinvoereenheid 325d in de uitvoeringsvormen correspondeert met de eindframeveranderingsinvoereenheid van de uitvinding. De eindframepositie-invoereenheid 325e in de uitvoeringsvormen correspondeert met de eindframepositie-invoereenheid van de uitvinding. De 25 eindframepositieselectie-eenheid 325f in de uitvoeringsvormen correspondeert met de eindframepositieselectie-eenheid van de uitvinding.

De uitvinding is niet beperkt tot de voorgaande uitvoeringsvormen, maar verschillende modificaties kunnen worden toegepast.

Bijvoorbeeld kunnen de componenten van de uitvoeringsvormen 30 worden gecombineerd.

Bijvoorbeeld kan de uitvinding ook worden toegepast op het geval, waarin de positie van een startframe in chronologische volgorde, waarin de beeldopwekeenheid 322 plakbeelden in een aantal frames genereert, wordt ingevoerd door de bediener onder gebruikmaking van de 35 startframepositie-invoereenheid 325b voordat een aftasting door de ul-trageluidsprobe 31 wordt uitgevoerd. In dit geval selecteert de startframeselectie-eenheid 326 een startframe om te corresponderen met de positie van het startframe, die door de startframepositie-invoereen-heid 325b daarvoor is ingevoerd. Bijvoorbeeld correspondeert een 40 startframe met een tijdspunt voor of na verloop van een voorafbepaalde - 24 - tijd vanaf het tijdspunt, waarop de injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd van injectie van het contrastmedium in het subject start. Concreet gezegd wordt een frame, dat correspondeert met een tijdspunt vijf seconden voorafgaande aan en een tijdspunt waarop de 5 injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd, waarin het contrastmedium in het subject is geïnjecteerd, start, geselecteerd als een startframe. Bijvoorbeeld wordt een frame, dat correspondeert met een tijdspunt na verloop van 30 seconden vanaf het tijdspunt waarop de injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd, waarin het con-10 trastmedium in het subject is geïnjecteerd, start, geselecteerd als een startframe.

De uitvinding kan op overeenkomstige wijze ook worden toegepast op het geval, waarin de positie van een eindframe in chronologische volgorde, waarin de beeldopwekeenheid 322 plakbeelden in een aantal 15 frames genereert, wordt ingevoerd door de bediener onder gebruikmaking van de eindframepositie-invoereenheid 325c voordat een aftasting door de ultrageluidsprobe 31 wordt uitgevoerd. In dit geval selecteert de eindframeselectie-eenheid 328 een eindframe om te corresponderen met de positie van het eindframe, die voorafgaande door de eindframeposi-20 tie-invoereenheid 325c is ingevoerd. Bijvoorbeeld wordt een eindframe geselecteerd, dat correspondeert met een tijdspunt voor of na verloop van een voorafbepaalde tijd vanaf het tijdspunt waarop de injectietijdteleenheid 327 het tellen van de tijd van injectie van het contrastmedium in het subject beëindigt.

25 Vele sterk verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen worden gevormd zonder de gedachte en het kader van de uitvinding te verlaten. Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding niet tot de in de beschrijving beschreven specifieke uitvoeringsvormen is beperkt, behoudens zoals gedefinieerd in de bijgaande conclusies.

- 25 -

VERWIJZINGSCIJFERLIJST

Fig. 1 31 ultrageluidsprobe 5 321 zend/ontvangsteenheid 322 beeldopwekeenheid 323 opslageenheid 324 stuureenheid 325 bedieningseenheid 10 326 startframeselectie-eenheid 327 injectietijdteleenheid 41 weergave-eenheid

Fig. 4 15 325a startframeveranderingsinvoereenheid

Fig. 6 322a startframepositiebeeldopwekeenheid 325b startframepositie-invoereenheid 20 325c startframepositieselectie-eenheid

Fig. 9 31 ultrageluidsprobe 321 zend/ontvangsteenheid 25 322 beeldopwekeenheid 323 opslageenheid 324 stuureenheid 325 bedieningseenheid 326 startframeselectie-eenheid 30 327 injectietijdteleenheid 328 eindframeselectie-eenheid 41 weergave-eenheid

Fig. 10 35 Sll start aftasting van subject S12 start het tellen van contrastmediuminjectietijd 531 selecteer startframe op het moment van het starten van weergave in chronologische volgorde 532 beëindig het tellen van contrastmediuminjectietijd - 26 - S33 selecteer eindframe op het moment van het beëindigen van weergave in chronologische volgorde S41 stop aftasten van subject S52 geef beelden vanaf het geselecteerde startframe tot het 5 eindframe weer

Einde

Fig. 12 325a startframeveranderingsinvoereenheid 10 325b startframepositie-invoereenheid 325c startframepositieselectie-eenheid 32 5d eindframeveranderingsinvoereenheid

Fig. 14 15 322a startframepositiebeeldopwekeenheid 322b eindframepositiebeeldopwekeenheid 325a startframeveranderingsinvoereenheid 325b startframepositie-invoereenheid 325c startframepositieselectie-eenheid 20 325d eindframeveranderingsinvoereenheid 325e eindframepositie-invoereenheid 32 5f eindframepositieselectie-eenheid : ' .016

Claims (10)

1. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (1) omvattende: een aftastinrichting (31, 321) voor het verkrijgen van echo-signalen door middel van het uitvoeren van een aftasting van het zenden van ultrageluidsgolven naar een subject, waarin een contrastme-5 dium is geïnjecteerd, en het ontvangen van de door het subject, waaraan de ultrageluidsgolven werden toegezonden, gereflecteerde ultrageluidsgolven; een beeldopwekinrichting (322) voor het genereren van plak-beelden van het subject in een aantal frames in chronologische volg-10 orde op basis van de door de aftastinrichting (31, 321) verkregen echosignalen; een opslaginrichting (323) voor het opslaan van de door de beeldopwekinrichting (322) gegenereerde plakbeelden in het aantal frames; en 15 een weergave-inrichting (41) voor het sequentieel weergeven van de plakbeelden in het aantal frames, die zijn opgeslagen in de opslaginrichting (323), teneinde te corresponderen met de chronologische volgorde, waarin de beeldopwekinrichting (322) het aantal frames heeft gegenereerd, 20 waarin de apparatuur (1) omvat: een startframeselectie-inrichting (326) voor het selecteren van een startframe op het moment dat de weergave-inrichting (41) het weergeven van de plakbeelden in de chronologische volgorde vanuit de plakbeelden in het aantal frames, die door de beeldopwekinrichting (322) 25 in de chronologische volgorde zijn gegenereerd, start; en een injectietijdtelinrichting (327) voor het tellen van de tijd waarop het contrastmedium in het subject wordt geïnjecteerd, waarbij de startframeselectie-inrichting (326) is ingericht om als het startframe een frame te selecteren, welk frame door de beeld-30 opwekinrichting (322) is gegenereerd op het moment dat de injectietijdtelinrichting (327) het tellen van de tijd waarop het contrastmedium wordt geïnjecteerd in het subject, start, en de weergave-inrichting (41) is ingericht om op sequentiële wijze het plakbeeld van het door de startframeselectie-inrichting 35 (326) geselecteerde startframe en de daaropvolgende plakbeelden in de frames, die door de beeldopwekinrichting (322) in de chronologische volgorde zijn gegenereerd, weer te geven. 1033016- - 28 -

2. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (1) volgens conclusie 1, verder omvattende een startframeveranderingsinvoerinrichting (325a), waarin een instructie van het veranderen van de positie van het door de startframeselectie-inrichting (326) geselecteerde start- 5 frame door de bediener wordt ingevoerd, waarin de startframeselectie-inrichting (326) is ingericht om in het geval, waarin een instructie van het veranderen van de positie van het startframe in de startframeveranderingsinvoereenheid (325a) is ingevoerd, een startframe te selecteren om te corresponderen met 10 de in de startframeveranderingsinvoerinrichting (325a) ingevoerde instructie van het veranderen van een positie van het startframe.

3. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (1) volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende een startframepositie-invoerinrichting (325b) voor het invoeren van de positie van het startframe in de 15 plakbeelden in het aantal frames, die in chronologische volgorde door de beeldopwekinrichting (322) zijn gegenereerd, op basis van een van de bediener afkomstige instructie, waarin in het geval, waarin de positie van het startframe door de startframepositie-invoerinrichting (325b) is ingevoerd, de start-20 frameselectie-inrichting (32 6) het startframe selecteert om te corresponderen met de door de startframepositie-invoerinrichting (325b) ingevoerde positie van het startframe.

4. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (1) volgens conclusie 3, waarin de positie van het startframe in de chronologische volg- 25 orde, waarin de beeldopwekinrichting (322) de plakbeelden van het aantal frames genereert, wordt ingevoerd in de startframepositie-in-voerinrichting (325b) door de bediener voordat een aftasting door de aftastinrichting (31, 321) wordt uitgevoerd.

5. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (1) volgens conclusie 30 3 of 4, verder omvattende een startframepositiebeeldopwekinrichting (322a) voor het opwekken van een startframepositiebeeld, dat een indicatie is van de positie van het startframe, welke positie in de start-framepositie-invoerinrichting (325b) is ingevoerd, in plakbeelden in een aantal frames, die in chronologische volgorde door de beeldopwek-35 inrichting (322) zijn gegenereerd, waarin de weergave-inrichting (41) het door de startframeposi-tiebeeldopwekinrichting (322) gegenereerde startframepositiebeeld weergeeft.

6. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (1) volgens conclusie 40 5, waarin de startframepositiebeeldopwekinrichting (322a) het start- -29- framepositiebeeld genereert door middel van het superponeren van een startmerktekenbeeld, dat door middel van een merkteken de positie van het startframe aangeeft, welke positie door de startframepositie-in-voerinrichting (325b) is ingevoerd, op een tijdsbalkbeeld, dat een 5 indicatie is van een tijdsbasis waarlangs de beeldopwekinrichting (322) de plakbeelden in het aantal frames heeft gegenereerd.

7. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (la) volgens enige van de conclusies 1 tot 6, verder omvattende een eindframeselectie-in-richting (328) voor het selecteren van een eindframe op het moment van 10 het beëindigen van de chronologische-volgordeweergave van de plakbeelden, gestart door de weergave-inrichting (41), in de door de beeldopwekinrichting (322) in de chronologische volgorde gegenereerde plakbeelden in het aantal frames, waarin de eindframeselectie-inrichting (328) een frame, dat 15 door de beeldopwekinrichting (322) op het moment dat de injectietijd-telinrichting (327) het tellen van de tijd, waarin het contrastmedium in het subject is geïnjecteerd, beëindigt, gegenereerd frame als het eindframe selecteert, en de weergave-inrichting 941) op sequentiële wijze de door de 20 beeldopwekinrichting (322) in de chronologische volgorde gegenereerde plakbeelden van frames tot aan het plakbeeld van het door de eindfra-meselectie-inrichting (328) geselecteerde eindframe weergeeft.

8. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (la) volgens conclusie 7, verder omvattende een eindframeveranderingsinvoerinrichting (325d), 25 waarin een instructie van het veranderen van de positie van een door de eindframeselectie-inrichting (3328) geselecteerd eindframe door de bediener wordt ingevoerd, waarin in het geval, waarin een instructie van het veranderen van de positie van het eindframe in de eindframeveranderingsinvoerin-30 richting (325d) is ingevoerd, de eindframeselectie-inrichting (328) het eindframe selecteert om te corresponderen met de instructie van de positie van het eindframe, welke instructie in de eindframeverande-ringsinvoerinrichting (325d) is ingevoerd.

9. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (la) volgens conclusie 35 6 of 8, verder omvattende een eindframepositie-invoerinrichting (325e) voor het invoeren van de positie van het eindframe in plakbeelden in een aantal frames, die in chronologische volgorde door de beeldopwekinrichting (322) zijn gegenereerd, op basis van een van de bediener afkomstige instructie, - 30 - waarin in het geval, waarin de positie van het eindframe door de eindframepositie-invoerinrichting (325e) is ingevoerd, de eindfra-meselectie-inrichting (328) het eindframe selecteert om te corresponderen met de positie van het eindframe, welke positie door de eindfra-5 mepositie-invoerinrichting (325e) is ingevoerd.

10. Diagnostische ultrageluidsapparatuur (1) volgens enige van de conclusies 1 tot 9, waarin de beeldopwekinrichting (322) ten minste een eerste bewegend beeld en een tweede bewegend beeld genereert door middel van het genereren van een aantal frames in chronologische 10 volgorde van plakbeelden van het subject op basis van de door de af-tastinrichting (31, 321) verkregen echosignalen, de startframeselectie-inrichting (326) een eerste startframe op het moment waarop de weergave-inrichting 941) het weergeven van de plakbeelden in chronologische volgorde in het door de beeldopwekin-15 richting (322) gegenereerde eerste bewegende beeld, en een tweede startframe op het moment dat de weergave-inrichting (41) het weergeven van de plakbeelden in chronologische volgorde in het door de beeldopwekinrichting (322) gegenereerde tweede bewegende beeld start, als startframes selecteert, en 20 de weergave-inrichting (41) op sequentiële wijze het plakbeeld van het door de startframeselectie-inrichting (326) geselecteerde eerste startframe in het eerste bewegende beeld en daaropvolgende plakbeelden van frames, die in chronologische volgorde door de beeldopwekinrichting (322) zijn gegenereerd, weergeeft en het plakbeeld van het 25 door de startframeselectie-inrichting (326) geselecteerde tweede startframe in het tweede bewegende beeld en daaropvolgende plakbeelden van frames, die in chronologische volgorde door de beeldopwekinrichting (322) zijn gegenereerd, zij-aan-zij weergeeft, zodat het eerste startframe en het tweede startframe op de tijdsbasis met elkaar over-30 eenkomen. 1033016