NL1032055C2 - Autokaartenbak hulpstuk. - Google Patents

Description

AUTOKAARTENBAK HULPSTUK

De uitvinding heeft betrekking op een voertuig, in 5 het bijzonder bestemd voor personenvervoer. Gebruikers van dergelijke voertuigen hebben vaak de behoefte gebruiksvoorwerpen, zoals een afvalbakje, steun voor een mobiele telefoon of dergelijke, op een stevige en betrouwbare wijze in het interieur van het voertuig aan te brengen.

10 De uitvinding beoogt dan ook universeel bruikbare middelen daarvoor te verschaffen.

De uitvinding gaat uit van een voertuig, die een gootvormige houder, zoals een kaartenbak of dergelijke, omvat. Veruit het grootste gedeelte van de huidige personen-15 en bedrijfsauto's is van dergelijke houders, als kaartenbak, voorzien. Volgens de uitvinding wordt het voertuig voorzien van een hulpstuk voor aanbrenging aan deze houder, waarbij het hulpstuk omvat een steun en. een door deze steun gedragen gebruiksvoorwerp, zoals het eerder genoemde afvalbakje of de 20 steun voor een mobiele telefoon.

Volgens de uitvinding omvat deze steun verder op een bodem van de gootvormige houder rustende neerwaartse steunmiddelen, en tegen tegenover elkaar liggende binnenwanden van de houder rustende dwarssteunmiddelen, en 25 waarbij het gebruiksvoorwerp op de steun aangrijpende koppelmiddelen omvat. Het hulpstuk kan aangebracht worden aan gootvormige houders met een grote vormverscheidenheid, doordat de steunmiddelen op de bodem en tegen de binnenwanden van de gootvormige houder rusten.

30 Voor een verdere universele toepasbaarheid wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 2 toegepast. Hierdoor is het hulpstuk aanpasbaar aan de breedte van de gootvormige houder.

1032055 2 verder wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 3 toegepast, waardoor het hulpstuk aanpasbaar is aan de diepte van de gootvormige houder.

Een geschikte uitvoeringsvorm is daarbij gekenmerkt 5 in conclusie 4.

Een andere geschikte uitvoering is waarbij de steunmiddelen in- en uitschroefbaar zijn. Door in- of uitschroeven kunnen de steunmiddelen qua positie aangepast worden aan de afmetingen van de gootvormige houder. Ook 10 kunnen de steunmiddelen, zoals gekenmerkt in conclusie 6, buitenwaarts veerbelast zijn, zodat deze zich vast kunnen klemmen in de gootvormige houder.

De uitvinding wordt verder toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van enige uitvoeringsvoorbeelden van 15 de uitvinding.

Figuur 1 toont een gedeelte van een voertuig met een aan een kaartenbak daarvan aangebracht hulpstuk met afvalbakje.

Figuur 2 toont het in figuur 1 toegepaste hulpstuk 20 volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een gedeeltelijk weggebroken vooraanzicht volgens pijl III in figuur 1.

Figuur 4 toont een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht volgens pijl IV in figuur 1.

25 Figuur 5 toont een andere uitvoeringsvorm van het hulpstuk volgens de uitvinding.

Figuur 6 toont een onderaanzicht van de steun van het hulpstuk van figuur 5 en figuur 7 toont het hulpstuk van figuur 5 met 30 uiteengenomen delen.

Van het voertuig 1 volgens de uitvinding is in figuur 1 een voorportier 2 weergegeven. Dit voorportier 2 omvat een gootvormige houder 3 in de vorm van een kaartenbak.

3

Deze kaartenbak 3 is voorzien van een hulpstuk 4. Dit hulpstuk 4 omvat een steun 6 en een door deze steun 6 gedragen gebruiksvoorwerp, dat in dit uitvoeringsvoorbeeld een afvalbakje 5 is. In plaats van een afvalbakje 5, kunnen 5 ook andere gebruiksvoorwerpen, zoals een houder voor een mobiele telefoon, een MP-3 speler en dergelijke worden toegepast.

Om aan de kaartenbak 3 aangebracht te kunnen worden, omvat de steun 6 neerwaartse steunmiddelen 7, oftewel een 10 voet, die kan rusten op de bodem 19 van de kaartenbak en dwarssteunmiddelen 8, 9, die aan kunnen liggen tegen binnenwanden 18 van de kaartenbak 3.

Bij de hier weergegeven uitvoeringsvorm, zijn de neerwaartse steunmiddelen 7 voor wat betreft hun stand ten 15 opzichte van het lichaam de steun 6 instelbaar. Deze instelbaarheid is bij de hier getoonde uitvoeringsvorm verwezenlijkt doordat de neerwaartse steunmiddelen telescopisch verschuifbaar zijn met een telescopisch deel 12 dat verschuifbaar is in een busvormig deel 13 van de steun 6. 20 De gewenste stand van het telescopisch deel 12 ten opzichte van het busvormige deel 13 wordt gefixeerd door middel van een palhefboom 15, waarvan een paleinde aangrijpt in vertanding 14 aan een zijkant van het telescopische deel 12.

Bij het instellen van de steun 6 in de kaartenbak 3 25 kan de gebruiker zijn vingers door uitsparingen 17 in het bovenste gedeelte van de steun steken om de palhefboom 15 in te drukken, op de gewenste hoogte te brengen en daarna weer los te laten, zodat de instelde hoogte gefixeerd wordt.

De dwarse steunmiddelen die aanliggen tegen de 30 binnenwanden van de kaartenbak 3 zijn bij deze uitvoeringsvorm gevormd door uitschroefbare delen 8, 9, welke aangrijpen in schroefbussen 16 die een geheel vormen met het lichaam van de steun 6. De steunmiddelen 8, 9 kunnen vooraf è 4 op de gewenste a£stand worden ingesteld en bij het plaatsen van de steun in de kaartenbak kan bijvoorbeeld de voorwand van de kaartenbak enigszins elastisch uitgebogen worden waarna door de veerkracht van het materiaal van de kaartenbak 5 de steun vastgeklêmd wordt in de kaartenbak.

De verstelbaarheid van de neerwaartse steunmiddelen 7 en de dwarse steunmiddelen 8 en 9 is een voorkeursaspect van de onderhavige uitvinding. Het is ook mogelijk vaste steunen te verschaffen, die een geschikte maat hebben voor specifieke 10 kaartenbakken. Ook kan slechts een van de dwarse steunmiddelen 8, 9 instelbaar zijn in plaats van beiden.

Het in figuur 5 getoonde hulpstuk 25 heeft een andere uitvoeringsvorm, maar dezelfde in conclusie 1 genoemde onderdelen zijn daarin terug te vinden.

15 De neerwaartse steunmiddelen worden hier gevormd door voeten 28 aan armen 26, 27. De armen 26 en 27 scharnieren aan hun boveneinde in de steun 31 en de hoek waaronder de armen 26, 27 zich ten opzichte van de steun uitstrekken, kan worden ingesteld met behulp van een schroefstang 29, die 20 verdraaibaar is met behulp van een draaiknop 30. De schroefstang 29 zal een eerste gedeelte met een rechter schroefdraad en een tweede gedeelte met een linker schroefdraad hebben, welke samenwerken met geschikte schroeforganen aan de armen 26, 27.

25 Door het verdraaien van de draaiknop 30 zullen vanuit de in figuur 5 getoonde stand, de armen 26, 27 naar elkaar toe bewogen kunnen worden, waardoor de voeten 28 zich enigszins benedenwaarts verplaatsen, zodat een grotere afstand van de voeten 28 tot het bovenvlak van de steun 31 30 wordt ingesteld.

De dwarse steunmiddelen worden bij deze uitvoeringsvorm gevormd door twee telescopisch in boring van de steun 31 opgenomen stoters, waartussen een schroefveer 33 5 is opgenomen. De stoters 32 zijn derhalve buitenwaarts veerbelast en kunnen op geschikte wijze een klemkracht tegen de tegenover elkaar liggende binnenwanden van de kaartenbak 3 opwekken.

5 De steun 31 is voorzien van een zwaluwstaartgroef 34, die overeenkomt met de zwaluwstaartgroef 20 van de eerder beschreven uitvoeringsvorm, waarin een zwaluwstaartvormige rug 35 aan het gebruiksvoorwerp, in dit geval het afvalbakje, opgenomen kan worden. Bij de uitvoeringsvorm van figuur 5 10 strekt de zwaluwstaartgroef 34 zich in de langsrichting van de kaartenbak uit, terwijl dat bij de uitvoeringsvorm van de figuren 1-4 dwars op de kaartenbak is.

De steun 6 respectievelijk 31 kan dus aan de kaartenbak 3 gemonteerd blijven, terwijl het gebruiksvoorwerp 15 daar tijdelijk van losgenomen kan worden.

Bij de uitvoeringsvorm van figuur 5-7 kan het afvalbakje gefixeerd worden ten opzichte van de steun 31 door middel van een palhefboom 36, die buigzaam is aangebracht. De palhefboom 36 draagt dan ook 37 en is aan het uitstekende 20 einde voorzien van een profilering 38 waar deze met een vinger opzij gedrukt kan worden.

Wanneer de zwaluwstaartvormige rug 35 in de groef 34 wordt geschoven, zal de palhefboom 36 in de groef 39 terechtkomen. De pal 37 valt daarbij in een uitsparing in 25 deze groef 39, waardoor het afvalbakje ten opzichte van de steun 31 wordt gefixeerd. Voor het losnemen wordt op het deel 38 van de palhefboom 36 gedrukt, waarbij door de veerkrachtige vervorming van de palhefboom 36, de pal 37 buiten aangrijping geraakt en het afvalbakje weer van de 30 steun 31 afgeschoven kan worden.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding op veel verschillende wijzen kan worden uitgevoerd, waarbij de hier getoonde uitvoeringsvormen slechts enige voorbeelden zijn.

I 03205CT

6

Alle mogelijke uitvoeringsvarianten worden geacht onder de conclusies te vallen.

1032059"

Claims (6)

1. Voertuig omvattende een gootvormige houder zoals een kaartenbak of dergelijke, voorzien van een hulpstuk voor 5 aanbrenging aan deze houder, waarbij het hulpstuk omvat een steun en een door deze steun gedragen gebruiksvoorwerp, waarbij de steun omvat op een bodem van de houder rustende neerwaartse steunmiddelen en tegen tegenover elkaar liggende binnenwanden van de houder rustende dwarse steunmiddelen, en 10 waarbij het gebruiksvoorwerp op de steun aangrijpende koppelmiddelen omvat.

2. Hulpstuk voor een voertuig volgens conclusie 1, waarbij de dwarse steunmiddelen wat betreft hun stand ten opzichte van een lichaam van de steun instelbaar zijn.

3. Hulpstuk voor een voertuig volgens conclusie 1, of volgens conclusie 2, waarbij de neerwaartse steunmiddelen wat betreft hun stand ten opzichte van een lichaam van de steun instelbaar zijn.

4. Hulpstuk volgens conclusie 2 of 3, waarbij de 20 dwarse en/of de neerwaartse steunmiddelen een telescopisch inschuifbaar deel omvatten.

5. Hulpstuk volgens conclusie 2 of 3, waarbij de dwarse en/of de neerwaartse steunmiddelen in- en uitschroefbaar zijn.

6. Hulpstuk volgens conclusie 2 of 3, waarbij de dwarse en/of de neerwaartse steunmiddelen buitenwaarts veerbelast zijn. 1032055