NL1031301C2

NL1031301C2 - Afwateringsgoot met betonwapening.

Info

Publication number: NL1031301C2
Application number: NL1031301A
Authority: NL
Inventors: Vincentius Maria Van Opstal; Henricus Josef Huber Lodewijks
Original assignee: Struyk Verwo Groep B V
Priority date: 2006-03-03
Filing date: 2006-03-03
Publication date: 2007-09-04

Description

Afwateringsgoot met betonwapening.

De uitvinding heeft betrekking op een afwateringsgoot omvattende een gootlichaam, een betonwapening van wapeningsstaven, waarbij de wapeningsstaven 5 zijn geconfigureerd zodanig dat de betonwapening een langwerpig geheel vormt dat in dwarsdoorsnede een U-vorm heeft, waarbij het gootlichaam zich uitstrekt in langsrichting van de betonwapening en is opgenomen tussen de benen van de U-vorm.

Een dergelijke afwateringsgoot is uit de praktijk bekend. De U-vormige betonwapening wordt gevormd door een lijf waaraan twee zich van het lijf af 10 uitstrekkende benen bevestigd zijn. De bekende afwateringsgoot wordt toegepast in wegdekken welke in gebruik onder grote belasting komen te staan. Men kan hierbij denken aan wegdekken van vliegvelden en containerterminals, maar ook aan gewone wegen waar veel zwaar vrachtverkeer zich over voortbeweegt. Bij de installatie van de bekende afwateringsgoot wordt als verschaft eerste een in de grond verzonken 15 basisplaat, doorgaans een in situ gestorte laag beton. Vervolgens wordt de U-vormige betonwapening zodanig op de basisplaat geplaatst dat het lijf van de betonwapening op de basisplaat steunt en de benen daarvan zich van de basisplaat af uitstrekken. De betonwapening heeft in de praktijk een dusdanig grote massa dat voor het in de juiste positie plaatsen van de betonwapening op de basisplaat takelmiddelen noodzakelijk 20 zijn. Een bekisting wordt vervolgens om de betonwapening geplaatst en het gootlichaam wordt, al steunend op en bevestigd aan die bekisting, tussen de benen van de betonwapening gehangen. Hierbij is het gootlichaam zodanig gepositioneerd dat, beschouwd in de dwarsrichting, de onderzijde van de het gootlichaam naar het lijf van de betonwapening gekeerd is. Ook het gootlichaam heeft in de praktijk een dusdanig 25 grote massa dat takelmiddelen noodzakelijk zijn voor het in de juiste positie brengen daarvan. Daarnaast zijn zwaar uitgevoerde bevestigingsmiddelen nodig om het gootlichaam in de juiste positie ten opzichte van de betonwapening aan de bekisting op te hangen. In de bekisting wordt vervolgens een zodanige hoeveelheid vloeibaar beton gestort dat het lijf van de bewapening ingebed raakt in de betonmassa en dat ten minste 30 de gehele onderzijde van het gootlichaam in contact staat met de betonmassa. Tijdens het storten van het beton en gedurende een lange tijdsperiode daarna dient een persoon het gestorte beton te verdichten. Hierbij wordt het beton bewerkt met een trilnaald om luchtbellen uit het beton te werken. Door toepassing van de trilnaad kunnen in het 1031301 2 vloeibare beton aanwezige luchtbellen naar het oppervlak van het vloeibare beton stijgen. In uitgehard beton aanwezige luchtbellen zouden het beton verzwakken.

Daarbij zorgen nabij of tegen contactoppervlakken aan gelegen luchtbellen in uitgehard beton voor een minder goede hechting tussen het contactoppervlak en het beton. Nadat 5 het gestorte beton uitgehard is, wordt de rest van de bekisting met vloeibaar beton gevuld, waarbij eveneens een trilnaald toegepast wordt voor het uit het beton werken van luchtbellen.

Een nadeel van de bekende afwateringsgoot is dat de installatie daarvan een erg arbeidsintensief proces is dat bovendien veel technische vaardigheid vereist. Hierdoor 10 is de installatietijd van de bekende inrichting erg lang. Dit brengt niet alleen hoge arbeidskosten met zich mee, maar eveneens veel additionele kosten voor het (nog) niet voor gebruik beschikbaar kunnen stellen van het wegdek. Deze specifieke afwateringsgoten worden namelijk voornamelijk toegepast in situatie (vliegvelden, containerterminals) waar het niet kunnen gebruiken van het wegdek veel economische 15 schade tot gevolg kan hebben. In de situatie van het aanleggen van een nieuw wegdek is het van groot belang dat de afwateringsgoot in korte tijd geïnstalleerd kan worden, zodat het wegdek op tijd klaar is voor gebruik. Bij het installeren van de afwateringsgoot in een reeds bestaand wegdek is het van groot belang dat de periode dat het wegdek niet gebruikt kan worden zo kort mogelijk is.

20 Een doel van de uitvinding is een afwateringsgoot te verschaffen welke een in een kortere tijdsperiode geïnstalleerd kan worden. Dit doel is met de afwateringsgoot volgens de uitvinding bereikt, doordat de betonwapening aan het gootlichaam is bevestigd om tezamen met het gootlichaam een geheel te vormen. De betonwapening vormt hierbij een open structuur, dat wil zeggen er is nog geen beton tussen en omheen 25 gestort. Hierdoor kan bij de installatie van de afwateringsgoot de betonwapening en het gootlichaam in een keer in de juiste positie op de basisplaat geplaatst worden. Hierdoor wordt ten opzichte van de installatie van de bekende afwateringsgoot een takelhandeling geëlimineerd. Verder worden hierdoor de handelingen geëlimineerd van het in de juiste positie brengen van het gootlichaam ten opzicht van de betonwapening 30 en het aan de bekisting bevestigen van het gootlichaam. Dit zorgt voor veel tijdsbesparingen bij de installatie van de afwateringsgoot volgens de uitvinding. Verder heeft de afwateringsgoot volgens de uitvinding als voordeel dat doordat de betonwapening in de fabriek aan het gootlichaam bevestigd wordt er minder kans op 3 fouten is bij de positionering van het gootlichaam ten opzichte van de betonwapening. Op fabrieksniveau kan deze positionering veel beter gecontroleerd worden dan op de plaats van installatie van de afwateringsgoot in de grond.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de betonwapening aan het 5 gootlichaam bevestigd middels in het gootlichaam gelegen gedeeltes van wapeningsstaven. Dit is voordelig omdat bij het gieten van het gootlichaam, de delen van de wapeningsstaven van de betonwapening in het vloeibare beton ingebed kunnen worden. Bij het in deze situatie laten uitharden van het beton zijn de wapeningsstaven op een eenvoudige wijze aan het gootlichaam bevestigd. Bij voorkeur omvatten de in 10 het gootlichaam gelegen gedeeltes van wapeningsstaven in het gootlichaam stekende einden van wapeningstaven. Hierbij kan het gootlichaam voorzien zijn van in het gootlichaam ingebedde schroefhulzen waarin de in het gootlichaam stekende einden van wapeningsdraden zijn vastgeschroefd. Hiermee wordt op een eenvoudige wijze een losneembare bevestiging tussen de betonwapening en het gootlichaam gerealiseerd.

15 In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de betonwapening voorzien van stel voeten welke zich in het bijzonder uitstrekken in een richting tegenovergesteld aan die waarin de benen van de U-vorm zich uitstrekken. Hiermee is het mogelijk om tijdens de installatie van de afwateringsgoot bij de op de basisplaat geplaatste afwateringsgoot de positie van het gootlichaam ten opzichte van de basisplaat te 20 verstellen. Bij voorkeur zijn de stelvoeten voorzien in het verlengde van de benen van de U-vorm, althans buiten het door het gootlichaam overlapte gedeelte van het lijf van de U-vorm. Deze positionering van de stelvoeten zorgt er voor dat de afwateringsgoot stabiel op de basisplaat steunt. Verder zijn de stelvoeten in deze positie eenvoudig te bereiken voor het verstellen daarvan.

25 In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het gootlichaam, beschouwd in dwarsrichting daarvan, een onderzijde welke bolgekromd is uitgevoerd. Deze vorm van de onderzijde draagt bij aan het uit het in de bekisting gestorte vloeibare beton werken van de luchtbellen. Door de bolgekromde vorm van de onderzijde worden in het vloeibare beton aanwezige luchtbellen die naar het oppervlak van het vloeibare 30 beton stijgen en in contact komen met die onderzijde naar de zijranden van die onderzijde gedreven om vervolgens langs de zijwanden van het gootlichaam naar het oppervlak van het beton bewegen. Hierdoor wordt na het uitharden een beton verkregen met minder luchtbellen nabij en in contact met de onderzijde van het gootlichaam en 4 dus een betere hechting tussen het gootlichaam en het beton bereikt. Bij voorkeur omvat de betonmassa zelf verdichtende beton (ZVB). Het ZVB is geclassificeerd in NEN 5950 (EN 1433 en BRL 5070) en specifieker in het “Raamschema IKB, aanvulling voor zelfverdichtend beton ". ZVB heeft de voordelige eigenschap dat in vloeibare 5 vorm luchtbellen naar het oppervlak van het beton gedreven worden. Het gebruik van ZVB is zeer voordelig in combinatie met een gootlichaam waarvan de onderzijde bolgekromd uitgevoerd is. Hiermee wordt een zeer goede hechting tussen de betonmassa en het gootlichaam verkregen. De oppervlakken van de zijwanden en/of de onderzijde van het gootlichaam zijn bij voorkeur geruwd uitgevoerd. Deze geruwde 10 oppervlakken worden bereikt door die oppervlakken bijvoorbeeld uit te stralen, uit te wassen of te boucharderen De geruwde oppervlakken hebben een positief effect op realiseren van een goede hechting tussen de betonmassa en het gootlichaam, doordat het contactoppervlak tussen de betonmassa en het gootlichaam vergroot wordt. Het gootlichaam kan uit beton gevormd zijn en is bij voorkeur als een geheel gegoten.

15 De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van een basisplaat en een afwateringsgoot volgens de uitvinding, waarbij de betonwapening met het lijf van de U-vorm op de basisplaat steunt. In de situatie dat de betonwapening stelvoeten omvat kan de afwateringsgoot op die stelvoeten steunen. De basisplaat kan door middel van ZVB met de afwateringsgoot verbonden zijn.

20 De uitvinding heeft verder betrekking op een wegdekconstructie omvattende een wegdek en een samenstel volgens de uitvinding, waarbij de afwateringsgoot omvat een bovenzijde welke op gelijk niveau of verzonken ten opzichte van de wegdekbovenzijde gepositioneerd is. Door deze positionering van de afwateringsgoot kan op het wegdek aanwezige vloeistof in de afwateringsgoot stromen.

25 De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het verschaffen van een afwateringsysteem voor een wegdek, omvattende de stappen van het verschaffen van een in de grond verzonken basisplaat, het op een zodanige wijze op de basisplaat positioneren van een afwateringsgoot volgens de uitvinding dat alleen en slechts alleen de betonwapening contact maakt met de basisplaat, het aanbrengen van een bekisting 30 om de betonwapening en het met beton vullen van de bekisting. De afwateringsgoot kan zodanig op de basisplaat gepositioneerd worden dat de bovenzijde van de afwateringsgoot zich op gelijk niveau of verzonken ten opzichte van een vooraf bepaald referentievlak van een wegdekbovenzijde bevindt. In de situatie dat een nieuw 5 wegdek met afwateringsysteem volgens de uitvinding verschaft wordt, wordt meestal eerste de afwateringsgoot geïnstalleerd en vervolgens het wegdek aangebracht. Het vooraf bepaalde referentievlak van een wegdekbovenzijde is in deze situatie gelijk aan de wegdekbovenzijde van de nog te plaatsen wegdek. In de situatie dat het 5 afwateringsysteem verschaft wordt bij een reeds aangelegd wegdek, is het desbetreffende referentievlak gelijk aan de wegdekbovenzijde van dat wegdek. In de situatie dat de betonwapening stelvoeten omvat, kan de stap van het op de basisplaat positioneren van de afwateringsgoot de stap omvatten van het verstellen van ten minste een stelvoet. Tijdens de stap van het met beton vullen van de bekisting, kan de 10 bekisting met ZVB gevuld worden.

De uitvinding zal verder toegelicht worden aan de hand van tekeningen, waarin: fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht is van een uitvoeringsvorm van een afwateringsgoot volgens de uitvinding, fïg. 2 een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede is van de afwateringsgoot van 15 fig. 1 door de door lijn II-II en inclusief een basisplaat, fïg. 3 een schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede is van een wegdekconstructie met het samenstel van de afwateringsgoot en de basisplaat van fig. 2.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een afwateringsgoot 1 volgens de uitvinding. De afwateringsgoot 1 omvat een gootlichaam 2 en een betonwapening 16 20 van wapeningstaven 3. De wapeningstaven 3 zijn zodanig geconfigureerd dat de betonwapening 16 een langwerpig geheel vormt dat in dwarsdoorsnede langs lijn II-II een U-vorm heeft. De benen 5 strekken zich op een onderlinge afstand loodrecht van het lijf 12 van de U-vormige betonwapening 16 uit. Het gootlichaam 2 strekt zich in de langsrichting 4 van de betonwapening 16 uit en is opgenomen tussen de benen 5 van de 25 U-vorm. Het gootlichaam 2 bevat een bovenzijde 14, een bolgekromd gevormde onderzijde 10, zijranden 20 en zijwanden 21. Het oppervlak van de zijwanden 21 is geruwd uitgevoerd. De betonwapening 16 is aan de zijwanden 21 met het gootlichaam 2 bevestigd om tezamen een geheel te vormen. Aan het lijf 12 van de betonwapening 16 is een dwarsbalk 22 bevestigd welke stelvoeten 17 omvat. De stelvoeten 17 strekken 30 zich in de tegenovergestelde richting uit aan die waar de benen 5 van de betonwapening 16 zich uitstrekken. De stelvoeten 17 bevinden zich verder buiten het door het gootlichaam 2 overlapte gedeelte van het lijf 12 van de betonwapening 16.

6

Figuur 2 toont een samenstel van een afwateringsgoot van fig. 1 en een basisplaat 11. De betonwapening 16 is aan het gootlichaam 2 bevestigd door middel van in het gootlichaam 2 gelegen gedeeltes 6 van de wapeningstaven 3. Deze gedeeltes 6 van de wapeningstaven 3 zijn in het gootlichaam 2 stekende einden 7 van de wapeningstaven 5 3. De einden 7 zijn vastgeschroefd in schroefhulzen 8 welke in het gootlichaam 2 ingebedde zijn. De afwateringsgoot 1 steunt alleen en slechts alleen met de steunvoeten 17 op de basisplaatbovenzijde 23 van de basisplaat 11. Door het verstellen van de stelvoeten 17 kan de afstand tussen het gootlichaam 2 en de basisplaat 11 aangepast worden.

10 Figuur 3 toont een wegdekconstructie met het samenstel van de afwateringsgoot en de basisplaat van fig. 2. De wegdekconstructie bevat een wegdek 13 met een wegdekbovenzijde 15. De afwateringsgoot 1 omvat een op het gootlichaam 2 geplaatste rooster 19. De bovenzijde 14 van de afwateringsgoot 1 is ten opzichte van de wegdekbovenzijde 15 verzonken gepositioneerd. De betonwapening 16 is ingebed in 15 zelf verdichtende beton 18. Dit beton 18 is pas gestort nadat eerst de afwateringsgoot 1 met prefab geïntegreerde betonwapening 16 in de grond gepositioneerd is. Het beton 18 is aan de basisplaatbovenzijde 23 van de basisplaat 11 en aan de onderzijde 10 en geruwde zijwanden 21 van het gootlichaam 2 gehecht. Op deze wijze zijn de afwateringsgoot 1, de basisplaat 11 en het beton 18 onderling verbonden.

20 Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat vele varianten van de afwateringsgoot, samenstel van afwateringsgoot en basisplaat, wegdekconstructie en werkwijze voor het verschaffen van een afwateringsysteem volgens de uitvinding denkbaar zijn, zonder buiten de in de conclusies gedefinieerde beschermingsomvang te treden.

25 1031301

Claims

1. Afwateringsgoot (1) omvattende: • een gootlichaam (2); 5. een betonwapening (16) van wapeningsstaven (3); waarbij de wapeningsstaven (3) zijn geconfigureerd zodanig dat de betonwapening (16) een langwerpig geheel vormt dat in dwarsdoorsnede een U-vorm heeft; waarbij het gootlichaam (2) zich uitstrekt in langsrichting (4) van de betonwapening (16) en is opgenomen tussen de benen (5) van de U-vorm; 10 met het kenmerk dat de betonwapening (16) aan het gootlichaam (2) is bevestigd om tezamen met het gootlichaam (2) een geheel te vormen.

2. Afwateringsgoot volgens conclusie 1, waarbij de betonwapening (16) aan het 15 gootlichaam (2) is bevestigd middels in het gootlichaam (2) gelegen gedeeltes (6) van wapeningsstaven (3).

3. Afwateringsgoot volgens conclusie 2, waarbij de in het gootlichaam (2) gelegen gedeeltes van wapeningsstaven (3) omvatten in het gootlichaam (2) stekende einden 20 (7) van wapeningsstaven (3).

4. Afwateringsgoot volgens conclusie 3, waarbij het gootlichaam (2) is voorzien van in het gootlichaam (2) ingebedde schroefhulzen (8) waarin de in het gootlichaam (2) stekende einden (7) van wapeningsstaven (3) zijn vastgeschroefd. 25

5. Afwateringsgoot volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de betonwapening (16) is voorzien van stelvoeten (17) welke zich in het bijzonder uitstrekken in een richting tegenovergesteld aan die waarin de benen (5) van de U-vorm zich uitstrekken. 30

6. Afwateringsgoot volgens conclusie 5, waarbij de stelvoeten (17) zijn voorzien in het verlengde van de benen (5) van de U-vorm, althans buiten het door het gootlichaam (2) overlapte gedeelte van het lijf (12) van de U-vorm. 1°3Uoi

7. Afwateringsgoot volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het gootlichaam (2), beschouwd in dwarsrichting daarvan, omvat een onderzijde (10) welke bolgekromd is uitgevoerd. 5

8. Afwateringsgoot volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het gootlichaam zijwanden (21) omvat en de oppervlakken van de onderzijde (10) ert/of de zijwanden (21) geruwd zijn uitgevoerd.

9. Afwateringsgoot volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het gootlichaam (2) uit beton gevormd is, bij voorkeur als een geheel gegoten.

10. Afwateringsgoot volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de betonwapening (16) ingebed is in gegoten betonmassa. 15

11. Afwateringsgoot volgens conclusie 10, waarbij de betonmassa zelf verdichtende beton (ZVB) omvat.

12. Samenstel van een basisplaat (11) en een afwateringsgoot (1) volgens een van de 20 voorgaande conclusies, waarbij de betonwapening (16) met het lijf (12) van de U- vorm op de basisplaat (11) steunt.

13. Samenstel van een basisplaat (11) en een afwateringsgoot (1) volgens een van de conclusies 6-9, waarbij de afwateringsgoot (1) met de stelvoeten (17) op de 25 basisplaat (11) steunt.

14. Samenstel van een basisplaat (11) en een afwateringsgoot (1) volgens een van de conclusies 10 of 11, waarbij de afwateringsgoot (1) door middel van zelf verdichtende beton (ZVB) met de basisplaat (11) verbonden is. 30

15. Wegdekconstructie omvattende een wegdek (13) en een samenstel volgens een van de conclusies 12-14, waarbij de afwateringsgoot (1) omvat een bovenzijde (14) welke op gelijk niveau of verzonken ten opzichte van de wegdekbovenzijde (15) gepositioneerd is.

16. Werkwijze voor het verschaffen van een afwateringsysteem voor een wegdek, omvattende de stappen van het verschaffen van een in de grond verzonken 5 basisplaat (11), het op een zodanige wijze op de basisplaat (11) positioneren van een afwateringsgoot (1) volgens een van de conclusies 1*8 dat alleen en slechts alleen de betonwapening (16) contact maakt met de basisplaat (11), het aanbrengen van een bekisting om de betonwapening (16) en het met beton vullen van de bekisting. 10

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de afwateringsgoot (1) zodanig op de basisplaat (11) gepositioneerd wordt dat de bovenzijde (14) van de afwateringsgoot (1) zich op gelijk niveau of verzonken ten opzichte van een vooraf bepaald referentievlak van een wegdekbovenzijde (15) bevindt. 15

18. Werkwijze volgens een van de conclusies 16 of 17 in combinatie met een der conclusies 5-8, waarbij de stap van het op de basisplaat (11) positioneren van de afwateringsgoot (1) de stap omvat van het verstellen van ten minste een stelvoet (17). 20

19. Werkwijze volgens een van de conclusies 16-18, waarbij tijdens de stap van het met beton vullen van de bekisting, de bekisting met zelf verdichtende beton (ZVB) gevuld wordt. 1031301