NL1030973C2 - Mantel/houdersamenstel. - Google Patents

Description

' 1 Mantel/houdersamenstel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een mantel/houdersamenstel omvattende een houder zoals een karaf, en een daaromheen aangebrachte mantel 5 waarbij tussen die mantel en die houder een opname begrensd wordt, alsmede een warmtewisselend element uitgevoerd om opgenomen te worden in die opname (let op ook verwannen).

Een dergelijk samenstel is bekend uit GB 2.068.521. Daarin wordt een tonvormige houder beschreven waarom een koelende mantel aangebracht kan worden. 10 De mantel is voorzien van een omtreksvergroting voor het daarin ontvangen van een koelmiddel.

Tijdens gebruik worden houder en mantel in elkaar geplaatst en wordt vervolgens het koelmiddel in de vrije eindopening van de opname ingebracht. Volgens een bijzondere uitvoering zijn de houder en mantel als een geheel gevormd. Eventueel is de 15 mantel voorzien van een zich over een deel van de hoogte daarvan uitstrekkende spleet voor het ontvangen van een op de houder aangebrachte kraan.

Een bezwaar van deze constructie is dat het koelelement in de ruimte tussen de houder en de mantel gebracht moet worden. Daarbij is het essentieel dat goed contact bestaat tussen het koelelement en de houder. Daarom wordt in dit Britse octrooischrift 20 voorgesteld deze ruimte eenvoudigweg met ijsblokjes te vullen. Echter kan niet gewaarborgd worden dat het gewenste nauwe contact tussen het koelmiddel en de houder aanwezig is. Meer in het bijzonder kan dit niet gewaarborgd worden indien het volume van het koelmiddel bij het opnemen van warmte wijzigt.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding dit nadeel te vermijden. Dit doel 25 wordt bij het hierboven beschreven mantel/houdersamenstel verwezenlijkt doordat dat warmtewisselende element een buigzaam zakvormig deel omvat gevuld met een warmtewisselend fluïdum, welk zakvormig deel permanent gesloten is, dat de binnenbegrenzing van de van warmtewisselend element voorziene mantel kleiner is dan de buitenbegrenzing van de houder, dat die mantel zodanig elastisch deformeerbaar is 30 uitgevoerd, dat deze met het warmtewisselende element op die houder geplaatst kan worden bij het drukken van dat koelelement tegen die houder.

Volgens de onderhavige uitvinding bestaat het warmtewisselende element zoals een koelelement uit een zakvormig deel dat permanent gesloten is. Een voorbeeld 1030973 2 daarvan is de zogenaamde Rapid ICE® die door Vacu Products in Delft, Nederland op de markt gebracht wordt Om de waarborgen dat het koelelement voortdurend nauw contact maakt met de houder is een en ander zodanig uitgevoerd dat het inwendige van de mantel in onbelaste toestand kleiner is dan het uitwendige van de houder (indien het 5 koelelement opgenomen is). Door het verend elastisch vergroten van het inwendige van de mantel wordt het koelelement met diezelfde veerkracht tegen de houder gedrukt en bestaat voortdurend een nauw contact tussen het koelelement en de houder waardoor optimale warmteoverdracht verwezenlijkt kan worden.

Begrepen zal worden dat waar in het bovenstaande een koelelement beschreven 10 wordt eveneens een verwarmend element aanwezig kan zijn.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is het warmtewisselende element op eenvoudige wijze verwijderbaar uit de mantel en daar weer in aan te brengen. Dat betekent dat voor koeling uitsluitend het koelelement in bijvoorbeeld een koelkast geplaatst wordt. Voor gebruik wordt het koelelement in de 15 mantel ingebracht en wordt de mantel op de hierboven beschreven verend klemmende wijze op de houder aangebracht

Deze verende klemming kan op een groot aantal wijzen verwezenlijkt worden. Volgens een eerste uitvoeringsvariant van de onderhavige uitvinding omvat de mantel een zich over de hele hoogte daarvan in langsrichting uitstrekkende deling. Volgens een 20 verdere variant bestaat de mantel uit twee delen die met een filmschamier met elkaar verbonden zijn waarbij een en ander zodanig uitgevoerd is dat in onbelaste toestand de twee delen naar elkaar toe neigen te bewegen om een inwendige ruimte te begrenzen die kleiner is dan de uitwendige afmetingen van de houder.

Volgens een andere variant bestaat de mantel uit twee scharnierend aan elkaar 25 bevestigde manteldelen waarbij die manteldelen kantelend in een bodemdeel met opstaande rand opgenomen zijn. Daarbij is de kantelwerking bij voorkeur zodanig dat in de gesloten positie van de manteldelen het scharnierpunt daartussen zich onder de kantelpunten in het bodemdeel bevindt. Daardoor ontstaat een permanent verende kracht die de warmtewisselende elementen tegen de houder drukt.

30 Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de houder naar de openingszijde toe toelopend uitgevoerd. Daarom is het noodzakelijk maatregelen te treffen om te voorkomen dat de mantel ten opzichte van de houder beweegt gedreven door de daarop aangelegde veerkracht.

1030973 3

Een mogelijk om dit te voorkomen is het aan de onderzijde aanbrengen van een naar binnen stekende rand op de mantel. Een andere mogelijkheid die vooral toegepast kan worden bij een uitvoering van de houder die een vernauwd halsdeel heeft, is het zodanig aanbrengen van een verlenging op de mantel dat deze verlenging zich tot in het 5 vernauwde deel uitstrekt

Volgens een andere variant van de onderhavige uitvinding is het mogelijk een taps toelopende houder van een inspringend randdeel te voorzien waartegen de mantel aan komt te liggen tijdens gebruik.

De houder kan elke voorstelbare vorm hebben en uit elk voorstelbaar materiaal 10 vervaardigd zijn. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de houder als karaf uitgevoerd voor het ontvangen van te koelen dranken. Meer in het bijzonder bestaat deze karaf uit een glasmateriaal.

De mantel kan eveneens uit elk voorstelbaar materiaal vervaardigd zijn. Bij voorkeur bestaat deze uit een kunststofmateriaal en volgens een bijzondere uitvoering 15 uit een doorschijnend kunststofmateriaal.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt eveneens voorzien in een op de houder aan te brengen afsluiting. Deze bestaat uit een buitenliggend deel dat aangrijpt op de hals van de houder en een daarbinnen aangebrachte afsluitstop. Deze afsluitstop is volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding in axiale richting ten opzichte van 20 het buitenliggende deel verplaatsbaar. Eventueel is het mogelijk deze verplaatsing gedreven door omklaplippen uit te voeren. Deze omklap lippen zijn zowel bevestigd aan de afsluitstop als aan het omliggende halsafdichtdeel.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de tekeningen afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 25 Fig. 1 afzonderlijk afgebeeld, verschillende onderdelen van een eerste uitvoering van een mantel/houdersamenstel;

Fig. 2 het samenstel volgens fig. 1 in samengevoegde toestand;

Fig. 3a/3b een verdere variant van een mantel/houdersamenstel;

Fig. 4 een derde uitvoering van de onderhavige uitvinding; 30 Fig. 5 schematisch de mantel van een vierde uitvoering van de uitvinding;

Fig. 6 een verder samenstel volgens de uitvinding;

Fig. 7 het samenstel volgens fig. 6 bij het inbrengen of verwijderen van de karaf en 1 030973 4

Fig. 8 schematisch de positie van de manteldelen bij aangebrachte karaf.

In fig. 2 is het mantel/houdersamenstel volgens de uitvinding in het geheel met 1 aangegeven.

Zoals tevens blijkt uit fig. 1 bestaat dit uit een houder 2 zoals een glazen karaf.

5 Een mantel 3 is aanwezig die bestaat uit een zich over in hoofdzaak 360° uitstrekkend deel met een deling 6 die zich over de hele hoogte van de mantel 3 uitstrekt. Door deze deling met enige breedte uit te voeren is het voor de gebruiker mogelijk te zien hoe hoog het vloeistofniveau in de houder is, ervan uitgaande dat de houder vloeistof-doorzichtig is. Vanzelfsprekend kan ook de mantel doorzichtig uitgevoerd zijn. Mantel 10 3 is voorzien van een ingesnoerde verlenging 7.

Bovendien is een koelmanchet 5 aanwezig bestaande uit een open ringvormige kunststof manchet met daarin een koelvloeistof al dan niet in combinatie met een de koelvloeistof opnemende drager zoals een schuimmateriaal. In het afgebeelde voorbeeld is het manchet geopend getekend maar begrepen zal worden dat een gesloten 15 uitvoering (eventueel elastisch) eventueel aanwezig kan zijn. In de mantel 3 is een opname 4 aanwezig voor het positioneren van manchet 5. Na het aanbrengen van manchet 5 in opname 4 kan mantel 3 inclusief manchet 5 over karaf 2 geplaatst worden en zal gefixeerd worden in de juiste positie daarvan doordat het ingesnoerde deel 7 komt te liggen in de insnoering nabij de bovenzijde van de hals.

20 Het hierboven beschreven samenstel wordt als volgt gebruikt:

Het manchet 5 wordt in de koelkast bewaard om een verhoudingsgewijs lage temperatuur aan te nemen. Bij gebruik wordt het manchet in de mantel 3 aangebracht en om de al dan niet gevulde karaf 2 geplaatst Door de verende werking van mantel 3 wordt het manchet 5 strak tegen de karaf 2 gedrukt waardoor optimale warmtewisseling 25 met de inhoud daarvan plaats kan vinden. Bij voorkeur is de karaf uit een glasmateriaal vervaardigd dat verhoudingsgewijs goed warmte- en koude geleidend is.

Zoals afgebeeld is ter afdichting van de opening van de karaf een afsluiting 8 aanwezig. Deze bestaat uit een in de hals aan te brengen buitenrand 9 van bij voorkeur rubberachtig materiaal. Bovendien is een stop 10 aanwezig die in de richting van pijl 20 30 (axiaal) in de buitenrand 9 bewogen kan worden. Tussen stop 10 en buitenrand 9 strekken zich omklaplippen 17 uit waardoor enerzijds verende afsluiting mogelijk is en anderzijds een stabiele uitgeklapte positie verwezenlijkt kan worden. Eventueel kunnen maatregelen genomen worden om het schenken te vergemakkelijken dat wil zeggen 1 030973 5 scherpe uitgietranden kunnen aangebracht worden. Met behulp van een greep 18 kan de stop 10 weg van de buitenrand 9 bewogen worden.

In fig. 3 a, b is een verdere variant van de uitvinding afgebeeld. Het daar getoonde samenstel is in het geheel met 11 weergegeven en bestaat uit een mantel 13 en een 5 karaf 12. De mantel 13 is voorzien aan het benedeneinde daarvan van een zich naar binnen uitstrekkende rand 16. De koelmanchet is met 15 aangegeven. De opname voor de manchet 15 is met 14 aangegeven. Bij vergelijking van fig. 3a en 3b blijkt duidelijk hoe een en ander aangebracht zal worden. Rand 16 wordt verend naar buiten gedrukt door de vorm van de houder 12 en snapt bij het bereiken van de bodem daarvan verend 10 elastisch terug. De mantel 13 bestaat uit twee helften, die aan de bovenzijde verend scharnierend verbonden zijn. Naar boven schuiven van de mantel moet voorkomen door dat de rand 16 onder de houder 12 aangrijpt. De zich naar binnen uitstrekkende rand 16 functioneert eveneens als druppelvanger. Bovendien kan bij het plaatsen van een fles op een verhoudingsgewijs harde bodem enige demping door deze rand 15 verkregen worden in het bijzonder indien deze voorzien is van een rubber deel. Bovendien zal een dergelijke rand een grotere sterkte aan de mantel geven, d.w.z. meer weerstand tegen het naar buiten bewegen waardoor de koelmanchet met grotere kracht tegen de houder gedrukt kan warden.

In fig. 4 is een verdere variant afgebeeld. Daarbij is het samenstel in het geheel 20 met 21 aangegeven bestaande uit een houder of karaf 22 en een mantel 23. De karaf 22 is voorzien van een uitspringend deel 26 dat dient als aanslag voor de bovenzijde van mantel 23. Een manchet 25 is aanwezig ingeklemd door de mantel 23 tegen de houder 22. De opname voor de manchet 25 is met 24 aangegeven.

hi fig. 5 is een verdere variant getoond van de onderhavige uitvinding. De daar 25 getoonde mantel 33 bestaat uit twee manteldelen 38 en 39 die door een filmschamier 37 met elkaar verbonden zijn. Een en ander is zodanig uitgevoerd dat de manteldelen 38 en 39 naar de dichtgeklapte toestand neigen om zo een daartussen opgenomen koelelement tegen de betreffende houder te drukken.

In fig. 6 - 8 is een verdere variant van de uitvinding getoond. Daarbij is het 30 samenstel in het geheel met 41 aangegeven. De mantel 53 bestaat uit manteldelen 58 en 59 die onderling door een scharnier 57 zijn verbonden. Deze zijn aangebracht in een bodemdeel 48 waarin deze kunnen kantelen om kantelpunt 49. De karaf is met 42 aangegeven en de koelmanchet met 45.

1030973 6

In de manteldelen 58 en 59 is een opname 54 aanwezig voor het ontvangen van de koelmanchet 45. Na het plaatsen van manchet 45 wordt de karaf of houder 42 in de uit elkaar bewogen positie van de manteldelen 58 en 59 zoals getoond in fig. 6 aangebracht (zie fig. 7). Vervolgens worden de manteldelen tegen elkaar geklapt zoals 5 getoond is in figuur 8. In figuur 8 zijn eveneens schematisch de kantelpunten 49 en het scharnierpunt 57 aangegeven. Daaruit blijkt dat het scharnierpunt 57 onder de kantelpunten 49 ligt waardoor klemmende werking van de manteldelen 58 en 59 wordt bereikt. Immers vanaf het moment dat de kantelpunten 49 en scharnierpunt 57 op een lijn liggen zal bij het verder naar elkaar toe bewegen van de manteldelen 58 en 59 door 10 het dalen van scharnierpunt 57 ten opzichte van de kantelpunten 49 een meer vergrendelende beweging verkregen worden (kniehefboom of togglewerking).

Na het bovenstaande zullen voor degene bekwaam in de stand van de techniek dadelijk verdere varianten duidelijk zijn die voor de hand liggend zijn na bovenstaande beschrijving. Eveneens worden uitdrukkelijk rechten gevraagd voor varianten die de 15 maatregelen van de volgconclusies beschrijven onafhankelijk van de hoofdconclusie.

1030973

Claims (12)

1. Mantel/houdersamenstel (1, 11,21) omvattende een houder (2, 12, 22) zoals een karaf, en een daaromheen aangebrachte mantel (3, 13, 23, 33) waarbij tussen die 5 mantel en die houder een opname (4, 14, 24) begrensd wordt, alsmede een warmtewi sselend element (5) uitgevoerd om opgenomen te worden in die opname, met het kenmerk, dat dat warmte wisselend element een buigzaam zakvormig deel omvat gevuld met een warmtewisselend fluïdum, welk zakvormig deel permanent gesloten is, dat die mantel zodanig elastisch 10 deformeerbaar is uitgevoerd, dat deze met het warmtewisselend element op die houder geplaatst kan worden bij het drukken van dat warmtewisselend element tegen die houder.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij dat warmtewisselend element zonder 15 beschadiging te verwijderen van/aan te brengen in die mantel is uitgevoerd.

3. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die mantel een zich in de langsrichting uitstrekkende deling (6) omvat.

4. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de houder naar de openingszijde toelopend is uitgevoerd en de mantel van positioneermiddelen voor plaatsing ten opzichte van die houder is uitgevoerd.

5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij die positioneermiddelen een nabij de 25 onderzijde van de mantel aangebrachte zich onder de houder uitstrekkende rand (16) omvatten.

6. Samenstel volgens conclusie 4 of 5, waarbij die karaf nabij de hals daarvan een omtreksvemauwing omvat en die positioneermiddelen een zich in die 30 omtreksvemauwing uitstrekkend deel (7) van die mantel omvatten.

7. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die mantel uit twee verend met elkaar verbonden helften (38,39) bestaat. 1 030973 Λ

8. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenbegrenzing van de van warmtewisselend element voorziene mantel kleiner is dan de buitenbegrenzing van de houder. 5

9. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de houd» een glazen houder omvat

10. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die mantel een 10 kunststofdeel omvat.

11. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die houder een afsluiting (8) omvat met een buitenliggend op de hals van die houder aangrijpend halsafdichtdeel (9) en een daarbinnen liggende afsluitstop (10), welke afsluitstop 15 axiaal (20) ten opzichte van dat halsafdichtdeel verplaatsbaar is.

12. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij tussen dat halsafdichtdeel (9) en die afsluitstop (10) omklaplippen (17) zijn aangebracht 1 030973