NL1030799C2 - Modulaire koeleenheid voor röntgenapparaat. - Google Patents

Modulaire koeleenheid voor röntgenapparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL1030799C2
NL1030799C2 NL1030799A NL1030799A NL1030799C2 NL 1030799 C2 NL1030799 C2 NL 1030799C2 NL 1030799 A NL1030799 A NL 1030799A NL 1030799 A NL1030799 A NL 1030799A NL 1030799 C2 NL1030799 C2 NL 1030799C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
radiator
fan
cooling unit
ray
modular cooling
Prior art date
Application number
NL1030799A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1030799A1 (nl
Inventor
Ray Daly
Brad Canfield
Original Assignee
Varian Med Sys Tech Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Varian Med Sys Tech Inc filed Critical Varian Med Sys Tech Inc
Publication of NL1030799A1 publication Critical patent/NL1030799A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030799C2 publication Critical patent/NL1030799C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05GX-RAY TECHNIQUE
    • H05G1/00X-ray apparatus involving X-ray tubes; Circuits therefor
    • H05G1/02Constructional details
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B6/00Apparatus or devices for radiation diagnosis; Apparatus or devices for radiation diagnosis combined with radiation therapy equipment
    • A61B6/40Arrangements for generating radiation specially adapted for radiation diagnosis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B6/00Apparatus or devices for radiation diagnosis; Apparatus or devices for radiation diagnosis combined with radiation therapy equipment
    • A61B6/44Constructional features of apparatus for radiation diagnosis
    • A61B6/4411Constructional features of apparatus for radiation diagnosis the apparatus being modular
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B6/00Apparatus or devices for radiation diagnosis; Apparatus or devices for radiation diagnosis combined with radiation therapy equipment
    • A61B6/44Constructional features of apparatus for radiation diagnosis
    • A61B6/4488Means for cooling
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05GX-RAY TECHNIQUE
    • H05G1/00X-ray apparatus involving X-ray tubes; Circuits therefor
    • H05G1/02Constructional details
    • H05G1/025Means for cooling the X-ray tube or the generator

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Radiology & Medical Imaging (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • X-Ray Techniques (AREA)

Description

- X -
Modulaire koeleenheid voor röntgenapparaat.
Achtergrond van de uitvinding.
Gebied van de uitvinding.
5
De onderhavige uitvinding heeft algemeen betrekking op röntgensystemen, -apparaten en verwante onderdelen. Meer in het bijzonder hebben uitvoeringsvormen van de uitvinding betrekking op 10 koelsystemen en onderdelen voor röntgenbeeldvormings-systemen.
Verwante technologie.
15 Het vermogen consequent hoogkwalitatieve röntgenbeelden te ontwikkelen, is een belangrijk element bij de bruikbaarheid en doeltreffendheid van röntgenapparaten als diagnoseapparatuur. Diverse factoren die betrekking hebben op de constructie en/of werking van 20 het röntgenapparaat, dragen echter vaak bij tot het wezenlijk aantasten van de kwaliteit van röntgenbeelden 1030799 - 2 - voortgebracht door het apparaat. Dergelijke factoren omvatten, onder andere, diverse thermisch geïnduceerde effecten zoals het voorkomen van fysieke veranderingen in de onderdelen van het röntgenapparaat als gevolg van hoge 5 bedrijfstemperaturen en/of temperatuurgradiënten.
De fysieke veranderingen die in de onderdelen van het röntgenapparaat optreden als gevolg van de relatief hoge bedrijfstemperaturen die het röntgenapparaat typisch ondergaat, zijn van bijzonder 10 belang. De hoge bedrijfstemperaturen leggen niet alleen aanzienlijke mechanische belasting en spanning op de onderdelen van het röntgenapparaat op, maar de warmteoverdracht bewerkstelligd als gevolg van deze bedrijfstemperaturen kan de onderdelen doen vervormen, 15 zowel plastisch als elastisch.
Hoewel plastische vervorming van een onderdeel van een röntgenapparaat reden tot bezorgdheid is, omdat deze kan wijzen op een ophanden zijnde storing van het onderdeel, is ook elastische vervorming van de onderdelen 20 van het röntgenapparaat bij zeer hoge temperaturen problematisch. Wanneer, bijvoorbeeld, de diverse onderdelen en mechanische verbindingen worden onderworpen aan herhaalde elastische vervorming onder invloed van temperatuurcycli, kunnen de aansluitingen tussen de 25 onderdelen los gaan zitten en kunnen de onderdelen foutief uitgelijnd raken of van elkaar gescheiden worden. Bovendien houdt de elastische vervorming van onderdelen van een röntgenapparaat ook aanzienlijke implicaties in ten opzichte van het rendement van het röntgenapparaat.
30 Dienovereenkomstig werden diverse koelsystemen, -onderdelen en -apparaten in aanmerking genomen bij een 1030799 - 3 - poging om de problemen te behandelen die de hoge bedrijfstemperaturen en temperatuurcycli met zich meebrengen en die typisch in röntgenapparaten en beeldvormingssysteemomgevingen worden ondervonden. Zoals 5 hierna echter besproken, blijken typische koelsystemen en -apparaten echter problematisch te zijn.
Eén beoogde oplossing voor de thermische problemen die bij röntgenapparaten en beeld- vormingssystemen voorkomen, gaat gepaard met het gebruik 10 van een uniforme koelsysteemkast voor warmteuitwisselen door middel van een vloeistof met de omhulling van een röntgenbuis. Typisch is de koelsysteemkast een integraal element van de röntgenbuis. D.w.z. dat de röntgenbuis en de koelsysteemkast als een integrale, vervangbare, een-15 heid worden vervaardigd en samen worden verkocht. Vaak worden dergelijke integrale eenheden zo gebouwd dat de koelsysteemkast dient als een montage-interface die het mogelijk maakt de integrale eenheid te monteren op een verbonden röntgenbeeldvormingssysteem. In andere gevallen 20 zijn hoofdelementen van het koelsysteem, zoals warmtewisselaars en ventilatoren, direct aan de omhulling van de röntgenbuis vastgemaakt, zodat er geen koelsysteemkast is vereist. Hoewel koelsystemen zoals de hier zojuist beschreven, in bepaalde situaties geschikte 25 thermische effecten kunnen verschaffen, blijven echter aanzienlijke problemen met dit type geïntegreerde benadering bestaan.
Aangezien, bijvoorbeeld, de koelsysteemkast en de röntgenbuis als een integrale eenheid zijn 30 vervaardigd, kan elk defect in een deel van de integrale eenheid, zelfs wanneer het defect niet meer is dan een 1030799 - 4 - oppervlakkige kras op de koelsysteemkast, of een voortijdige storing van een onderdeel van een koelsysteem, als voldoende reden gelden voor de afkeuring van de volledige eenheid, hetzij bij de ingangscontrole door 5 de afdeling kwaliteitsborging bij de fabrikant, hetzij door de eindconsument. Zelfs indien, in het bijzonder, het/de geïdentificeerde defect(en) gemakkelijk zou(den) kunnen worden hersteld in het veld, vereisen kwaliteitsborgingsnormen typisch dat de volledige eenheid 10 wordt afgekeurd door de fabrikant. Indien een defect, hoe klein ook, eerst door de klant wordt ontdekt, zouden garantiebeperkingen evenzo de klant ertoe dwingen, de eenheid naar de fabrikant terug te zenden, aangezien de meeste klanten niet geneigd zijn iets te ondernemen dat 15 een garantie op dure investeringsgoederen zoals röntgensystemen en -apparatuur ongeldig zou kunnen maken.
In beide gevallen is de fabrikant typisch verplicht de volledige eenheid als afval te verwerken. Dit soort praktijk resulteert duidelijk in hoge, en 20 typisch niet-recupereerbare, kosten voor rekening van de fabrikant.
Dezelfde algemene overwegingen gelden ook voor de eenheid eens deze in werking is geplaatst. Zelfs indien, in het bijzonder, een secundair onderdeel van de 25 buis of van het koelsysteem een storing zou vertonen, vereist een dergelijke storing de vervanging van de volledige geïntegreerde buis en koelsysteemeenheid. Naast de aanzienlijke kosten die gepaard gaan met de aankoop van een vervangingseenheid, moeten ook de 30 personeelskosten en verzendkosten in aanmerking worden genomen. Ook resulteert de vervanging van de volledige 1030799 - 5 - eenheid in dergelijke situaties in het afval van de andere resterende onderdelen van de eenheid, niettegenstaande dat dergelijke onderdelen nog volledig functioneel en operationeel kunnen zijn. Bovendien verhoogt de 5 vervanging van de volledige eenheid ook de stilstandtijd van het systeem.
Nog een ander probleem bij integrale eenheden die zowel een koelsysteemkast als röntgenbuis omvatten, heeft betrekking op de relatieve verschillen in de 10 respectieve gebruiksduren van onderdelen van de integrale eenheid. Bij wijze van voorbeeld is het soms het geval dat een koelventilator die in de koelsysteemkast is geplaatst, een relatief kortere gebruiksduur dan andere onderdelen van de integrale eenheid heeft. Als gevolg 15 daarvan wordt de gebruiksduur van de eenheid als geheel in hoofdzaak bepaald door de verwachte levensduur van de ventilator, of van de levensduur van om het even welk(e) ander(e) onderdeel/onderdelen, afhankelijk daarvan welke het meest waarschijnlijk als eerste een storing vertoont. 20 Gezien de bovengenoemde en andere problemen in het vakgebied, zou het nuttig zijn een rönt-genbeeldvormingssysteem te verschaffen dat een modulaire koeleenheid omvat. Kenmerkende uitvoeringsvormen van de modulaire koeleenheid dienen zo te zijn geconfigureerd en 25 opgesteld dat de samenstellende onderdelen van het modulaire koelsysteem gemakkelijk kunnen worden verwijderd en vervangen zonder de noodzaak van de vervanging van het röntgenbuisinzetstuk en de röntgen-buisomhulling of andere systeemonderdelen. Bovendien 30 zouden dergelijke uitvoeringsvormen van de modulaire koeleenheid zo moeten zijn gebouwd en uitgevoerd dat 1030799 - 6 - relatieve verschillen in de gebruiksduren van elementen van het röntgenbeeldvormingssysteem mogelijk zijn.
Korte samenvatting van een voorbeeld van een 5 uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In het algemeen hebben uitvoeringsvormen van de uitvinding betrekking op koelsystemen en onderdelen voor röntgenbeeldvormingssystemen. In één als voorbeeld 10 gegeven uitvoeringsvorm wordt een röntgenbeeldvor mingssysteem verschaft dat een modulaire koeleenheid omvat. In deze uitvoering is de modulaire koeleenheid zo geconfigureerd dat een röntgenbuisomhulling die een röntgenbuisinzetstuk bevat, wegneembaar kan zijn gemon-15 teerd op, en verbonden met, de modulaire koeleenheid van het röntgenbeeldvormingssysteem.
De kenmerkende modulaire koeleenheid omvat een warmtewisselaar die algemeen is geconfigureerd en opgesteld om warmte uit de röntgenbuisomhulling te 20 verwijderen. De warmtewisselaar omvat één of meer ventilatoren, een pomp en een radiator. De radiator is in een ventilatormontage van de modulaire koeleenheid opgenomen en de ventilatoren zijn zo geplaatst dat de ventilatoren een luchtstroom doorheen de radiator kunnen geleiden. 25 Bovendien maakt de ventilatormontering de vastmaking van de modulaire koeleenheid mogelijk aan een frame, of andere structuur, van het röntgenbeeldvormingssysteem. Ten slotte is een afdichtingselement, zoals bijvoorbeeld een pakking, voorzien dat in hoofdzaak verhindert dat 30 lucht uit de ventilatoren tussen de ventilatormontage en radiator ontsnapt.
I030799 - 7 -
Aangezien het röntgenbeeldvormingssysteem is geconfigureerd om de tijdelijke verwijdering van de röntgenbuis uit de modulaire koeleenheid mogelijk te maken, kunnen de onderdelen van de modulaire koeleenheid 5 gemakkelijk worden verwijderd en worden vervangen in het veld, zonder de noodzaak van de vervanging van ook de röntgenbuis. Op soortgelijke wijze maakt de gemakkelijke scheidbaarheid van de modulaire koeleenheid en de röntgenbuis de verwijdering en vervanging van de 10 röntgenbuis mogelijk zonder de noodzaak van de vervanging van elementen van de modulaire koeleenheid.
Korte beschrijving van de tekeningen.
15 Om de manier waarop de hierboven opgesomde en andere aspecten van de uitvinding worden verkregen, te verduidelijken, wordt een meer specifieke beschrijving gegeven van de hierboven kort beschreven uitvinding, met verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen daarvan die 20 in de bijgevoegde tekeningen worden toegelicht. Met dien verstande dat deze tekeningen slechts voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uitvinding voorstellen en bijgevolg niet als een beperking van de reikwijdte ervan mogen worden beschouwd, wordt de uitvinding met extra 25 specificiteit en detail beschreven en uitgelegd met gebruik van de begeleidende tekeningen waarin:
Figuur 1 een vereenvoudigd blokschema is dat de relatieve opstelling aanduidt van diverse onderdelen van een als voorbeeld gegeven röntgensysteem dat een 30 röntgenbuis en een modulaire koeleenheid van een röntgenbeeldvormingssysteem van het röntgensysteem omvat; 1030799 - 8 -
Figuur 2A een perspectieftekening van een uitvoeringsvoorbeeld van een modulaire koeleenheid is;
Figuur 2B een zijaanzicht van een alternatieve uitvoering van een modulaire koeleenheid is, zoals 5 geïnstalleerd op een structureel element;
Figuur 3A een zijaanzicht is, waarbij een voorbeeldopstelling van een modulaire koeleenheid en röntgenapparaat wordt weergegeven, waarbij een koel-middelpomp op het röntgenapparaat is geplaatst; 10 Figuur 3B een zijaanzicht is, waarbij een andere opstelling van een modulaire koeleenheid en röntgenapparaat wordt weergegeven, waarbij een koel-middelpomp los staat van zowel het röntgenapparaat als van de modulaire koeleenheid; 15 Figuur 4A een blokschema is dat aspecten van warmteoverdrachtsfunctionaliteit aanduidt uitgevoerd in verband met uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding; en
Figuur 5 een blokschema is dat aspecten van warmteoverdrachtsfunctionaliteit aanduidt uitgevoerd in 20 verband met een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Gedetailleerde beschrijving van voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uitvinding 25
Er wordt nu naar de tekeningen verwezen om diverse aspecten van voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uitvinding te beschrijven. Er dient te worden begrepen dat de tekeningen grafische en schematische 30 voorstellingen van dergelijke voorbeelden van uitvoeringsvormen zijn en dat ze, dienovereenkomstig, de 1030799 - 9 - reikwijdte van de onderhavige uitvinding niet beperken, noch dat de tekeningen noodzakelijkerwijze op schaal zijn weergegeven.
Algemeen hebben uitvoeringsvormen van de 5 uitvinding betrekking op röntgenbeeldvormingssystemen en verbonden koelsystemen en onderdelen. Zoals hieronder meer in het bijzonder beschreven, voorzien uitvoeringsvoorbeelden in een röntgenbeeldvormingssysteem dat een modulaire koeleenheid omvat waarop een 10 röntgenbuis is gemonteerd. De modulaire koeleenheid is geconfigureerd om de verwijdering van de röntgenbuis mogelijk te maken, om de vervanging van de röntgenbuiseenheid te vergemakkelijken en/of de verwijdering en vervanging van elementen van de modulaire 15 koeleenheid mogelijk te maken. Op deze wijze wordt de algemene stuktelling van het systeem gereduceerd en wordt het aantal verwijderde en vervangen elementen op een minimum gehouden.
20 I. Een als voorbeeld gegeven röntgensysteem.
Er worden nu bijzonderheden verschaft betreffende een uitvoeringsvoorbeeld van een röntgensysteem, algemeen aangeduid met 100. Hoewel diverse 25 aspecten van voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uitvinding in de context van röntgensystemen, -apparaten en verwante onderdelen worden besproken, is de reikwijdte van de uitvinding niet tot een specifiek type van, of toepassing voor, dergelijke röntgensystemen, apparaten en 30 verwante onderdelen beperkt. Aspecten van de beschrijving kunnen, bijvoorbeeld, worden toegepast op systemen, 1030799 - 10 - waarbij de stralingsbron stationair is, ten opzichte van de patiënt, en ook op systemen, waarbij de stralingsbron beweegt ten opzichte van de patiënten, zoals bijvoorbeeld computertomografiesystemen ("CT"). Op soortgelijke wijze 5 worden bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding in behandelingssystemen gebruikt, terwijl andere uitvoeringsvormen van de uitvinding in diagnosesystemen worden toegepast. Dienovereenkomstig mag de reikwijdte van de uitvinding niet worden beschouwd als zijnde 10 beperkt tot uitsluitend de hierin beschreven voorbeelden van uitvoeringsvormen en toepassingen.
Met specifieke aandacht nu voor Figuur 1, omvat het als voorbeeld gegeven röntgensysteem 100 een röntgenbuis 200 waarin een röntgenbuisinzetstuk (zie 15 Figuren 3A en 3B) is geplaatst inclusief een anode- constructie, algemeen aangeduid met "A". De röntgenbuis 200 is wegneembaar vastgemaakt aan een röntgen-beeldvormingssysteem 300 en geconfigureerd en opgesteld om samen te werken met een modulaire koeleenheid 400 van 20 het röntgenbeeldvormingssysteem 300. Zoals elders hierin meer gedetailleerd beschreven, kan de opstelling van de röntgenbuis 200 en modulaire koeleenheid 400 op een uiteenlopende reeks verschillende manieren worden uitgevoerd om te voldoen aan de bedrijfsvereisten en/of andere 25 omstandigheden. Het hiervoor genoemde voorbeeld van opstelling van de modulaire koeleenheid 400 en röntgenbuis 200 dient dus enkel als voorbeeld en is niet bedoeld om de reikwijdte van de uitvinding op enigerlei wijze te beperken.
30 In elk geval zijn voorbeeldopstellingen van de modulaire koeleenheid 400 en röntgenbuis 200 van dien 1030799 - 11 - aard dat de onderdelen van de modulaire koeleenheid 400 gemakkelijk kunnen worden verwijderd en vervangen in het veld zonder de noodzaak van ook de vervanging van de röntgenbuis. Op soortgelijke wijze maken de configuratie 5 en opstelling van de modulaire koeleenheid 400 en de röntgenbuis 200 de verwijdering en vervanging van de röntgenbuis 200 mogelijk zonder de noodzaak van de vervanging van een deel van of alle elementen van de modulaire koeleenheid 400.
10 Met verdere verwijzing naar Figuur 1, omvat het als voorbeeld gegeven röntgenbeeldvormingssysteem 300 een frame 302 waaraan de modulaire koeleenheid 400 is vastgemaakt. Het frame 302 verwijst algemeen naar de structuur van het röntgenbeeldvormingssysteem 300 en kan, 15 als zodanig, bijvoorbeeld, een verplaatsbaar onderstel en/of andere structurele element(en) van het röntgenbeeldvormingssysteem 300 omvatten of omsluiten. Zoals op deze wijze naar verwezen, is het frame 302 niet bedoeld om de reikwijdte van de uitvinding tot een of 20 meer specifieke elementen te beperken.
Waar het frame 302 een onderstel of deel daarvan omvat, is het onderstel zo geconfigureerd dat de positie van de röntgenbuis 200, meer bepaald de anodeconstructie "A", ten opzichte van een patiënt 500, 25 indien gewenst, kan worden geregeld. Zoals aangeduid, ligt de patiënt 500 op een tafel 304 die zo is geplaatst dat röntgenstralen voortkomende uit de focus van de anodeconstructie "A" door de patiënt 500 gaan en worden gedetecteerd door een detectorenreeks 306, van het 30 röntgenbeeldvormingssysteem. In deze uitvoering omvat de detectorenreeks 306 een aantal detectoren 306A die 1030799 - 12 - informatie verzamelen die dan wordt gecompileerd om een volledig röntgenbeeld tot stand te brengen.
II. Modulaire koeleenheid.
5 Met verwijzing nu naar Figuur 2A, worden details verschaft betreffende een als voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm van een modulaire koeleenheid, algemeen aangeduid met 400. Zoals eerder aangeduid, omvat een warmtewisselaar van de modulaire koeleenheid 400 één of 10 meer ventilatoren, een pomp en een radiator. Dienover eenkomstig omvat de getoonde uitvoeringsvorm een radiator 402 met respectievelijk inlaat- en uitlaat-aansluitingen 402A en 402B voor het koelmiddel, en een bovenkant 402C en onderkant 402D. In alternatieve uit-15 voeringsvormen kunnen de koelmiddelaansluitingen 402A en 402B echter zijn omgekeerd.
De radiator 402 wordt typisch uitgevoerd als een één-run vloeistof-vloeistof warmtewisselaar, zoals een vloeistof-gas warmtewisselaar, maar kan ook worden 20 uitgevoerd in een andere vorm die de vereiste warmteoverdrachtsfunctionaliteit zou verschaffen. Zoals hierin gebruikt, omvat de term "radiator" dus elk systeem, apparaat of combinatie daarvan, waarbij de warmteoverdrachtsfunctionaliteit wordt uitgevoerd of ver-25 gemakkelijkt. Eén-run vloeistof-vloeistof warmtewisselaars of multi-run vloeistof-vloeistof of vloeistof-gas warmtewisselaars kunnen, bijvoorbeeld, als alternatieven worden gebruikt. Zoals hieronder verder in detail besproken, omvatten voorbeeldgassen gebruikt in verband 30 met de radiator 402 lucht. Meer in het algemeen kunnen uitvoeringsvormen van de radiator als nodig worden 1030799 - 13 - ontworpen en uitgevoerd om de totstandbrenging van een gewenst warmteoverdrachtseffect te vergemakkelijken.
Typisch omvatten uitvoeringsvormen van de radiator 402 metaalmateriaal/materialen dat/die 5 verenigbaar is/zijn met de behoeften van röntgenwerkingen en die verenigbaar zijn met het/de koelmiddel(en) dat/die bij voorkeur bij de koeling van het röntgenapparaat wordt/worden gebruikt. Voorbeelden van dergelijke metaalmaterialen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, 10 koper en koperlegeringen. De reikwijdte van de uitvinding mag echter niet tot de bovengenoemde kenmerkende materialen worden beperkt.
Wat de koelmiddelen betreft die in verband met uitvoeringsvormen van de radiator 402 worden gebruikt, 15 dient te worden opgemerkt dat "vloeistof", zoals hierin gebruikt, verwijst naar vloeistoffen, gassen en combinaties daarvan. Bij bepaalde uitvoeringen van de radiator 402, bijvoorbeeld, kunnen koelmedia worden gebruikt die, tijdens de verschillende werkingsfasen van 20 een verbonden röntgensysteem, in hoofdzaak een vloei- stoffase, een gasfase en/of een combinatie van vloeistof-en gasfasen kunnen omvatten. Ten minste een aantal uitvoeringen van de radiator 402 zijn geschikt voor gebruik met koelmiddelen die in hoofdzaak ethyleenglycol 25 omvatten, terwijl andere uitvoeringsvormen van de radiator 402 in verband met diverse diëlektrische olie-koelmiddelen worden gebruikt.
In ten minste een aantal uitvoeringsvormen van de uitvinding is de radiator 402 geconfigureerd om 30 schuivend in de ventilatormontage 404 te passen, in de toegelichte uitvoeringsvormen uitgevoerd als een 1030799 - 14 - ventilatorconsole, zodat de radiator 402 gemakkelijk kan worden verwijderd voor onderhoud of vervanging. Daartoe omvatten uitvoeringsvoorbeelden van de radiator 402 geschikte consolen, klemmen of andere retentieapparaten 5 402E die het mogelijk maken dat de radiator 402 wegneembaar in een ventilatormontage 404 wordt vastgehouden, zoals hieronder besproken. Elke structuur met een functionaliteit vergelijkbaar met die verschaft door dergelijke retentieapparaten 402E kan echter als 10 alternatief worden gebruikt.
Ook omvatten ten minste een aantal uitvoeringsvormen van de radiator 402 één of meer vergrote oppervlakken 402F. Dergelijke vergrote oppervlakken 402F, die bijvoorbeeld de vorm van vinnen kunnen hebben, dienen 15 ertoe de totale oppervlakte van de warmteoverdracht van de radiator 402 te vergroten en, dienovereenkomstig, bij te dragen tot een relatieve verhoging van de warmteoverdrachtsoppervlakte die met de radiator 402 kunnen worden bereikt. Parameters zoals het aantal, de 20 grootte, de geometrie, de tussenruimte, de positionering en de oriëntatie van de vergrote oppervlakken 402F kunnen, zoals vereist, worden afgesteld. De vergrote oppervlakken 402F omvatten typisch koper, of een koperlegering, maar kunnen ook andere geschikte 25 materialen omvatten. Aangezien uitvoeringsvoorbeelden een radiator 402 voorzien die gemakkelijk uit de ventilatormontage 404 kan worden verwijderd, kunnen de vergrote oppervlakken 402F, en andere delen van de radiator 402, indien nodig, gemakkelijk worden gereinigd. 30 Dit aspect van uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding is bijzonder geschikt in omgevingen, zoals bijvoorbeeld 1030799 - 15 - ziekenhuizen, waar linament en andere materialen in de radiator kunnen worden getrokken en ' zo de doeltreffendheid van de radiator verminderen.
Naast de radiator 402 omvat de als voorbeeld 5 gegeven modulaire koeleenheid 400 een koelmiddelpomp 400A met koelmiddelaansluitingen 400B en 400C. Algemeen pompt de koelmiddelpomp 400A koelmiddel uit de radiator 402 en door een röntgenbuisomhulling (niet weergegeven). In een aantal alternatieve uitvoeringen van de modulaire koel-10 eenheid is de koelmiddelpomp een afzonderlijk onderdeel en geen element van de modulaire koeleenheid. Twee voorbeelden van dergelijke opstellingen worden toegelicht in respectievelijk Figuren 3A en 3B, en worden hieronder in detail besproken.
15 Met verdere verwijzing naar Figuur 2A, omvat de als voorbeeld gegeven modulaire koeleenheid 400 verder een ventilatormontage 404 die er, onder andere, toe dient | één of meer ventilatoren 406 op gewenste locaties ten opzichte van de radiator 402 te plaatsen, en verschaft 20 ook een laan voor het monteren van de modulaire koeleenheid 400 op de structuur van het röntgenbeeldvor-mingssysteem 300. De ventilatormontage 404 is in Figuur 2A als een ventilatorconsole uitgevoerd, terwijl de ventilatormontage in Figuur 2B de vorm van een adapter-25 plaat heeft, zoals hieronder besproken.
Uitvoeringsvormen van de ventilatormontage 404 omvatten één of meer stukken bladmetaal, zoals bijvoorbeeld staal of aluminium, die een omhulling afbakenen waarin ten minste gedeeltelijk de radiator 402 en, 30 indien geleverd, een koelmiddelpomp, zijn ondergebracht. Indien diverse stukken materiaal worden gebruikt om de 1030799 - 16 - ventilatormontage 404 te bouwen, kunnen deze stukken op elke geschikte wijze worden samengevoegd, zoals met bevestigingsmiddelen, of door lassen, solderen, hard solderen of volgens andere geschikte werkwijzen. Bovendien 5 kunnen structurele stukken, zoals bijvoorbeeld hoek-profielen en plat staal, in de plaats van bladmetaal worden gebruikt. Niet-metalen materialen kunnen ook bij de constructie van de ventilatormontage 404 worden gebruikt. Zoals uit het bovenstaande blijkt, is de reik-10 wijdte van de uitvinding niet beperkt tot een specifieke configuratie of specifieke constructiematerialen voor de uitvoeringsvormen van de ventilatormontage 404.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn zowel de bovenkant 402C als de onderkant 402D van de radiator 402 15 in hoofdzaak door de ventilatormontage 404 omsloten. In andere uitvoeringsvormen is de ventilatormontage 404 echter geconfigureerd als een ventilatorconsole die in hoofdzaak de vorm heeft van een "U" met een open deel dat zo is geplaatst dat de onderkant 402D van de radiator 402 20 niet is omsloten, zoals in het geval van de alternatieve uitvoeringsvorm toegelicht in Figuur 2B. Meer in het algemeen, en zoals hierin beschreven, kan de ventilatormontage 404 op elke andere wijze overeenkomstig de gewenste functionaliteit worden geconfigureerd.
25 Het getoonde voorbeeld van een ventilatormontage 404 is verder voorzien van één of meer | flenzen 404A die zijn geconfigureerd om bevestigings- j middelen 408 te ontvangen, zodat de ventilatormontage 404, radiator 402 en ventilatoren 406 van de warm-30 tewisselaar 401 wegneembaar kunnen worden vastgemaakt aan i de structuur van het röntgenbeeldvormingssysteem 300, j 1030799 : | - 17 - zoals bijvoorbeeld het frame 302. In één alternatieve uitvoering worden één of meer van de flen-zen 404 door geschikte montageconsolen vervangen, maar kunnen ook andere structuren met vergelijkbare functionaliteit 5 worden gebruikt.
Zoals eerder vermeld, vergemakkelijkt de ventilatormontage 404 niet alleen de plaatsing en retentie van de radiator 402, en ook de montage van de modulaire koeleenheid 400, maar dient de ventilator-10 montage 404 er ook toe één of meer ventilatoren 406 op gewenste locaties en in een gewenste oriëntatie ten opzichte van de radiator 402 te plaatsen, zodat ten minste een deel van de warmte kan worden verwijderd uit koelmiddel dat door de radiator 402 stroomt. Met verdere 15 verwijzing nu naar Figuur 2A, worden verdere details verschaft betreffende het gebruik van één of meer ventilatoren 406 in verband met een uitvoeringsvoorbeeld van de modulaire koeleenheid 400.
In de uitvoeringsvorm getoond in Figuur 2A, 20 dient de ventilatormontage 404 ertoe een paar ventilatoren 406 dichtbij de radiator 402 te plaatsen, zodat, zoals hieronder gedetailleerder wordt besproken in verband met Figuren 3 en 4, de ventilatoren 406 een luchtstroom door de radiator 402 doen passeren, waarbij 25 een deel wordt verwijderd van de warmte in het koelmiddel dat uit de röntgenbuisomhulling en in de radiator 402 stroomt. In een aantal uitvoeringsvormen zijn de ventilatoren 406 zo geconfigureerd en opgesteld dat door de ventilatoren 406 lucht in de ventilatormontage 404 en 30 door de radiator 402 wordt getrokken. In een alternatieve opstelling worden de ventilatoren 406 geconfigureerd en 1030799 - 18 - opgesteld om een luchtstroom door de radiator 402 te duwen.
De ventilator (en) 406 die in de modulaire koeleenheid 400 worden gebruikt, typisch omvatten 5 elektrisch aangedreven ventilatoren en kunnen elk type ventilator zijn die een gewenst warmteoverdrachtseffect doeltreffend kan vergemakkelijken. Diverse typen, grootten en aantallen ventilatoren kunnen worden gebruikt. Bovendien kunnen de karakteristieken van 10 plaatsing, snelheid en luchtverplaatsing als gewenst worden gekozen. Indien diverse ventilatoren 406 worden gebruikt, is de modulaire koeleenheid 400, in een aantal uitvoeringsvormen, gebouwd met een schakelsysteem dat de cyclische schakeling van de ventilatoren tussen de "aan" 15 en "uit" posities op diverse tijdsintervallen mogelijk maakt. In een aantal uitvoeringsvoorbeelden worden tussenliggende snelheidsinstellingen van de ventilator, zoals een instelling op halve snelheid, in verband met het schakelsysteem uitgevoerd. In nog andere uitvoeringen 20 maakt de snelheidsinstelling van de ventilator een analoge afstelling over een snelheidsbereik mogelijk.
Meer in het algemeen omvat de modulaire koeleenheid 400 het schakelsysteem en de bedrading (niet weergegeven) die nodig zijn voor de voorziening en 25 regeling van het vermogen van de ventilatoren 406. In een aantal uitvoeringsvormen omvat de modulaire koeleenheid 400 ook één of meer storingscircuits en verbonden indicatoren en weergaven op een beeldscherm (niet weergegeven) voor het identificeren, en verschaffen van 30 de status betreffende actuele of op handen zijnde storingen van één of meer van de ventilatoren 406, en/of 1030799 - 19 - andere omstandigheden van belang voor iemand die het apparaat bedient of voor een technicus.
Er dient te worden opgemerkt dat de reikwijdte van de uitvinding, ondanks de bovengenoemde als voorbeeld 5 gegeven karakteristieken van ventilatoren en ventila-toropstellingen, niet tot de beschreven uit-voeringsvoorbeelden is beperkt. Er kunnen, integendeel, andere ventilatoren en/of opstellingen van luchtverplaatsingsapparaten worden gebruikt die het 10 bereiken van een gewenst warmteoverdrachtseffect doeltreffend vergemakkelijken.
Ten slotte omvat de getoonde venti-latormontage 404 één of meer afdichtingselementen (zie 409 in Figuur 2B), zoals bijvoorbeeld een pakking, die 15 ertoe dienen te verhinderen dat de luchtstroom van de ventilator, hieronder besproken, tussen de ventilator-montage 404 en de radiator 402 ontsnapt. Het afdicht-ingselement is vervaardigd uit een of meer geschikte materialen waarvan voorbeelden de volgende omvatten, maar 20 niet beperkt zijn tot: rubber, schuimrubber of een of meer materialen verenigbaar met de beoogde toepassing.
Met verwijzing nu naar Figuur 2B, worden details verschaft betreffende een alternatieve uitvoeringsvorm van een modulaire koeleenheid, algemeen 25 aangeduid met 401. Aangezien de beschrijving hierin betreffende de modulaire koeleenheid 400 in vele opzichten van toepassing is op de modulaire koeleenheid 401, is de volgende bespreking in hoofdzaak gericht op geselecteerde verschillen tussen de twee uitvoeringsvoorbeelden.
30 [0048] Zoals aangeduid in Figuur 2B, omvat de modulaire koeleenheid 401 een radiator 403 die is gecon- 1030799 - 20 - figureerd om te worden vastgebout, of op andere wijze vastgemaakt, op het frame 302 of andere structuur van het röntgenbeeldvormingssysteem 300 (zie Figuur 1). De radiator 403 omvat een paar koelmiddelaansluitingen 403A 5 die het mogelijk maken dat een stroom koelmiddel door de radiator 403 circuleert, zoals elders hierin gedetailleerder beschreven. Zoals hieronder besproken in verband met Figuren 3 en 4, is de radiator 403 geconfigureerd voor warmteuitwisseling door middel van een vloeistof met 10 een omhulling van een röntgenapparaat.
Verder omvat de modulaire koeleenheid 401 een adapterplaat 405 die ook is geconfigureerd om te worden vastgebout, of op andere wijze vastgemaakt, op het frame 302 of andere structuur. In de getoonde uitvoering 15 is de adapterplaat 405 ook op de radiator 403 vastgebout, zodat de adapterplaat 405 ertoe dient de radiator 403 verder in positie te houden, terwijl deze ook afzonderlijk wegneembaar blijft. De adapterplaat 405 omvat typisch metaalmaterialen, zoals bijvoorbeeld staal en 20 aluminium.
De adapterplaat 405 dient er onder andere toe één of meer ventilatoren 407 zo te plaatsen dat de ventilatoren 407 een luchtstroom door de radiator 403 kunnen doen passeren. Om de warmteoverdracht verder te 25 vergemakkelijken, omvat de modulaire koeleenheid 401 een afdichtingselement 409, zoals bijvoorbeeld een pakking, die in hoofdzaak verhindert dat lucht tussen de radiator 403 en de adapterplaat 405 ontsnapt.
Als gevolg van de configuratie en opstelling 30 van de elementen van de modulaire koeleenheid 401, kan/kunnen de ventilator(en) 407 en/of de radiator 403 1030799 - 21 - gemakkelijk worden verwijderd en/of vervangen zonder de noodzaak van de verwijdering van de verbonden röntgenbuis (zie bijv. Figuren 3A en 3B) . Op soortgelijke wijze kan de röntgenbuis worden verwijderd en vervangen zonder de 5 noodzaak van de verwijdering van de ventilator(en) 407 of radiator 403. Een ander aspect van de constructie en opstelling van de hierin beschreven modulaire koeleenheden, met voorbeelden toegelicht in Figuren 2A en 2B, is dat verschillen in de gebruiksduur van de diverse 10 onderdelen van de modulaire koeleenheid en de röntgenbuis gemakkelijk kunnen worden aangepast zonder de overmatige kosten en inspanningen die zich anders waarschijnlijk zouden voordoen.
In één specifieke uitvoering bevindt de pomp 15 zich op de röntgenbuis en is ze permanent op de radiator aangesloten, zodat enkel de ventilatoren op het onderstel, of andere structuur, overblijven, wanneer de modulaire koeleenheid wordt verwijderd. In een ander uitvoeringsvoorbeeld is de pomp echter op de radiator 20 aangesloten met behulp van snelle connectors, zodat de twee onderdelen gemakkelijk kunnen worden losgemaakt en opnieuw aaneengesloten. Meer in het algemeen kunnen echter andere onderdelen van de modulaire koeleenheid op soortgelijke wijze worden geconfigureerd om de verenig-25 baarheid met de vereisten van een specifieke installatie of operationele omgeving te verzekeren.
III. Opstelling van een röntgenbuis en modulaire 30 koeleenheid
Met verwijzing nu naar Figuur 3A, worden 1030799 - 22 - verdere details verschaft betreffende de structuur en de opstelling van een röntgenbuis, typisch uitgevoerd als een roterende anodetype röntgenbuis en algemeen aangeduid met 600, en modulaire koeleenheid, aangeduid met 700 en 5 algemeen geconfigureerd zoals weergegeven in Figuur 2A.
In tegenstelling tot de als voorbeeld gegeven modulaire koeleenheid beschreven in Figuur 2A, omvat de modulaire koeleenheid 700 echter geen koelmiddelpomp. De koelmiddelpomp is integendeel, zoals hieronder besproken, 10 aan de röntgenbuis 600 vastgemaakt. Er kunnen echter ook andere buizen dan de roterende anodetype röntgenbuizen worden gebruikt. Er dient ook te worden opgemerkt dat de kenmerkende modulaire koeleenheid beschreven in Figuur 2B als alternatief kan worden gebruikt en opgesteld op een 15 soortgelijke wijze als die aangeduid in Figuur 3A met betrekking tot de röntgenbuis 600.
De röntgenbuis 600 is, in een aantal uitvoeringen wegneembaar, vastgemaakt, op een montage-structuur 308, van het röntgenbeeldvormingssysteem 300 20 (Figuur 1) , door middel van een paar tappen 601, hoewel een andere structuur vergelijkbaar met de tappen 601 als alternatief kan worden gebruikt. In deze uitvoering omvat de montagestructuur 308 een deel van het frame 302 van het röntgenbeeldvormingssysteem 300. In het algemeen is 25 de als voorbeeld gegeven montagestructuur 308 zo geconfigureerd om een ruimte te verschaffen voor de modulaire koeleenheid 700, met als gevolg dat de modulaire koeleenheid 700 tussen de röntgenbuis 600 en het frame 302 is geplaatst.
30 De röntgenbuis 600 omvat een omhulling 600A die een inzetsteunstuk 600B omvat dat ondersteuning verschaft 1 0 3 0 799 - 23 - aan een röntgenbuisinzetstuk, hieronder besproken. De röntgenbuis 600 omvat verder een paar hoogspanningsaansluitingen, waarvan één is aangeduid met 600C, en ook een paar koelmiddelaansluitingen 600D en 5 600E.
In de omhulling 600A is een röntgen buisinzetstuk 602 met een vacuümomhulling die een venster 604A bevat waardoor röntgenstralen gegenereerd door het röntgenbuisinzetstuk 602 worden geleid. Het 10 venster 604A omvat beryllium of een ander geschikt materiaal en is algemeen uitgelijnd met een overeenkomstig venster 600F van de röntgenbuis 600. Een roterende anode 606 is in de vacuümomhulling 604 geplaatst en wordt ondersteund door een draagconstructie 608 die is 15 geconfigureerd om ten minste aan het inzetsteunstuk 600B te worden vastgemaakt. Ten slotte is een kathode 610, of andere elektronenbron, zo geplaatst om een stroom van elektronen naar een doelbaan 606A van de anode 606 te geleiden. De doelbaan 606A bestaat uit wolfraam of een of 20 meer andere materialen geschikt voor gebruik bij het genereren van röntgenstralen. In het algemeen zijn de kathode 610 en de doelbaan 606A zo gesitueerd dat een focus, gekenmerkt als het inslagpunt van de geëmitteerde elektronen dichtbij het oppervlak van de doelbaan 606A, 25 in een gewenste positie blijft ten opzichte van een detector of detectorenreeks, zoals een detectoren reeks 306 (zie Figuur 1).
In werking doet een hoogspanningsvermogen tot stand gebracht tussen de kathode 610 en de anode 606, 30 door middel van de hoogspanningsaansluitingen 600C, elektronen geëmitteerd uit de kathode 610 snel naar de 1030799 doelbaan 60 6A van de anode 606 versnellen, waarbij deze de doelbaan 606A treffen en ervoor zorgen dat .-24- röntgenstralen doorheen de vensters 604A en 600F worden geëmitteerd. Zoals hieronder gedetailleerder besproken, 5 wordt ten minste een deel van de warmte gegenereerd als gevolg van de werking van het röntgenbuisinzetstuk 602 verwijderd door middel van koelmiddel dat door de koelmiddelaansluitingen 600D en 600E vloeit.
Met verdere verwijzing naar Figuur 3A, worden 10 details verschaft betreffende de structuur en de opstelling van de als voorbeeld gegeven modulaire koeleenheid 700 die is geconfigureerd en opgesteld om te helpen bij de verwijdering van warmte uit de röntgenbuis 600. Zoals eerder aangeduid, is de modulaire 15 koeleenheid 700, in deze voorbeeldopstelling, geplaatst onder de montagestructuur 308 waaraan de röntgenbuis 200 is vastgemaakt.
De getoonde modulaire koeleenheid 700 omvat een radiator 702 met een paar koelmiddelaansluitingen, meer 20 bepaald een toevoeraansluiting ("S") 704A, waarlangs koelmiddel naar de röntgenbuis 600 wordt toegevoerd, en een terugvoeraansluiting ("R") 704B, waarlangs verwarmd koelmiddel uit de röntgenbuis 600 wordt opgevangen. De toevoer- en terugvoeraansluitingen 704A en 704B omvatten 25 geschikte draden en/of fittings die het mogelijk een overeenkomstig paar koelslangen 706 wegneembaar vast te maken. Bovendien, of als alternatief, kan elk uiteinde van de koelslangen 706 ook diverse fittings omvatten. De koelslangen 706 kunnen uit elk materiaal geschikt voor 30 gebruik in operationele omgevingen voor röntgenapparaten worden gebouwd.
1030799 - 25 -
Bovendien kunnen parameters zoals de lengte en de diameter van de koelslangen 706 zoals nodig worden gekozen om te voldoen aan de vereisten van een specifieke toepassing. In elk geval dienen de koelslangen 706 ertoe 5 de toevoer- en terugvoéraansluitingen 704A en 704B van de radiator 702 aan te sluiten op de respectievelijk overeenkomstige koelmiddelaansluitingen 600E en 600D, van de röntgenbuisomhulling 600A, zodat koelmiddel uit de röntgenbuisomhulling 600A door de radiator 702 en terug 10 naar de röntgenbuisomhulling 600A kan worden gecirculeerd.
Meer in het bijzonder is een koelmiddelpomp 650 in dit uitvoeringsvoorbeeld voorzien die aan de röntgenbuis 600 is vastgemaakt. De koelmiddelpomp 650 15 omvat een zuigaansluiting 652 waarlangs verwarmd koelmiddel uit de röntgenbuisomhulling 600A door koelslang 706 en in de koelmiddelpomp 650 wordt getrokken. De koelmiddelpomp 650 omvat verder een afvoer-aansluiting 654 waaraan koelslang 706 is vastgemaakt en 20 waarlangs koelmiddel uit de röntgenbuisomhulling 600A wordt afgevoerd uit de koelmiddelpomp 650 en door de modulaire koeleenheid 700 wordt gepompt. De koelslangen 706 omvatten geschikte slangfittings of andere onderdelen voor de vasthechting aan de zuigaansluiting 652 en 25 afvoeraansluiting 654 van de koelmiddelpomp 650. In ten minste een aantal uitvoeringsvormen zijn de koelslangen 706 geconfigureerd om wegneembaar te zijn vastgemaakt aan de zuigaansluiting 652 en afvoeraansluiting 654 van de koelmiddelpomp 650.
30 Er dient te worden opgemerkt dat, hoewel koelmiddelpomp 650 in dit uitvoeringsvoorbeeld in de 1030799 - 26 - terugvoerleiding van koelmiddel naar de radiator 702 is geplaatst, andere opstellingen als alternatief kunnen worden gebruikt. In een aantal alternatieve opstellingen, bijvoorbeeld, is de koelmiddelpomp 650 in de 5 toevoerleiding van koelmiddel naar de röntgenbuis-omhulling 600A geplaatst.
Ten minste een aantal uitvoeringen van de uitvinding omvatten verder een uiteenlopende reeks extra circuits of onderdelen om de regeling van de koeling van 10 de röntgenbuis 600 te vergemakkelijken. Dergelijke andere circuits en onderdelen omvatten, bijvoorbeeld, stromingsregelaars en stromingsregelkleppen om de stromingssnelheden van koelmiddel door de omhulling 600A, alarmen bij hoge temperatuur en indicatoren te regelen en 15 te controleren om overmatig hoge koelmiddeltemperaturen voortkomende uit koelsysteemfouten, temperatuur- en drukindicatoren aan te duiden om feedback te verschaffen betreffende aspecten van de koelmiddelstroom door de radiator 702 en/of omhulling 600A, en uitschakelaars en 20 schakelsysteem bij hoge temperatuur om de werking van de röntgenbuis 600 te beperken of te verhinderen indien de koelmiddeltemperatuur een vooraf bepaalde grens overschrijdt en/of indien de koelmiddelstroom onder een aanvaardbare snelheid daalt.
25 Met verdere verwijzing naar de opstelling beschreven in Figuur 3A, omvat een ventilatorconsole 708 van de modulaire koeleenheid 700 in hoofdzaak de radiator 702 en houdt deze vast, waarbij de radiator 702, in één alternatieve opstelling, met de röntgenbuis 600 30 aan de eindverbruiker wordt geleverd. In de toegelichte uitvoeringsvorm is de radiator 702 in hoofdzaak omsloten 1030799 - 27 - in, en past hij schuivend in, de ventilatorconsole 708. Afhankelijk van de uitvoering kan de radiator 702 alternatief permanent of wegneembaar aan het frame 302 zijn vastgemaakt. Bovendien is de ventilatorconsole 708 5 aan het frame 302 vastgemaakt, bijgevolg is/zijn de modulaire koeleenheid 700, of minimum de ventilatoren 710, uitgevoerd als onderdeel van het rönt-genbeeldvormingssysteem 300. In bepaalde gevallen is de ventilatorconsole 708 wegneembaar aan het frame 302 10 vastgemaakt, terwijl de ventilatorconsole 708, in andere uitvoeringen, permanent aan het frame 302 is vastgemaakt.
In elk geval zijn de ventilatoren 710, hieronder besproken, echter wegneembaar aan de ventilatorconsole 708 vastgemaakt. Als gevolg van deze configu-15 ratie en opstelling kunnen de radiator 702 en/of ventilatoren 710 gemakkelijk worden verwijderd en/of vervangen, zonder de noodzaak van de vervanging van de volledige röntgenbuis 600. Aangezien de modulaire koeleenheid 700 en de röntgenbuis 600 afzonderlijke, af-20 scheidbare onderdelen zijn, kunnen de verwijdering en vervanging van de röntgenbuis 600 worden uitgevoerd zonder de noodzaak van de vervanging van elementen van de modulaire koeleenheid 700.
Met verdere verwijzing naar Figuur 3A, dient de 25 ventilatorconsole 708 ertoe één of meer ventilatoren 710 zo te plaatsen dat, wanneer één of meer ventilatoren 710 worden geactiveerd, een luchtstroom uit de ventilatoren 710 door de radiator 702 wordt geleid. Op deze wijze wordt ten minste een deel van de warmte 30 aanwezig in koelmiddel dat de radiator 702 door middel van de terugvoeraansluiting 704B voor koelmiddel binnen- 1030799 - 28 - komt, verwijderd vóór de terugvoer van het koelmiddel naar de röntgenbuis 600.
Om de warmteoverdrachtseffecten tot stand gebracht in verband met de ventilatoren 710 en ra-5 diator 702 verder te versterken, omvat de toegelichte modulaire koeleenheid 700 verder één of meer afdicht-ingselementen 712 die in hoofdzaak lekking van lucht van tussen de ventilatorconsole 708 en radiator 702 verhinderen .
10 Met verwijzing nu naar Figuur 3B, worden details verschaft betreffende een alternatieve opstelling van de röntgenbuis 600 en de modulaire koeleenheid 700. Aangezien de in Figuur 3B beschreven opstelling in vele opzichten lijkt op de in Figuur 3A beschreven opstelling, 15 is de volgende bespreking van Figuur 3B in hoofdzaak beperkt tot bepaalde verschillen tussen de twee opstellingen.
Eén van de verschillen tussen de opstelling van Figuur 3B en die van Figuur 3A heeft betrekking op de 20 locatie van de koelmiddelpomp, aangeduid met 675 in Figuur 3B. In het bijzonder is de koelmiddelpomp 675 aan de montagestructuur 308 vastgemaakt. In de getoonde opstelling is de koelmiddelpomp 675 in de montagestructuur 308 geplaatst, maar de koelmiddel-25 pomp 675 kan als alternatief aan een buitenste deel van de montagestructuur 308 zijn vastgemaakt. De vastmaking van de zuigaansluiting 677 van de koelmiddelpomp 675, door middel van koelslang 706 en geschikte fittings, aan de röntgenbuisomhulling 600A is algemeen gelijk aan de 30 opstelling aangeduid in Figuur 3A. Hetzelfde geldt dienovereenkomstig voor de vastmaking van de afvoeraan- t 0 3 0 79 9 - 29 - sluiting 679, door middel van koelslang 706 en geschikte fittings, van de koelmiddelpomp 675 aan de radiator 702.
IV. Operationele overwegingen 5 Met verwijzing nu naar Figuur 4 en met verdere verwijzing naar Figuur 3B, worden details verschaft betreffende diverse operationele aspecten van een systeem zoals met voorbeelden is toegelicht in Figuur 3B. Meer in het bijzonder toont Figuur 4 een voorbeeldopstelling van 10 een röntgenbeeldvormingssysteem 800 dat een modulaire koeleenheid 802 omvat met éen radiator 804, één of meer ventilatoren 806 en een röntgenbuis 900 waarin een röntgenbuisinzetstuk (niet weergegeven) is geplaatst.
Er wordt ook een koelmiddelpomp 808 verschaft 15 die, in het voorbeeld van Figuur 4, onderdeel van het röntgenbeeldvormingssysteem 800 is, maar los staat van de röntgenbuis 900. Zoals elders hierin besproken, kan de koelmiddelpomp als een element van de modulaire koeleenheid zijn omvat (zie, bijv., Figuur 2A), of kan 20 deze een element omvatten los van zowel de modulaire koeleenheid als de röntgenbuisomhulling (zie, bijv., Figuur 3B), of kan deze een element van de röntgenbuis omvatten (zie, bijv., Figuur 3A en Figuur 5). Dienovereenkomstig dienen de in de figuren beschreven 25 opstellingen enkel als voorbeelden en zijn ze niet bedoeld om de reikwijdte van de uitvinding op enigerlei wijze te beperken.
In werking wordt ten minste een deel van de warmte gegenereerd als gevolg van de röntgenbuiswerking 30 overgebracht naar koelmiddel gepompt door de koelmiddelpomp 808 bij een stroomsnelheid Fx uit de 1030799 - 30 - radiator 804. Het verwarmde koelmiddel verlaat dan de omhulling van de röntgenbuis 900 bij stroomsnelheid F2, die typisch dezelfde is als stroomsnelheid Flf en keert terug naar de pomp 808. Tegelijkertijd doen één of meer 5 ventilatoren 806 lucht die bij snelheid F3 stroomt, in contact komen met warmteoverdrachtsoppervlakten van de radiator 804. Als gevolg van deze luchtstroom, die een luchtstroom hetzij getrokken hetzij geduwd door de radiator 804 kan omvatten, wordt warmte Q verwijderd uit 10 koelmiddel dat bij een overeenkomstige snelheid door de radiator 804 stroomt. Zoals het bovenstaande aanduidt, kunnen veranderingen van de snelheid waarbij warmte Q uit het stromende koelmiddel en, dus, uit het röntgenbuisinzetstuk, wordt verwijderd, worden beïnvloed 15 door variërende parameters inclusief, maar niet beperkt tot, de luchtstroomsnelheid F3 en de koel-middelstroomsnelheden Fi en F2.
Met verwijzing ten slotte naar Figuur 5, worden details verschaft betreffende een alternatieve 20 configuratie en opstelling van een röntgenbeeld-vormingssysteem 1000 dat een modulaire koeleenheid algemeen aangeduid met 1002 omvat die is geconfigureerd om in verband met een röntgenbuis 1100 te werken. In de getoonde opstelling omvat de modulaire koeleenheid 1002 25 een radiator 1004 en één of meer ventilatoren 1006. Deze opstelling verschilt van die van Figuur 4 in die zin dat de koelmiddelpomp, aangeduid met 1102, een element van de röntgenbuis 1100 omvat.
Operationeel gezien lijkt de in Figuur 5 30 toegelichte opstelling op die van andere hierin besproken uitvoeringsvormen. In het bijzonder wordt ten minste een 1030799 - 31 - deel van de warmte gegenereerd als gevolg van werkingen van röntgenbuis 1100 overgebracht naar koelmiddel dat de röntgenbuis 1100 bij stroomsnelheid Fi uit de radiator 1004 binnenkomt. Daarna wordt het verwarmde 5 koelmiddel door de koelmiddelpomp 1102 uit de röntgenbuis 1100 gepompt, bij stroomsnelheid F2 die typisch dezelfde is als stroomsnelheid Fx, en terug naar de radiator 1004.
Tegelijkertijd doen één of meer venti-10 latoren 1006 lucht die bij snelheid F3 stroomt, in contact komen met warmteoverdrachtsoppervlakten van de radiator 1004. Als gevolg van deze luchtstroom, die een luchtstroom hetzij getrokken hetzij geduwd door de radiator 1004 kan omvatten, wordt warmte Q verwijderd uit 15 koelmiddel dat bij een overeenkomstige snelheid door de radiator 1004 stroomt. Zoals het bovenstaande aanduidt, kunnen veranderingen van de snelheid waarbij warmte Q uit het stromende koelmiddel en, dus, uit het röntgenbuisinzetstuk, wordt verwijderd, worden beïnvloed 20 door variërende parameters inclusief, maar niet beperkt tot, de luchtstroomsnelheid F3 en de koelmiddelstroom-snelheden Fi en F2.
De beschreven uitvoeringsvormen moeten in alle opzichten enkel als toelichtend en niet als beperkend 25 worden beschouwd. De reikwijdte van de uitvinding wordt dus aangeduid door de bijgesloten conclusies en niet door de bovenstaande beschrijving. Alle veranderingen die binnen de betekenis en het bereik van gelijkwaardigheid van de conclusies vallen, zijn binnen de reikwijdte ervan 30 omvat.
1030799

Claims (29)

1.- Röntgenbeeldvormingssysteem dat omvat: een frame; een modulaire koeleenheid die omvat: 5 een radiator geconfigureerd voor de warmteuitwisseling door middel van een vloeistof met een röntgenbuisomhulling; een ventilator montage ten minste indirect vastgemaakt aan het frame; en 10 een ventilator vastgemaakt aan de venti- latormontage en zo opgesteld om een luchtstroom doorheen de radiator te doen vloeien; en een detector opgesteld om röntgenstralen gegenereerd door een röntgenbuisinzetstuk te ontvangen. 15 2.- Röntgenbeeldvormingssysteem volgens con clusie 1, met het kenmerk, dat de ventilatormontage een van de volgende onderdelen omvat: een adapterplaat; en een ventilatorconsole.
3. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens con- 20 clusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ventilatormontage is geconfigureerd om wegneembaar aan het frame te zijn vastgemaakt.
4. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de radiator 25 schuivend in de ventilatormontage past.
5. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de radiator wegneembaar in de ventilatormontage is vastgehouden. 1030799 - 33 -
6.- Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de radiator is geconfigureerd om wegneembaar aan het frame te zijn vastgemaakt.
7. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de radiator tussen de ventilatormontage en het frame is gehouden.
8. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ventilator 10 is geconfigureerd en opgesteld om een luchtstroom doorheen de ventilatormontage en de radiator te trekken.
9. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat de ventilator is geconfigureerd en opgesteld om een 15 luchtstroom in de ventilatormontage en de radiator te duwen.
10. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame een onderstel omvat. 20 11.- Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de modulaire koeleenheid verder een afdichtingselement geplaatst tussen de radiator en de ventilatormontage omvat. 25 12.- Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de radiator ten minste één vergroot oppervlak omvat geconfigureerd voor contact met luchtstroom gegenereerd door de ventilator. 30 13.- Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elementen 1030799 - 34 - van de modulaire koeleenheid verwijderbaar en vervangbaar zijn zonder de noodzaak van vervanging van het röntgenbuisinzetstuk.
14. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens een 5 der voorgaande conclusies dat verder een koelmiddelpomp omvat voor warmteuitwisselen door middel van een vloeistof met de radiator en de röntgenbuisomhulling.
15. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de koelmiddelpomp een 10 element is van een van: de modulaire koeleenheid; of de röntgenbuis.
16. Modulaire koeleenheid die omvat: een radiator geconfigureerd voor warmteuitwisseling door middel van een vloeistof met een 15 röntgenbuisomhulling; een ventilatormontage geconfigureerd om weg- neembaar aan een frame van een röntgenbeeldvormingssysteem te zijn vastgemaakt; en een ventilator vastgemaakt aan de ventilator- 20 montage en zo opgesteld om een luchtstroom in contact te brengen met de radiator.
17. Modulaire koeleenheid volgens conclu sie 16, met het kenmerk, dat de ventilatormontage een van de volgende onderdelen omvat: een adapterplaat; en een 25 ventilatorconsole.
18. Modulaire koeleenheid volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de ventilatormontage is uitgevoerd als een ventilatorconsole, en de radiator schuivend in de ventilatorconsole past. 30 19.- Modulaire koeleenheid volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de ventilatormontage is 1030799 - 35 - uitgevoerd als een ventilatorconsole, en de radiator wegneembaar in de ventilatorconsole is vastgehouden.
20. Modulaire koeleenheid volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de radiator is geconfi- 5 gureerd om te worden vastgemaakt aan het . frame van het röntgenbeeldvormingssysteem.
21. Modulaire koeleenheid volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de radiator is geconfigureerd om tussen de ventilatormontage en het frame van 10 een röntgenbeeldvormingssysteem te worden vastgehouden.
22. Modulaire koeleenheid volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de ventilator is gecon figureerd en opgesteld om een luchtstroom doorheen de ventilatormontage te trekken en in contact met de 15 radiator te brengen.
23. Modulaire koeleenheid volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de ventilator is gecon figureerd en opgesteld om een luchtstroom in de ventilatormontage te duwen en in contact met de radiator te 20 brengen.
24. Modulaire koeleenheid volgens een der conclusies 16 tot en met 23 die verder een afdichtingselement geplaatst tussen de radiator en de ventilatormontage omvat. 25 25.- Modulaire koeleenheid volgens een der conclusies 16 tot en met 24, met het kenmerk, dat de radiator ten minste één vergroot oppervlak omvat geconfigureerd voor contact met luchtstroom gegenereerd door de ventilator. 30 26.- Modulaire koeleenheid volgens een der conclusies 16 tot en met 25 die verder ten minste één 1 030799 - 36 - extra ventilator omvat vastgemaakt aan de ventilatormontage en zo opgesteld om een luchtstroom met de radiator in contact te brengen.
27. Modulaire koeleenheid volgens een der 5 conclusies 16 tot en met 26 die verder een koelmiddelpomp omvat voor warmteuitwisselen door middel van een vloeistof met de radiator.
28. Röntgensysteem dat omvat: een röntgenbeeldvormingssysteem dat omvat: 10 een frame; een modulaire koeleenheid die omvat: een radiator; een ventilatormontage ten minste indirect vastgemaakt aan het frame; en 15 een ventilator vastgemaakt aan de venti latormontage en zo opgesteld om een luchtstroom in contact te brengen met de radiator; en een detector; en een röntgenbuis die een röntgenbuisomhulling 20 omvat die een röntgenbuisinzetstuk bevat en is gemonteerd op het frame, waarbij de röntgenbuisomhulling is geconfigureerd voor warmteuitwisseling door middel van een vloeistof met de radiator, en het röntgenbuisinzetstuk is geconfigureerd en opgesteld om 25 röntgenstralen te genereren voor ontvangst door de detector.
29. Röntgensysteem volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de ventilatormontage een van de volgende onderdelen omvat: een adapterplaat; en een 30 ventilatorconsole. 1030799 - 37 -
30.- Röntgensysteem volgens conclusie 28 of 29, met het kenmerk, dat de ventilatormontage is geconfigureerd om wegneembaar aan het frame te zijn vastgemaakt.
31. Röntgensysteem volgens conclusie 28, 29 of 30, met het kenmerk, dat de radiator schuivend in de ventilatormontage past.
32. Röntgensysteem volgens een der conclusies 28 tot en met 31, met het kenmerk, dat de 10 radiator wegneembaar in de ventilatormontage is vastgehouden.
33. Röntgensysteem volgens een der conclusies 28 tot en met 32, met het kenmerk, dat elementen van de modulaire koeleenheid kunnen worden 15 verwijderd en vervangen zonder de noodzaak van vervanging van het röntgenbuisinzetstuk.
34. Röntgensysteem volgens een der | . conclusies 28 tot en met 33, met het kenmerk, dat de modulaire koeleenheid verder een koelmiddelpomp omvat 20 voor warmteuitwisselen door middel van een vloeistof met de radiator en de röntgenbuisomhulling.
35. Röntgenbeeldvormingssysteem volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat de koelmiddelpomp een element is van een van: de modulaire koeleenheid,' of de 25 röntgenbuis.
36. Modulaire koeleenheid die omvat: een radiator geconfigureerd voor warmteuitwisseling door middel van een vloeistof met een röntgenbuisomhulling; 1030799 - 38 - een ventilator montage geconfigureerd om wegneembaar op een frame van een röntgenbeeldvormingssysteem te zijn vastgemaakt; een ventilator vastgemaakt aan de ventilator-5 montage en zo opgesteld dat een luchtstroom in contact wordt gebracht met de radiator; en een koelmiddelpomp voor warmteuitwisselen door middel van een vloeistof met de radiator. 1030799
NL1030799A 2004-12-29 2005-12-28 Modulaire koeleenheid voor röntgenapparaat. NL1030799C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US2519904 2004-12-29
US11/025,199 US7543987B2 (en) 2004-12-29 2004-12-29 Modular cooling unit for x-ray device

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1030799A1 NL1030799A1 (nl) 2006-07-03
NL1030799C2 true NL1030799C2 (nl) 2006-08-29

Family

ID=36426659

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030799A NL1030799C2 (nl) 2004-12-29 2005-12-28 Modulaire koeleenheid voor röntgenapparaat.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US7543987B2 (nl)
DE (1) DE102005063042A1 (nl)
NL (1) NL1030799C2 (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102006025764B4 (de) * 2006-05-31 2008-07-31 Siemens Ag Röntgen-Detektor
US20080156996A1 (en) * 2006-12-29 2008-07-03 Ametek, Inc. Indirect Method and Apparatus for Cooling a Silicon Drift Detector
DE102009010290A1 (de) * 2009-02-24 2010-09-02 Siemens Aktiengesellschaft Röntgendurchleuchtungssystem mit Detektorelementen unterschiedlicher Größe
DE102010028511B4 (de) * 2010-05-03 2013-12-24 Fraunhofer-Gesellschaft zur Förderung der angewandten Forschung e.V. Tragbare Computertomographievorrichtung
WO2013051594A1 (ja) * 2011-10-04 2013-04-11 株式会社ニコン X線装置、x線照射方法、及び構造物の製造方法
CN102595754B (zh) * 2012-01-06 2015-05-13 同方威视技术股份有限公司 辐射器件安装箱、油冷循环系统以及x射线发生器
WO2014041630A1 (ja) * 2012-09-12 2014-03-20 株式会社システムスクエア X線検査装置
JP6082634B2 (ja) * 2013-03-27 2017-02-15 株式会社日立ハイテクサイエンス 蛍光x線分析装置
DE102013210967A1 (de) 2013-06-12 2014-12-18 Siemens Aktiengesellschaft Röntgenstrahler
DE102013210963A1 (de) 2013-06-12 2014-12-18 Siemens Aktiengesellschaft Röntgenstrahler
JP6677420B2 (ja) * 2016-04-01 2020-04-08 キヤノン電子管デバイス株式会社 X線管装置
DE112019002103T5 (de) * 2018-05-23 2021-01-07 Dedicated2Imaging, Llc. Hybrides Luft- und Flüssigkeits-Röntgenkühlsystem
CN114324424A (zh) * 2021-12-31 2022-04-12 同方威视技术股份有限公司 散热结构和检查设备
EP4312468A1 (en) * 2022-07-29 2024-01-31 Koninklijke Philips N.V. Cooling system for an x-ray device
WO2023247253A1 (en) * 2022-06-21 2023-12-28 Koninklijke Philips N.V. Cooling system for an x-ray device

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4115697A (en) * 1976-06-02 1978-09-19 Emi Limited X-ray tube cooling arrangement
US4651338A (en) * 1984-10-08 1987-03-17 Siemens Aktiengesellschaft Cooling system for a tomograph apparatus
US4841557A (en) * 1985-11-07 1989-06-20 Siemens Aktiengesellschaft X-radiator with circulating pump for heat dissipation
US5610968A (en) * 1995-03-17 1997-03-11 Picker International, Inc. High capacity cooling system for CT gantry
US20040109538A1 (en) * 2002-12-10 2004-06-10 Mccarthy, Joseph H. System and method for cooling an x-ray tube in a tomography computer system

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5482113A (en) * 1993-08-25 1996-01-09 International Business Machines Corporation Convertible heat exchanger for air or water cooling of electronic circuit components and the like
US6352103B1 (en) * 1996-05-22 2002-03-05 Intel Corporation High performance notebook PC cooling system
US5956383A (en) * 1996-11-07 1999-09-21 General Electric Company Apparatus for removing heat from X-ray tube cooling fluid
US6866577B2 (en) * 2002-06-10 2005-03-15 Sun Microsystems, Inc. Mounting cooling units
US6963632B2 (en) * 2003-05-22 2005-11-08 Ge Medical Systems Global Technology Company, Llc Optimized x-ray tube cooling device
US7072445B2 (en) * 2003-05-30 2006-07-04 General Electric Company Controlling cooling air in CT system
CN1891017B (zh) * 2003-12-10 2011-07-06 皇家飞利浦电子股份有限公司 X射线管组件、冷却系统及二者组合和该组件的冷却方法
US7056017B2 (en) * 2004-03-12 2006-06-06 Ge Medical Systems Global Technology Company, Llc Cooling system and method for an imaging system

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4115697A (en) * 1976-06-02 1978-09-19 Emi Limited X-ray tube cooling arrangement
US4651338A (en) * 1984-10-08 1987-03-17 Siemens Aktiengesellschaft Cooling system for a tomograph apparatus
US4841557A (en) * 1985-11-07 1989-06-20 Siemens Aktiengesellschaft X-radiator with circulating pump for heat dissipation
US5610968A (en) * 1995-03-17 1997-03-11 Picker International, Inc. High capacity cooling system for CT gantry
US20040109538A1 (en) * 2002-12-10 2004-06-10 Mccarthy, Joseph H. System and method for cooling an x-ray tube in a tomography computer system

Also Published As

Publication number Publication date
NL1030799A1 (nl) 2006-07-03
DE102005063042A1 (de) 2006-07-13
US7543987B2 (en) 2009-06-09
US20060140345A1 (en) 2006-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030799C2 (nl) Modulaire koeleenheid voor röntgenapparaat.
CN105899040B (zh) 具有集成的填充和排放泵的冷却系统及冷却方法
JP6659869B2 (ja) 電子機器用の流体冷却システムおよび方法
US10631441B2 (en) Cabinet for electronic equipment
US9251994B2 (en) X-ray tube assembly and X-ray computerized tomography scanner
US5610968A (en) High capacity cooling system for CT gantry
US7447026B2 (en) System for hot swapping heat exchangers
JP2009123212A (ja) エア/液体熱交換器を用いて電子機器ラックの冷却を促進する装置、及びこれを含む電子機器システム及びデータ・センタ
EP3731001A1 (en) Display device
JP2004237103A (ja) コンピュータ断層撮影装置のガントリの冷却システムおよび冷却方法
US20150010131A1 (en) X-ray apparatus and x-ray image diagnostic apparatus
JP2009516249A (ja) 熱交換器及びネットワークキャビネット除熱方法
AU683912B2 (en) Method and system for extending the service life of an X-ray tube
JP4800987B2 (ja) プラズマアークトーチの冷却装置およびシステムならびに関連する方法
US6170562B1 (en) Device for the exchange of thermal energy between the interior of a housing and an environment
US5596622A (en) Method and system for extending the service life of an x-ray tube
JP5902054B2 (ja) X線コンピュータ断層撮影装置
US20070134110A1 (en) Fan capable of resisting reversed flow
US11064599B1 (en) Vacuum oil purification system
JP2008059801A (ja) X線装置及び熱交換装置
JP5689417B2 (ja) 電子部品システム・キャビネット用の冷却システム
CN219760406U (zh) 一种散热式低压电气柜
CN212665183U (zh) 一种焊接设备
CN220769672U (zh) 一种可拆卸的真空泵降温装置
EP4164355A2 (en) Detection and deflection of fluid leakages in immersion cooling systems

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100701