NL1030692C2 - Afsluitbare houder. - Google Patents

Description

AFSLUITBARE HOUDER

De uitvinding betreft een houder voor het luchtdicht verpakken van vloeibare waar, bijvoorbeeld voedingswaar, welke houder omvat: - een opening voor het uitschenken van de vloeibare 5 waar; - een de opening afsluitende folie; i - een over de folie en de opening aangebrachte dop.

Dergelijke houders worden gebruikt om voedingswaar, in het bijzonder zuivel, te verpakken, zodat deze 10 voedingswaar langere tijd bewaard kan worden, voordat de waar bederft. Ook worden dergelijke houders gebruikt om meer chemische vloeistoffen te bewaren, die niet blootgesteld mogen worden aan de lucht.

Een dergelijke houder wordt geopend, door allereerst 15 de dop eraf te nemen, waarna de folie verwijderd dient te worden. De folie kan doorstoken worden of in sommige gevallen van de opening van de houder gescheurd worden. Bij in het bijzonder zuivel dient men erop te letten dat de voedingswaar niet verontreinigd wordt tijdens het verwijderen van de 20 folie, bijvoorbeeld doordat men een vuil mes gebruikt om de folie te verwijderen of doordat men een vinger gebruikt om de folie te doorprikken. Bij meer chemische vloeistoffen kan het van belang zijn dat men contact met de huid vermijdt. Bij het verwijderen van de folie kan door schudden een deel van de 25 vloeistof uit de houder komen of bij het doorprikken van de folie met ene vinger kan men per ongeluk deze vloeistof raken.

1030692-

• I

2

Het is dan ook gewenst om een houder te verschaffen, waarmee gemakkelijk de folie verwijderd kan worden, zonder dat de vloeibare waar in de houder in contact komt met verontreinigde delen of met de gebruiker. Het is verder 5 gewenst om een houder te verschaffen, waarbij de folie verwijderd kan worden, zonder dat de dop van de houder gehaald wordt. Dit laatste is voordelig, wanneer snelheid gewenst is, of wanneer men bijvoorbeeld in de auto een houder probeert te openenen.

10 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een houder, die gekenmerkt wordt doordat de dop middelen voor het doorsnijden van de folie omvat, welke snijmiddelen door een drukbeweging in de folie drukbaar zijn, en dat de dop rond de opening draaibaar is, ten einde een opening te maken in 15 althans een deel van de folie.

Met een houder volgens de uitvinding kan nu door de dop in te drukken de folie doorstoken worden en door de draaibeweging van de dop ten opzichte van de houder kan de folie gedeeltelijk weggedrongen worden, zodat een opening 20 ontstaat.

In een uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding omvat deze een tussen de houder en de dop aangebrachte geleidingsgroef en een in de geleidingsgroef geleide nok. Hiermee is het mogelijk om de drukbeweging en de 25 draaibeweging van de dop vast te leggen en beter te controleren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de geleidingsgroef en de geleide nok een schroefdraadverbinding. Zo kan met bijvoorbeeld de reeds aanwezige schroefdraad de draaibeweging 30 voorzien worden en wordt bovendien door het draaien een drukbeweging uitgevoerd, zodat de snijmiddelen in de folie gedrukt worden. De schroefdraad voorziet door de draaiing van 1ü30692a ____________11_ I 1^_ j 3 de dop aldus in de drukbeweging voor het in de folie drukken van de snijmiddelen.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding omvatten de snijmiddelen een van de dop 5 naar de folie uitstekende rib. Dit is een eenvoudig uit te voeren variant van de snijmiddelen en bovendien doeltreffend aangezien de rib makkelijk door de folie heen steekt en bovendien gemakkelijk de folie mee schraapt door de draaibeweging van de dop om zo een opening te voorzien in de 10 folie.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding omvat de dop een schenkopening en is de rib in draairichting van de dop voor de schenkopening aangebracht. Zo wordt door de draaibeweging de folie 15 weggedrukt door de rib en zal het gevormde gat in de folie direct onder de schenkopening komen.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding omvat deze houder een blokkering voor het blokkeren van althans de drukbeweging. Deze blokkering 20 voorkomt het per abuis doorsteken van de folie, bijvoorbeeld door het stapelen van een aantal houders op elkaar. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de blokkering een tussen de dop en de houder aangebrachte scheurring. Deze scheurring voorkomt dat de dop ingedrukt kan worden en biedt bovendien 25 een aanwijzing of de houder reeds eerder geopend is of niet. Pas wanneer de scheurring weggenomen wordt, kan de dop ingedrukt worden om zo de folie te doorsteken.

In een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding omvat de blokkering een tussen de dop en de 30 houder aangebrachte nok. Pas bij het uitoefenen van een aanzienlijke kracht kan de dop over de nok gedrukt worden en kunnen de snijmiddelen de folie doorsteken.

1030692- 4

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de nok in de schroefdraad aangebracht. Hierdoor kan de dop gemakkelijk op de houder gedraaid worden totdat de dop in aanraking komt met de nok. Door een juiste positionering worden de snijmiddelen 5 tot vlak boven de folie gebracht. Pas wanneer een voldoende grote kracht uitgeoefend wordt, kan de dop doorgedraaid worden over de nok heen, zodat de snijmiddelen in de folie gedrukt worden.

In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de 10 houder volgens de uitvinding wordt de houder gekenmerkt door een aan de dop aangebrachte neerhangende, cilindervormige, vervormbare flens, waarbij de nok is aangebracht op de vervormbare flens, zodanig dat door vervorming van de flens naar een ovaalvormige dwarsdoorsnede, de blokkering opgeheven 15 wordt. Een dergelijke uitvoering lijkt veel op een gebruikelijke kinder veilige sluiting. Pas door het indrukken van de flens en door het veroorzaken van een vervorming van deze flens wordt de nok uit de blokkering gedwongen, zodat de dop ingedrukt kan worden en de snijmiddelen de folie kunnen 2 0 doors t eken.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuren 1, 2, 3A en 3B tonen in perspectivisch en doorsnede aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van de houder 25 volgens de uitvinding.

Figuren 4 en 5 tonen in perspectivisch aanzicht met ί gedeeltelijk weggenomen delen een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuren 6 en 7 tonen in perspectivisch aanzicht met 30 gedeeltelijk weggenomen delen een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt een houder 1 volgens de uitvinding getoond. Op de houder 1 is een dop 2 aangebracht. Deze dop 2 1030392· ----—--—— --^ 5 is voorzien van een klep 3. Tussen de dop 2 en de houder 1 is een scheurring 4 voorzien.

In figuur 2 is de dop 2 in doorsnede getoond. Onder de klep 3 is een schenkopening 5 aangebracht, die afgesloten 5 kan worden met de klep 3. Onder de schenkopening 5 is een snijdeel 6 aangebracht. De dop 2 is op de houder 1 aangebracht door middel van schroefdraad 7.

Zoals in figuur 3A duidelijk getoond is op de opening van de houder 1 een afsluitfolie 8 aangebracht. Om deze 10 folie 8 althans gedeeltelijk te verwijderen, wordt allereerst de scheurring 4 verwijderd. Daarna wordt de dop 2 verder over de schroefdraad 7 gedraaid, zodat het snijdeel 6 de folie 8 wegdrukt en een opening 9 in de folie 8 maakt (zie figuur 3B). Hierdoor kan de inhoud van de houder 1 via 15 de opening 9 en de schenkopening 5 worden uitgeschonken.

In figuur 4 is een tweede uitvoeringsvorm getoond. Gelijke delen worden daarbij met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. Op de houder 1 is nu een dop 10 met schroefdraad 7 aangebracht. De dop 10 is zelf niet voorzien van een 20 doorlopende schroefdraad, maar van nokken 11 (zie figuur 5). In de schroefdraad 7 op de houder 1 is verder een nok 12 aangebracht. Deze nok 12 begrenst het aantal slagen dat de dop 10 op de houder gedraaid kan worden. De nok 12 is zo geplaatst, dat de nokken 11 hier tegenaan lopen, op het 25 moment dat het snijdeel 6 zich vlak boven de folie 8 bevindt. Alleen door extra kracht op de dop 10 uit te oefenen, zodat de nokken 11 de nok 12 passeren kan de folie 8 door het snijdeel 6 geopend worden.

In figuur 6 wordt een derde uitvoeringsvorm volgens 30 de uitvinding getoond. Op de houder 1 is een dop 20 aangebracht. Deze dop 20 heeft een bovenvlak 21 met een schenkopening 22. Van dit bovenvlak 21 hangt een eerste flens 23 omlaag. Concentrisch daarmee hangt een tweede flens 1030692- 6 24 omlaag, die van een schroefdraad 25 is voorzien. De dop 20 is met deze schroefdraad 25 op de houder 1 aangebracht.

Onder het bovenvlak 21 is een snijdeel 26 aangebracht, waarmee de folie 27 doorsneden kan worden. Aan 5 de binnenzijde van de eerste flens 23 zijn nokken 28 aangebracht. Deze nokken 28 werken samen met uitsparingen 29, die op een aan de hals van de houder 1 aangebrachte flens 30 zijn aangebracht. Hierdoor wordt het aantal slagen begrensd, waarmee de dop 20 op de houder gedraaid kan 10 worden, zodanig dat het snij element 26 zich vlak boven de folie 27 bevindt.

Alleen door de eerste flens 23 te vervormen tot een ovaal, door het uitoefenen van een kracht F, kunnen de nokken 28 uit de uitsparingen gehaald worden en kan de dop 15 20 verder doorgedraaid worden om de folie 27 te doorsnijden (zie figuur 7).

1030692- ___ -------- -

Claims (11)

1. Houder voor het luchtdicht verpakken van vloeibare waar, bijvoorbeeld voedingswaar, welke houder omvat: - een opening voor het uitschenken van de vloeibare waar ; 5. een de opening afsluitende folie; - een over de folie en de opening aangebrachte dop; met het kenmerk, dat de dop middelen voor het doorsnijden van de folie omvat, welke snijmiddelen door een drukbeweging in de folie 10 drukbaar zijn, en dat de dop rond de opening draaibaar is, ten einde een opening te maken in althans een deel van de folie.

2. Houder volgens conclusie 1, gekenmerkt door 15 een tussen de houder en de dop aangebrachte geleidingsgroef en een in de geleidingsgroef geleide nok.

3. Houder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de geleidingsgroef en de geleide nok een schroefdraad 20 verbinding is.

4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schroefdraad door draaiing van de dop voorziet in de drukbeweging voor het in de folie drukken van de | 25 snijmiddelen.

5. Houder volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 1030692- de snijmiddelen een van de dop naar de folie uitstekende rib omvatten.

6. Houder volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 5 de dop een schenkopening omvat en dat de rib in draairichting van de dop voor de schenkopening is aangebracht.

7. Houder volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door 10 een blokkering voor het blokkeren van althans de drukbeweging.

8. Houder volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de blokkering een tussen de dop en de houder 15 aangebrachte scheurring omvat.

9. Houder volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de blokkering een tussen de dop en de houder aangebrachte nok omvat.

10. Houder volgens conclusie 9 en conclusie 2, met het kenmerk, dat de nok in de schroefdraad is aangebracht.

11. Houder volgens één van de conclusie 7 - 10, gekenmerkt door 25 een aan de dop aangebrachte neerhangende, cilindervormige, vervormbare flens, waarbij de nok is aangebracht op de vervormbare flens, zodanig dat door vervorming van de flens naar een ovaalvormige dwarsdoorsnede, de blokkering opgeheven wordt. 1030692-