NL8200422A - Metalen deksel voor een houder van vloeibare stoffen, die wederom met het deksel is af te sluiten. - Google Patents
Metalen deksel voor een houder van vloeibare stoffen, die wederom met het deksel is af te sluiten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8200422A NL8200422A NL8200422A NL8200422A NL8200422A NL 8200422 A NL8200422 A NL 8200422A NL 8200422 A NL8200422 A NL 8200422A NL 8200422 A NL8200422 A NL 8200422A NL 8200422 A NL8200422 A NL 8200422A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- lid
- opening area
- opening
- rib
- region
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D17/00—Rigid or semi-rigid containers specially constructed to be opened by cutting or piercing, or by tearing of frangible members or portions
- B65D17/52—Attachment of opening tools, e.g. slotted keys, to containers
- B65D17/521—Attached can-cutting devices
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Closures For Containers (AREA)
- Containers Opened By Tearing Frangible Portions (AREA)
Description
, * * •V
' .... " . -1-
Metalen deksel voor een houder van vloeibare stoffen, die wederom met het deksel is af te sluiten.
De uitvinding heeft betrekking op een deksel uit metaal cm een houder voor het opnemen van vloeistof af te sluiten, die van een niet geperforeerde dekselplaat is voorzien, welke door een omgezette rand is omgeven en tenminste één 5 openingsgebied bevat, waarbij elk openingsgebied ten opzichte van het resterende gebied van de dekselplaat verzwakt is, en waarbij aan het deksel buiten het tenminste enkele openingsgebied voor elk openingsgebied een orgaan is aangebracht om dit openingsgebied door te steken en de aldus gemaakte opening weder-10 cm af te sluiten.
Bij een bekend deksel van de boven cmschreven soort (zie het Duitse Offenlegungsschrift 21 04 956) is dit orgaan als een met de omgezette rand te koppelen insnappende beugel of :insnappend deksel uitgevoerd, doch kan in beide gevallen 15 los van het deksel worden genomen (zie regel 14 van blz. 4 en de tweede alinea van blz. 5). Het van een snijkant (fig. 6) of een punt (fig. 9) voorziene orgaan kan dientengevolge op afstand van de houder worden geplaatsten tai gevolge van onachtzaamheid worden weggeworpen en dan een gevaar voor mensen en dieren gaan 20 vormen. De punten worden tegen de terugwerkende veerkracht van de insnappende beugel of het insnappende deksel in bediend. Door deze terugstelkracht wordt de gewenste afdichting tussen de punt en een ringvormige kraag verhinderd, waardoor elk openingsgebied is omgeven, waardoor weer een bevredigend 25 opnieuw afsluiten van de in het deksel gemaakte openingen wordt verhinderd.
De uitvinding heeft tot opgave on een milieuvervuiling door onderdelen te verhinderen, die los van de houder kunnen worden gemaakt, alsmede cm het openen van het openingsgebied 30 te vergemakkelijken en cm het wederom afsluiten van de openingen te verbeteren.
8200422 2 * -2-
Aan deze opgave wordt voldaan doordat het orgaan met behulp van een flexibele band blijvend aan het resterende gebied van het deksel is vastgemaakt. Bij vloeibare vulstoffen zoals gecondenseerde melk, spijsolie en dergelijke is het 5 deksel bij voorkeur van twee diametraal tegenover elkaar gelegen openingsgebieden voorzien. Bij drankhouders kan echter met êen openingsgebied worden volstaan. Het deksel kan bijvoorbeeld uit aluminium of bij voorkeur uit blik zijn vervaardigd. De flexibele band van elk orgaan is bij voorkeur aan het'rasterende 10 gebied van de dekselplaat vastgemaakt. Door de band wordt het orgaan blijvend aan het deksel vastgehouden en wordt niettemin een gemakkelijk en zeker hanteren van het orgaan mogelijk gemaakt.
De openingsgebieden kunnen cirkelvormig, ovaal, druppelvormig of op een andere hiervoor in aanmerking komende wijze zijn 15 uitgevoerd. Bij voorkeur bevinden de openingsgebieden zich in de nabijheid van de rand van het deksel, cm het uitgieten van de vloeibare vulstof of het direct drinken uit het openingsgebied zonder een rietje of iets dergelijks te vergemakkelijken. Bij drankhouders is de toepassing van een afzonderlijke drukvereffenings-20 opening overbodig, daar de inwendige overdruk van de drankhouder zich bij het begin van het indringen van een punt van het orgaan in het openingsgebied . - door een dan nog verhoudingsgewijs kleine ringvormige spleet tussen de punt en de rand van het openingsgebied ten opzichte van de atmosfeer kan vereffenen. De 25 verzwakking van het openingsgebied wordt zodanig uitgevoerd, dat de met behulp van het orgaan voor het doorsteken van het openingsgebied benodigde kracht zelfs door kinderen kan worden opgebracht. Daar het orgaan blijvend aan het deksel en zodoende aan de houder is vastgemaakt, kan het orgaan niet van de houder 30 worden verwijderd en zodoende tot een gevaar worden. Het orgaan kan bijvoorbeeld uit organische kunststof of uit blik, bijvoorbeeld uit hetzelfde blik zijn vervaardigd waaruit het deksel en/of het lijf deel van de houder bestaat.
Bij de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij 35 het orgaan met behulp van een flexibele band blijvend aan het 8200422 * -3- resterende gebied van het deksel is vastgemaakt, kan de band op verhoudingsgewijs eenvoudige wijze en op elke willekeurige hiervoor in aanmerking kanende plaats aan het resterende gebied worden vastgemaakt.
5 ïfenneer de bevestiging van de band zodanig wordt uitgevoerd, dat elk openingsgebied door een uit het resterende gebied gevormde ribbe is •.omgeven, en dat één einde van de band aan deze ribbe is vastgemaakt, kan van de toepassing van een afzonderlijke bevestigingsplaatsworden afgezien.
10 Bij een uitvoeringsvorm, die wordt gekenmerkt doordat een uitsparing van het orgaan op losneembare wijze doch in aangrijping rondom een vasthoudelement is aangebracht, dat uit het resterende gebied van het deksel naar buiten steekt, wordt het orgaan tot aan de toepassing er van op zekere wijze aan 15 het deksel vastgehouden. Hierdoor wordt een oncontroleerbare beweging van het orgaan ten opzichte van het deksel binnen het gebied vermeden, waarin de band wordt bewogen.
Cm het zelfde doel te bereiken kan het deksel zodanig worden uitgevoerd, :.dat het orgaan op losneembare wijze 20 door een vasthoudinrichting in het resterende gebied van het deksel wordt vastgehouden.
De tussenring bij een uitvoeringsvorm, waarbij elk openingsgebied door een uit het resterende gebied gevormde ribbe is amgeven, alsmede waarbij met deze ribbe een zich voorbij 25 de ribbe naar buiten uitstrekkende tussenring is gekoppeld,en waarbij het orgaan om het openingsgebied door te steken met behulp van tenminste één breukelement net een juist voldoende verbindingsfunctie met de tussenring is verbonden, wordt bij voorkeur met behulp van een blijvende insnappende verbinding 30 met de ribbe gekoppeld. De net tenminste één breukelement met een juist voldoende verbindingsfunctie uitgevoerde tussenring dient enerzijds tot aan de toepassing er van voor het vasthouden van het orgaan en anderzijds als doorvoerbuis of mondstuk voor het uitgieten of drinken van de vloeibare vloeistof uit de houder.
35 Verdeeld over de omtrek kunnen bijvoorbeeld meer dan één ribbe 8200422 -4- ï $ als breukelementen zijn aangebracht, waarvan de verbindingsfunctie juist voldoende is.
Met behulp van een uitvoeringsvorm waarbij het braikelement met een juist voldoende verbindingsfunctie als 5 een gasdicht ringvormig membraan is uitgevoerd, is het mogelijk on de inwendige ruimte van de tussenrang tot aan het openen van de houder hermetisch af te dichten. Op deze wijze kunnen in het bijzonder het openingsgebied en de hier tegenover gelegen gebieden van het orgaan tot aan het openen van de 10 houder zonder bezwaar in een hygiënisch zuivere toestand worden gehouden.
Een in het bijzonder met het oog op de vervaardiging gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de tussenring alsmede het tenminste enkele breukelement 15 met een juist voldoende verbindingsfunctie, het orgaan en de flexibele band tezamen uit één stuk uit organische kunststof zijn vervaardigd.
Het openen van de houder kan worden vergemakkelijkt doordat elk orgaan van een kegel met een punt in het midden is 20 voorzien, en dat elk openingsgebied van een met deze punt samenwerkend ingedeukt beginpunt is voorzien.
Qm op eenvoudige wijze de gewenste verzwakking van het openingsgebied te verkrijgen, kan het deksel volgens de uitvinding zodanig worden uitgevoerd, dat elk openings-25 gebied van verzwakkingslijnen is voorzien, die elkaar in het beginpunt snijden.
Hierbij kan het beginpunt nog sterker dan de verzwakkingslijnen zijn .".verdiept cm het aanvankelijke openbreken van het openingsgebied te vergemakkelijken. In het 30 algemeen wordt door het beginpunt het in het midden - rplaatsen van de punt van het orgaan in het openingsgebied vergemakkelijkt.
Op voordelige wijze kan het openingsgebied op zodanige worden verzwakt, dat elk openingsgebied van een buitenring is voorzien, die een middelste gebied omgeeft en bij benadering 35 tenminste dezelfde materiaaldikte als het resterende gebied bezit, en verder van een aantal naar het middelste gebied heen- 8200422 -5- 5- ï lopende verzwakkingslijnen is voorzien, en dat dit middelste gebied met een geringere materiaaldikte als het resterende gebied is uitgevoerd. Het middelste gebied kan op deze wijze bijvoorbeeld met een verhoudingsgewijs geringe druk worden 5 geopend, terwijl door de buitenring een grotere weerstand tegen het doorsteken met behulp van het orgaan wordt geboden.
Door de verzwakkingslijnen op een wijze uit te voeren, waarbij de denkbeeldige verlengstukken van de verzwakkingslijnen elkaar in het beginpunt in het middelste gebied snijden, wordt 10 het openscheuren van het openingsgebied vergemakkelijkt.
Bij een uitvoeringsvorm van het deksel waarbij zich tussen elk tweetal buitenste eindpunten van op elkaar volgende verzwakkingslijnen een als schamieringslijn fungerende ver-zwakkingslijn uitstrekt, kunnen rechte of andere verzwakkings-15 lijnen worden toegepast, die overeenkomstig de buitenrand van het openingsgebied zijn gebogen. ’.' Hoe meer rechte en aLs scharnier fungerende verzwakkingslijnen zijn toegepast, des te meer wordt door het hierdoor gevormde verloop volgens een veelhoek een continu kromme bijvoorbeeld een cirkel benaderd.
20 Wanneer het deksel hierbij zodanig is uitgevoerd, dat in axiale richting aan de kegel een tussendeel van het orgaan aansluit en aan dit tussendeel een zich dwars ten opzichte van de lengteas van het orgaan uitstrekkend-an via een buitenste cmtrekslijn van de kegel naar buiten uitstekend afdichtvlak aan-25 sluit, dat met een afdichtingswand van de ribbe in de deksel-plaat samenwerkt, is het mogelijk cm de uit elkaar gescheurde sectoren van het openingsgebied van het deksel bij het indrukken van het orgaan bij zonder ver uit dkaar te drukken en op deze wijze een verhoudingsgewijs grote uitgietopening in het deksel 30 te maken.
Dit laatste voordeel kan ook op andere wijze met een deksel worden bereikt, waarbij tussen een in dwarsrichting van het orgaan geziene buitenste omtrekslijn van de kegel en een met een afdichtingswand van de ribbe in de dekselplaat samen-35 werkend afdichtingsvlak van het orgaan een tussendeel is aangebracht.
8200422 Ψ -6-
De uitvinding zal thans aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.
Fig. 1 geeft een langsdoorsnede door gedeelten van twee op elkaar gestapelde drankhouders weer, 5 fig. 2 geeft op schematische wijze een langsdoorsnede van het vervaardigen van een openingsgebied van een deksel volgens fig. 1 weer, fig. 3 geeft op schematische wijze het met behulp van een orgaan doorsteken van het openingsgebied van fig. 2 weer, 10 fig. 4 geeft een bovenaanzicht op een ander openings gebied weer, fig. 5 geeft een doorsnede volgens de lijn V-V van fig. 4 weer, fig. 6 geeft het doorsteken van het openingsgebied 15 volgens fig. 5 weer, fig. 7 geeft een bovenaanzicht op nog een ander openingsgebied weer, fig. 8 geeft een doorsnede volgens de lijn VIII-VIII van fig. 7 weer, 20 fig. 9 geeft een langsdoorsnede door een openingsgebied weer, waarin zich een orgaan met een tussendeel bevindt, fig. 10 geeft een langsdoorsnede door een openingsgebied weer, waarin zich een bijzonder orgaan in verschillende bedrijfs-fasen bevindt, 25 fig. 11 geeft een bovenaanzicht op een gedeelte van een deksel weer, dat met een openingsgebied en een orgaan is uitgevoerd, fig. 12 geeft een doorsnede volgens de lijn XII-XII van fig. 11 weer,
. 3Q fig. 13 geeft een doorsnede volgens de lijn XIII-XIII
van fig. 11 weer, en fig. 14 geeft een met fig. 1 overeenkomende langsdoorsnede door een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding weer.
Fig. 1 geeft een als een drahkhouder uitgevoerde houder 35 1 met een lijf deel 2 uit blik weer, waarmee op bekende wijze 8200422 -7- S' Λ gasdicht een zich over een omgezette rand 3 heen uitstrekkend deksel 4 van blik is verbonden. Binnen de omgezette rand 3 bevindt zich een dekselplaat 5, waarin een ribbe 6 is gevormd.
Deze ribbe 6 bezit een binnenste cilindrische afdichtingswand 5 7, waarvan de onderste rand in een openingsgebied 8 van de dekselplaat 5 overgaat.
Dit openingsgebied 8 bezit een geringere, verzwakte blikdikte dan een resterend gebied 9 van de dekselplaat 5.
In het resterende gebied 9 is in het midden van de 10 dekselplaat 5 een klinknagelkop 10 gevormd, waaraan een oog 11 van een band 12 uit organische kunststof is bevestigd. Het andere einde van de band 12 is aan een orgaan 13 bevestigd, dat door middel van een schotelvormig deel 14 in een uit de dekselplaat 5 gevormde vasthoudinrichting 15 is vastgeklemd.
15 Het orgaan 13 is van een kegel 16' voorzien, die een punt 16 voor het doorsteken van het openingsgebied 8 bevat, en verder van een bij de afdichtingswand 7 passend cilindrisch afdichtingsvlak 17, die beide uit een hiervoor in aanmerking kanende organische kunststof zijn vervaardigd.
20 Binnen de omgezette rand 3 kan een kegelvormig buitenste gedeelte van een bodem 18 van een volgende houder 19 worden gestapelde Hierbij blijkt dat alle eerder beschreven elementen van de dekselplaat 5 van de houder 1 in de in fig. 1 af geheelde ruststand op een bepaalde afstand van het buitenantreksvlak 20 25 van de bodem 18 van de houder 19 zijn gelegen, zodat de in fig. 1 afgebeelde houders 1, 19 ook zondermeer op elkaar kunnen worden gestapeld.
In fig. 2 is het vervaardigen van het openingsgebied 8 met de geringere blikdikte af geheeld. Een dieptrekstempel 21 30 wordt in de richting van de pijl 22 ten opzichte van een dieptrek-matrijs 23 verplaatst, die op zijn beurt in de richting van de pijl 24 naar het openingsgebied 8 toe kan worden bewogen. Door de tussen de beide elementen 21, 23 werkzame dieptrekkracht wordt het blik in het openingsgebied 8 op de gewenste waarde verdund.
35 In het midden bezit de dieptrekstempel 21 een in een punt uitlopend kegelvormig verlengstuk 25, waardoor tijdens het dieptrekken 8200422 • w -8- een hierbij passend iverdiept beginpunt 26 in het openingsgebied 8 wordt gevormd. Tegelijkertijd wordt de afdichtingswand 7 door de dieptrekstempel 21 op de juiste maat gebracht.
Cm de houder 1 te openen wordt het orgaan 13 vanuit 5 de ruststand volgens fig. 1 er van uit de vasthoudinrichting 15 losgemaakt en bij een blijvende vaste verbinding met het deksel 4 door. middel van de band 12 over ongeveer 180° omgezwenkt en met zijn punt 16 qp het beginpunt 26 geplaatst. De punt 16 dringt bij het uitoefenen van een bepaalde druk op het orgaan 10 13 in de omgeving van het beginpunt 26 door het openingsgebied 8 heen, waardoor op dit moment een vereffenen van de in de houder 1 heersende overdruk ten opzichte van de omgeving er buiten wordt mogelijk gemaakt. Wanneer met het uitoefenen van een druk op het orgaan 13 wordt doorgegaan, komt dit orgaan 13 15 tenslotte in de in fig. 3 afgebeelde diepste ±and, waarin het openingsgebied 8 meer en meer in een aantal met het ondereinde van de afdichtingswand 7 verbonden sectoren is opengescheurd. Hierdoor ontstaat in het openingsgebied 8 een opening 27, waardoor de in de houder 1 aanwezige drank na het verwijderen 20 van het orgaan 13 kan worden uitgegoten of opgedronken. Bij pauzen tussen het drinken kan het orgaan 13 wederan in de in figuur 3 af gebeelde stand worden gebracht, waarin het afdichtvlak 17 onder voldoende afdichting tegen de hierbij passende afdichtingswand 7 aanligt en waarbij in elk geval een indringen van vreemde 25 lichamen of insecten door de opening 27 wordt verhinderd.
In de volgende figuren zijn dezelfde onderdelen als in de figuren 1 t/m 3 van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 bezit het openingsgebied 8 tenminste bij benadering dezelfde blikdikte 30 als het resterende gebied 9, terwijl het openingsgebied bovendien van verzwakkingslijnen 28 t/m 31 is voorzien. Elke verzwakkingslijn 28 t/m 31 is recht uitgevoerd en deze lijnen snijden zich in het middelpunt van het openingsgebied 8, dit wil zeggen het ...beginpunt 26.
35 Zoals uit fig. 5 blijkt, is het beginpunt 26 ten op zichte van de verzwakkingslijn 28 t/m 31 nog dieper uitgevoerd, 8200422 * « -9- en wel cm enerzijds het in het midden plaatsen van de punt 16 van het orgaan 13 op het openingsgebied 8 te vergemakkelijken en anderzijds het aanvankelijke door steken van dit openingsgebied 8 te vergemakkelijken.
5 In fig. 6 is het manent af geheeld, waarop het orgaan 13 in de diepste stand er van tot in de inwendige ruimte van de houder 1 is gedrongen. Hierbij is het openingsgebied 8 langs de verzwakkingslijnen 28 t/m 31 in de vorm van sectoren open gescheurd en is aan de buitenrand van het openingsgebied 8 10 bij de overgang naar het resterende gebied 9 een af dicht ingswand 7 gevormd, die op voldoende af dichtende wijze met het afdichtings-vlak 17 van het orgaan 13 samenwerkt.
In fig. 7 is wedercm een andere uitvoeringsvorm van het openingsgebied 8 afgebeeld. De verzwakkingslijnen 32 t/m 38’ 15 zijn hier alleen in een buitenring 40 uitgevoerd, waardoor een middelste gebied 39 is cmgeven. De denkbeeldige verlengstukken van de verzwakkingslijnen 32 t/m 38’ lopen door het beginpunt 26 in het midden van het openingsgebied 8. De buitenring 40 bezit tenminste bij benadering dezelfde blikdikte als het 20 resterende gebied 9, terwijl het middelste gebied 39 in tegenstelling hiermee een geringere blikdikte bezit. Deze verhoudingen zijn bijzonder duidelijk in fig. 8 te zien. Het beginpunt 26 is ook in dit geval als eenverdieping in het middelste gebied 39. uitgevoerd, 25 De uitvoeringsvorm volgens fig. 7 bevat in zoverre een bijzonderheid, dat de buitenste eindpunten van de verzwakkingslijnen 35, 36 hierin bij wijze van voorbeeld door middel van een rechte als scharnier fungerende verzwakkingslijn 41 zijn verbonden, en dat de buitenste eindpunten van de verzwakkings-30 lijnen 36, 37 door een volgens de buitenomtrek van het openingsgebied 8 gebogen en als scharnier fungerende verzwakkingslijn 42 zijn verbonden. Hierdoor wordt het openen van de door de verzwakkingslijnen 32 t/m 38’ bepaalde sectoren van het openingsgebied 8 bij het insteken van het orgaan 13 vergemakkelijkt.
35 Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 9 sluit aan de kegel 16’ van het orgaan 13 in axiale richting een tussendeel 50 aan, 8200422 ψ -10- en sluit aan dit tussendeel 50 het in dwarsrichting ten opzichte van de lengteas van het orgaan 13 voorbij een buitenste omtreks- lijn 51 van de kegel 16' naar buiten uitstekend afdichtingsvlak 17 van het orgaan 13 aan. Wanneer het orgaan 13 net zijn punt 5 16 in het openingsgébied 8 wordt gedrukt, scheurt dit openings- gebied 8 in toenemende mate in de vorm van' èïg. 9 af geheelde list becrin sectoren open, die volgens fig. 6 intnog tegen de kegel 16' aanliggen. Wanneer het orgaan 13 nu nog verder in de inwendige ruimte van deiiouder 1 wordt gedrukt, wordt door de buitenste 10 omtrekslijn 51, waardoor volgens fig. 9 een onderste begrenzing van het tussendeel 50 wordt gevormd,een uit elkaar spreiden van de open gescheurde sectoren van het openingsgebied 8 bewerkstelligd, totdat de schotel 14 tegen de als aanslag werkzame ribbe 6 aan komt te liggen. Deze eindtoestand is in fig. 9 afgeheeld.
15 Hierbij ligt het afdichtingsvlak 17 van het orgaan 13 tegen de afdichtingswand 7 van het deksel 4 aan.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 10 sluit aan de kegel 16' van het orgaan 13 een cirkelvormige cilinder met de diameter van de buitenste omtrekslijn 51 van de kegel 16' aan.
20 Deze cirkelvormige cilinder wordt door het tussenvlak 50 en het afdichtingsvlak 17 gevormd.
Wanneer de kegel 16’ volgens fig. 10 in toenemende mate in het openingsgebied 8 wordt gedrukt, kernen de hierbij ontstane open scheurende sectoren van het openingsgebied 8 25 op dezelfde wijze als bij het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 9 eerst tegen het buitenvlak van de kegel 16' aan te liggen, totdat een tussentoestand wordt bereikt, die in de linkerhelft van fig. 10 is afgebeeld. In deze tussentoestand bevindt het tussenvlak 50 zich tegenover de afdichtingswand 7. Wanneer het 30 orgaan 13 nu vanuit deze tussentoestand verder in de inwendige ruimte van de houder 1 wordt gedrukt, dan vindt door middel van de met de buitenste omtrekslijn 51 van de kegel 16' overeenkomende onderkant van het tussenvlak 50 in toenemende mate een uiteenspreiden van de sectoren van het openingsgebied 8 35 plaats, toidat deze in de in de rechterhelft van figuur 10 af geheelde eindstand konen. In deze eindstand ligt het af dicht- 8200422 ^ * -11- vlak 17 op af dichtende wijze tegen de afdichtingswand 7 aan.
De schotel 14 is dan in aanraking met de bovenwand van de ribbe 6. Het uit elkaar spreiden van de sectoren van het qpeningsgebied 8 in de richting van de pijlen 52 leidt op dezelfde 5 wijze als bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 9 tot het vergroten van de opening 27 in het deksel 4.
Volgens fig. 11 zijn het openingsgébied 8 en het orgaan 13 in hun ruststand direct naast elkaar in de nabijheid van de omgezette rand 3 aangebracht.
10 Zoals uit fig. 12 blijkt is het orgaan 13 uit organische kunststof vervaardigd en is door middel van een uitsparing 47 op losneembare wijze snappend on een als klinknagelkop uitgevoerd vasthoudelement 48 aangebracht, dat uit het resterende gebied 9 naar buiten steekt. De flexibele band 12 is enerzijds door 15 middel van een vormproces aan de rand van de schotel 14 bevestigd en anderzijds volgens fig. 13 met behulp van het oog 11 in een gekramde antreksgroef 49 van de ribbe 6 vastgemaakt.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 14 is een tussenring 53 met een verdikte rand 54 aan de onderkant snappend 20 in de omtreksgroef 49 van de ribbe 6 aangebracht, zodat deze hierdoor wordt vastgéhouden. Tussen de rand 54 en de dekselplaat 5 is het oog U. van de flexibele band 12 evenzo op snappende wijze in de antreksgroef 49 aangebracht. Op alternatieve wijze ' kan de band 0L2 ook door middel van een vormproces aan de tussen-25 ring 53 zijn Bevestigd.
Biet andere einde van de band 12 is door een vormproces aan het midden van de schotel 14 van het orgaan 13 bevestigd.
De schotel 14 is via een als een gasdicht ringvormig membraan uitgevoerd breukelement 55 met een juist voldoende verbindings-30 functie met de tussenring 53 verbonden. In dit geval zijn de tussenring 53, het breukelement 55 met de juist voldoende verbindingsfunctie, het orgaan 13 en de flexibele band 12 met het oog 11 er van uit een stuk uit organische kunststof vervaardigd.
35 Cm de houder 1 te openen wordt volgens fig. 14 alleen 8200422 -12- een druk boven op de schotel 14 van het orgaan 13 uitgeoefend. Hierdoor wordt het beginpunt 26 van het openingsgebied 8 door de punt 16 van de kegel 16' doorbroken. Tegelijkertijd wordt het dunne breukelement 55 met de juist voldoende verbindingsfunctie 5 open gescheurd. Het orgaan 13 dringt dan in toenemende mate in de inwendige ruimte van de houder 1 door, waardoor het openingsgebied 8 in de reeds eerder aan de hand van andere uitvoerings-voorbeelden beschreven wijze wordt geopend.
Ook in de uitvoeringsvorm volgens fig. 14 kunnen de 10 houders 1, 19 op elkaar worden gestapeld, daar het orgaan 13, de tussenring 53 en de flexibele band 12 zich onder het am-treksvlak 20 van de bodem 18 van de bovenste houder 19 bevinden.
8200422
Claims (16)
1. Deksel uit metaal cm een houder voor het opnemen van vloeistof af te sluiten, die van een niet geperforeerde dekselplaat is voorzien, welke door een omgezette rand is cmgeven en tenminste één openingsgébied bevat, waarbij elk 5 openingsgebied ten opzichte van het resterende gebied van de dekselplaat verzwakt is, en waarbij aan het deksel buiten het tenminste enkele openingsgebied voor elk openingsgebied een orgaan is aangebracht on dit openingsgebied door te steken en de aldus gemaakte opening wederom af te sluiten, met het 10 kenmerk, dat het orgaan met behulp van een flexibele band (12) blijvend aan het resterende gebied (9) van het deksel is vastgemaakt.
2;EfeksëLvolgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ene einde van de band (12). aan een uit het resterende gebied 15 (91 van de dekselplaat gevormde klinknagelkop (10) is vastgemaakt.
3. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk openingsgebied (8) door een uit het resterende gebied (9) gevormde ribbe (6) is omgeven, en dat één einde .van de band (12) aan deze ribbe.: (6) is vastgemaakt.
4. Deksel volgens één van de voorafgaande conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat een uitsparing (47) van het orgaan (13) op losneembare wijze doch in aangrijping rondom een vasthoudelement (48) is aangébracht, dat uit het resterende gebied (9) van het deksel naar buiten steekt.
5. Deksel volgens één van de voorafgaande conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat het orgaan (13) op losneembare wijze door een vasthoudinrichting (15) in het resterende gebied (9) van het deksel wordt vastgehouden.
6. Deksel volgens één van de voorafgaande conclusies 30. t/m 3, met het kenmerk, dat elk openingsgebied (8) door een uit het resterende gebied (9). gevormde ribbe (6) is omgeven, de alsmede dat met deze ribbe (6) een zich voorbij ribbe (6) heen -naar buiten uitstrekkende tussenring (53) is gekoppeld, en dat het orgaan (13) cm het openingsgebied (8) door te steken 8200422 -14- met behulp van tenminste één breukelement (55) met een juist voldoende verbindingsfunctie met de tussenring (53) is verbonden.
7. Deksel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het drukelement (55) met een juist voldoende verbindingsfunctie als 5 een gasdicht ringvormig membraan is uitgevoerd.
8. Deksel volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de tussenring (53) alsmede het tenminste enkele breukelement (55) met een juist voldoende verbindingsfunctie, het opgaan (13) en de flexibele band (12) tezamen uit één stuk uit organische 10 kunststof zijn vervaardigd.
9. Deksel volgens één van de voorafgaande conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat elk orgaan (13) van een kegel (16') met een punt (16) in het midden is voorzien, en dat elk openings-gebied (8) van een met deze punt (16) samenwerkend ...verdiept 15 beginpunt (26) is voorzien.
10. Deksel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat elk openingsgebied (8) van verzwakkingslijnen (28 t/m 31) is voorzien, die elkaar in het beginpunt (26) snijden.
11. Deksel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat 20 elk openingsgebied (8) van een buitenring (40) is voorzien, die een middelste gebied (39) angeeft en bij benadering tenminste dezelfde materiaaldikte als het resterende gebied bezit, en verder van een aantal naar het middelste gebied (39) heenlopende verzwakkingslijnen (32 t/m 38') is voorzien, en dat dit middelste 25 gebied (39) met een geringere materiaaldikte als het resterende gebied (9) is uitgevoerd.
12. Deksel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de denkbeeldige verlengstukken van de verzwakkingslijnen elkaar in het beginpunt (26) in het middelste gebied (39) snijden.
13. Deksel volgens één van de voorafgaande conclusies 10 t/m 12, met het kenmerk, dat zich tussen elk tweetal buitenste eindpunten van op elkaar volgende verzwakkingslijnen (35, 36, 37) een als schamieringslijn fungerende verzwakkingslijn (41; 42) uitstrekt.
14. Deksel volgens één van de voorafgaande conclusies 8200422 -15- 9 t/m 13, met het kenmerk, dat in axiale richting aan de kegel (16') een tussendeel (50) van het orgaan (13) aansluit en aan dit tussendeel (50) een zich dwars ten opzichte van de lengteas van het orgaan (13) uitstrekkenen via een buitenste 5 omtrekslijn (51) van de kegel (16') naar buiten uitstekend afdichtvlak (17) aansluit, dat met een afdichtingswand (7) van de ribbe (6) in de dekselplaat samenwerkt.
15. Deksel volgens één van de voorafgaande conclusies 9 t/m 13, met het kenmerk, dat tussen een in dwarsrichting 10 van het orgaan (13). geziene buitenste omtrekslijn (51) van de kegel (16’) en een met een afdichtingswand (7) van de ribbe (61 in de dekselplaat samenwerkend afdichtingsvlak (17) van het orgaan (131 een tussendeel (50) is aangebracht.
16. Deksel in hoofdzaak als beschreven in de beschrijving 15 en/of afgebeeld in de figuren. 8200422
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3103634 | 1981-02-04 | ||
DE3103634 | 1981-02-04 | ||
DE19823201469 DE3201469A1 (de) | 1981-02-04 | 1982-01-19 | Wiederverschliessbarer metalldeckel fuer eine dose fuer fluessige fuellgueter |
DE3201469 | 1982-01-19 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8200422A true NL8200422A (nl) | 1982-09-01 |
Family
ID=25790935
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8200422A NL8200422A (nl) | 1981-02-04 | 1982-02-04 | Metalen deksel voor een houder van vloeibare stoffen, die wederom met het deksel is af te sluiten. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3201469A1 (nl) |
DK (1) | DK47982A (nl) |
FR (1) | FR2499029A1 (nl) |
GB (1) | GB2094276A (nl) |
IT (1) | IT8267115A0 (nl) |
NL (1) | NL8200422A (nl) |
SE (1) | SE8200590L (nl) |
Families Citing this family (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
USRE32927E (en) * | 1983-10-31 | 1989-05-23 | Reynolds Metals Company | Resealable container closure |
US4574975A (en) * | 1984-09-20 | 1986-03-11 | Reynolds Metals Company | Resealable container closure |
US4793510A (en) * | 1987-07-13 | 1988-12-27 | Reynolds Metals Company | Resealable container closure |
JPH0613068Y2 (ja) * | 1989-02-13 | 1994-04-06 | 日本製紙株式会社 | 口栓付紙容器 |
DE4111364A1 (de) * | 1991-04-09 | 1992-10-15 | Horst Roethig Fa | Dose mit dosenoeffner |
US5540352A (en) * | 1991-07-24 | 1996-07-30 | American National Can Company | Method and apparatus for reforming can bottom to provide improved strength |
NL1009511C2 (nl) * | 1998-06-29 | 2000-01-04 | Tel Developments B V | Houder voor een vloeistof of dergelijke. |
GB0419778D0 (en) * | 2004-09-07 | 2004-10-06 | Bibb Paul | Drinks containers |
DE102005004759A1 (de) * | 2005-02-01 | 2006-08-10 | Ball Packaging Europe Gmbh | Wiederverschliessbare Dose und Verfahren zu deren Herstellung |
GB2440392A (en) * | 2006-07-22 | 2008-01-30 | Alan Elder | System for piercing liquid/fluid containers |
SE531748C2 (sv) * | 2007-10-17 | 2009-07-28 | Piren Venture Ab | Återförslutbar förpackning |
AT512874A1 (de) * | 2012-05-08 | 2013-11-15 | Moser Kurt | Vorrichtung zum wiederverschließbaren Öffnen eines Behälters |
-
1982
- 1982-01-19 DE DE19823201469 patent/DE3201469A1/de not_active Withdrawn
- 1982-02-01 GB GB8202818A patent/GB2094276A/en not_active Withdrawn
- 1982-02-02 SE SE8200590A patent/SE8200590L/ not_active Application Discontinuation
- 1982-02-02 IT IT8267115A patent/IT8267115A0/it unknown
- 1982-02-03 FR FR8201686A patent/FR2499029A1/fr not_active Withdrawn
- 1982-02-04 NL NL8200422A patent/NL8200422A/nl not_active Application Discontinuation
- 1982-02-04 DK DK47982A patent/DK47982A/da not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT8267115A0 (it) | 1982-02-02 |
GB2094276A (en) | 1982-09-15 |
FR2499029A1 (fr) | 1982-08-06 |
DE3201469A1 (de) | 1982-08-26 |
SE8200590L (sv) | 1982-08-05 |
DK47982A (da) | 1982-08-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6116446A (en) | Stoppers for individual bottle-type beverage container | |
US4403709A (en) | Drinking and pouring aid for containers of beverages and other liquids | |
US4187954A (en) | Beverage container lid | |
US4442949A (en) | Tear open closure assembly | |
EP0268538A1 (fr) | Bouchon pour récipient fermé initialement par un opercule perforable | |
US4895282A (en) | Dispensing closure with pull tab for enlarging orifice | |
NL8200422A (nl) | Metalen deksel voor een houder van vloeibare stoffen, die wederom met het deksel is af te sluiten. | |
RU2502655C2 (ru) | Крышка | |
US7427005B1 (en) | Dispensing closure, package and method of assembly with film seal piercing | |
US7810681B2 (en) | Internal container bore mount fitment | |
RU2264961C2 (ru) | Открывное приспособление | |
HU224048B1 (hu) | Tartály élelmiszerek számára | |
IL38889A (en) | Liquid pouring spout provided with vent grooves | |
US8770450B2 (en) | Cylindrical spout for disposable cartons | |
JP2531916B2 (ja) | 容器用蓋 | |
SK92999A3 (en) | Drink or other liquid container with unfolding spout | |
EP3768603B1 (en) | Dispensing system | |
RU2667455C2 (ru) | Накладной колпачок с механизмом, упрощающим открытие контейнера и прямое употребление в пищу содержимого контейнера, способ употребления в пищу содержимого контейнера с накладным колпачком, емкость с накладным колпачком | |
JPH10218209A (ja) | バージンシール付き樹脂製キャップ | |
EP1136387B1 (fr) | Emballage distributeur alimentaire comportant un récipient externe autoportant et un récipient interne déformable | |
EP1052181A1 (en) | Can for granular food products with selective dosing system | |
EA038169B1 (ru) | Пластиковая емкость со средством открытия | |
JPH0999946A (ja) | 容器の蓋 | |
US20060070994A1 (en) | Apparatus and method for packing, opening a hermetically sealed container, as well as for protecting the contents of an opened container and the cap of an unopened container from external contaminants | |
JPS5916276Y2 (ja) | 壜蓋 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |