NL1030652C2 - Werkwijze voor het verbeteren van een dijkconstructie, alsmede aldus verbeterde dijkconstructie. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het verbeteren van een diikconstructie, alsmede aldus verbeterde diik-constructie

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verbeteren van een 5 dakconstructie die een dijklichaam of kem uit stortsteen omvat met een gesloten dijkta-lud op het dijklichaam alsmede een open teenconstructie die enerzijds aansluit op het dijktalud en anderzijds op de bodem.

Dijkconstructies zoals havenhoofden zijn bedoeld om bijvoorbeeld de uitmonding van havens te beschermen tegen ongunstige golfcondities en stromingscondities. Het 10 dijklichaam of de kem moet daartoe verschillende functies kunnen vervullen. Allereerst moet het materiaal daarvan een voldoend grote stabiliteit bezitten, zodanig dat het dijklichaam tijdens de bouwfase niet wordt aangetast door de golfbewegingen van het water. Op de bodem wordt daartoe allereerst een laag grind gestort, die aan weerszijden wordt begrensd door zinkstukken. Op deze laag grind en de zinkstukken wordt vervol-15 gens een breuksteenstorting aangebracht. Deze breuksteenstorting dient als ondergrond waarop het zogenaamde kruinelement en een toplaag uit steenasfalt worden gefundeerd. De breuksteenstorting dient daarnaast geschikt te zijn als overgangsconstructie voor de aansluitende teenconstructie en bodembescherming.

Een dergelijke dakconstructie staat bloot aan interne belastingen, die worden 20 veroorzaakt door de externe niveauverschillen van het water, zoals ten gevolge van getijbewegingen en golven. Het zeewater kan via de teenconstructie doordringen tot in de kem, zodanig dat de waterstand in de kem in het bijzonder de langzamere, laagfre-quente bewegingen van het getij goed kan volgen. Snellere bewegingen, zoals golfbewegingen, worden echter minder snel gevolgd in het inwendige van het dijklichaam.

25 Daarbij kunnen zich twee verschillende situaties voordoen. In de eerste situatie kan de dakconstructie geheel gevuld zijn met water. De druk in het water kan zich snel voortplanten in de kem, tot tegen het kruinelement en de laag steenasfalt. In de tweede situatie is de dijkconstructie slechts gedeeltelijk gevuld met water. De waterstand is dan lager dan het niveau van de kruin.

30 Een dergelijke dijkconstructie staat derhalve bloot aan voortdurende stromingsin- vloeden, getij-invloeden en golfinvloeden. Gedurende de jaren ontstaat daarbij schade die blijkt samen te hangen met de constructie. Wanneer de dijkconstructie blootstaat aan wisselende watemiveaus als gevolg van het getij en van golfbewegingen, treden, _1 0306 5?_ 2 zoals reeds genoemd, in de kern wisselende waterdrukken op. Ook stroming kan wisselende waterdrukken in de kem opleveren. Als gevolg daarvan kan het gesloten dijktalud | bloot komen te staan aan opwaarts gerichte krachten, die uiteindelijk tot het omhoog i duwen of opklappen van het dijktalud aanleiding kunnen geven.

5 Met als doel dit probleem te ondervangen zijn zware blokken, in het bijzonder betonnen blokken op het dijktalud aangebracht. Deze blokken moeten een tegengewicht leveren dat het omhoog duwen of afschuiven van het dijktalud moet voorkomen of tegenwerken. Het probleem daarbij is echter dat zelfs relatieve zware betonnen blokken niet voldoende stabiel zijn. In de praktijk blijkt namelijk dat deze blokken als gevolg 10 van stormen, zware stroming en dergelijke verplaatst worden. Daardoor treedt toch weer het gevaar op dat het dijktalud, onder invloed van de wisselende waterdrukken in de kem, omhoogklapt en beschadigd wordt. De onderhoudskosten van de dakconstructie blijven daardoor relatief hoog.

Ondanks de hiervoor beschreven maatregelen blijft derhalve het dijktalud onvol-15 doende stabiel met betrekking tot de waterdrukken in de kem van de dakconstructie. In het bijzonder de variaties in die waterdrukken leidden ertoe dat het dijktalud verplaatst kan worden en daardoor beschadigd kan worden. Er bestaat daarom behoefte aan maatregelen waarmee de stabiliteit van het dijktalud kan worden verbeterd. In het bijzonder komt in dat verband in aanmerking het verlagen van de belastingen op het dijktalud. 20 Doel van de uitvinding is een oplossing te bieden voor dit probleem.

Dat doel wordt volgens de uitvinding bereikt door aanbrengen van een afsluiting tussen het dijktalud en de bodem. Als gevolg van deze afsluiting wordt verhinderd dat in het inwendige van de dakconstructie te grote drukverhogingen optreden als gevolg van hoge waterstanden en golfbewegingen. Door het achterwege blijven van dergelijke 25 drukverhogingen wordt de stabiliteit van de steenasfaltlaag gunstig beïnvloed. Deze staat nu minder bloot aan opwaarts gerichte krachten, waardoor het risico van opklappen aanzienlijk is verminderd.

De afsluiting wordt bij voorkeur aangebracht in de open teenconstmctie. Dat kan op vele verschillende manieren worden uitgevoerd. Volgens een efficiënte manier om-30 vat de werkwijze volgens de uitvinding het aanbrengen van een aantal boorgaten door het dijktalud tot in de bodem, alsmede het inbrengen van een grout in de boorgaten voor het vormen van de afsluiting.

_1 0306 5 2_ 3

Op bekende wijze kan de open teenconstructie uit het losgestapeld steenmateriaal bestaan. Volgens de uitvinding worden nu de boorgaten aangebracht door dat losgestapelde steenmateriaal.

De uitvinding betreft verder een dijkconstructie met een dijklichaam uit stort-5 steen, een gesloten dijktalud op het dijklichaam alsmede een open teenconstructie die zich uitstrekt tussen het dijktalud en de bodem. Volgens de uitvinding is daarbij voorzien dat zich tussen het dijktalud en de bodem een afsluiting uitstrekt.

De uitvinding zal vervolgens worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

10 Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door een dijkconstructie volgens de stand van de techniek.

Figuur 2 toont een detail van de open teenconstructie van de dijkconstructie volgens figuur 1.

Figuur 3 toont in dwarsdoorsnede een schema met de uitwendige en inwendige 15 belastingen op de dijkconstructie.

Figuren 4 en 5 tonen verschillende fases bij het aanbrengen van de afdichting.

Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede door de gerede dijkconstructie volgens de uitvinding.

De in figuur 1 weergegeven dijkconstructie 1 bevindt zich in een waterlichaam 2 20 waarvan de bodem met het verwijzingscijfer 3 is aangeduid. De dijkconstructie 1 bestaat uit een kern 4 van stortsteen, die is gestort op een laag grof grind 5 die op de bodem 3 rust. Aan weerszijden is de laag grof grind 5 omzoomd door zinkstukken 6. De kern 4 is bedekt door een dijktalud 7, bestaande uit een steenasfaltlaag 8. Op de kruin 9 van het dijktalud 7 is een zogenaamd kruinelement 10 geplaatst.

25 Het dijktalud 7 sluit aan op een open teenconstructie 11, die losgestapeld steen materiaal 12 omvat. In figuur 2 is een open teenconstructie 11 op grotere schaal weergegeven. Het losgestapelde steenmateriaal 12 strekt zich uit vanaf het zinkstuk 6 over de stortsteen van de kern 4. Verder zijn de betonblokken 13 weergegeven, die zich vanaf het steenmateriaal 12 van de open teenconstructie uitstrekken tot op de steenasfalt-30 laag 8 van het dijktalud 7. Bovendien zijn op het talud 7 relatieve zware betonblokken 14 aangebracht, die ten doel hebben het talud 7 te stabiliseren. In de praktijk is namelijk gebleken dat het talud 7 blootstaat aan opwaarts en naar buiten gerichte krachten, die worden opgewekt door variaties in de waterstand.

1naofis2_ 4

Een en ander is schematisch weergegeven in figuur 3. Aldaar is tevens de situatie weergegeven waarbij een relatief grote golf 15 loodrecht op het talud 7 afkomt. Boven de open teenconstructie 11 is de golftop aanwezig, terwijl het talud 7 voor een groot deel nog droogstaat. Deze hoge golf 15, en in het bijzonder natuurlijk de golftop, wekt 5 een relatief hogedruk op die zich door de open teenconstructie 11 voortplant tot in de kern 4. Daardoor wordt het drukverschil ter plaatste van gedeelte van het talud 7 dat nog droog is, extra groot. Als gevolg van daarbij optredende grote drukverschillen kan, zoals hiervoor reeds genoemd, het talud 7 opklappen en beschadigd worden.

Deze ongewenste drukopbouw kan volgens de uitvinding worden tegengegaan 10 door de afsluiting 16 aan te brengen, zoals weergegeven in figuur 6. In de figuren 4 en 5 is op een schematische wijze een voorbeeld weergegeven van het aanbrengen van een dergelijke afsluiting 16.

Volgens een eerste stap wordt met de hulp van een vaartuig 17 dat is voorzien van een boorinrichting of hei-inrichting 19, bevestigd aan de armen 18, een buis 20 15 ingebracht door het talud 7. Deze buis reikt ook door de kern 4, de laag grof grind 5 en eventueel de zinkstukken 6. De buizen 20 bezitten in him onderste gedeelte een aantal gaten 21.

Nadat aldus een reeks van dergelijke buizen 20 op regelmatige onderlinge afstanden langs de dijkconstructie is aangebracht, worden de buizen 20 gevuld met grout zo-20 als weergegeven in figuur 5. De grout verspreidt zich onder druk over het gedeelte van de buis 20 dat is voorzien van de uitlaatopeningen 22, en vormt aldus een aaneengesloten gebied dat gevuld is met grout.

Dit gebied, dat gevuld is met grout, is in figuur 6 aangeduid met het verwijzi-gingsteken 16. Nadat de grout is verhard kan door de aanwezigheid van de aldus ge-25 vormde afsluiting 16 de druk die wordt opgewekt door de golf van 15, niet doordringen tot de kern 4. Daardoor wordt het talud 7 veel minder sterk belast door opwaarts gerichte drukken, waardoor het risico van opklappen en beschadigen van het talud 7 aanzienlijk kan worden beperkt.

1030652

Claims (13)

1. Werkwijze voor het verbeteren van een dijkconstructie (1) omvattende een kern (4) uit stortsteen, een gesloten dijktalud (7) op de kem (4) alsmede een open teen- 5 constructie (11) die enerzijds aansluit op het dijktalud (7) en anderzijds op een bodem (3), gekenmerkt door het aanbrengen van een afsluiting (16) tussen het dijktalud (7) en de bodem (3).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende het aanbrengen van de afsluiting 10 (16) door de open teenconstructie (11).

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende het aanbrengen van een aantal boorgaten door het dijktalud (7) tot in de bodem (3), alsmede het inbrengen van een grout in de boorgaten voor het vormen van de afsluiting (16) . 15

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de open teenconstructie (11) losgestapeld steenmateriaal (12) omvat, omvattende de stap van het aanbrengen van de boorgaten door het losgestapelde steenmateriaal (12) .

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dijktalud (7) een steenasfaltlaag (8) omvat.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kem (4) een laag op de bodem (3) aansluitend grof grind (5) omvat, op welke laag grof grind (5) 25 zich de stortsteen (4) bevindt.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de open teenconstructie (11) tenminste gedeeltelijk op een zinkstuk (6) rust.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het aanbrengen van een afsluiting (16) die zich continu uitstrekt langs de dijkconstructie (1). _1 0 3 0 R 5 2_

9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het aanbrengen van een afsluiting (16) aan beide langszijden van de dakconstructie (1).

10. Dijkconstructie (1), omvattende een kern (4) uit stortsteen, een gesloten dijk-5 talud (7) op de kern (4) alsmede een open teenconstructie (11) die zich uitstrekt tussen het dijktalud (7) en de bodem (3), met het kenmerk dat zich tussen het dijktalud (7) en de bodem (3) een afsluiting (16) uitstrekt.

11. Dijkconstructie (1) volgens conclusie 10, waarbij de afsluiting (16) zich con-10 tinu uitstrekt.

12. Dijkconstructie (1) volgens conclusie 10 of 11, waarbij zich langs beide langszijden een afsluiting (16) uitstrekt.

13. Dijkconstructie (1) volgens een der conclusies 10-12, waarbij de afsluiting (16) zich uitstrekt door de open teenconstructie (11). _1 03065?_