NL1030351C1 - Stelsel van vloertegels, alsmede vloertegels, aansluitmiddelen en uitstroommiddelen als deel van dit stelsel. - Google Patents

Description

Stelsel van vloertegels, alsmede vloertegels, aansluitmiddelen en uitstroommiddelen- als deel van dit stelsel 5 De uitvinding heeft betrekking op een stelsel van vloertegels, waarbij elke vloertegel een sandwich omvat van een toplaag, een parallel aan de toplaag verlopende onderlaag en afstandmiddelen die een verbinding vormen tussen de toplaag en de onderlaag. Vloertegels van dit type 10 zijn bekend, bijvoorbeeld in de vorm van laminaatvloer, waarbij de toplaag bestaat uit een dunne laag hout en de afstandmiddelen bestaan uit een laag spaanplaat of een vergelijkbaar relatief goedkoop materiaal.

15 Met het stelsel van vloertegels volgens de uitvinding wordt onder andere beoogd een luchtverversingssysteem en/of verwarmingssysteem te realiseren, waarbij lucht wordt getransporteerd tussen de toplaag en de onderlaag. Het inventieve stelsel heeft daartoe als kenmerk, dat de 20 afstandmiddelen afstandhouders omvatten, die zodanig zijn uitgevoerd dat tussen de toplaag en de onderlaag een althans nagenoeg parallel aan de toplaag verlopende luchtstroom mogelijk is. Bij voorkeur zijn de afstand-houders uitgevoerd als afstandblokjes waartussen voldoende 25 ruimte is vrijgelaten om een luchtstroom te laten passeren. Met het stelsel van vloertegels kan een direct beloopbare vloer worden gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld een parketvloer, maar desgewenst kan de vloer worden voorzien van een vloerbedekking, zoals bijvoorbeeld tapijt.

30

Een gunstige uitvoeringsvorm waarmee het stelsel van vloertegels eenvoudig op een hetelucht verwarming of een ventilatiesysteem kan worden aangesloten heeft als kenmerk, dat het stelsel tevens aansluitmiddelen omvat, voor het 1030351 2 tussen de toplaag en de onderlaag voeren van een luchtstroom.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat 5 het stelsel tevens uitstroommiddelen omvat, voor het vanuit de ruimte tussen de toplaag en de onderlaag doen uitstromen van lucht in een boven de toplaag gesitueerde ruimte.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat 10 het stelsel tevens afsluitmiddelen omvat, voor het althans aan een zijde afsluiten van een vloertegel, zodat kan worden voorkomen dat lucht op een ongedefinieerde of ongewenste wijze wegstroomt.

i 15 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm waarmee op eenvoudige wijze een goede afdichting tussen naburige vloertegels kan worden verkregen heeft als kenmerk, dat de bovenplaat in een langsrichting en in een dwarsrichting ten opzichte van de onderplaat is verschoven, waardoor een sponning wordt 20 verkregen die desgewenst kan worden verlijmd.

Een gunstige alternatieve uitvoeringsvorm waarmee eveneens een goede afdichting tussen naburige vloertegels kan worden verkregen heeft als kenmerk, dat de randen van de 25 bovenplaat en/of de onderplaat zijn voorzien van een sponning of een messing en/of groef.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de bovenplaat en/of de onderplaat zijn voorzien van een uit 30 een geleidend materiaal vervaardigde laag. Op deze wijze kan een goede verdeling van de warmte worden gerealiseerd.

Bovendien kan zo een thermische verbinding met een onder de vloertegels aanwezige dragende structuur worden gerealiseerd, zodat in deze dragende structuur of in op 35 deze dragende structuur aangebrachte opslagmedia warmte kan 1 03035 1 3 worden opgeslagen. Verder kan de geleidende laag goede diensten bewijzen bij het afschermen van elektromagnetische velden.

5 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat een onderzijde van de onderlaag is voorzien van uit een veerkrachtig materiaal vervaardigde nokken, waardoor de uit vloertegels bestaande vloer feitelijk een zwevende vloer wordt die vrijwel geen contactgeluiden doorgeeft. Ook 10 kunnen de nokken worden gebruikt als een thermische verbinding tussen de uit vloertegels bestaande vloer en een daaronder gelegen dragende structuur ongewenst is.

De uitvinding heeft tevens betrekking op vloertegels, 15 aansluitmiddelen en uitstroommiddelen, als deel van een stelsel zoals dit in de voorgaande paragrafen is omschreven.

De uitvinding zal nu nader uiteen worden gezet aan de hand 20 van de volgende figuren, waarbij:

Fig. 1 schematisch in bovenaanzicht een deel van een mogelijke uitvoeringsvorm van een geprefabriceerd gebouw weergeeft; 25 Fig. 2 schematisch in bovenaanzicht een vloerelement voorzien van vloertegels volgens de uitvinding weergeeft;

Fig. 3A schematisch in zijaanzicht een vloerelement voorzien van vloertegels volgens de uitvinding 30 weergeeft;

Fig. 3B schematisch in zijaanzicht een alternatief vloerelement voorzien van vloertegels volgens de uitvinding weergeeft;

Fig. 4A schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van 35 een vloertegel volgens de uitvinding weergeeft; 1 03035 1 4

Fig. 4B deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht weergeeft; Fig. 5A schematisch een alternatieve uitvoeringsvorm van een vloertegel volgens de uitvinding weergeeft; Fig. 5B deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht weergeeft; 5 Fig. 6A schematisch een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een vloertegel volgens de uitvinding weergeeft;

Fig. 6B deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht weergeeft; Fig. 7 schematisch in doorsnede een mogelijke 10 uitvoeringsvorm van een vloertegel met uitgangsrooster weergeeft.

Fig. 1 geeft schematisch een deel van een mogelijke uitvoeringsvorm van een geprefabriceerd gebouw volgens de 15 uitvinding in bovenaanzicht weer, bestaande vier langwerpige vloerelementen la,lb,lc,ld en drie vierkante vloerelementen 2a,2b,2c waarvan de hoekpunten door kolommen 3a, 3b, .. worden ondersteund en die samen een basisvloer voor het geprefabriceerde gebouw vormen. Kolommen 3a,3b,.. 20 zijn bij voorkeur direct in de bodem verankerd, maar kunnen desgewenst ook op een fundatieplaat of in een fundatiebak of op een prefab fundering worden geplaatst. Een op deze wijze opgezet geprefabriceerd gebouw kan eenvoudig worden uitgebreid door het bijplaatsen van kolommen en additionele 25 vloerdelen. Dit kan tijdens de bouw gebeuren, bijvoorbeeld als de toekomstige bewoner een ruimere woning wenst, met een extra ruimte in de vorm van een balkon, een erker, een afdak of bijvoorbeeld een kantoorruimte, maar het kan ook naderhand plaatsvinden. Bijzonder is dat het geprefabri-30 ceerde gebouw ook kan worden uitgebreid zonder dat men daarvoor kolommen moet bijplaatsen, door additionele vloerdelen te koppelen aan vloerelementen la,lb,lc,ld en/of vloerelementen 2a,2b,2c.

1030351 5

Vloerelement 2b is hier voorzien van een kokervormig bouwelement 4, dat een centrale voorziening 5 bevat bestaande uit een verwarmingsketel, ventilatie eenheid, een stroomvoorziening en dergelijke. Vloerelement 2b vormt 5 samen met kokervormig bouwelement 4 een ruggengraat waaraan het geprefabriceerde gebouw voor een belangrijk deel zijn stevigheid ontleent. Verder zijn alle vloerelementen la,lb,lc,ld,2a,2b direct of indirect verbonden met centrale voorziening 5 via kanalen, waardoor verwarmde of desgewenst 10 gekoelde lucht en/of leidingen naar de diverse vertrekken kunnen worden geleid.

Fig. 2 geeft schematisch in bovenaanzicht een vloerelement 2 voorzien van vloertegels 6a,..,6f volgens de uitvinding 15 weer. In de hier getoonde uitvoeringsvorm rusten vloertegels 6a,..,6f op verhogingen 7, waardoor ze feitelijk boven vloerelement 2 zweven, zodat er onder de vloertegels ruimte beschikbaar is voor het leggen van leidingen en dergelijke. Bijzonder is dat vloertegels 6a,..,6f bestaan 20 uit een sandwich van een toplaag en een onderlaag, gescheiden door afstandmiddelen, zodat de ventilatie, de verwarming en eventueel de koeling van het geprefabriceerde gebouw vanuit centrale voorziening 5 kan plaatsvinden via aaneengesloten vloertegels van dit type. Met dat doel zijn 25 er verschillende typen vloertegels. Vloertegel 6a is bijvoorbeeld voorzien van een onderaansluiting 8, via welke lucht kan worden ingeblazen. Vloertegels 6c en 6f zijn voorzien van een zijaansluiting 9a respectievelijk 9b, via welke lucht kan worden ingeblazen. Men kan bijvoorbeeld 30 lucht van 22 graden Celsius blazen in zijaansluiting 9a en lucht van bijvoorbeeld 18 graden inblazen in zij aansluiting 9b, waarbij een strip 10 is aangebracht tussen vloertegels 6b,6c enerzijds en vloertegels 6e,6f anderzijds, waardoor een vooraf bepaalde temperatuurverdeling van de vloer kan 35 worden gerealiseerd. Vloertegel 6d is voorzien van een 1030351 6 uitgangsrooster 11, via welke lucht in een ruimte boven het vloerelement kan worden geblazen en van een ventilatie-spleet 12 via welke eveneens lucht in een ruimte boven het vloerelement kan worden geblazen.

5

Fig. 3A geeft schematisch in zijaanzicht een vloerelement 2 voorzien van vloertegels 6 volgens de uitvinding weer. Vloerelement 2 is vervaardigd uit beton en voorzien van een bewapening 13 en van verhogingen 7 waarop vloertegels 6 10 rusten. Verhogingen 7 zijn bij voorkeur vervaardigd uit een elastisch materiaal of ze zijn voorzien van een elastische bovenlaag, waardoor contactgeluid kan worden vermeden.

Het is ook mogelijk vloerelement 2 uit te voeren met in een langsrichting en een dwarsrichting verlopende ribben 14, 15 waarbij hoeken van vloertegels rusten op kruispunten van ribben. Een zo uitgevoerde vloer is sterk en licht en in de uitsparingen van ribben 14 kunnen desgewenst materialen worden geplaatst waarin warmte kan worden opgeslagen.

20 Fig. 3B geeft schematisch in zijaanzicht een alternatief vloerelement 2 voorzien van vloertegels 6 volgens de uitvinding weer. In deze uitvoeringsvorm is vloerelement 2 vlak uitgevoerd en zijn vloertegels 6 voorzien van noppen 15 waarmee ze op vloerelement 2 rusten. Noppen 15 zijn bij 25 voorkeur vervaardigd uit een elastisch materiaal of ze zijn voorzien van een elastische laag, waardoor contactgeluid kan worden vermeden.

Fig. 4A geeft schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van 30 een vloertegel 6 volgens de uitvinding weer. Vloertegel 6 bestaat uit een toplaag 16 en een onderlaag 17, niet zichtbaar in deze figuur, waartussen afstandhouders 18 zijn geplaatst, hier uitgevoerd als blokjes. Materialen voor toplaag 16, onderlaag 17 en afstandhouders 18 kunnen 35 afhankelijk van de toepassing worden gekozen. Toplaag 16 1030351 7 zal in het algemeen worden vervaardigd uit een relatief goedkoop houtproduct of kunststof product, omdat hij doorgaans wordt voorzien van een vloerbedekking zoals tapijt. Toplaag 16 kan echter ook bestaan uit bijvoorbeeld 5 hardhout, zodat vloertegels 6 samen een parketvloer vormen. Onderlaag 17 kan zijn vervaardigd uit een isolerend materiaal zoals kunststof als een warmtelek naar het onderliggende vloerelement 2 moet worden vermeden.

Onderlaag 17 kan daarentegen ook zijn vervaardigd uit een 10 warmtegeleidend materiaal zoals aluminium of staal als een warmtetransport naar onderliggend vloerelement 2 juist gewenst is in verband met daarin opgeslagen warmte of als vloertegels 6 samen een elektromagnetische afscherming moeten vormen. Afstandhouders 18 kunnen uit elk denkbaar 15 materiaal zijn vervaardigd, zolang ze eenvoudig op toplaag 16 en onderlaag 17 kunnen worden bevestigd en maatvast zijn. Fig. 4B geeft deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht weer, met toplaag 16, onderlaag 17 en afstandhouders 18.

20 Fig. 5A geeft schematisch een alternatieve uitvoeringsvorm van een vloertegel 6 volgens de uitvinding weer, waarbij toplaag 16 ten opzichte van onderlaag 17 is verschoven, zodat ze in verband kunnen worden gelegd en randen 19a,19b ontstaan die op afstandhouders 18 van naburige 25 vloerelementen kunnen worden gelijmd. Fig. 5B geeft deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht weer, met toplaag 16, onderlaag 17, afstandhouders 18 en rand 19a.

Fig. 6A geeft schematisch een verdere alternatieve 30 uitvoeringsvorm van een vloertegel 6 volgens de uitvinding weer, waarbij toplaag 16 rondom is voorzien van een sponning of messing/groef 20, zodat vloertegels in verband kunnen worden gelegd en onderling kunnen worden verlijmd.

1030351 8

Toplaag 16 is in de hier getoonde uitvoeringsvorm voorzien van een opening 21, waar bijvoorbeeld onder vloertegels 6 verlopende kabels doorheen kunnen worden gevoerd, bijvoorbeeld om computers en audioapparatuur te verbinden.

5 Tenslotte zijn afstandhouders 18 enigszins naar binnen geplaatst, zodanig dat tussen twee rijen afstandhouders van naburige vloertegels 6 een strip 10 kan worden geschoven, zoals dit is aangegeven in Fig. 2. Fig. 6B geeft deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht weer, met toplaag 16, 10 onderlaag 17 die wordt gevormd door twee op elkaar bevestigde metalen platen 17a,17b, die samen eveneens een sponning vormen waardoor ze in verband kunnen worden gelegd en waarmee een uitstekende elektromagnetische afscherming wordt verkregen, alsmede afstandhouders 18, sponning of 15 messing/groef 20 en strip 10.

Fig. 7 geeft schematisch in doorsnede een mogelijke uitvoeringsvorm van een vloertegel 6 weer, die via een verhoging 7 op een vloerelement 2 is geplaatst. Tevens is 20 zichtbaar een binnenmuur 22, waar vloertegel 6 op aansluit.

Periodiek is binnenmuur 22 voorzien van een uitgangsrooster 11, bestaande uit een metalen profiel, via welke lucht afkomstig uit de ruimte tussen toplaag 16 en onderlaag 17 in de ruimte boven vloertegel 6 kan worden gevoerd.

25 Afstandhouders 18 vormen daarbij geen belemmering. Om de luchtstroom te kunnen regelen is voorzien in een schematisch weergegeven klep 23.

; 1030351

Claims (10)

1. Stelsel van vloertegels, waarbij elke vloertegel een sandwich omvat van een toplaag, een parallel aan de toplaag 5 verlopende onderlaag en afstandmiddelen die een verbinding vormen tussen de toplaag er. de onderlaag, met het kenmerk, dat de afstandmiddelen afstandhouders omvatten die zodanig zijn uitgevoerd dat tussen de toplaag en de onderlaag een althans nagenoeg parallel aan de toplaag verlopende 10 luchtstroom mogelijk is.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstandhouders zijn uitgevoerd als afstandblokjes.

3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het stelsel tevens aansluitmiddelen omvat, voor het tussen de toplaag en de onderlaag voeren van een luchtstroom.

4. Stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het stelsel tevens uitstroommiddelen omvat, voor het vanuit de ruimte tussen de toplaag en de onderlaag doen uitstromen van lucht in een boven de toplaag gesitueerde ruimte.

5. Stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het stelsel tevens afsluitmiddelen omvat, voor het althans aan een zijde afsluiten van een vloertegel.

6. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat de bovenplaat in een langsrichting en in een dwarsrichting ten opzichte van de onderplaat is verschoven.

7. Stelsel volgens een der conclusies 1 t/m 5, met het 35 kenmerk, dat de randen van de bovenplaat en/of de 1 0303 5 1 onderplaat zijn voorzien van een sponning of een messing en/of groef.

8. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat de bovenplaat en/of de onderplaat zijn voorzien van een uit een geleidend materiaal vervaardigde laag.

9. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat een onderzijde van de onderlaag is voorzien van uit een veerkrachtig materiaal vervaardigde nokken.

10. Vloertegels, aansluitmiddelen en uitstroommiddelen, 15 als deel van een stelsel volgens een der voorgaande conclusies. ! 1030351