NL1030344C2 - Beeldweergaveinrichting. - Google Patents
Beeldweergaveinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1030344C2 NL1030344C2 NL1030344A NL1030344A NL1030344C2 NL 1030344 C2 NL1030344 C2 NL 1030344C2 NL 1030344 A NL1030344 A NL 1030344A NL 1030344 A NL1030344 A NL 1030344A NL 1030344 C2 NL1030344 C2 NL 1030344C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- image
- lens
- micro
- image display
- lenses
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G02—OPTICS
- G02B—OPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
- G02B30/00—Optical systems or apparatus for producing three-dimensional [3D] effects, e.g. stereoscopic images
- G02B30/50—Optical systems or apparatus for producing three-dimensional [3D] effects, e.g. stereoscopic images the image being built up from image elements distributed over a 3D volume, e.g. voxels
- G02B30/56—Optical systems or apparatus for producing three-dimensional [3D] effects, e.g. stereoscopic images the image being built up from image elements distributed over a 3D volume, e.g. voxels by projecting aerial or floating images
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Stereoscopic And Panoramic Photography (AREA)
Description
Titel: Beeldweergaveinrichting
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
1. Gebied van de uitvinding 5
Het onderhavige algemene inventieve concept heeft betrekking op een beeldweergaveinrichting in staat om een beeld te produceren in vrije ruimte en, meer in het bijzonder, op een beeldweergaveinrichting met een structuur voor het produceren van een rechtopstaand reëel beeld in vrije 10 ruimte.
2. Beschrijving van de gerelateerde techniek
In het algemeen beeldt een beeldweergaveinrichting een beeld af 15 van een object op een tweedimensionaal (2D) vlak, dat wil zeggen een scherm. Dergelijke door de beeldweergaveinrichting op het 2D vlak afgebeelde beelden zijn niet natuurlijk. In een poging dit probleem op te lossen is een verscheidenheid van beeldweergaveinrichtingen voor het produceren van een beeld in vrije ruimte ontwikkeld.
20 Een voorbeeld van een conventionele beeldweergaveinrichting is openbaar gemaakt in Amerikaans octrooi nummer 4 671 625 getiteld "Optical Apparatus for Producing a Natural, Viewable and Optically Interactive Image in Free Space " en geoctrooieerd op 9 juni 1987 welke betrekking heeft op een optische inrichting in staat om een beeld te 25 produceren in vrije ruimte.
Verwijzend naar Fig. 1 omvat de conventionele beeldweergaveinrichting een langwerpige buisvormige omhulling 3 met een 1030344 2 rechthoekige doorsnede die aan één eind door een kathodestraalbuismonitor 1 is gesloten. Binnenin de omhulling 3 is een optisch systeem verschaft. De omhulling 3 is gemaakt uit een ondoorzichtig materiaal en is voorzien van een niet-reflecterend intern oppervlak. Het binnen de omhulling geplaatste 5 optische systeem omvat een eerste convexe lens 5 en een tweede convexe lens 7 die elk een f-getal hebben tussen ongeveer 0,5 en ongeveer 1,5. De eerste en tweede convexe lenzen 5 en 7 zijn beide Fresnellenzen.
Een beeld 13 van een op de kathodestraalbuismonitor 1 afgebeeld object 11 wordt voor de convexe lens 7 geproduceerd via de eerste en tweede 10 convexe lenzen 5 en 7. Dientengevolge kan een waarnemer 10 het in vrije ruimte tussen de waarnemer 10 en de tweede convexe lens 7 zwevende beeld 13 zien.
De conventionele beeldweergaveinrichting verschaft echter een beeld dat niet rechtopstaand maar ondersteboven is (dat wil zeggen links 15 geïnverteerd). Hierbovenop dient de afstand tussen het object 11 en de tweede convexe lens 7 gelijk of groter dan de lengte van een doorsnede van het object 11 te zijn, wanneer de eerste en de tweede convexe lenzen 5 en 7 een f-getal tussen ongeveer 0,5 en ongeveer 1,5 hebben. Dientengevolge is de conventionele beeldweergaveinrichting lang en is het moeilijk om de 20 conventionele beeldweergaveinrichting compact te maken. Bovendien kunnen distorsie en chromatische aberratie problemen in het afgebeelde beeld veroorzaken wanneer een kleine lens met een f-getal van ongeveer 0,5 wordt gebruikt.
25 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het onderhavige algemene inventieve concept voorziet in een beeldweergaveinrichting die een opstaand beeld in vrije ruimte met een reductie in distorsie en chromatisch aberratie produceert die compact kan 30 worden gemaakt.
3
Additionele aspecten en voordelen van het onderhavige algemene inventieve concept zullen deels in de beschrijving die volgt naar voren worden gebracht en gedeeltelijk voor de hand liggen uit de beschrijving of worden afgeleid door toepassing van het algemene inventieve concept.
5 De voorgaande en/of andere aspecten en voordelen van het onderhavige algemene inventieve concept kunnen worden bereikt door het voorzien van een beeldweergaveinrichting voor het produceren in een beeld in vrije ruimte. De beeldweergaveinrichting omvat een behuizing voor het huisvesten van het object en omvat een opening voor het waarborgen van 10 een gezichtsveld van het object en een in de behuizing tussen het object en de opening geïnstalleerde microlensserie met een meervoud van microlenzen, waarbij de beeldweergaveinrichting een beeld van het object zo inverteert dat een opstaand reëel beeld van het object waarneembaar is in vrije ruimte.
15
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Deze en/of andere aspecten en voordelen van het onderhavige algemene inventieve concept zullen duidelijk worden en gemakkelijker 20 worden erkend uit de volgende beschrijving van de uitvoeringsvormen genomen in samenhang met de bijgesloten tekeningen waarin:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een conventionele beeldweergaveinrichting is;
Fig. 2 een doorsnede-aanzicht van een beeldweergaveinrichting 25 volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept is;
Fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een microlensserie van de beeldweergaveinrichting van Fig. 2 volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept is; 30 Fig. 4 een doorsnede-aanzicht van de microlensserie van Fig. 3 is; 4
Fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een microlensserie van de beeldweergaveinrichting van Fig. 2 volgens een andere uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept is;
Fig. 6 een doorsnede-aanzicht van de microlensserie van Fig. 5 is; 5 Fig. 7 een perspectivisch aanzicht van een microlensserie van de beeldweergaveinrichting van Fig. 2 volgens een andere uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept is;
Fig. 8 een perspectivisch aanzicht van een microlensserie van de beeldweergaveinrichting van Fig. 2 volgens een andere uitvoeringsvorm van 10 het onderhavige inventieve concept is;
Fig. 9 een perspectivisch aanzicht van een microlensserie van de beeldweergaveinrichting van Fig. 2 volgens een andere uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept is;
Fig. 10 een door de beeldweergaveinrichting van Fig. 2 15 geproduceerd reëel beeld toont; en
Fign. 11 en 12 waarnemingsbereiken tonen respectievelijk wanneer een condensorlens niet aanwezig is en wanneer een condensorlens aanwezig is in de beeldweergaveinrichting van Fig. 2.
20 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN
Verwijzing zal nu in detail worden gemaakt naar de uitvoeringsvormen van het onderhavige algemene inventieve concept 25 waarvan voorbeelden worden geïllustreerd in de bijgaande tekeningen waarbij overeenkomstige verwijzingscijfers steeds refereren naar overeenkomstige elementen. De uitvoeringsvormen worden hieronder beschreven om het onderhavige algemene inventieve concept uit te leggen terwijl naar de figuren wordt verwezen.
5
Verwijzend naar Fig. 2 omvat een beeldweergaveinrichting volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept een behuizing 26 en een binnen de behuizing 26 geplaatste microlensserie 30 voor het produceren van een beeld 50 van een object 23 dat is geplaatst in 5 een ruimte binnen de behuizing 26. Het object 23 kan een voorwerp zijn met een vooraf bepaald volume met een minimale verandering, bijvoorbeeld een voorwerp met een bas-reliëfsculptuur, een voorwerp met intaglio, of een voorwerp met een beeld, dat daarmee gelijkliggend is gevormd.
De behuizing 26, die het object 23 huisvest, heeft aan één zijde een 10 opening 26a voor het veilig stellen van een gezichtsveld van het object 23.
De opening 26a kan open zijn of de opening 26a kan met een transparant materiaal (niet getoond) zijn bedekt.
De microlensserie 30 bevindt zich tussen het object 23 en een kijker 60 en omvat een meervoud van microlenzen 31. De microlensserie 30 15 inverteert een beeld van het object 23 en projecteert het beeld 50 naar ruimte zodat de kijker 60 een opstaand reëel beeld van het object 23 kan zien. Diverse uitvoeringsvormen van de mircolensserie 30 worden hieronder beschreven.
In een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve 20 concept kan de beeldweergaveinrichting verder een binnen de behuizing 26 geplaatste belichtingseenheid 25 omvatten voor het belichten van het object 23. Hierbovenop kan de beeldweergaveinrichting verder een op een positie binnen de behuizing 26 tussen de microlensserie 30 en de opening 26a geplaatste condensorlens 40 omvatten. De condensorlens 40 heeft een 25 positief brekingsvermogen en vergroot een zichtbereik waarin het in de ruimte geproduceerde beeld 50 zichtbaar is. De condensorlens 40 kan een Fresnellens 41 zijn.
De beeldweergaveinrichting met bovengenoemde structuur produceert een rechtopstaand reëel beeld in de ruimte. In het bijzonder 30 worden drie punten a, b en c van het object 23 geprojecteerd naar drie 6 punten a', b' en c' van het beeld 50 zonder ondersteboven te worden gekeerd. Een convex oppervlak van het object 23 kan echter concaaf lijken en een concaaf oppervlak van het object 23 kan convex lijken. Aangezien het object 23 een minimale verandering in volume heeft, heeft dit echter geen 5 invloed op de kwaliteit van het opstaande reële beeld.
In het navolgende worden uitvoeringsvormen van de microlensserie 30 in detail beschreven onder verwijzing naar Fign. 3 tot 9.
Verwijzend naar Fign. 3 en 4 omvat de microlensserie 30 volgens een uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept een 10 enkele microlensserie 130 omvattende een eerste lensoppervlak 131 en een tweede lensoppervlak 135 voor het condenseren van een beeld van het object (23 in Fig. 2) terwijl het beeld tussen het eerste lensoppervlak 131 en het tweede lensoppervlak 135 passeert.
Het eerste lensoppervlak 131 omvat een meervoud van sferische 15 microlenzen met een eerste straal Ri opgesteld in een tweedimensionale (2D) serie. Het tweede lensoppervlak 135 is geplaatst aan een achterzijde van het eerste lensoppervlak 131 en omvat een meervoud van sferische microlenzen met een tweede straal R2 opgesteld in een 2D serie. Verwijzend naar Fig. 4 is het in het eerste lensoppervlak 131 opgenomen meervoud van 20 microlenzen ingericht om respectievelijk overeen te komen met het in het tweede lensoppervlak 135 opgenomen meervoud van microlenzen, zodanig dat het beeld van het object primair tussen de eerste en tweede lensoppervlakken 131 en 135 wordt gecondenseerd. Het gecondenseerde beeld wordt geïnverteerd en passeert door het tweede lensoppervlak 135.
25 Bundels van het beeld die opwaarts schuin invallend op het eerste lensoppervlak 131 zijn, worden neerwaarts gestuurd wanneer de bundels door het tweede lensoppervlak 135 passeren. Andersom worden bundels van het beeld die neerwaarts schuin invallend op het eerste lensoppervlak 131 zijn, opwaarts gestuurd wanneer de bundels door het tweede lensoppervlak 30 135 passeren. Dientengevolge bevinden de drie punten a', b' en c' van het 7 beeld 50 (zie Fig. 2) die corresponderen met de drie punten a, b en c van het object 23 (zie Fig. 2) zich op overeenkomstige posities zonder ondersteboven te worden gekeerd. Dit doet bundels van het beeld weer gericht worden naar beeldpunten a\ b' en c’ die respectievelijk overeenkomen met de 5 objectpunten a, b en c zodanig dat het beeld een rechtopstaande positie heeft. Zonder deze herrichting voor het inverteren van het beeld zou het beeld ondersteboven zijn en niet rechtop.
De eerste kromtestraal Ri van in het eerste lensoppervlak 131 opgenomen microlenzen en de tweede kromtestraal R2 van in het tweede 10 lensoppervlak 135 opgenomen microlenzen kunnen onafhankelijk worden ingesteld en kunnen waarden hebben die gelijk aan of verschillend van elkaar zijn.
Verwijzend naar Fign. 5 en 6, omvat de microlensserie 30 volgens een andere uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve 15 concept een eerste microlensserie 231 en een tweede microlensserie 235 die van elkaar zijn gescheiden. De eerste microlensserie 231 omvat een eerste lensoppervlak 232 met een meervoud van in een 2D serie opgestelde sferische microlenzen en een aan een achterzijde van het eerste lensoppervlak 232 geplaatst eerste vlak 233. De tweede microlensserie 235 20 omvat een tweede vlak 236 tegenover het eerste vlak 233 en een tweede lensoppervlak 237 met een meervoud van in een 2D serie op gestelde microlenzen aan een achterzijde van het tweede vlak 236 tegenover het eerste vlak 233. Verwijzend naar Fig. 6, is het in het eerste lensoppervlak 232 opengenomen meervoud van microlenzen opgesteld om respectievelijk 25 overeen te komen met het in het tweede lens oppervlak 237 opgenomen meervoud van microlenzen zo dat het beeld van het object primair wordt gecondenseerd tussen de eerste en tweede lensoppervlakken 232 en 237.
Verwijzend naar Fig. 7, omvat de microlensserie 30 volgens een andere uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept 30 een enkele microlensserie 330 met een eerste lensoppervlak 331 en een 8 tweede lensoppervlak 333 voor het condenseren van een beeld van het object (23 in Fig. 2) dat passeert tussen het eerste lensoppervlak 331 en het tweede lensoppervlak 333.
Het eerste lensoppervlak 331 omvat een meervoud van cilindrische 5 lenticulaire lenzen die naast elkaar zijn opgesteld. De in het eerste lensoppervlak 331 opgestelde cilindrische lenticulaire lenzen hebben een lensvorm in een X-asrichting. Met andere woorden strekken de lenticulaire lenzen zich longitudinaal in een Y-asrichting uit. Het tweede lensoppervlak 333 is aan een achterzijde van het eerste lensoppervlak 331 geplaatst en 10 omvat een meervoud van cilindrische lenticulaire lenzen die naast elkaar zijn opgesteld. De in het eerste lensoppervlak 331 opgenomen lenticulaire lenzen en de in het tweede oppervlak 333 opgenomen lenticulaire lenzen kunnen ten opzichte van elkaar symmetrisch zijn.
Verwijzend naar Fig. 8 omvat een microlensserie 30 volgens een 15 andere uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept een eerste microlensserie 431 en een tweede microlensserie 435 die van elkaar zijn gescheiden. De eerste microlensserie 431 omvat een eerste lensoppervlak 432 met een meervoud van cilindrische lenticulaire lenzen die naast elkaar zijn opgesteld, en een aan een achterzijde van het eerste 20 lensoppervlak 432 geplaatste eerste vlak 433. De tweede microlensserie 435 omvat een tweede vlak 436 dat naar het eerste vlak 433 toe is gericht en een tweede lensoppervlak 437 dat van het eerste vlak 433 is afgekeerd en met een meervoud van cilindrische lenticulaire lenzen die naast elkaar zijn geplaatst. De in het eerste lensoppervlak 432 opgenomen lenticulaire lenzen 25 zijn opgesteld om respectievelijk overeen te komen met de in het tweede lensoppervlak 437 opgenomen lenticulaire lenzen. Elk van de lenticulaire lenzen heeft een lensvorm in de X-asrichting. Met andere woorden, de lenticulaire lenzen strekken zich longitudinaal in de Y-asrichting uit. Dientengevolge treedt een horizontale parallax op zodat een door een 30 linkeroog van een kijker waargenomen beeld en verschilt van een door een 9 rechteroog van de kijker waargenomen beeld. Als resultaat kan de waarnemer een object in drie dimensies waarnemen.
Verwijzend naar Fig. 9, omvat de microlensserie 30 volgens een andere uitvoeringsvorm van het onderhavige algemene inventieve concept 5 eerste, tweede, derde en vierde microlensseries 531, 533, 535 en 537 die van elkaar gescheiden zijn opgesteld. De eerste, tweede, derde en vierde microlensseries 531, 533, 535 en 537 omvatten respectievelijk eerste, tweede, derde en vierde lensoppervlakken 532, 534, 536 en 538 met een meervoud van cilindrische lenticulaire lenzen die naast elkaar zijn 10 opgesteld.
De in het eerste lensoppervlak 532 opgenomen lenticulaire lenzen zijn opgesteld om respectievelijk te corresponderen met de in het tweede lensoppervlak 534 opgenomen lenticulaire lenzen. Elk van de lenticulaire lenzen heeft een lensvorm in de X-asrichting (d.w.z. zich uitstrekkend langs 15 de Y-asrichting). De in het derde lensoppervlak 536 opgenomen lenticulaire lenzen zijn op gesteld om te corresponderen met de in het vierde lensoppervlak 538 opgenomen lenticulaire lenzen. Elk van de lenticulaire lenzen heeft een lensvorm in de Y-asrichting (d.w.z. zich uitstrekkend langs de X-asrichting). De in de eerste en tweede microlensseries 531 en 533 20 opgenomen lenticulaire lenzen kunnen loodrecht op de in de derde en vierde microlensseries 535 en 537 opgenomen lenticulaire lenzen zijn. Als alternatief kunnen de lenticulaire lenzen van de eerste, tweede, derde en vierde microlensseries 531, 533, 535 en 537 in andere richtingen zijn opgesteld.
25 De eerste en tweede microlensseries 531 en 533 voeren in hoofdzaak dezelfde functie uit als de twee microlensseries onder verwijzing naar Fign. 3 t/m 6 omschreven met sferische microlenzen.
De volgende beschrijving betreft een door een beeldweergaveinrichting volgens verscheidene uitvoeringsvormen van het 30 onderhavige algemene inventieve concept in de ruimte geproduceerd beeld.
10
Fig. 10 illustreert een met behulp van de microlensserie 30 geproduceerd beeld. Een beeld van een object 71 is geïnverteerd en vergroot door de microlensserie 30 en gevormd op een beeldvormend vlak in een opstaande positie. Met andere woorden, een arbitrair punt d van het object 5 71 wordt geconverteerd naar punten d\ d", d"' van de respectieve eerste, tweede en derde beelden 73, 75 en 77 in een ruimte voor de microlensserie 30. Door middel van deze conversie worden eerste, tweede en derde beelden 73, 75 en 77 geproduceerd om te corresponderen met het object 71. Dat wil zeggen het beeld van het object 71 kan waarneembaar zijn volgens een 10 parallax bijvoorbeeld de eerste, tweede en derde beelden 73, 75 en 77.
Wanneer een eerste afstand tussen het punt d van het object 71 en de microlensserie 30 wordt weergegeven door Li en de eerste en de tweede brandpuntsafstanden van de microlenzen gevormd op respectievelijk tegenoverliggende oppervlakken van de microlensserie 30 worden 15 weergegeven door respectievelijk Fi en F2, voldoet een tweede afstand L2 tussen de microlensserie 30 en het met het punt d van het object 71 overeenkomend punt d' van het eerste beeld 73 aan vergelijking 1.
A=A*$- (i) Λ 20
Hier kan de eerste afstand Li in vergelijking met de conventionele beeldweergaveinrichting worden verkort en daardoor kan een compacte beeldweergaveinrichting worden voorzien.
Wanneer het punt d van het object 71 wordt geconverteerd naar 25 het punt d' van het eerste beeld 73 convergeert een conusvormige bundel met een hoek van 0 via alle in de microlensserie 30 opgenomen microlenzen. Zoals boven beschreven kunnen, aangezien de eerste, tweede en derde beelden 73, 75 en 77 worden geproduceerd via elke microlens van de 11 microlensserie 30 chromatische aberratie, sferische aberratie en distorsie worden geminimaliseerd.
De hoek Θ komt niet boven een maximale hoek van Omax uitgedrukt als vergelijking 2 5 6> = 2tan~' (2) waarbij "p" een afstand tussen in de microlensserie 30 opgenomen microlenzen aangeeft.
10 Fign. 11 en 12 illustreren waarnemingsbereiken van een beeldweergaveinrichting volgens verscheidene uitvoeringsvormen van het onderhavige algemene inventieve concept. Verwijzend naar Fig. 11 omvat een beeldweergaveinrichting geen condensorlens waarin een microlensserie 30 punten e, f en g van een object 81 naar punten e\ f en g' van een in een 15 vrije ruimte geproduceerd beeld 83 converteert. De punten e’, f en g' van een beeld 83 zijn beperkt tot een gearceerd bereik en daarom is θι een maximale hoek van het waarnemingsbereik. Verwijzend naar Fig. 12 omvat een beeldweergaveinrichting een condensorlens 40, in welke de microlensserie 30 punten h, i en j van een object 91 naar punten h', i' en j' 20 van een in vrije ruimte geproduceerd beeld 93 converteert. De punten h', i' en j' van het beeld 93 zijn beperkt tot een gearceerd bereik en daarom is 02 een maximale hoek van het waarnemingsbereik. De twee maximale hoeken θι en 02 voldoen hier aan een conditie van 02 > 0i, en daarom kan een wijder waarnemingsbereik worden verkregen wanneer een condensorlens 40 wordt 25 voorzien. Per gevolg kan een kleine en compacte beeldweergaveinrichting worden voorzien.
Zoals hierboven beschreven inverteert een beeldweergaveinrichting volgens verscheidene uitvoeringsvormen van het onderhavige algemene inventieve concept een beeld van een object met behulp van een 12 microlensserie en produceert daardoor een opstaand reëel beeld in de ruimte. Tevens kan het aantal voor het in de ruimte produceren van het beeld benodigde optische elementen worden geminimaliseerd, wanneer een microlensserie wordt gebruikt en kunnen dus al de optische elementen 5 binnen een kleine ruimte worden geplaatst. Per gevolg kan een kleine en compacte beeldweergaveinrichting op eenvoudige wijze worden gefabriceerd. Tevens kan een in de ruimte geproduceerd beeld met een breder waarnemingsbereik worden waargenomen, wanneer een condensorlens verder is voorzien in een beeldweergaveinrichting.
10 Hoewel enkele uitvoeringsvormen van het onderhavige algemene inventieve concept zijn getoond en omschreven zullen vakmensen begrijpen dat wijzigingen kunnen worden aangebracht in deze uitvoeringsvormen zonder af te wijken van de beginselen en de geest van het algemene inventieve concept waarvan het bereik wordt gedefinieerd in de bij gevoegde 15 conclusies en hun equivalenten.
1030344
Claims (19)
1. Een beeldweergaveinrichting voor het produceren van een beeld van een object in vrije ruimte omvattende: een behuizing voor het huisvesten van het object welke behuizing een opening omvat voor het waarborgen van een gezichtsveld van het 5 object; en een binnen de behuizing tussen het object en de opening opgesteld microlenarray met een meervoud van microlenzen, waarin de beeldweergaveinrichting een beeld van het object binnen het microlensarray 10 inverteert zodat een opstaand reëel beeld van het object zichtbaar is in vrije ruimte.
2. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 1, waarin het microlensarray omvat: een enkele microlensarray met een eerste 15 lensoppervlak dat een meervoud van in een tweedimensionaal serie opgestelde sferische microlenzen omvat en een aan een achterzijde van het eerste lensoppervlak geplaatst tweede lensoppervlak dat een meervoud van in een tweedimensionaal serie opgestelde sferische microlenzen omvat, en waarbij het beeld van het object primair wordt gecondenseerd bij het 20 passeren tussen het eerste en het tweede lensoppervlak.
3. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 1, waarin het microlensarray omvat: een eerste microlensarray met een eerste lensoppervlak dat een 25 meervoud van in een tweedimensionale serie opgestelde sferische microlenzen omvat; en 1030344 een van de eerste microlensarray gescheiden tweede microlensarray met een tweede lensoppervlak dat een meervoud van in een tweedimensionaal serie opgestelde sferische microlenzen omvat en het 5 beeld van het object is primair wordt gecondenseerd bij het eerste en het tweede lensoppervlak.
4. Beeldweergave inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 10 mierolensserie een enkele microlensarray omvat met een eerste lensoppervlak dat een meervoud van naast elkaar geplaatste cilindrische lenticulaire lenzen omvat, en een aan een achterzijde van het eerste lensoppervlak geplaatst tweede lensoppervlak dat een meervoud van naast elkaar geplaatste cilindrische lenticulaire lenzen omvat, en waarin het beeld 15 van het object primair wordt gecondenseerd bij het passeren tussen het eerste en het tweede lensoppervlak.
5. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 4, waarin de cilindrische lenticulaire lenzen van het eerste oppervlak en de cilindrische 20 lenticulaire lenzen van het tweede oppervlak symmetrisch zijn.
6. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 1, waarin de microlensarray omvat: een eerste microlensarray met een eerste lensoppervlak welke een 25 meervoud van naast elkaar geplaatste cilindrische lenticulaire lenzen omvat; en een van de eerste microlensarray gescheiden tweede microlensarray met een tweede lensoppervlak welke een meervoud van naast elkaar geplaatste cilindrische lenticulaire lenzen omvat en het beeld van het object primair wordt gecondenseerd bij het passeren tussen het eerste en het tweede lensoppervlak.
7. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 6, waarin de cilindrische lenticulaire lenzen van het eerste lensoppervlak en de cilindrische lenticulaire lenzen van het tweede oppervlak symmetrisch zijn.
8. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 7, waarin de 10 microlensarray verder omvat: een van de tweede microlensarray gescheiden derde microlensarray met een derde lensoppervlak dat een meervoud van naast elkaar geplaatste cilindrische lenticulaire lenzen omvat; en een van de derde mierolensserie gescheiden vierde 15 microlensarray met een vierde lensoppervlak dat een meervoud van naast elkaar geplaatste cilindrische lenticulaire lenzen omvat.
9. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 8, waarbij de 20 cilindrische lenticulaire lenzen van het derde lensoppervlak en de cilindrische lenticulaire lenzen van het vierde oppervlak symmetrisch zijn, en de cilindrische lenticulaire lenzen van de derde en vierde lensoppervlakken zijn opgesteld in een andere richting dan de cilindrische lenticulaire lenzen van de eerste en tweede lensoppervlakken. 25
10. Beeldweergaveinrichting volgens een of meer der conclusies 1-9, verder omvattend: een binnen de behuizing tussen het microlensarray en de opening opgestelde condensorlens met een positief brekingsvermogen.
11. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 10, waarbij de condensorlens een Fresnellens omvat.
12. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 10, verder omvattend: een binnen de behuizing geplaatste belichtingseenheid voor het belichten van een binnenzijde van de behuizing.
13. Beeldweergaveinrichting volgens een of meer der conclusies 1-12, 10 verder omvattend: een binnen de behuizing geplaatste belichtingseenheid voor het belichten van een binnenzijde van de behuizing.
14. Beeldweergaveinrichting volgens een of meer der conclusies 1-12, 15 waarin het microlensarray omvat één van: een meervoud van sferische lenzen; en een meervoud van cilindrische lenzen.
15. Beeldweergaveinrichting volgens een of meer der conclusies 1-14, 20 waarin het meervoud van microlenzen omvat een eerste lensdeel met een eerste brandpuntsafstand Fi voor het ontvangen van bundels van het beeld van een objectpunt, een tweede lensdeel met een tweede brandpuntsafstand F2 voor het uitvoeren van de bundels van het beeld naar een beeldpunt, en de eerste brandpuntsafstand Fi en de tweede brandpuntsafstand F2 25 zijn gerelateerd door: L2 = Li x F2/F1 waarin Li een eerste afstand van het objectpunt naar het microlensarray is en L2 een tweede afstand van het beeldpunt naar het microlensarray is.
16. Beeldweergaveinrichting volgens conclusie 15 waarbij een maximale gezichtshoek wordt gegeven door 0™« = 2tan“' (p/2F2) waarin p een afstand tussen het meervoud van microlenzen representeert. 5
17. Een microlensarray bruikbaar in een beeldweergaveinrichting omvattend: een eerste lensoppervlak met een eerste meervoud van microlenzen voor het ontvangen van beeldbundels van een objectvlak en 10 voor het inverteren van het ontvangen beeld; en een tweede lensoppervlak met een tweede meervoud van microlenzen voor het uitvoeren van de geïnverteerde beeldbundels naar een beeldvlak in vrije ruimte en voor het vormen van een beeld daarop.
18. Microlensarray volgens conclusie 17 waarbij het eerste lensoppervlak en het tweede lensoppervlak een ruimte daartussenin hebben.
19. Werkwijze van een beeldweergaveinrichting omvattend een 20 microlensarray, waarbij de werkwijze omvat: ontvangen van beeldbundels van een objectvlak bij een eerste lensoppervlak met een eerste meervoud van microlenzen die elk een eerste brandpuntsafstand Fi hebben en inverteren van het ontvangen beeld: en 25 projecteren van de geïnverteerde beeldbundels van een tweede lensoppervlak met een tweede meervoud van microlenzen die elk een tweede brandpuntsafstand F2 hebben naar een beeldvlak volgens Li2 = Li x F2/F1 waarin Li een eerste afstand van het objectvlak naar het eerste lensoppervlak en L2 een tweede afstand van het oppervlak van het beeldoppervlak naar het tweede lensoppervlak is. 103 o 344
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
KR1020040088904A KR100608011B1 (ko) | 2004-11-03 | 2004-11-03 | 이미지 표시장치 |
KR20040088904 | 2004-11-03 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1030344A1 NL1030344A1 (nl) | 2006-05-04 |
NL1030344C2 true NL1030344C2 (nl) | 2008-05-20 |
Family
ID=36261247
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1030344A NL1030344C2 (nl) | 2004-11-03 | 2005-11-03 | Beeldweergaveinrichting. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US7529028B2 (nl) |
KR (1) | KR100608011B1 (nl) |
NL (1) | NL1030344C2 (nl) |
Families Citing this family (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP2006195166A (ja) * | 2005-01-13 | 2006-07-27 | Fuji Photo Film Co Ltd | 画像露光装置およびマイクロレンズアレイユニット |
US7944465B2 (en) * | 2006-01-13 | 2011-05-17 | Zecotek Display Systems Pte. Ltd. | Apparatus and system for reproducing 3-dimensional images |
CN100514183C (zh) * | 2006-05-29 | 2009-07-15 | 晶荧光学科技有限公司 | 便携式电子设备 |
KR101451933B1 (ko) | 2008-04-22 | 2014-10-16 | 삼성디스플레이 주식회사 | 표시 장치 및 그에 포함되는 렌티큘러 시트 |
US8558961B2 (en) | 2008-04-22 | 2013-10-15 | Samsung Display Co., Ltd. | Display device and lenticular sheet of the display device |
CN102257379B (zh) * | 2008-10-21 | 2016-01-13 | 克莫麦特公司 | 分析荧光颗粒的方法及装置 |
JP2014199393A (ja) * | 2013-03-13 | 2014-10-23 | 株式会社東芝 | 画像表示装置 |
US9182605B2 (en) | 2014-01-29 | 2015-11-10 | Emine Goulanian | Front-projection autostereoscopic 3D display system |
US9182606B2 (en) | 2014-01-29 | 2015-11-10 | Emine Goulanian | Rear-projection autostereoscopic 3D display system |
TWI514049B (zh) | 2014-04-03 | 2015-12-21 | Ind Tech Res Inst | 顯示器結構 |
US9881529B2 (en) * | 2015-06-12 | 2018-01-30 | Innolux Corporation | Display device and operating method thereof |
TWI614533B (zh) * | 2016-02-01 | 2018-02-11 | 群睿股份有限公司 | 立體顯示裝置 |
JP6782454B2 (ja) * | 2016-05-16 | 2020-11-11 | パナソニックIpマネジメント株式会社 | 空中表示装置及び建材 |
CN113406734B (zh) * | 2021-06-11 | 2024-08-27 | 四川芯辰光微纳科技有限公司 | 一种反射微透镜阵列成像装置及制造方法 |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6462794B1 (en) * | 1998-10-14 | 2002-10-08 | Hitachi, Ltd. | Image forming unit, enlarging unit, optical parts, and image display apparatus having these components |
US20030214577A1 (en) * | 2002-05-08 | 2003-11-20 | Pioneer Corporation | Image display device and information recording medium |
US20040085643A1 (en) * | 2002-11-01 | 2004-05-06 | Pioneer Corporation | Image display apparatus |
Family Cites Families (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS49617B1 (nl) * | 1969-08-09 | 1974-01-09 | ||
US4733944A (en) | 1986-01-24 | 1988-03-29 | Xmr, Inc. | Optical beam integration system |
JP2686151B2 (ja) | 1989-09-01 | 1997-12-08 | 株式会社日立製作所 | 背面投射形立体映像装置 |
JPH04306630A (ja) | 1991-04-04 | 1992-10-29 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | 投写型テレビジョン装置 |
US5270859A (en) | 1992-01-30 | 1993-12-14 | United Technologies Corporation | Optical instrument with micro-lenses |
JPH05241110A (ja) | 1992-02-26 | 1993-09-21 | Sony Corp | レーザ表示装置 |
US5465475A (en) | 1992-07-30 | 1995-11-14 | Ricoh Co., Ltd. | Method of forming a thin film magnetic head |
DE4322375C1 (de) | 1993-07-06 | 1995-01-12 | Schuetz Werke Gmbh Co Kg | Verfahren zur Herstellung ein- und doppelwandiger Innenbehälter aus Stahlblech |
JPH07306484A (ja) | 1994-03-18 | 1995-11-21 | Toppan Printing Co Ltd | 三次元画像表示装置および画素形成方法 |
EP0736796B1 (en) * | 1995-04-06 | 1999-07-07 | Kuraray Co., Ltd. | Rear-projection screen |
JP3542329B2 (ja) * | 1998-09-16 | 2004-07-14 | 富士通株式会社 | 光学装置およびこれを用いた表示装置 |
TW446829B (en) | 1998-09-25 | 2001-07-21 | Nippon Kogaku Kk | Image formation position adjusting device, exposure system, image formation adjusting method and exposure method |
JP3333775B2 (ja) | 2000-06-16 | 2002-10-15 | ティーディーケイ株式会社 | 画面表示装置及びレンズ |
AU2002227428A1 (en) * | 2000-12-13 | 2002-06-24 | Zograph, Llc | Resolution modulation in microlens image reproduction |
KR100786860B1 (ko) | 2002-05-08 | 2007-12-20 | 삼성에스디아이 주식회사 | 가변초점 렌즈를 구비한 입체 영상 디스플레이 장치 |
US6789390B2 (en) * | 2002-09-20 | 2004-09-14 | General Electric Company | Methods and apparatus for estimating gas turbine engine governor dynamics |
TW200506418A (en) * | 2003-07-01 | 2005-02-16 | Nippon Sheet Glass Co Ltd | Lens plate, its manufacturing method, and image transmitting apparatus |
-
2004
- 2004-11-03 KR KR1020040088904A patent/KR100608011B1/ko not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-10-27 US US11/259,280 patent/US7529028B2/en not_active Expired - Fee Related
- 2005-11-03 NL NL1030344A patent/NL1030344C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6462794B1 (en) * | 1998-10-14 | 2002-10-08 | Hitachi, Ltd. | Image forming unit, enlarging unit, optical parts, and image display apparatus having these components |
US20030214577A1 (en) * | 2002-05-08 | 2003-11-20 | Pioneer Corporation | Image display device and information recording medium |
US20040085643A1 (en) * | 2002-11-01 | 2004-05-06 | Pioneer Corporation | Image display apparatus |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1030344A1 (nl) | 2006-05-04 |
US20060092158A1 (en) | 2006-05-04 |
KR20060039707A (ko) | 2006-05-09 |
KR100608011B1 (ko) | 2006-08-02 |
US7529028B2 (en) | 2009-05-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1030344C2 (nl) | Beeldweergaveinrichting. | |
US7742232B2 (en) | Three-dimensional imaging system | |
US7136031B2 (en) | Reflecting three-dimensional display system | |
US7261417B2 (en) | Three-dimensional integral imaging and display system using variable focal length lens | |
CA2253891C (fr) | Dispositif de formation d'une image autostereoscopique et systeme le comprenant | |
US8049776B2 (en) | Three-dimensional camcorder | |
JP6681395B2 (ja) | 立体画像を生成する観察装置及び立体顕微鏡 | |
WO2021147594A1 (zh) | 用于悬浮显示的光学成像系统、装置及环视显示设备 | |
JP2001509916A (ja) | レンズ構成 | |
JP4741395B2 (ja) | 立体映像表示装置 | |
JP4728825B2 (ja) | 立体像表示装置 | |
KR20180032317A (ko) | 플로팅 홀로그램 장치 | |
JP2006243732A (ja) | 2次元/3次元兼用の画像ディスプレイ装置 | |
Yöntem et al. | Reciprocal 360-deg 3D light-field image acquisition and display system | |
KR100823685B1 (ko) | 투시경 장치 | |
JP6832064B2 (ja) | 立体像表示装置 | |
JP6232229B2 (ja) | 立体映像表示装置 | |
KR101790168B1 (ko) | 포물경을 이용한 입체영상 디스플레이 장치 | |
JP5205339B2 (ja) | 立体像表示装置 | |
US7433127B2 (en) | Imaging device and display device | |
JP2018007110A (ja) | 表示装置およびスクリーン | |
Ren et al. | P‐73: Depth‐enhanced Integral Imaging Display System based on Transmissive Mirror Device | |
KR100359269B1 (ko) | 3차원 입체 영상 생성 장치 | |
EP1013102B1 (fr) | Dispositif de formation d'une image autostereoscopique avec changement de format et systeme le comprenant | |
Tolosa et al. | Optical barriers in integral imaging monitors through micro-Köhler illumination |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20070311 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20181201 |