NL1030120C2 - Aanhangwagen die achter een personenauto gekoppeld kan worden, werkwijze voor het vervaardigen of aanpassen van een dergelijke aanhangwagen, alsmede kit voor het ombouwen van een aanhangwagen. - Google Patents

Description

Titel: Aanhangwagen die achter een personenauto gekoppeld kan worden, werkwijze voor het vervaardigen of aanpassen van een dergelijke 5 aanhangwagen, alsmede kit voor het ombouwen van een aanhangwagen.

De uitvinding heeft betrekking op een aanhangwagen die achter een personenauto gekoppeld kan worden, omvattende een frame voorzien van een wielstel dat het frame in bedrijfstoestand ondersteunt, en een dissel 10 met een koppelorgaan voor het aan een trekhaak.van een trekkend voertuig koppelen van de aanhangwagen. De uitvinding hééft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen of aanpassen van een dergelijke aanhangwagen. De uitvinding heeft verder betrekking op een kit voor het ombouwen van een aanhangwagen.

15 Dergelijke aanhangwagens, zoals bijvoorbeeld een caravan of een vouwwagen of een (lichte) aanhangwagen voor transport van voorwerpen, zoals vaak door particulieren gebruikt wordt, zijn derhalve bestemd om getrokken te worden door een trekkend voertuig dat met een trekhaak met kogel is uitgerust, zoals gebruikelijk bij personenauto's en soortgelijke 20 voertuigen.

Tijdens het rijden van een combinatie van een dergelijk trekkend voertuig en een dergelijke aan de trekhaak daarvan gekoppelde aanhangwagen treden diverse relatieve zwenkbewegingen tussen trekkend voertuig en aanhangwagen op. Deze zwenkbewegingen worden mogelijk 25 gemaakt doordat het koppelorgaan van de aanhangwagen kan zwenken ten opzichte van de kogel van de trekhaak van het trekkend voertuig. Dergelijke zwenkbewegingen treden bijvoorbeeld op wanneer de combinatie van trekkend voertuig en aanhangwagen bochten maakt of over een ondergrond I met in rijrichting en/of dwars daarop variërende helling rijdt. Om dergelijke 30 zwenkbewegingen mogelijk te maken zonder dat daarbij het trekkend voertuig en de aanhangwagen op ongewenste wijze met elkaar in aanraking 1030120 2 komen, bevindt de trekhaak van het trekkend voertuig zich aan de achterzijde van het trekkend voertuig. Ook de toepassing van de dissel bij de aanhangwagen levert een bijdrage aan het voorkomen van dergelijke ongewenste aanrakingen tijdens dergelijke zwenkbewegingen.

5 De trekhaak van het trekkend voertuig wordt ook wel gebruikt voor andere doeleinden dan het trekken van aanhangwagens. Zo bestaan er bijvoorbeeld dragers, zoals een fietsendrager, die speciaal zijn ingericht om op de kogel van de trekhaak van een automobiel aangebracht te worden.

Een dergelijke fietsendrager bijvoorbeeld, is handig voor gebruikers die na 10 een autorit willen gaan fietsen. Automobilisten beschikken vaak, naast een caravan of vouwwagen of transportaanhanger of dergelijke, ook over een dergelijke fietsendrager of andere op de kogel van een trekhaak bevestigbare drager.

Dergelijke vrijdragend door de trekhaak gedragen dragers bestaan 15 in vele soorten en maten en kunnen bestemd zijn voor het dragen van diverse soorten objecten.

Bij veel van dergelijke gebruikers bestaat de behoefte om, bijvoorbeeld bij een kampeervakantie met de auto, zowel de aanhangwagen als de fietsendrager met fietsen mee op vakantie te nemen. Een bezwaar 20 voor dergelijke gebruikers is dat tijdens het rijden met de aanhangwagen de fietsendrager met fietsen niet op de kogel van de autotrekhaak geplaatst kan worden omdat de aanhangwagen reeds aan de autotrekhaak gekoppeld is. Om de fietsen en fietsendrager toch mee te kunnen nemen, worden deze dan vaak, met behulp van speciale hulpstukken, op of in de aanhangwagen 25 of het trekvoertuig meegevoerd of op de dissel van de aanhangwagen gemonteerd. Het daarmee gepaard gaande ruimtebeslag en de noodzaak van speciale hulpstukken wordt door gebruikers als bezwaarlijk ervaren.

Het is een doel van de uitvinding een oplossing te verschaffen volgens welke diverse soorten dragers die ingericht zijn om vrijdragend 30 gedragen te worden op een trekhaak van een personenauto, alsmede de door I ^ 3 die dragers te dragen objecten, handig en effectief vervoerd kunnen worden door een combinatie van een trekkend voertuig en een aan een trekhaak van het trekkende voertuig gekoppelde aanhangwagen.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een aanhangwagen van de in 5 de aanhef vermelde soort gekenmerkt doordat aan een tegenover de dissel gelegen zijde van de aanhangwagen een haak, waarvan een uiteinde gevormd wordt door een kogel, aan de aanhangwagen is bevestigd voor het vrijdragend dragen van een drager van een type dat ook op de kogel van een gebruikelijke trekhaak voor een auto kan worden geplaatst. Een werkwijze 10 voor het vervaardigen of aanpassen van een dergelijke aanhangwagen wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat een dergelijke van een kogel voorziene haak aan de aanhangwagen wordt bevestigd. Verder kan de uitvinding in een specifieke uitvoeringsvorm belichaamd zijn in een aanhangwagen voor recreatief gebruik, aan de achterzijde voorzien van een 15 trekhaak of middelen voor bevestiging van een trekhaak. Voorts kan de uitvinding belichaamd zijn in een kit voor het aanbrengen van een trekhaak aan de achterzijde van een aanhangwagen.

Door de drager vrijdragend aan de aan de aanhangwagen gemonteerde, van een kogel voorziene haak te bevestigen, kunnen de drager 20 en de daardoor te dragen objecten vervoerd worden door het samenstel van het trekkende voertuig en de daaraan gekoppelde aanhangwagen. Wanneer de aanhangwagen niet aan het trekkende voertuig gekoppeld is, kan de drager vrijdragend op de trekhaak van het trekkende voertuig bevestigd worden. In dat geval kunnen de drager en de daardoor te dragen objecten 25 vervoerd worden door alleen het trekkende voertuig. In het geval van een caravan en een fietsendrager bijvoorbeeld, behoeven de fietsen niet in de caravan opgeborgen te worden of op de dissel van de caravan gemonteerd te worden en zijn voor het opbergen en het monteren van fietsen en fietsendrager geen extra hulpmiddelen nodig. De wijze van bevestigen van 30 de drager op de kogel van de aanhangwagen komt overeen met de wijze van 4 bevestigen van de drager op de kogel van de trekhaak van het trekkend voertuig. De gebruiker heeft dus geen extra kennis of vaardigheden nodig voor het bevestigen van de drager op de kogel van de aanhangwagen.

Doordat de draaghaak aan een tegenover de dissel gelegen zijde 5 van de aanhangwagen is bevestigd en zich derhalve aan de achterzijde van de aanhangwagen bevindt, kunnen de diverse soorten dragers die ingericht zijn voor plaatsing op een aan de achterzijde van een personenauto geplaatste trekhaak, alsmede de door die dragers te dragen objecten, net zo handig en effectief op de draaghaak van de aanhangwagen geplaatst worden 10 als op de trekhaak van de personenauto. Zowel de draaghaak als de trekhaak bevinden zich immers aan de achterzijde van de aanhangwagen, respektievelijk personenauto.

Op gemerkt wordt dat uit US5069471A een aanhangwagen bekend is in de vorm van een soort caravan die aan een trekvoertuig gekoppeld kan 15 worden. Deze aanhangwagen heeft een chassis waarvan de twee aan : weerszijden van het chassis gelegen chassiszijbalken zich elk zodanig in achterwaartse richting van het chassis uitstrekken, dat ze in hun achterste gedeelten vrij zijn van onderlinge dwarsverbindingen. Voorts strekt zich j vanuit de aldus gevormde vrije uiteinden van elk van deze twee 20 chassiszijbalken steeds een verlengingingszijbalk in achterwaartse richting van het chassis uit. De twee verlengingingszijbalken zijn geheel vrij van onderlinge dwarsverbindingen. Op de vrije uiteinden van de verlengingingszijbalken, welke vrije uiteinden de achterzijde van de aanhangwagen vormen, kan de wielas van een van wielen voorzien 25 onderstel voor een boot worden gedragen. Het bootonderstel is aan zijn voorzijde voorzien van een dissel met trekhaakkoppeling. In bovenaanzicht op het chassis van de aanhangwagen bevindt zich tussen de chassiszijbalken een aan de caravanopbouw aangebrachte trekhaakkogel.

De trekhaakkoppeling van het bootonderstel kan aan deze trekhaakkogel 30 van de aanhangwagen worden gekoppeld.

5

Genoemde trekhaakkogel van deze uit US506947IA bekende aanhangwagen bevindt zich aldus op afstand van de achterzijde van de aanhangwagen. De afstand tussen de trekhaakkogel en de achterzijde van de aanhangwagen is groot in de zin dat deze afstand gelijk is aan de lengte 5 van de verlengingingszijbalken vermeerderd met een deel van de lengte van de chassiszijbalken. Deze afstand kan ook worden uitgedrukt in termen van het bootonderstel in de conditie waarin het bootonderstel door de (chassiszijbalken en de verlengingingszijbalken van de) aanhangwagen gedragen wordt. In dat geval is de afstand tussen de trekhaakkogel en de 10 achterzijde van de aanhangwagen ongeveer gelijk aan de lengte van het bootonderstel, gemeten vanaf de wielas van het bootonderstel tot aan de trekhaakkoppeling van het bootonderstel.

Opgemerkt wordt voorts dat uit US5387002A een kampeercompartiment bekend is. Het kampeercompartiment kan in en op 15 de laadruimte van een pick-up truck geplaatst worden, waarbij het aan de pick-up truck bevestigd wordt door middel van een aantal speciale kettingverbindingen ("chain and log binders"). In US5387002A is geen trekhaak van de pick-up truck beschreven of getoond. Om een kampeercompartiment te kunnen toepassen dat relatief ver uitsteekt ten 20 opzichte van de achterzijde van de pick-up truck, wordt een van wielen voorzien hulponderstel voor het kampeercompartiment toegepast. Het hulponderstel heeft aan de voorzijde een dissel die een koppelorgaan heeft dat in bedrijf aan een aan het kampeercompartiment bevestigde kogel gekoppeld is. Het hulponderstel heeft voorts een draagplateau dat ten 25 opzichte van de bodem van het kampeercompartiment zijdelings kan verschuiven. Op deze wijze kan het manoeuvreren van de combinatie van pick-up truck, kampeercompartiment en hulponderstel vergemakkelijkt worden. Het kampeercompartiment heeft aan de achterzijde een trekhaak.

Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in 30 de volgconclusies.

6

In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met verwijzing naar de schematische figuren in de bijgevoegde tekening.

Figuur 1 toont schematisch in zijaanzicht een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een aanhangwagen volgens de uitvinding.

5 Figuur 2A toont schematisch in zijaanzicht een onderstel van een voorbeeld van een andere uitvoeringsvorm van een aanhangwagen volgens de uitvinding.

Figuur 2B toont schematisch in bovenaanzicht het onderstel van Figuur 2A.

10 Figuur 3 toont schematisch in perspektief een voorbeeld van een ophangconstructie van een haak aan een aanhangwagen volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een aanhangwagen 1 van het type dat geschikt is om aan de trekhaak van een personenauto of dergelijke gekoppeld te 15 worden. Een dergelijke aanhangwagen kan van divers type zijn en kan diverse gebruiksdoelen hebben. Bijvoorbeeld kan de aanhangwagen een aanhangwagen voor recreatief gebruik zijn, zoals bijvoorbeeld een caravan of vouwwagen of een transportaanhanger die is voorzien van een laadbak voor het vervoeren van diverse soorten goederen. De getoonde 20 aanhangwagen omvat een frame 2, een met het frame verbonden wielstel 3, dat het frame in bedrijfstoestand ondersteunt, en een in dit voorbeeld op het frame aansluitende dissel 4 die al dan niet één geheel met het frame kan vormen. In het getoonde voorbeeld is de aanhangwagen 1 door middel van de aan de voorzijde van de aanhangwagen gelegen dissel 4 op een der 25 gebruikelijke wijzen middels een koppelorgaan 10 aan een trekhaak 5 met kogel 11 van een trekkend voertuig 6 gekoppeld.

Aan de achterzijde van de aanhangwagen 1 is een haak 7 aan de aanhangwagen 1 gemonteerd. Een uiteinde van de haak 7 wordt gevormd door een kogel 8. In het getoonde voorbeeld draagt de kogel 8 een drager 9 30 op vrijdragende wijze. Een dergelijke drager 9 kan van divers type zijn en j 7 kan vele verschillende gebruiksdoelen hebben. Bijvoorbeeld kan de drager 9 een opbergbak of een fietsendrager zijn. Maar ook kan de drager 9 bijvoorbeeld een gesloten container omvatten voor het vervoeren van bijvoorbeeld gereedschap of dieren. Zo is bijvoorbeeld een zogenaamde 5 hondencontainer bekend die op een trekhaakkogel gemonteerd kan worden.

Verder kan de drager 9 een kampeerinrichting zijn, waarbij de drager voorzien is van een met de drager verbonden uitklapbare constructie die in uitgeklapte toestand deel uitmaakt van een kampeerverblijf, zoals bijvoorbeeld beschreven in Nederlands octrooi 1017394.

10 Voor de haak 7 kunnen diverse typen worden toegepast.

Bijvoorbeeld kunnen in de handel verkrijgbare trekhaken of delen daarvan worden toegepast, welke gemakkelijk en tegen concurrerende prijzen kunnen worden aangeschaft. Dergelijke trekhaken zijn verkrijgbaar in vele verschillende soorten omdat ze ontwikkeld zijn voor verschillende 15 autotypen. Vorm en (ophang)constructie van de in de handel verkrijgbare trekhaken zijn afhankelijk van bodemplaat, bevestigingspunten, bumper, en dergelijke van de auto, maar ook bijvoorbeeld van de gewenste trekkracht.

Vaak wordt een trekhaak uit één staaf gevormd, waarbij eerst de trekhaakkogel wordt gevormd en vervolgens de staaf gebogen en geplet 20 wordt. Er zijn vaste trekhaken, maar ook afneembare systemen, die I bijvoorbeeld met bouten en moeren of met een clickmechanisme zijn bevestigd. Verder zijn er volautomatische systemen met draaiknop waarbij de trekhaak af te koppelen is met een simpele draai aan de draaiknop. Ook zijn trekhaken bekend die met behulp van een elektrisch systeem onder de 25 auto geklapt kunnen worden.

Op trekhaken voor trekkende voertuigen worden tijdens trekkend bedrijf in het algemeen zeer grote krachten uitgeoefend. Een terreinwagen moet bijvoorbeeld tot wel 3500 kilogram kunnen trekken. Op de volgens de uitvinding aan de aanhangwagen gemonteerde haak 7 met kogel 8 zullen in 30 dragend bedrijf meestal niet dergelijke grote krachten uitgeoefend worden.

8

Derhalve kan, afhankelijk van de door de drager 9 te dragen last, doorgaans een eenvoudige en goedkope haak 7 met kogel 8 worden toegepast, bijvoorbeeld een trekhaak voor een kleine personenauto. Ook de ophangconstructie voor het aan de aanhangwagen ophangen van de haak 7 5 hoeft doorgaans minder sterk te worden uitgevoerd dan gebruikelijk is bij ophangconstructies van trekhaken voor trekkende voertuigen.

Verwezen wordt nu naar de Figuren 2A en 2B. Deze figuren tonen een onderstel 31 van een aanhangwagen volgens de uitvinding. Het onderstel omvat een frame 22 van de aanhangwagen, een met het frame 22 10 verbonden wielophanging 23 die in combinatie met de in deze figuur niet getoonde wielen het frame in bedrijfstoestand ondersteunt, en een op het frame aansluitende dissel 24 met een koppelorgaan 30 voor het aan een trekhaak van een trekkend voertuig koppelen van de aanhangwagen. Aan de tegenover de dissel 24 gelegen zijde van de aanhangwagen is een haak 27 15 aan de aanhangwagen bevestigd. Het vrije uiteinde van de haak 27 wordt gevormd door een kogel 28 op soortgelijke wijze als bij gebruikelijke trekhaken voor (personenauto's het geval is. Door de kogel 28 kan een drager, zoals de drager 9 van het in Figuur 1 getoonde voorbeeld, gedragen worden.

20 Het getoonde onderstel komt in hoofdlijnen ongeveer overeen met de gebruikelijk toegepaste onderstellen van caravans. Zo heeft het frame 22 aan weerszijden twee langsbalken 32 die aan het achtergelegen gedeelte van het onderstel parallel aan elkaar verlopen. In het bovenaanzicht van Figuur 2B verlopen de langsbalken, gezien in de richting van de voorkant van het 25 onderstel, taps naar elkaar toe. In het gebied waar de taps verlopende uiteinden van de langsbalken 32 bij elkaar komen, vormen deze de dissel 24.

Aan de achterzijde van het onderstel vormt een dwarsbalk 33 een dwarsverbinding voor de twee langsbalken 32. De dwarsbalk kan elk geschikt open of gesloten doorsnedeprofiel hebben.

i 9

Bij het bevestigen van de haak 27 aan een dergelijke configuratie van de twee langsbalken 32 en de achterdwarsbalk 33, kan de haak 27 aan de dwarsbalk 33 bevestigd worden. Bevestiging kan plaatsvinden op een der voor trekhaken gebruikelijke wijzen, bijvoorbeeld met behulp van lassen 5 en/of bouten en/of met gebruikmaking van trekhaaksteunen en/of plaatdelen, of dergelijke. Opgemerkt wordt dat, indien het frame geen of een onvoldoend stevige dwarsbalk omvat, deze zonodig als deel van de bevestigingsconstructie voor de haak 27 aangebracht kan worden. Ter versterking van de constructie kunnen bijvoorbeeld twee schoren, zoals de 10 twee getoonde schoren 35, aangebracht worden tussen de langsbalken 32 en de dwarsbalk 33. Ook kan de dwarsbalk 33 sterker uitgevoerd worden dan normaal, of kan deze versterkt worden door bijvoorbeeld een hoekprofiel in lengterichting van de dwarsbalk 33 tegen of naast de dwarsbalk te monteren. Bij wijze van voorbeeld is in de Figuren 2A en 2B een dergelijk 15 hoekprofiel 34 getoond. De haak kan ook aan een dergelijk hoekprofiel bevestigd zijn.

Figuur 3 toont nog een ander voorbeeld van hoe een haak aan een aanhangwagen kan zijn opgehangen. Getoond zijn de achteruiteinden van twee langsbalken 52 van een onderstel van een aanhangwagen. Door middel 20 van twee bevestigingssteunen 56 is een in dit voorbeeld buisvormige dwarsbalk 53 aan de achteruiteinden van de twee langsbalken 52 bevestigd. Aan de dwarsbalk 53 is een verstevigingsschaal 58 vastgelast. Aan de verstevigingsschaal 58 is een trekhaaksteun 57 vastgelast welke trekhaaksteun dwars uitsteekt ten opzichte van de dwarsbalk 53. De 25 trekhaaksteun 57 is voorzien van trekhaakbevestigingsmiddelen 59 waaraan een trekhaak 47 bevestigd is zodanig dat de trekhaakkogel 48 van de trekhaak 47 zich op afstand van de dwarsbalk 53 bevindt. Een soortgelijk aan het in Figuur 3 getoonde type ophangconstructie voor een haak is bekend uit NL1009633C2 als constructie voor het ophangen van een 30 trekhaak aan het chassis van een trekkend voertuig.

10

Opgemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn. Zo kan bijvoorbeeld de haak, zoals de haak 7, 27 of 47, in plaats van aan het frame 5 of aan een dwarsbalk van de aanhangwagen, ook aan andere delen van de aanhangwagen bevestigd zijn of worden, bijvoorbeeld aan een behuizingsdeel van de aanhangwagen. Ook kan de haak tesamen met diverse accessoires voor de haak aangebracht zijn of worden, zoals bijvoorbeeld bekabeling, stekkerdozen en dergelijke. Verder kunnen op de 10 haak dragers worden toegepast, die door de kogel van de draaghaak gedragen worden en op bekende wijze tevens zijn voorzien van middelen, die tegen een ander gedeelte van de draaghaak steunen. Opgemerkt wordt voorts dat onder aanhangwagens voor recreatief gebruik behalve vouwwagens en caravans ook bijvoorbeeld boottrailers, bagagewagentjes, 15 etc. verstaan worden. Onder personenauto's worden in het kader van deze uitvinding ook verstaan andere typen auto's die gebruikelijk worden voorzien van een trekhaak met kogel, zoals bestelwagens, minibusjes, etc. De uitvinding is toepasbaar bij alle aanhangwagens die geschikt zijn om achter een auto met een gebruikelijke trekhaak, dat wil zeggen een van een 20 kogel voorziene trekhaak, gekoppeld te worden. Hieronder vallen, naast de reeds genoemde aanhangwagens voor recreatief gebruik, bijvoorbeeld ook hobby-aanhangwagens voor particulier gebruik en klein zakelijk gebruik.

De uitvinding omvat voorts een aanhangwagen die is voorbereid voor de montage van een trekhaak, bijvoorbeeld door aanpassing van het frame 25 en/of door het aanpassen van de elektrische bedrading en dergelijke. De aanpassing van het frame kan variëren tussen het voorboren van bevestigingsgaten tot het daadwerkelijk aanbrengen van beugels en/of verstevigingen, dwarsbalken, etc., waarop slechts nog een kogel bevestigd behoeft te worden. De uitvinding betreft ook een kit omvattend een 30 trekhaak en/of montagemiddelen om een trekhaak aan de achterzijde van 11 een aanhangwagen als bovenbedoeld te monteren. Dergelijke en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

1030120'

Claims (11)

1. Aanhangwagen die achter een personenauto gekoppeld kan worden, omvattende een frame (2; 22) voorzien van een wielstel (3; 23) dat 5 het frame in bedrijfstoestand ondersteunt, en een dissel (4; 24) met een koppelorgaan (10; 30) voor het aan een trekhaak (5) van een trekkend voertuig (6) koppelen van de aanhangwagen (1), met het kenmerk, dat aan een tegenover de dissel (4; 24) gelegen zijde van de aanhangwagen (1) een haak (7; 27; 47), waarvan een uiteinde gevormd wordt door een kogel (8; 28; 10 48), aan de aanhangwagen (1) is bevestigd voor het vrijdragend dragen van een drager (9) van een type dat ook op de kogel (11) van een gebruikelijke trekhaak (5) voor een auto kan worden geplaatst.

2. Aanhangwagen volgens conclusie 1, waarbij als haak (7; 27; 47) een 15 gebruikelijke trekhaak of een deel daarvan is toegepast.

3. Aanhangwagen volgens conclusie 1 of 2, waarbij de haak (27; 47) bevestigd is aan een aan de achterzijde van de aanhangwagen voorziene dwarsbalk (33; 53). 20

4. Aanhangwagen volgens conclusie 3, waarbij de dwarsbalk een van het frame deel uitmakende dwarsbalk is.

5. Aanhangwagen die achter een personenauto gekoppeld kan 25 worden, welke aanhangwagen aan de achterzijde is voorbereid voor bevestiging van een haak volgens één der conclusies 1 t/m 4.

6. Aanhangwagen volgens één der conclusies 1 t/m 5, waarbij de aanhangwagen een aanhangwagen voor recreatief gebruik is. 1030120

7. Werkwijze voor het vervaardigen of aanpassen van een aanhangwagen (1) die achter een personenauto gekoppeld kan worden, omvattende een frame (2; 22) voorzien van een wielstel (3; 23) dat het frame in bedrijfstoestand ondersteunt, en een dissel (4; 24) met een koppelorgaan 5 (10; 30) voor het aan een trekhaak (5) van een trekkend voertuig (6) koppelen van de aanhangwagen (1), met het kenmerk, dat aan een tegenover de dissel (4; 24) gelegen zijde van de aanhangwagen (1) een haak (7; 27; 47), waarvan een uiteinde gevormd wordt door een kogel (8; 28; 48), aan de aanhangwagen (1) wordt bevestigd voor het vrijdragend dragen van 10 een drager (9) van een type dat ook op de kogel (11) van een gebruikelijke trekhaak (5) voor een auto kan worden geplaatst.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de haak (27; 47) bevestigd wordt aan een aan de achterzijde van de aanhangwagen gelegen dwarsbalk 15 (33; 53).

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de dwarsbalk deel uitmaakt van het frame.

10. Werkwijze volgens conclusie 7, 8 of 9, waarbij de dwarsbalk (33) verbonden is of wordt met langsbalken (32) van het frame en de verbindingen tussen de dwarsbalk (33) en de langsbalken (32) verstevigd worden door het aanbrengen van schoren (35) tussen de dwarsbalk (33) en de langsbalken (32). 25

11. Kit omvattende ten minste een trekhaak en/of montagemiddelen daarvoor, voor het ombouwen van een bekende aanhangwagen of een aanhangwagen volgens conclusie 5 in een aanhangwagen volgens één der conclusies 1 t/m 4 of 6. 30 1030120