NL1029719C2 - Ophaalgordijn. - Google Patents

Ophaalgordijn. Download PDF

Info

Publication number
NL1029719C2
NL1029719C2 NL1029719A NL1029719A NL1029719C2 NL 1029719 C2 NL1029719 C2 NL 1029719C2 NL 1029719 A NL1029719 A NL 1029719A NL 1029719 A NL1029719 A NL 1029719A NL 1029719 C2 NL1029719 C2 NL 1029719C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
panels
window cover
closed position
adjusting part
distal end
Prior art date
Application number
NL1029719A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1029719A1 (nl
Inventor
Fu-Lai Yu
Chin-Tien Huang
Shun-Chi Yu
Original Assignee
Teh Yor Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US10/930,021 external-priority patent/US20050022947A1/en
Priority claimed from US11/070,126 external-priority patent/US7614438B2/en
Application filed by Teh Yor Co filed Critical Teh Yor Co
Publication of NL1029719A1 publication Critical patent/NL1029719A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1029719C2 publication Critical patent/NL1029719C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/26Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
    • E06B9/28Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable
    • E06B9/30Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/26Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
    • E06B9/38Other details
    • E06B9/386Details of lamellae

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Blinds (AREA)
  • Window Of Vehicle (AREA)
  • Curtains And Furnishings For Windows Or Doors (AREA)

Description

« ,
Ophaal gordijn.
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een verbeterde 5 vensterafdekking van het ophaalgordijntype, dat voorzien is van een aantal latten of panelen, waarin een zijde van het scherm gebruikelijk opgesteld is tegenover het inwendige van een ruimte.
Een ophaalgordijn wordt algemeen gunstig onthaald als een vensterafdekking omdat het voorziet in de functies van blokkeren van 10 zonnenstralen, instellen van helderheid binnenshuis, decoreren van ruimtes, verschaffen van privacy, enz. Een gebruikelijk ophaalgordijn omvat gewoonlijk een bovenrail, een onderrail, een aantal latten, een hefmechanisme voorzien van meerdere hefkoorden en een kantel- of instelmechanisme dat voorzien is van meerdere ladderstrengen. Het hefdeel 15 omvat gebruikelijk koorden, die zijdelings symmetrisch aangebracht zijn op het gordijn voor het balanceren van de onderste rail en de latten om ze synchroon omlaag of omlaag te bewegen. Door aan de hefkoorden te trekken worden de onderste rail en de latten naar gewenst ten opzichte van de koprail omhoog of omlaag bewogen.
20 Een ophaalgordijn biedt ook de mogelijkheid licht toe te laten in een ruimte zonder het gehele gordijn omhoog te bewegen door de latten te kantelen. De latten kunnen door werking van het kantelmechanisme, dat de ladderstrengen instelt, omhoog of naar beneden worden gekanteld. Met betrekking hiertoe omvat iedere ladder in het 25 algemeen een voorste en een achterste en verticaal verlopende delen of strengen, die met elkaar zijn verbonden door een aantal verticaal op afstand van elkaar gelegen dwarssporten. Op iedere dwarssport is tussen de verticaal verlopende delen van zijn ladder een lat ondersteund, zoals een smalle aluminium strip of houten bord. De koprail omvat in het 30 algemeen dit kantel- of instelmechanisme voor het bewegen van de ladders, zodat de verticaal verlopende delen van iedere ladder in tegengestelde 1029719- t .» 2 verticale richtingen ten opzichte van elkaar bewegen om iedere lat om zijn langsas te verzwenken. Door kantelen van de bovenvermelde latten naar een andere hellingshoek kan de hoeveelheid en richting van in een ruimte door het ophaal gordijn geprojecteerd licht worden geregeld en 5 ingesteld.
Een andere vorm van vensterafdekking wordt algemeen aangeduid als een Romaans scherm. In tegenstelling met het ophaalgordijn, dat uit latten is gevormd en scherpe gelijkmatige esthetische lijnen bezit verschaft een Romaans scherm een zachter cascade-uiterlijk. De 10 huidige uitvinding biedt een vensterafdekking met het zachtere ui terlijk van gebogen panelen, die op een wijze overeenkomend met het ophaalgordijn van U.S. serie nr. 10/413.200 worden geopend en gesloten.
Een verbeterde vensterafdekking van het ophaalgordijntype dat een zachter esthetisch ui terlijk heeft wordt verschaft. De 15 vensterafdekking is vanuit een gesloten stand naar een open stand beweegbaar en omvat een vlak, een koprail met een kantelmechanisme voor het omhoog en omlaag bewegen van tenminste een instel deel, een de koprail en een onderste rail werkzaam verbindend bevestigingsdeel, en een aantal panelen tussen de koprail en de onderste rail, waarbij ieder van de 20 panelen op een afstandsrij-interval met het bevestigingsdeel en het instel deel ingeklemd is opgesteld. Ieder van het aantal panelen omvat een eerste langsgedeelte en een tegenover liggend tweede langsgedeelte. Het paneel is om zichzelf zodanig gevouwen, dat eerste langsgedeelte en het tegenover liggend tweede langsgedeelte in een overlappende verhouding 25 zijn. Indien gevouwen bepaalt het paneel een zich vanaf het instel deel uitstrekkend distaai eindgedeelte, dat een gebogen uiterlijk heeft. Ieder van het aantal panelen is bij voorkeur gevormd uit een flexibel materiaal, zoals weefsel, folie, laminaat of dergelijke. Ieder van het aantal panelen wordt zwenkbaar naar het distale eindgedeelte gedrongen. 30 Het kantelmechanisme is geschikt voor het openen of sluiten van het aantal panelen door het instel deel onafhankelijk van het bevestigingsdeel *029719- r * 3 omhoog of omlaag te bewegen.
In een uitvoeringsvorm is het distale eindgedeelte voor ieder van de panelen langer dan het interval van de rij, zodanig, dat indien de vensterafdekking in de gesloten stand is, het bevestigingsdeel 5 en het instel deel van het vlak zijn verborgen door een distaai eindgedeelte van een naburig paneel. Met andere woorden zal het paneel van een rij gedeeltelijk overlappend zijn met een naburige rij, zodanig, dat zichtbare spleten niet tussen de rijen aanwezig zijn. Alternatief kan het distale eindgedeelte voor ieder van de panelen korter zijn dan het 10 interval van de rij, zodanig, dat indien de vensterafdekking in de gesloten stand is, het bevestigingsdeel en het insteldeel gedeeltelijk zichtbaar zijn.
Het wordt de voorkeur gegeven, dat het bevestigingsdeel en het insteldeel koorden zijn. Het wordt verder de voorkeur gegeven, dat 15 ieder van de koorden is voorzien van een aantal op afstand van elkaar gelegen lussen. Als zodanig zijn de eerste en tweede langsgedeelten van ieder van de panelen losmaakbaar bevestigd aan de koorden door een verankeringsdeel, dat opgesteld is met het langsgedeelte, dat geleid is door een van de op afstand van elkaar gelegen lussen.
20 Een kantelmechanisme is ook opgenomen in de koprail voor het omhoog en omlaag bewegen van tenminste het insteldeel. Het kantelmechanisme kan in sommige uitvoeringsvormen ook het bevestigingsdeel omhoog en omlaag bewegen. Het kantelmechanisme bewerkstelligt instelling van positie van het aantal panelen door 25 tenminste het insteldeel omhoog en omlaag te bewegen. Tenminste het bevestigingsdeel verbindt de koprail en een onderste rail met het aantal daartussen opgestelde panelen. Ieder van het aantal panelen wordt langs het bevestigingsdeel bij een interval van de rij in positie tegengehouden. Het interval van de rij is de afstand tussen naburige 30 rijen, zoals gemeten langs de bevestigingsdelen, en is bij voorkeur gelijkmatig voor de gehele vensterafdekking.
1029719- X * 4 i i
Een aantal samenwerkende krachten wordt aangebracht op j i ieder van het aantal panelen. Een sluitkracht onder zwaartekracht wordt j
aangebracht om het zwaartepunt van ieder van de panelen. Deze sluitkracht J
j onder zwaartekracht dwingt het voorste of distale eindgedeelte van de 5 panelen naar beneden te bewegen naar een gesloten stand. Een tegengewicht vormende hefkracht wordt aangebracht op ieder van de panelen door het instel deel, dat tracht te bewerkstelligen dat de panelen omhoog kantelen en openen. Een verder neutraliserende kracht wordt op ieder van de panelen aangebracht door het bevestigingsdeel. Deze neutraliserende 10 kracht is bij voorkeur groter dan de hefkracht.
De sluitkracht onder zwaartekracht is een constante neerwaartse kracht, welke wordt gecompenseerd door en op evenwicht met de hefkracht indien de positie van het aantal panelen stationair is. Indien het instel deel door het kantelmechanisme in de koprail wordt uitgeschoven 15 wordt de hefkracht zodanig verminderd, dat de zwaartekracht de hefkracht overwint en de panelen naar een gesloten stand worden gekanteld. In tegenstelling daarmee is, indien het instel deel wordt teruggetrokken door het kantelmechanisme in de koprail, de hefkracht groter dan de sluitkracht onder zwaartekracht, zodat de panelen omhoog worden gekanteld 20 of geopend.
De neutraliserende kracht is echter groter dan hetzij de | zwaartekracht of de hefkracht zodat panelen om een langsgebied proximaal j ten opzichte van het voorste of distale eindgedeelte zwenken. Indien slechts het instel deel omhoog en omlaag wordt bewogen is de i 25 neutraliserende kracht voldoende groot, zodanig, dat het langsgebied waarom de panelen zwenken, bij voorkeur ongeveer nabij het punt is opgesteld waarbij het bevestigingsdeel tegengehouden opgesteld is met de panelen en het daarvan uitstekende langsgebied. Dit zwenkgebied blijft tenminste nagenoeg verticaal stationair ten opzichte van de koprail 30 indien het kantelmechanisme het instel deel omhoog en omlaag beweegt. Het aanbrengen van een voldoende neutraliserende kracht kan op verschillende 1029719- ^ ' ' - \ t » 5 manieren worden bewerkstelligd. De onderste rail, waarmede het bevestigingsdeel verbonden is, kan bijvoorbeeld van een voldoend zwaar gewicht zijn om de hefkracht, die op de panelen kan worden aangebracht, te overwinnen. Alternatief kan ieder paneel zijn voorzien van een 5 gewichtstrip op een proximaal einde om te bewerkstelligen dat het zwaartepunt van het paneel dichter naar het langsgebied schuift, zodanig, dat de op het zwaartepunt aangebrachte kracht wordt verminderd.
Zoals besproken kan in sommige uitvoeringsvormen het bevestigingsdeel ook door het kantelmechanisme omhoog en omlaag worden 10 bewogen. In het bijzonder beweegt het kantelmechanisme de bevestigings-en instel del en in tegengestelde verticale richtingen ten opzichte van elkaar omhoog en omlaag om ieder paneel te verzwenken om een langsgebied proximaal bij het voorste of distale eindgedeelte.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 15 hand van bijgaande tekeningen.
Figuur 1 is een perspectivisch vooraanzicht van een de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van een gesloten vensterafdekking volgens de uitvinding;
Figuur 2 is een perspectivisch vooraanzicht van de 20 vensterafdekking van figuur 1, gedeeltelijk open;
Figuur 3 is een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een paar naburige gordijnlatten van figuur 1, gedeeltelijk geopend;
Figuur 4 is een perspectivisch zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een paar naburige gordijnlatten volgens een alternatieve 25 uitvoeringsvorm van de vensterafdekking; I Figuur 5 is een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een paar naburige gordijnlatten volgens een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de vensterafdekking;
Figuur 6 is een zijaanzicht van een paar naburige 30 gordijnlatten volgens nog een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de vensterafdekking; 1029719- I ' 6
Figuur 7 is een vergroot perspectivisch aanzicht van een de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van het vast bevestigen van de gordijn!atten aan het bevestigingsdeel en het insteldeel;
Figuur 8 is een vergroot onderaanzicht van de 5 uitvoeringsvorm van figuur 7;
Figuur 9 is een vergroot perspectivisch aanzicht van een andere de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van het vast bevestigen van de gordijnlatten aan het bevestigingsdeel en het insteldeel;
Figuur 10 is een vergroot aanzicht van een andere 10 alternatieve uitvoeringsvorm van het vast bevestigen van gordijnlatten aan een bevestigingsdeel;
Figuur 11 is een perspectivisch aanzicht van een paar naburige gordijnlatten volgens een verdere uitvoeringsvorm van de vensterafdekking; 15 Figuur 12 is een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van naburige gevouwen panelen van een alternatieve uitvoeringsvorm van een vensterafdekking in de geopende stand;
Figuur 13 is een verkort zijaanzicht van de vensterafdekking van figuur 12 in de gesloten stand; 20 Figuur 14 is een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van naburige gevouwen panelen van een andere alternatieve uitvoeringsvorm van een vensterafdekking in de open stand; en
Figuur 15 is een verkort zijaanzicht van de vensterafdekking van figuur 14 in de gesloten stand.
25 De hierin geopenbaarde uitvinding is vatbaar voor uitvoeringsvormen in vele verschillende vormen. In de tekeningen weergegeven en hieronder in detail beschreven zijn de voorkeur gegeven uitvoeringsvormen van de uitvinding. Het moet echter worden begrepen dat de huidige openbaring een voorbeeld is van de principes van de uitvinding 30 en de uitvinding niet beperkt op de weergegeven uitvoeringsvormen.
Een de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van de huidige ilO?97l.Q- t · 7 uitvinding is weergegeven in figuur 1. Vensterscherm 100 omvat een koprail 102, een onderste rail 104 en een aantal gordijnlatten 106. Ook is een staaf 108 voor het regelen van kantelen aangebracht voor het in werking stellen van het (niet weergegeven) kantelmechanisme in de koprail 5 12 voor het openen of sluiten van de gordijnlatten 106. Een hefkoord 110, dat zich uitstrekt tussen de koprail 102 en de onderste rail 104 is voor het omhoog bewegen van het gehele scherm 100. Het vensterscherm 100 bezit aan een vlakzijde 112 een uiterlijk, dat vrij is van koorden of andere onderdelen, die het aantal latten 106 verbinden en die anders het 10 esthetische ui terlijk van de vensterafdekking zouden verstoren.
Ofschoon niet in detail in de figuren weergegeven kan het kantelmechanisme iedere inrichting zijn voor het regelbaar omhoog en omlaag bewegen van een koord, zoals algemeen wordt gevonden in ophaalgordijnen. In een uitvoeringsvorm met een regel staaf, zoals 15 regel staaf 108 in figuur 1, kan bijvoorbeeld de regel staaf eenvoudig een wormwiel omvatten voor het draaien van een spoel waarop een koord gewikkeld is voor het omhoog bewegen van het koord of afwikkelen voor het omlaag bewegen van het koord. Alternatief kan het kantelmechanisme een koordgrendel zijn waarbij de gebruiker slechts aan een instel koord trekt 20 voor het kantelen en openen van de gordijnlatten in een gewenste positie en wordt dan het koord op zijn plaats vergrendeld. Dergelijke koordgrendels worden vaak gevonden in samenstellen voor het omhoog bewegen van een geheel scherm. Andere mechanismen voor het controleerbaar omhoog of omlaag bewegen van een koord, zoals bekend in de techniek, 25 kunnen ook worden gebruikt.
In een gesloten stand, zoals weergegeven in figuur 1, biedt de vensterafdekking 100 een gelijkmatig ononderbroken ui terlijk, dat zowel in privacy en blokkeren van licht voorziet. Indien het gewenst is licht toe te laten in een ruimte zonder het gehele scherm omhoog te 30 bewegen en daarbij enige mate van privacy te behouden, kan een gebruiker de staaf 108 voor het regelen van kantelen draaien. Indien de staaf 108 '10297 j 9- 8 voor het regelen van kantelen wordt gedraaid wordt een instel deel 122 (figuur 9) omhoog bewogen, wordt de hoek van ieder van het aantal latten 106 zodanig ingesteld, dat spleten 114 in het vensterscherm 100 worden geopend, zoals weergegeven in figuur 2. De bijzondere opstelling van 5 ieder van het aantal latten wordt meer gedetailleerd hieronder besproken.
Verwijzend naar figuur 3 wordt een uitvoeringsvorm voor de opstelling van latten 116 en 118 uiteengezet voor het weergeven van de opstelling van ieder van het aantal latten in vensterafdekking 100. In deze uitvoeringsvorm zijn bevestigingsdeel 120 en insteldeel 122 ieder 10 gevoerd door en bevestigd aan latten 116 en 118. Latten 116 en 118 zijn vast bevestigd aan het bevestigingsdeel 120 en het insteldeel 122 door middel van hechtmiddel, ultrasoon lassen, breien, binden of dergelijke.
Zoals meer gedetailleerd hieronder besproken kunnen het bevestigingsdeel 120 en het insteldeel 122 alternatief tegengehouden worden opgesteld met 15 de gordijnlatten door gebruik van een kunststof strip, welke zich in lengterichting langs de gordijnlatten uitstrekt en waaraan het bevestigingsdeel 120 en insteldeel 122 zijn bevestigd.
In deze uitvoeringsvorm zijn het bevestigingsdeel 120 en insteldeel 122 afgebeeld als te verlopen door latten 116 en 118. Het is 20 echter overwogen, dat het bevestigingsdeel en insteldeel een stel koorden kunnen zijn, waarin ieder koord twee naburige latten verbindt.
Latten 116 en 118 begrenzen ook gaten 124 en 126 waardoor hefkoord 110 is gevoerd. Ofschoon de koorden 110, 120 en 122 zijn weergegeven om coplanair te zijn is dit niet vereist. De relatieve 25 standen van het bevestigingsdeel 120 en het insteldeel 122 zijn zodanig, dat een distaai ten opzichte van de ander is opgesteld. Zoals weergegeven is het insteldeel 122 distaai ten opzichte van het bevestigingsdeel 120 opgesteld, de posities van het insteldeel 122 en bevestigingsdeel 120 kunnen echter zodanig worden omgekeerd, dat het bevestigingsdeel 120 30 distaai ten opzichte van het insteldeel 122 is opgesteld. In deze alternatieve uitvoeringsvorm worden de gordijnlatten geopend door omlaag 11029719-
) I
9 bewegen van het instel deel en worden gesloten door omhoog bewegen van het instel deel.
Een interval van een rij is weergegeven als Y en een zwaartepunt voor lat 116 is afgebeeld als CG. De breedte van het voorste 5 of distale eindgedeelte 128 van lat 116 is aangeduid als X, verlopend vanaf het insteldeel 122. Ofschoon slechts een stel koorden, d.w.z. bevestigingsdeel 120, insteldeel 122 en hefkoord 110 in figuur 3 is weergegeven wordt het de voorkeur gegeven, dat een paar stellen koorden van soortgelijke configuratie op gelijke afstand van tegenover gelegen 10 zijden van het vensterscherm zijn gelegen, zoals weergegeven in figuur 2. Het randgedeelte van lat 116 tegenover het voorste randgedeelte 128 is het achterste randgedeelte 129 waaraan bevestigingsdeel 120 en insteldeel 122 zijn bevestigd.
Tijdens bedrijf worden verschillende krachten op de 15 gordijnlatten aangebracht. Bij wijze van voorbeeld wordt gordijnlat 116 besproken. De effectief op het zwaartepunt CG aangebrachte zwaartekracht is weergegeven als krachtpijl 130. Een hefkracht, welke is afgebeeld als krachtpijl 132, wordt ook aangebracht op gordijnlat 116 door insteldeel 122 bij het gebied waar gordijnlat 116 bevestigd is aan insteldeel 122. 20 Een neutraliserende kracht, die weergegeven is als krachtpijl 136, wordt op gordijnlat 116 aangebracht door bevestigingsdeel 120 bij het gebied waar gordijnlat 116 bevestigd is aan bevestigingsdeel 120. Indien het gewenst is de hoek van de gordijnlatten in te stellen wordt het kantelmechanisme bij voorkeur geregeld door staaf 108 voor het regelen 25 van het kantelen (figuur 1). Draaien van de staaf voor het regelen van het kantelen bewerkstelligt dat het kantelmechanisme in de koprail het insteldeel 122 uitsteekt of terugtrekt en daarbij de hoek van de gordijnlatten instelt. Uitsteken van het insteldeel 122 vermindert de kracht 132 zodanig, dat de zwaartekracht 130 de gordijnlat 116 naar 30 beneden laat bewegen, terwijl terugtrekken van het insteldeel 122 de kracht 132 vergroot en de zwaartekracht 130 overwint en het distale 1029719- 10 I ' eindgedeelte 128 omhoog beweegt en daarbij de gordijnlat 116 omhoog kantelt. Zoals vermeld is neutraliserende kracht 136 groter dan hefkracht 132, zelfs indien instel deel 122 zodanig wordt teruggetrokken dat het punt waarbij het bevestigingsdeel 120 aan de lat 116 is bevestigd en het 5 zich daarvan uitstrekkende langsgebied verticaal stabiel blijft ten opzichte van de koprail tijdens iedere instelling van de hoek van de gordijnlatten.
De breedte van voorste of distale eindgedeelte 128, aangeduid als X, is groter dan de intervalafstand van de rij, welke is 10 aangeduid als Y. Indien instel deel 122 zodanig wordt uitgestoken, dat voorste of distale eindgedeelte 128 van gordijnlat 116 omlaag wordt bewogen om contact te maken met naburige gordijnlat 118 zijn als zodanig gat 126, instel deel 122 en bevestigingsdeel 120 verborgen ten opzichte van het vlak van de vensterafdekking door voorste of distale eindgedeelte 15 128, indien vanuit een richting bekeken.
Een alternatieve uitvoeringsvorm van de verbeterde vensterafdekking is weergegeven in figuur 4. Er wordt weer verwezen naar een paar gordi jnlatten 216 en 218 als een voorbeeld van het aantal gordijnlatten in de vensterafdekking. Deze uitvoeringsvorm is 20 overeenkomend met de voorgaande uitvoeringsvorm behoudens dat in plaats van dat een koord wordt gebruikt als een bevestigingsdeel 220 een materiaal paneel is aangebracht. Ook zijn insteldeel 222 en hefkoord 210 aangebracht. Bevestigingsdeel 220 kan een paneel zijn, dat zich over het geheel van de vensterafdekking uitstrekt, en dat kan zijn vervaardigd uit 25 een semitransparant materiaal. Met een dergelijke opstelling kunnen gordijnlatten worden gekanteld om licht toe te staan een ruimte binnen te treden, maar nog steeds een grote mate van privacy te handhaven. Indien gewenst kan het paneel ondoorschijnend of transparant zijn of een design omvatten. Het wordt de voorkeur gegeven, dat een paar stellen koorden 222 30 en 210, d.w.z. insteldeel 222 en hefkoord 210 op gelijke afstand zullen zijn van de randen van de vensterafdekking.
«.029719- 11
De totale werking van de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm is hetzelfde als besproken met betrekking tot de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm. Indien instel deel 222 omhoog of omlaag wordt bewogen worden gordijnlatten 216 en 218 geopend resp.
5 gesloten. Achterste randgedeelte 240 van naburige lat 218 waarom instel deel 220 en bevestigingsdeel 222 tegengehouden zijn opgesteld zijn weer verborgen door het voorste randgedeelte 228 van gordijnlat 216 daar deze het achterste randgedeelte 240 van naburige lat 218 overlapt indien de vensterafdekking in een gesloten stand is.
10 Een andere uitvoeringsvorm van de verbeterde vensterafdekking is weergegeven in figuur 5. De opstelling van latten 316 en 318 is weergegeven voor het demonstreren van de vormgeving van ieder van het aantal latten. In deze uitvoeringsvorm zijn bevestigingsdeel 320 en instel deel 322 gevoerd door gaten 321 resp. 323. In tegenstelling met 15 de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm zijn het bevestigingsdeel 320 en insteldeel 322 niet vast bevestigd aan gordijnlatten 316 en 318.
Verwijzend naar lat 316 wordt in plaats daarvan bevestigingsdeel 320 en insteldeel 322 in positie tegengehouden door in hun beweging te zijn beperkt door laddersport 325, welke een streng of 20 koord omvat, dat aan insteldeel 322 bevestigd is onder lat 316 en aan bevestigingsrail 320 bevestigd is boven lat 316. Laddersport 325 is verder gevoerd door gat 324 waardoorheen ook hefkoord 310 is gevoerd. Laddersport 325 beperkt de opwaartse beweging van de gordijnlat 316 langs bevestigingsdeel 320 en beperkt de neerwaartse beweging langs insteldeel 25 322. Overeenkomend met het in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt het de voorkeur gegeven, dat een het bevestigingsdeel 320, het insteldeel 322, het hefkoord 310 en de laddersport 325 omvattend paar koordstellen is opgenomen en op gelijke afstand van tegenover elkaar gelegen zijkanten van de vensterafdekking zijn gelegen.
30 Tot nu toe blijft in ieder van de voorziene uitvoeringsvormen het bevestigingsdeel stationair ten opzichte van de *029719-
I J
12 koprail, terwijl het instel deel omhoog en omlaag wordt bewogen. Een alternatieve uitvoeringsvorm waarin zowel het bevestigingsdeel en instel deel omhoog of omlaag worden bewogen kan ook worden gebruikt. In het bijzonder wordt, indien insteldeel 322 omhoog wordt bewogen 5 bevestigingsdeel 320 omlaag bewogen en op soortgelijke wijze wordt insteldeel 322 omlaag bewogen indien bevestigingsdeel 320 omhoog wordt bewogen. Het kantelmechanisme voor deze uitvoeringsvorm kan ieder mechanisme zijn dat gelijktijdig een koord omhoog kan bewegen onder het omlaag bewegen van de andere. Het kantelmechanisme, dat wordt gevonden in 10 gebruikelijke ophaal gordijnen voor het omhoog en omlaag bewegen van de voorzijde en de achterzijde van een laddersamenstel is bijvoorbeeld geschikt. Zoals met de voorgaande uitvoeringsvorm zijn, indien het ; vensterscherm in een gesloten stand is, geen koorden of ladders zichtbaar vanaf het vlak omdat de voorste of distale einden van de latten, zoals 15 voorste of distaai einde 328 de onderste naburige lat overlapt.
Nog een andere werkwijze voor het tegengehouden positioneren van de gordijnlatten ten opzichte van het bevestigingsdeel en insteldeel is weergegeven in figuur 6. Bevestigingsdeel 420 en insteldeel 422 zijn gevoerd door gaten 423 resp. 424. Teneinde 20 gordi jnlatten 416 en 418 tegengehouden op te stellen ten opzichte van bevestigingsdeel 420 en insteldeel 422 zijn een aanslag 419 en een rust 421 vast bevestigd aan bevestigingsdeel 420 resp. insteldeel 422. Aanslag 419 is zodanig gevormd, dat een gedeelte daarvan nabij de lat 416 groter is dan gat 423. Rust 421 is op soortgelijke wijze gevormd om een gedeelte 25 groter dan gat 424 te omvatten. Dienovereenkomstig beperkt aanslag 419 de opwaartse beweging van de gordijnlat 416 langs het bevestigingsdeel 420 en beperkt rust 421 de neerwaartse beweging langs insteldeel 422. Het openen en sluiten van de vensterafdekking door kantelen van de latten is zoals hierboven in voorgaande uitvoeringsvormen besproken.
30 Zoals hierboven besproken kan het bevestigingsdeel en het insteldeel op een aantal manieren tegengehouden worden opgesteld met het 1029719- 13 aantal gordijnlatten. In figuren 7 en 8 is een de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm weergegeven waarbij gebruik wordt gemaakt van een i kunststof strip. Gordijnlat 650 omvat een materiaalstuk 652, dat op i zichzelf zodanig is gevouwen, dat zijn tegenover liggende randen een 5 versterkingsstrip 654 insluiten. Materiaal 652 begrenst gaten 656 en 558 en zijn bemeten bevestigingsdeel 660 resp. instel deel 662 toe te staan. Met bevestigingsdeel 660 is een lus 664 gevormd. Een stijve bevestigingsstrip 666, die bij voorkeur uit kunststof gevormd is, is ook opgesloten tussen de tegenover elkaar gelegen randen van materiaal 652 om 10 een proximale rand van de gordijnlat 650. Stijve bevestigingsstrip 666 snijdt met gat 656 en is gevoerd door lus 664. Als zodanig is bevestigingsdeel aan gordijnlat 650 bevestigd. Verwijzend naar figuur 8 is lus 670 op soortgelijke wijze gevormd met instel deel 662. Stijve bevestigingsstrip 668 is gevoerd door in instel deel 662 gevormde lus 670, 15 welke door gat 658 is gevoerd. Stijve bevestigingsstrip 668 is onder gordijnlat 650 opgesteld. Als zodanig wordt gordijnlat 650 tegengehouden opgesteld met instel deel 662 en kunststof strip 668 omdat de neerwaartse beweging van de lat 650 ten opzichte van het instel deel 662 beperkt is door de strip 668. Indien gewenst kan de strip 668 vast aan de lat 650 20 worden bevestigd, zoals door een hechtmiddel.
Nog een andere wijze van het tegengehouden opstellen van de gordijnlatten en de bevestigings- en insteldelen is weergegeven in figuren 9 en 10. In deze uitvoeringsvorm omvat gordijnlat 750 een materiaalstuk 752, dat zodanig op zichzelf is omgevouwen, dat zijn 25 tegenover elkaar gelegen randen een versterkingsstrip 754 opsluiten. Bevestigingsdeel 760 en instel deel 762 verlopen door gaten 756 resp. 758. Overeenkomend met de voorgaande uitvoeringsvorm zijn ieder van het bevestigingsdeel 760 en instel deel 762 met lussen 764 resp. 770 gevormd. Het bevestigingsdeel 760 en instel deel 762 zijn ieder gevoerd door de lus 30 en bevestigd aan kunststof strippen 766 en 768. Alternatief kan een gat 772 nabij maar niet samenvallend met rand 774 worden gevormd, zodanig, 1029719*5 14 dat in dit geval het bevestigingsdeel 776 rechtstreeks aan de gordijnlat 778 is gebonden, zoals weergegeven in figuur 10. In een dergelijke uitvoeringsvorm worden geen kunststof bevestigingsstrippen benodigd maar kunnen, indien gewenst, worden opgenomen.
5 Een facultatief kenmerk, dat in ieder van de uitvoeringsvormen kan worden opgenomen is een versterkingsstrip, zoals weergegeven in figuur 11. In deze uitvoeringsvorm zijn bevestigingsdeel 520 en instel deel 522 ieder gevoerd door en bevestigd aan latten 516 en 518. Latten 516 en 518 zijn vast bevestigd aan het bevestigingsdeel 520 10 en het instel deel 522 en begrenzen ook gaten 524 en 526 waardoor hefkoord 510 is gevoerd. Versterkingsstrip 540, zoals een dunne metalen strip of dergelijke is ook opgenomen. De versterkingsstrippen 540 en 541 bevorderen de bevestiging tussen het bevestigingsdeel 520 en de latten 516 en 518. Versterkingsstrippen 540 en 541 kunnen ook voor het verdere 15 doel dienen van het verschaffen van aanvullend gewicht op het proximale eindgedeelte 542 en 544 van latten 516 resp. 518. Door dit te doen wordt het zwaartepunt van de latten dichter naar de proximale eindgedeelten 542 en 544 verschoven, hetgeen de vereiste hoeveelheid neutraliserende kracht, die op het bevestigingsdeel 520 moet worden aangebracht, zoals 20 verschaft door het gewicht van de onderste rail, vermindert. Het wordt de voorkeur gegeven, dat de versterkingsstrippen 540 en 541 zich langs de lengte van de latten uitstrekken maar het is echter mogelijk dat een strip zich slechts over een gedeelte van de latten uitstrekt.
In andere de voorkeur gegeven uitvoeringsvormen, zoals die 25 weergegeven in figuur 12, kunnen de gebruikelijke gordijnlatten worden vervangen door rijen gevouwen panelen, zoals paneel 801. Ieder van deze panelen kan worden vervaardigd uit een aantal materialen waaronder maar niet beperkt op kunststof, weefsel, laminaat of papier. Ieder paneel 801 is op zichzelf omgevouwen onder het vormen van het eerste gedeelte 802, 30 dat in deze uitvoeringsvorm het bovenste gedeelte van het gevouwen paneel is, en een tweede gedeelte 803, dat in deze uitvoeringsvorm het onderste ι1·029719“ 15 gedeelte van het gevouwen paneel is. Het gedeelte van het paneel 801, dat zich distaai uitstrekt vanaf het instel deel 822 vormt het distale eindgedeelte 828 en heeft een breedte, zoals aangeduid door X. In deze uitvoeringsvorm is de breedte van het distale eindgedeelte 828 groter dan 5 het als Y aangeduide rij-interval.
Ofschoon het paneel 801 kan worden gevouwen met een plooi is het paneel 801 bij voorkeur zacht gevouwen met een gelijkmatige kromming, zoals weergegeven om een meer esthetisch aantrekkelijk ui terlijk, zoals afgebeeld, tot stand te brengen. Het gebruik van panelen 10 801, die zacht gevouwen zijn met een gelijkmatige kromming, is van voordeel doordat de vensterafdekking zich tijdens gebruik gedraagt als een ophaalgordijn maar toch het aantrekkelijk ui terlijk van een Romaans scherm behoudt. In deze uitvoeringsvorm is het paneel 801 op een asymmetrische wijze zodanig gevouwen, dat het eerste gedeelte 802 breder 15 is dan het tweede gedeelte 803. Het zal echter duidelijk zijn, dat het eerste gedeelte 802 en het tweede gedeelte 803 tenminste nagenoeg symmetrisch kunnen zijn.
De beweging van de panelen is overeenkomend met de beweging van de in de voorgaande uitvoeringsvormen besproken latten. Het 20 bevestigingsdeel 820 en instel deel 822 zijn aan het paneel 801 bevestigd. In de in figuur 12 weergegeven uitvoeringsvorm verloopt het instel deel 822 door een gat 804 van het gevouwen paneel 801. Ofschoon niet weergegeven kan een kantelmechanisme worden gebruikt voor het regelbaar omhoog of omlaag bewegen van het instel deel 822 ten opzichte van het 25 bevestigingsdeel 820 onder het bewerkstelligen dat het paneel kantelt. De relatieve standen van het eerste gedeelte 802 en het tweede gedeelte 803 worden gehandhaafd door het gewicht van het paneel. Met andere woorden wordt de zwaartekracht van het gewicht van het paneel, dat de panelen 801 naar beneden dringt naar een gesloten stand, geneutraliseerd door een 30 hef kracht, die op het paneel 801 wordt aangebracht door het bevestigingsdeel 820 en instel deel 822.
1029719" 16
In deze uitvoeringsvorm zijn het bevestigingsdeel 820 en instel deel 822 gevormd met lussen via welke een verankeringsorgaan 821 het paneel 801 losmaakbaar bevestigd aan het bevestigingsdeel 820 en instel deel 822 op een wijze overeenkomend met hetgeen hierboven 5 beschreven is met betrekking tot figuren 7 en 8. Verankeringsdeel 821 wordt bijvoorbeeld geleid door een van de op afstand van elkaar gelegen door bevestigingsdeel 820 bepaalde lussen, zoals lus 823. Het verankeringsdeel 821 wordt ook geleid door een door het eerste gedeelte 802 bepaalde lus 825. Op soortgelijke wijze omvat het instel deel 822 een 10 aantal op afstand van elkaar gelegen lussen, zoals lus 827, waardoor verankeringsdeel 829 is gevoerd. Alternatief kunnen het bevestigingsdeel 820 of het instel deel 822 aan de gevouwen panelen 801 worden bevestigd door middel van een bevestigingsmoduul voor het verder vergemakkelijken van verwijderen of uitwisselen van panelen, zoals voorgesteld in op 21 15 oktober 2004 ingediende Amerikaanse octrooiaanvrage nr. 10/970.428 welke hierbij door verwijzing is opgenomen.
Figuur 13 toont de uitvoeringsvorm van figuur 12 in de gesloten stand. Zoals weergegeven verbergt, indien in de gesloten stand, het distale gedeelte 828 van paneel 810 het bevestigingsdeel 820 en 20 instel deel 822 door overlapping met de naburige rij. Het kan ook gewenst zijn tenminste een gedeelte van het distale eindgedeelte 828 te verstijven of te versterken om te verhinderen dat het paneel 801 in de open positie doorzakt. Verstijven van de gewenste gedeelten kan worden bewerkstelligd door een aantal werkwijzen waaronder bijvoorbeeld het 25 gebruik van versterkingsstrippen, gebruik van stevigere materialen, stevigere weeftechnieken, verstijvende bedekkingen of besproeiingen of dergelijke.
Tot nu toe zijn de beschreven uitvoeringsvormen voorzien van rijen, die de regel del en afdekken indien de vensterafdekking in de 30 gesloten stand is. Verwijzend naar figuren 14 en 15 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm beschreven. Overeenkomend met de voorgaande i| 029719" , « ! 17 uitvoeringsvorm zijn de gordijnlatten vervangen door rijn gevouwen panelen, zoals paneel 901. Ieder paneel 901 is zodanig op zichzelf omgevouwen, dat eerste gedeelte 902 is gevouwen over tweede gedeelte 903 en dit overlapt. Het distale eindgedeelte 928 van paneel 901 strekt zich 5 distaai vanaf het insteldeel 922 uit. De breedte van het distale eindgedeelte 928 is bij voorkeur een weinig minder dan het als Y aangeduide rij-interval.
Het insteldeel 922 verloopt door een door het eerste gedeelte 902 van het gevouwen paneel 901 begrensd gat 904. Zoals hiervoor 10 worden de relatieve standen van het eerste gedeelte 902 en het tweede gedeelte 903 gehandhaafd door het gewicht van het paneel, d.w.z. de zwaartekracht van het gewicht van het paneel, dat de panelen 901 tracht naar beneden te duwen naar een gesloten stand, wordt geneutraliseerd door een kracht, die op het paneel 901 wordt aangebracht door het 15 bevestigi ngsdeel 920 en insteldeel 922 dat verloopt door door bevestigingsdeel 920 begrensd gat 904. Het bevestigingsdeel 920 en insteldeel 922 zijn uitgevoerd met lussen. Bevestigingsdeel 920 bepaalt bijvoorbeeld een lus 923 en insteldeel 922 bepaalt lus 927. Verankeringsdeel 921 en verankeringsdeel 929 zijn geleid door lussen 923 20 resp. 927. Aangezien het distale eindgedeelte 928, indien in de gesloten stand, korter is dan het rij-interval Y zijn het bevestigingsdeel 920 en insteldeel 922 vanaf het vlak gedeeltelijk zichtbaar.
De bovenstaande beschrijvingen moeten illustratief worden genomen maar niet beperkend. Andere varianten binnen de geest en 25 beschermingsomvang van de huidige uitvinding zullen gemakkelijk opkomen bij vaklui.
«029719-ï

Claims (18)

1. Vensterafdekking met een gesloten stand, een open stand en een vlak en voorzien van: 5 een koprail met een kantelmechanisme voor het omhoog en omlaag bewegen van tenminste een instel deel; een werkzaam met de koprail en een onderrail verbonden bevestigingsdeel; een aantal panelen tussen de koprail en de onderste rail 10 waarbij ieder van de panelen tegengehouden opgesteld is op een afstand-rij-interval met het bevestigingsdeel en het instel deel, ieder van het aantal panelen een eerste langsgedeelte en een tegenover liggend tweede langsgedeelte heeft; ieder van de panelen op zichzelf zodanig gevouwen is dat 15 het eerste langsgedeelte en het tweede langsgedeelte in een overlappende verhouding zijn onder het daarbij vormen van een gebogen distaai eindgedeelte, dat zich vanaf het instel deel uitstrekt, en waarin ieder van het aantal panelen zwenkbaar naar het distale eindgedeelte wordt gedrongen, en 20 het kantelmechanisme positie-instelling van het aantal panelen bewerkstelligt door het onafhankelijk van het bevestigingsdeel omhoog en omlaag bewegen van het instel deel.
2. Vensterafdekking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het distale eindgedeelte van ieder van de panelen langer is dan het rij- 25 interval, zodanig, dat indien de vensterafdekking in de gesloten stand is het bevestigingsdeel en het instel deel vanaf het vlak zijn verborgen door een distaai eindgedeelte van een naburig paneel.
3. Vensterafdekking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het distale eindgedeelte van ieder van de panelen korter is dan het 30 rij-interval, zodanig, dat indien de vensterafdekking in de gesloten stand is het bevestigingsdeel en het insteldeel gedeeltelijk zichtbaar 1029719- , · zijn.
4. Vensterafdekking volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel een koord is.
5. Vensterafdekking volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 5 het bevestigingskoord is voorzien van een aantal op afstand van elkaar gelegen Tussen en tegengehouden opgesteld is met ieder van het aantal panelen om het eerste langsgedeelte van ieder van de panelen door een door een van de op afstand van elkaar gelegen lussen geleid verankeri ngsorgaan.
6. Vensterafdekking volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat een neutraliserende kracht op het aantal panelen wordt aangebracht, waarbij de neutraliserende kracht groter is dan een op ieder van de panelen door het instel deel aangebrachte hefkracht.
7. Vensterafdekking volgens een der conclusies 1-6, met het 15 kenmerk, dat tenminste een gedeelte van het distale eindgedeelte verstijfd is.
8. Vensterafdekking met een open stand en een gesloten stand, waarbij de vensterafdekking is voorzien van: een koprail, een onderste rail, een aantal panelen, een 20 instel deel en een bevestigingsdeel; de koprail is voorzien van een kantel mechanisme voor het onafhankelijk van het bevestigingsdeel omhoog en omlaag bewegen van het instel deel; het aantal panelen tegengehouden met het instel deel om een 25 eerste langsgedeelte is opgesteld en tegengehouden met het bevestigingsdeel is opgesteld om een tweede langsgedeelte tegenover het eerste langsgedeelte terwijl het aantal panelen tussen de koprail en de onderste rail is opgesteld en voor ieder van de panelen het eerste langsgedeelte het tweede langsgedeelte zodanig overlapt, dat het paneel 30 een gebogen voorste randgedeelte vormt, en ieder van de panelen verder over een rij-interval op 1029719“ afstand is gelegen van een naburig paneel en vanuit de open stand beweegbaar is naar de gesloten stand door tenminste het instel deel omhoog te bewegen en zodanig gebalanceerd is, dat het voorste randgedeelte naar de gesloten stand wordt gedrongen.
9. Vensterafdekking volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het voorste randgedeelte van ieder van de panelen groter is dan of gelijk aan het rij-interval, zodanig, dat indien de vensterafdekking in de gesloten stand is het bevestigingsdeel en het instel deel van het vlak verborgen zijn door een distaai eindgedeelte van een naburig paneel.
10. Vensterafdekking volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het distale eindgedeelte voor ieder van de panelen korter is dan het rij-interval, zodanig, dat indien de vensterafdekking in de gesloten stand is, het bevestigingsdeel en het instel deel gedeeltelijk zichtbaar zijn.
11. Vensterafdekking volgens een der conclusies 8-10, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel een koord is.
12. Vensterafdekking volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het bevestigingskoord is voorzien van een aantal op afstand van elkaar gelegen lussen en vastgehouden opgesteld is met ieder van het aantal 20 panelen om het eerste langsgedeelte van ieder van de panelen door een door een van de op afstand van elkaar gelegen lussen geleid verankeringsorgaan.
13. Vensterafdekking volgens een der conclusies 8-12, met het kenmerk, dat een neutraliserende kracht op het aantal panelen wordt 25 aangebracht, waarbij de neutraliserende kracht groter is dan een op ieder van de panelen door het insteldeel aangebrachte hefkracht.
14. Vensterafdekking met een open stand en een gesloten stand waarbij de vensterafdekking is voorzien van: een koprail, een onderste rail, een aantal panelen, een 30 insteldeel en een bevestigingsdeel; de koprail is voorzien van een kantelmechanisme voor het f«/029719- onafhankelijk van het bevestigingsdeel omhoog en omlaag bewegen van het instel deel; het aantal panelen losmaakbaar met het instel deel bevestigd is om een eerste langsgedeelte en losmaakbaar met het bevestigingsdeel 5 bevestigd is om een tweede langsgedeelte tegenover het eerste langsgedeelte, terwijl het aantal panelen opgesteld is tussen de koprail en de onderste rail en voor ieder van de panelen het eerste langsgedeelte het tweede langsgedeelte zodanig overlapt, dat het paneel een gebogen voorste randgedeelte bepaalt; en 10 ieder van de panelen verder op een rij-interval op afstand gelegen is van een naburig paneel en vanuit de open stand naar de gesloten stand te bewegen is door tenminste het instel deel omhoog te | bewegen, en zodanig gebalanceerd is, dat het voorste randgedeelte naar de j gesloten stand wordt gedrongen.
15. Vensterafdekking volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het voorste randgedeelte van ieder van de panelen groter is dan of gelijk aan het rij-interval, zodanig, dat indien de vensterafdekking in de gesloten stand is het bevestigingsdeel en het instel deel vanaf het vlak door het distale eindgedeelte van een naburig paneel zijn verborgen.
16. Vensterafdekking volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het distale eindgedeelte van ieder van de panelen korter is dan het rij-interval, zodanig, dat indien de vensterafdekking in de gesloten stand is het bevestigingsdeel en het insteldeel gedeeltelijk zichtbaar zijn.
17. Vensterafdekking volgens een van de conclusies 14-16, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel en het insteldeel koorden zijn met een aantal op afstand van elkaar gelegen lussen, het eerste langsgedeelte voor ieder van de panelen met het bevestigingsdeel losmaakbaar verbonden is door een eerste door een van de op afstand van elkaar gelegen lussen 30 geleid verankeringsorgaan, en het tweede langsgedeelte van ieder van de panelen losmaakbaar met het insteldeel verbonden is door een tweede door »1029719- een van de op afstand van elkaar gelegen lussen geleid verankeri ngsorgaan.
18. Vensterafdekking volgens een van de conclusies 14-17, met het kenmerk, dat een neutraliserende kracht op het aantal panelen wordt 5 aangebracht, waarbij de neutraliserende kracht groter is dan een op ieder van de panelen door het insteldeel aangebrachte hefkracht. 1029719-
NL1029719A 2004-08-30 2005-08-11 Ophaalgordijn. NL1029719C2 (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US93002104 2004-08-30
US10/930,021 US20050022947A1 (en) 2003-04-14 2004-08-30 Venetian blind
US11/070,126 US7614438B2 (en) 2003-04-14 2005-03-01 Venetian blind
US7012605 2005-03-01

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1029719A1 NL1029719A1 (nl) 2006-03-01
NL1029719C2 true NL1029719C2 (nl) 2006-10-10

Family

ID=35907051

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029719A NL1029719C2 (nl) 2004-08-30 2005-08-11 Ophaalgordijn.

Country Status (4)

Country Link
JP (1) JP5271478B2 (nl)
CA (1) CA2512517C (nl)
FR (1) FR2874644B1 (nl)
NL (1) NL1029719C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6932138B2 (en) * 2003-05-01 2005-08-23 Teh Yor Co., Ltd. Roman style shade

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5076836A (nl) * 1973-11-06 1975-06-23
JPS59102896U (ja) * 1982-12-28 1984-07-11 積水化学工業株式会社 ブラインド
JPH0538287U (ja) * 1991-10-28 1993-05-25 三和シヤツター工業株式会社 シヤツターブラインド
JP2857317B2 (ja) * 1994-04-20 1999-02-17 鹿島建設株式会社 ブラインドのスラット
BR9606383A (pt) * 1995-05-10 1998-06-09 Hunter Douglas International Veneziana melhorada para uma cobertura arquitetônica e método para fabricação da mesma

Also Published As

Publication number Publication date
CA2512517C (en) 2013-01-08
JP5271478B2 (ja) 2013-08-21
NL1029719A1 (nl) 2006-03-01
FR2874644B1 (fr) 2008-12-19
CA2512517A1 (en) 2006-02-28
FR2874644A1 (fr) 2006-03-03
JP2006070691A (ja) 2006-03-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029263C2 (nl) Raambedekking.
NL1024217C2 (nl) Jaloezie.
NL1024216C2 (nl) Rolgordijn in Romeinse stijl.
NL1032597C2 (nl) Bevestigingsmodule voor een raambedekking en werkwijze.
AU2006218792B2 (en) Venetian blind
MX2011009171A (es) Cubierta para ventana.
NL1029719C2 (nl) Ophaalgordijn.
MX2007010637A (es) Persiana veneciana

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20060808

PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150901