NL1029468C2

NL1029468C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een heipaal met vulelementen.

Info

Publication number: NL1029468C2
Application number: NL1029468A
Authority: NL
Inventors: Hermanus Johannes Mari Stroeve; Gerardus Johannes Kloesters; Cornelis Iman Breel
Original assignee: Betonson B V
Priority date: 2005-07-08
Filing date: 2005-07-08
Publication date: 2007-01-09
Also published as: EP1741838A3; NL1030631C2; EP1741838A2

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN HEIPAAL MET

VULELEMENTEN

i I De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwij ze voor het vervaardigen van een heipaal; op een i heipaal verkrijgbaar met deze werkwijze en op een heipaal.

i

In de stand van de techniek is het gebruik van heipalen voor het ondersteunen van gebouwen sinds lange tijd bekend. Heipalen die thans worden gebruikt kunnen in een op zich 10 efficiënte wijze worden vervaardigd door het storten van beton in een mal, welke mal de gewenste vorm aan de heipaal geeft. Het gebruik van een mal biedt voordelen doordat het een relatief eenvoudige wijze is voor het vervaardigen van heipalen. Het nadeel van deze wijze voor het vervaardigen 15 van heipalen is dat slechts massieve heipalen kunnen worden vervaardigd. Deze massieve heipalen zijn relatief zwaar en dienen voorzien te zijn van relatief zware langswapening. Dit heeft tot gevolg dat de transportkosten relatief hoog zijn.

Verder is constructief gezien niet alle beton die zich 20 in de massieve betonnen heipaal bevindt noodzakelijk. Met name een gedeelte van het beton dat zich rond de kern, dat wil zeggen het centrum van de heipaal bevindt zou constructief gezien verwijderd kunnen worden en kunnen worden ! vervangen door een ander materiaal, bij voorkeur een lichter 25 en/of goedkoper materiaal.

Tot op heden is er echter geen praktische werkwijze voorhanden voor het vervaardigen van dergelijke heipalen. Dit heeft tot gevolg dat constructief gezien te veel materiaal wordt gebruikt voor het vervaardigen van een heipaal, wat een 30 ongunstig effect heeft op de productiekosten en de transportkosten van de heipaal. Verder leidt het ook tot een hogere milieubelasting.

1029468 3 ' 2

De onderhavige uitvinding beoogt voor de hierboven genoemde problemen een oplossing te verschaffen.

Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding heeft daartoe betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van 5 een heipaal omvattende de stappen van het: i) in een mal aanbrengen van een in hoofdzaak vast vulelement en van tenminste één positioneringsmiddel voor het positioneren van het vulelement in de mal; ii) in de mal storten van beton zodanig dat het vulelement in 10 hoofdzaak door het beton wordt omsloten, iii) tenminste gedeeltelijk laten uitharden van het gestorte beton.

Een voordeel van deze werkwijze is dat een heipaal met een aanvaardbare constructieve sterkte kan worden vervaardigd 15 waarbij minder beton hoeft te worden gebruikt dan bij een conventionele massieve heipaal. Dit heeft een gunstig effect op de productiekosten van de heipaal alsmede op de milieubelasting ten gevolge van het productieproces.

Door middel van het positioneermiddel is het mogelijk om 20 het vulelement op een gewenste positie te positioneren. Bij voorkeur wordt het vulelement zodanig gepositioneerd dat het zich centraal in de zich te vormen heipaal bevindt.

Bij voorkeur omvat het positioneringsmiddel een zich in de langsrichting van de mal uitstrekkend fixeerelement, 25 waarbij tijdens het uitvoeren van stap i) het vulelement op het f ixeerelement wordt aangebracht. Door het gebruik van een j | dergelijke fixeerelement is het mogelijk om op eenvoudige en j

snelle wijze, bij voorkeur centraal m de te vormen heipaal, I

het vulelement in de mal aan te brengen. Dit heeft een 30 gunstig effect op onder andere de productiekosten van de heipaal.

Verder geniet het de voorkeur wanneer het 1 0294 6 8 I» 3 positioneringsmiddel tenminste één afstandhouder omvat waarbij het vulelement voor of tijdens het uitvoeren van stap ii) van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gepositioneerd.

5 Een voordeel van het gebruik van dergelijke afstandhouders is dat relatief snel en eenvoudig het vulelement op de juiste plaats in de zich te vormen heipaal kan worden gepositioneerd. Door de aanwezigheid van de afstandhouders, die bij voorkeur van kunststof zijn, kan het 10 vulelement tijdens het storten van het beton worden gepositioneerd. Door het storten van het beton zal over het algemeen het vulelement gaan drijven, althans naar de bovenzijde van de mal bewegen. Door het aanbrengen van ! afstandhouders in de mal wordt deze naar bovengerichte 15 beweging van het vulelement gestopt en wordt het vulelement gepositioneerd. Bij voorkeur worden meerdere afstandhouders gebruikt voor het positioneren van het vulelement.

Het geniet de voorkeur wanneer de afstandhouder is bevestigd aan de wapening van de zich te vormen heipaal.

20 Hierbij geniet het in het bijzonder wanneer het is bevestigd aan langswapening van de heipaal. Verder is het ook mogelijk dat de afstandhouders (afneembaar) zijn bevestigd aan de mal of een maloverslag, welke zich uitstrekt over de bovenzijde van de mal. Bij voorkeur omvat een dergelijke maloverslag een 25 metalen plaat.

Voorts geniet het de voorkeur wanneer de positioneringsmiddelen het vulelement in hoofdzaak centreren in de zich te vormen heipaal. Hierdoor wordt een heipaal verkregen die zeer goed de krachten opneemt tijdens o.a. het 30 heien. Verder is er minder beton nodig dat leidt tot verminderde productiekosten en een verlaagde milieubelasting.

1029468 > * 4

Bij voorkeur is het vulelement vervaardigd van materiaal met een lagere soortelijke massa dan uitgehard beton. Een voordeel hiervan is dat de heipaal relatief licht is wat een gunstig effect heeft op de transportkosten van de heipaal.

5 Het geniet de voorkeur wanneer het vulelement zich in hoofdzaak over de gehele lengte van de mal uitstrekt. Het voordeel hiervan is dat nog minder beton gebruikt hoeft te worden. Dit heeft een gunstig effect op de productiekosten alsmede op de milieubelasting.

10 Verder geniet het de voorkeur wanneer het vulelement langgerekt van vorm is.

Voorts geniet het de voorkeur wanneer het vulelement afzonderlijke delen omvat. Het voordeel hiervan is dat personen die zijn betrokken bij het vervaardigen de heipaal 15 relatief gemakkelijk het vulelement, althans de afzonderlijke delen ervan op het fixeerelement kunnen aanbrengen. Verder is het vulelement dan relatief gemakkelijk te transporteren. Dit geniet in het bijzonder de voorkeur wanneer de heipaal relatief lang is.

20 Door middel van het fixeerelement is het mogelijk om het vulelement zodanig in de mal te positioneren dat het vulelement wordt gecentreerd in de zich te vormen heipaal.

Het fixeerelement omvat bij voorkeur een zachtstaalstaaf, een voorgespannen staaldraad of een 25 voorgespannen kunststofdraad.

Bij voorkeur wordt het vulelement op afstand van een eerste uiteinde en/of een tweede uiteinde van de mal aangebracht, zodanig dat bij het storten van het beton tenminste een massief einde van de heipaal wordt gevormd. Het 30 voordeel hiervan is dat op deze wijze een massieve kop en/of voet van de heipaal wordt verkregen dat bestand is tegen relatief grote belastingen tijdens het heien. Een bijkomend 1029468 * 5 voordeel is dat er geen grond in de heipaal kan dringen tijdens het heien.

Verder geniet het de voorkeur wanneer er in de mal voor het uitvoeren van stap ii) van de werkwijze volgens de 5 uitvinding langswapening in de mal wordt aangebracht, zodanig dat de langswapening wordt opgenomen in het beton. Dergelijke langswapening zorgt ervoor dat de kans wordt verkleind dat de heipaal tijdens transport en heien breekt.

Bij een uitvoeringsvorm die de voorkeur geniet wordt aan 10 tenminste een einde van de mal spiraalwapening aangebracht.

Door het aanbrengen van dergelijke spiraalwapening is het einde van de paal beter bestand tegen de relatief grote belastingen tijdens het heien.

Voorts geniet het de voorkeur wanneer aan tenminste een 15 einde van de mal een zich langs de binnenomtrek van de mal uitstrekkende wapeningsband is aangebracht. Een dergelijke wapeningsband is bij voorkeur van metaal. Een voordeel van een dergelijke band is dat het relatief gemakkelijk in de mal kan worden geplaatst. Een bijkomen voordeel is dat de band 20 ook na het uitharden van de heipaal kan worden aangebracht.

Verder is een voordeel van een dergelijke band dat een kop of een voet wordt verkregen die bestand is tegen de relatief grote belastingen tijdens het heien.

Verder geniet het de voorkeur wanneer het vulelement 25 kunststofmateriaal, keramisch materiaal of lichtbeton omvat.

Bij een uitvoeringsvorm die de voorkeur geniet omvat het vulelement een kunststof schuimmateriaal, bij voorkeur polystyreenschuim. Het voordeel van het gebruik van schuimmateriaal is dat het enerzijds een zeer laag soortelijk 30 gewicht heeft en anderzijds relatief veel stevigheid biedt.

Hierdoor is het mogelijk om heipalen met een zeer laag 1029468 ! i » * 6 gewicht te vervaardigen wat een gunstig effect heeft op de transportkosten.

Bij voorkeur omvat het vulelement een buis. Het voordeel van een dergelijke vulelement is dat het relatief sterk is 5 waardoor er relatief veel beton opgestort kan worden zonder dat het wordt samengedrukt. Verder is er relatief weinig materiaal nodig om een vulelement met een relatief grote omvang te vervaardigen.

Bij een uitvoeringsvorm die de voorkeur geniet is het 10 vulelement een buis waarbij tenminste een gedeelte van de binnenkant van de buis is voorzien van een zich over de binnendoorsnede van de buis uitstrekkend bevestigingselement. Hierbij geniet het de voorkeur wanneer het bevestigingselement een kunststofschuimmateriaal, zoals 15 polystyreenschuim omvat. Het bevestigingselement kan dan op het fixeerelement worden aangebracht zodanig dat de buis wordt gepositioneerd.

Verder geniet het de voorkeur wanneer na of tijdens het uitvoeren van stap iii) het fixeerelement wordt verwijderd.

20 Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een heipaal verkrijgbaar met de hierboven beschreven werkwijze.

Een derde aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een heipaal omvattende een mantel van uitgehard 25 beton en een zich in de langsrichting van de heipaal uitstrekkende kern, welke kern een vast vulelement omvat.

Het voordeel van dergelijk heipaal is dat het relatief weinig beton omvat. Hierdoor is de kostprijs van een dergelijke heipaal relatief laag. Verder is de 30 milieubelasting van een dergelijke paal minder aangezien het minder beton omvat dan een massieve paal.

1029468 7 I *» * !

Het geniet de voorkeur wanneer het vulelement een in hoofdzaak cirkelvormige doorsnede heeft.

Verder geniet het de voorkeur wanneer het vulelement staafvormig is.

5 Bij een uitvoeringsvorm die de voorkeur geniet is het vulelement voorzien van een zich in de lengterichting van het vulelement uitstrekkende gleuf voor het aanbrengen van het vulelement op het fixeerelement. De gleuf strekt zich bij voorkeur uit tot op of voorbij het zwaartepunt van het 10 vulelement.

Hierbij geniet het de voorkeur dat de gleufbreedte kleiner is dan de dwarsafmeting van het fixeerelement. Het voordeel hiervan is dat het vulelement relatief gemakkelijk kan worden aangebracht op het fixeerelement, en indien nodig 15 gemakkelijker kan worden gedraaid. Nabij het einde van de gleuf is de gleufbreedte bij voorkeur groter dan de dwarsafmeting van het fixeerelement. Hierdoor kan het vulelement nog gemakkelijker worden aangebracht op het fixeerelement en op de gewenste positie worden gehouden.

20 Het geniet de voorkeur wanneer tenminste één einde van de heipaal is voorzien van een betonnen afsluiter. Het voordeel van een dergelijk afsluiter is dat een kop en/of voet van de heipaal wordt verkregen die bestand is tegen relatief grote belastingen tijdens het heien. Een bijkomend 25 voordeel is dat er geen grond in de heipaal kan dringen tijdens het heien.

Voorts geniet het de voorkeur wanneer de kern is voorzien van een zich in de langsrichting van de heipaal uitstrekkend fixeerelement. Het voordeel van een dergelijk 30 fixeerelement is dat het gebruikt kan worden als aardstaaf/aarddraad voor bij voorbeeld een elektrisch systeem.

1 0294 6 8 8 * * i

Genoemde en andere kenmerken van de werkwijze voor het vervaardigen van een heipaal en de heipaal volgens de uitvinding zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden die slechts bij 5 wijze van voorbeeld worden gegeven zonder dat daardoor de uitvinding wordt geacht beperkt te zijn. Hierbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen waarin tonen:

Figuur 1 toont in aanzicht een mal voor het vervaardigen van een heipaal volgens de uitvinding; 10 Figuur 2 toont in aanzicht de mal van Figuur 1 waarbij een vulelement wordt aangebracht voor het vervaardigen van een heipaal volgens de uitvinding;

Figuur 3 toont in aanzicht het storten van beton in de mal van Figuur 2; 15 Figuur 4 toont in aanzicht een heipaal volgens de uitvinding;

Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede langs de lijn IV-IV van de heipaal van Figuur 4;

Figuur 6 toont in dwarsdoorsnede een heipaal volgens een 20 uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 7 toont in aanzicht een heipaal volgens de uitvinding;

Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede langs de lijn VIII-VIII van de heipaal van Figuur 7; 25 Figuur 10 toont een aanzicht van een heipaal volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 11 toont een dwarsdoorsnede van de heipaal van Figuur 10.

Figuur 12 toont een aanzicht van een heipaal volgens een 30 uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 13 toont een dwarsdoorsnede van de heipaal van Figuur 12.

1 0294 6 8 > · 9

Figuur 14 toont een bovenaanzicht van een mal voor het vervaardigen van een heipaal volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een aanzicht van een mal 1 voor het 5 vervaardigen van een heipaal volgens de uitvinding. Aan de binnenzijde van de mal 1 is in de lengterichting een fixeerelement 2 aangebracht voor het fixeren van een vulelement 4 (niet weergegeven). Verder is de mal 1 voorzien van zich in de langsrichting van de mal 1 uitstrekkende 10 langswapening 3. Deze langswapening 3 zorgt ervoor dat tijdens het transport en heien de kans op breken van de heipaal wordt verminderd.

Figuur 2 toont de mal van Figuur 1 waarbij een vulelement 4 van bij voorkeur polystyreenschuim om het 15 fixeerelement 2 wordt aangebracht. Het vulelement 4 is over de gehele lengte voorzien van een gleuf 5. Door deze gleuf 5 is het mogelijk om het vulelement 4 over het fixeerelement te schuiven. De gleuf 5 strekt zich tenminste tot voorbij het zwaartepunt 6 van het vulelement naar binnen uit. Teneinde 20 ervoor te zorgen dat het vulelement 4 tijdens het storten van de beton 7 (niet afgebeeld) niet los komt van het fixeerelement 2 wordt het vulelement zodanig gedraaid dat de opening 8 van de gleuf 5 naar de bovenzijde van de mal 1 is gericht.

25 Figuur 3 toont het storten van beton 7 in de mal 1. Door middel van de wanden 9 en 10 en de bodem 11 van de mal wordt de heipaal de gewenste vorm gegeven. Mogelijke vormen zijn onder andere vierkant, vijfhoekig, zeshoekig,achthoekig of rond. De langswapening 3 en het vulelement 4 worden tijdens 30 het storten volledig omgeven door het beton 7. Het fixeerelement 2 zorgt er hierbij voor dat het vulelement 4 zich niet naar de bovenzijde van de mal verplaatst. Het 1 0294 6 8 > * 10 storten van het beton 7 gaat door tot dat de bovenrand van de wanden 9 en 10 is bereikt. Daarna laat men het geheel enige tijd uitharden. De mal wordt optioneel voorzien van een zich langs de bovenzijde van de mal uitstrekkende maloverslag 5 (niet weergegeven)

Figuur 4 toont een heipaal 12 volgens de uitvinding. De heipaal 12 is voorzien van een zich in de langsrichting van de heipaal uitstrekkend vulelement 13, waarbij het vulelement wordt omsloten door een mantel 14 van uitgehard beton. Het 10 vulelement 13 bestaat uit een aantal afzonderlijke delen 13a en 13b waardoor het vulelement tijdens het vervaardigen van de heipaal 12 relatief gemakkelijk kon worden aangebracht.

Het fixeerelement 15 dat heeft gediend voor het op zijn plaats houden van het vulelement 13 is zichtbaar. Het is 15 echter mogelijk om tijdens of na het uitharden van de heipaal 12 dit fixeerelement 15 te verwijderen. De heipaal 12 is verder voorzien van langwapening 16 teneinde ervoor te zorgen dat de kans dat de heipaal 12 tijdens transport en heien breekt wordt verminderd.

20 Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van de heipaal 12 van

Figuur 4. Hier wordt het vulelement 13 omsloten door een betonnen mantel 1. In deze betonnen mantel is de langswapening 16 opgenomen. Het vulelement 13 is voorzien van een gleuf 17 die zich tot het zwaartepunt 18 van het 25 vulelement uitstrekt. Het vulelement 13 ligt tegen het fixeerelement 15. Het fixeerelement 15 en het vulelement 13 zijn tijdens het vervaardigen van de heipaal 12 zodanig gepositioneerd dat het vulelement 13 zich centraal in de heipaal 12 bevindt. Verder zijn optioneel afstandhouders 19 30 aangegeven welke er nog meer toe bijdragen dat het vulelement 13 tijdens het vervaardigen van de heipaal 12 op de gewenst 10294 6 8 11 positie werd gehouden. Echter het gebruik van slechts een fixeerelement 15 is ook mogelijk.

Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij afstandhouders 20 en 21 zijn gebruikt voor het 5 positioneren van het vulelement 52 tijdens het vervaardigen van de heipaal 23. De afstandhouders 20 zijn verbonden met de langswapening 24 die zich in de langsrichting van de heipaal 23 uitstrekken. De afstandhouder 21 is tijdens het vervaardigen van de heipaal 53 verbonden geweest met een 10 maloverslag die was aangebracht aan de bovenzijde van de mal 25 (niet afgebeeld). Optioneel kunnen de afstandhouders 20 afzonderlijk worden gebruikt of afzonderlijk afstandhouder(s) 21. Het geniet echter de voorkeur om ze gezamenlijk te gebruiken.

15 Figuur 7 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een heipaal 26 volgens de uitvinding. De heipaal 26 is voorzien van een vulelement 27 dat zich in de kern van de heipaal 26 bevindt. Dit vulelement 27 wordt hierbij omgeven door een betonnen mantel 28. Dit vulelement 27 bestaat uit een buis 20 29, van bij voorkeur kunststof, die aan een einde is voorzien van een zich langs de binnenwand 30 van de buis uitstrekkend bevestigingselement 31. Dit bevestigingselement 31 is bij voorkeur vervaardigd van kunststofschuimmateriaal. Hierbij zit het bevestigingselement 31 strak tegen de binnenwand 30 25 van de buis 29. Door gebruik te maken van een dergelijke opzet is het mogelijk om de buis 29 centraal in de heipaal 26 te positioneren door dat het om het fixeerelement 32 wordt aangebracht. Verder is de heipaal 26 voorzien van langswapening 33 dat zich uitstrekt in de betonnen mantel 28.

30 Optioneel zijn om verder te garanderen dat de buis 29 tijdens het vervaardigen van de heipaal 26 centraal in de zich te vormen heipaal wordt gehouden afstandhouders 34 en/of 35 1 0294 6 8 ----------- 12 aangebracht. De afstandhouders 34 zijn bevestigd aan de langswapening 33 van de heipaal 26, de afstandhouder 35 was tijdens het vervaardigen van de heipaal verbonden met de mal en/of maloverslag (niet afgebeeld). Tijdens het vervaardigen 5 van de heipaal 26 komt de buis 29 tegen deze afstandhouders 34 en/of 35 te liggen waardoor de buis 29 precies kan worden gepositioneerd.

Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede van de heipaal 26 van Figuur 6. De buis 29 bevindt zich centraal in de heipaal 26. 10 Teneinde de buis 29 tijdens het vervaardigen op zijn plaats te houden is een bevestigingselement 31 in de buis 29 aangebracht. Dit bevestigingselement 31 is om het fixeerelement 32 aangebracht. De buis 29 wordt omgeven door een mantel 28 van uitgehard beton. In deze mantel 28 is 15 langswapening 33 aangebracht voor extra stevigheid tijdens het transport. Verder zijn in de betonnen mantel 28 afstandhouders 34 en/of 35 opgenomen. Deze afstandhouders 34 en/of 35 zijn gebruikt tijdens het vervaardigen om de buis 29 centraal in de heipaal 26 te positioneren.

20 Figuur 9 toont een heipaal 36 volgens uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Hierbij omvat het vulelement een buis 37 van bij voorkeur kunststof. De buis 37 wordt omsloten door een betonnen mantel 38. In deze betonnen mantel 38 is langswapening 39 opgenomen. Deze langswapening 39 25 strekt zich uit in de langsrichting van de heipaal 36 en verminderd de kans op breken van de heipaal 36 tijdens het transporteren en heien. Verder zijn afstandhouders 40 en 41 voorzien. Deze afstandhouders 40 en/of 41 zijn gebruikt tijdens het vervaardigen van de heipaal 36 om de buis 37 30 centraal in de heipaal 36 te positioneren.

Figuur 10 toont een heipaal 42 volgens de uitvinding. Deze heipaal 42 is aan de bovenzijde open zodanig dat het 1 0294 68 13 vulelement 43 dat zich centraal in de heipaal 42 bevindt kan worden waargenomen. Dit vulelement 43 wordt omgeven door een betonnen mantel 44. Teneinde voor extra stevigheid van de kop en of de voet van de heipaal te zorgen is het boveneinde 5 en/of het ondereinde van de heipaal voorzien van een zich in de omtreksrichting van de heipaal 42 uitstrekkende wapeningsband 45.

Figuur 11 toont in doorsnede de heipaal 42 van Figuur 10. De heipaal 42 omvat hierbij een vulelement 43 dat zich 10 langs een fixeerelement 46 uitstrekt. Het vulelement 43 is omgeven door een betonnen mantel 44 waarin langswapening 47 is opgenomen. De kop van de heipaal is echter open, althans het vulelement 43 is van buiten af zichtbaar. In de kop, nabij het einde van de heipaal is een zich langs de omtrek 15 van de heipaal uitstrekkende wapeningsband 45 aangebracht.

Figuur 12 toont een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding die de voorkeur geniet. De heipaal 48 omvat hierbij een betonnen afsluiter 49 (niet afgebeeld) die er voor zorgt dat er een massieve kop 50 en/of voet wordt 20 gevormd. Verder is de heipaal voorzien van een betonnen mantel 51

Figuur 13 toont in dwarsdoorsnede de heipaal 48 van Figuur 12. De heipaal 48 is voorzien van een massieve kop 50 en een betonnen mantel 51 die is voorzien van langswapening 25 52 . Voorts strekt een vulelement 53 zich in de langsrichting van de heipaal 48 uit. De betonnen afsluiter 54 is bij voorkeur geïntegreerd met de betonnen mantel 51 van de heipaal 48. Door deze massieve kop 50 is de heipaal 48 beter bestand tegen de relatief grote krachten tijdens het heien.

30 Verder is de heipaal 48 in de kop 50 en/of de voet bij voorkeur voorzien van zogenaamde spiraalwapening 54. Deze 1029468 14 spiraalwapening 54 maakt de kop 50 nog beter bestand tegen de grote krachten tijdens het heien.

Figuur 14 toont een lange mal 55 waarbij de mal is verdeeld in een aantal submallen 56. De submallen 56 worden 5 van elkaar gescheiden door middel van kopschotten 57. Door gebruik te maken van een dergelijke lange mal 55 kunnen meerdere betonnen heipalen in een batch worden vervaardigd.

In de submallen 56 is langswapening 58 aangebracht alsmede vulelementen 59. Deze vulelementen worden gepositioneerd met 10 behulp van een fixeerelement 60 (niet afgebeeld).

1 0294 6 8

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een heipaal, de werkwijze omvattende de stappen van het: 5 i) in een mal aanbrengen van een vulelement en van tenminste één positioneringsmiddel voor het positioneren van het vulelement in de mal; ii) in de mal storten van beton zodanig dat het vulelement in hoofdzaak door het beton wordt omsloten, 10 iii) tenminste gedeeltelijk laten uitharden van het gestorte beton.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 waarbij het positioneringsmiddel een zich in de langsrichting van de mal 15 uitstrekkend fixeerelement omvat en waarbij tijdens het uitvoeren van stap i) het vulelement op het fixeerelement wordt aangebracht.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het 20 positioneringsmiddel tenminste één afstandhouder omvat, waarbij het vulelement voor of tijdens het uitvoeren van stap ii) wordt gepositioneerd.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 waarbij het 25 positioneringsmiddel tenminste een eerste en tweede positioneringsmiddel omvat, en waarbij het eerste positioneringsmiddel een zich in de langsrichting van de mal uitstrekkend fixeerelement omvat en waarbij het tweede positioneringsmiddel een afstandhouder omvat. 30

5. Werkwijze volgens conclusie 1,3 of 4, waarbij de afstandhouder is bevestigd aan de wand van de mal. 1 0294 6 8

6. Werkwijze volgens conclusie 1,3 of 4 waarbij de afstandhouder is bevestigd aan wapening van de zich te vormen heipaal.

7. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-6, waarbij de positioneringsmiddelen het vulelement in hoofdzaak centreren in de zich te vormen heipaal.

8. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-7, waarbij 10 het vulelement een lagere soortelijke massa heeft dan uitgehard beton.

9. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-8, waarbij het vulelement zich in hoofdzaak over de gehele lengte van de 15 mal uitstrekt.

10. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-9, waarbij het vulelement langgerekt van vorm is.

11. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-10, waarbij het vulelement afzonderlijke delen omvat.

12. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-11, waarbij het vulelement op afstand van een eerste uiteinde en/of een 25 tweede uiteinde van de mal wordt aangebracht, zodanig dat bij ! het storten van het beton tenminste een massief einde van de j heipaal wordt gevormd.

13. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-12, waarbij 30 in de mal voor het uitvoeren van stap iii) langswapening in j de mal wordt aangebracht. I 1029468

14. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-13, waarbij aan tenminste een einde van de mal spiraalwapening wordt aangebracht.

15. Werkwijze volgen een van de conclusies 1-14, waarbij aan tenminste een einde van de mal een zich langs de binnenomtrek van de mal uitstrekkende wapeningsband is aangebracht.

16. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-15, waarbij 10 het fixeerelement een zachtstaalstaaf, een voorgespannen staaldraad of een voorgespannen kunststofdraad omvat.

17. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-16, waarbij het vulelement kunststofmateriaal, keramisch materiaal of 15 karton omvat.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij het vulelement een kunststof schuimmateriaal omvat, bij voorkeur polystyreenschuim. 20

19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, waarbij het vulelement een buis omvat.

20. Werkwijze volgens een van de conclusie 1-19 waarbij 25 het vulelement een buis is en waarbij tenminste een gedeelte van de binnenkant van de buis is voorzien van een bevestigingselement.

21. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-20, waarbij 30 na of tijdens het uitvoeren van stap iii) het fixeerelement uit de heipaal wordt verwijderd. 1029468 * »

22. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-21, waarbij het vulelement in hoofdzaak vast is.

23. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-21, waarbij 5 het vulelement in hoofdzaak vloeibaar is.

24. Heipaal omvattende een mantel van uitgehard beton en een zich in de langsrichting van de heipaal uitstrekkende kern, welke kern een in hoofdzaak vast vulelement bevat. 10

25. Heipaal volgens conclusie 24, waarbij het vulelement een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.

26. Heipaal volgens conclusie 24 of 25, waarbij het 15 vulelement staafvormig is en is voorzien van een zich in de langrichting uitstrekkende gleuf voor het aanbrengen van het vulelement op het fixeerelement.

27. Heipaal volgens conclusie 26, waarbij de gleufbreedte 20 groter is dan de dwarsafmeting van het fixeerelement.

28. Heipaal volgens conclusie 26 of 27, waarbij de gleuf zich uitstrekt tot voorbij het zwaartepunt van het vulelement. 25

29. Heipaal volgens een van de conclusie 24-28, waarbij het vulelement een lager soortelijke massa heeft dan uitgehard beton.

30. Heipaal volgens een van de conclusie 24-29, waarbij het vulelement kunststofmateriaal, keramisch materiaal of karton omvat. i 1 0294 6 8 » »

31. Heipaal volgens conclusie 30, waarbij het vulelement een kunststof schuimmateriaal omvat, bij voorkeur polystyreenschuim.

32. Heipaal volgens conclusies 30 of 31, waarbij het vulelement een buis omvat. j

33. Heipaal volgens een van de conclusies 24-32, waarbij het vulelement een buis is waarbij tenminste een gedeelte van 10 de binnenkant van de buis is voorzien van een bevestigingselement.

34. Heipaal volgens een van de conclusies 24-33, waarbij het vulelement zich in hoofdzaak over de gehele lengte van de 15 heipaal uitstrekt.

35. Heipaal volgens een van de conclusies 24-34 waarbij het vulelement langgerekt van vorm is.

36. Werkwijze volgens een van de conclusies 24-35, waarbij het vulelement is gecentreerd in de heipaal.

37. Heipaal volgens een van de conclusies 24-36, waarbij het vulelement afzonderlijke delen omvat. 25

38. Heipaal volgens een van de conclusie 24-39, waarbij tenminste één einde van de heipaal is voorzien van een betonnen afsluiter.

39. Heipaal volgens een van de conclusies 24-38, waarbij de betonnen mantel is voorzien van langswapening. 1029468 * *·»

40. Heipaal volgens een van de conclusies 24-39, waarbij tenminste een einde van de betonnen mantel is voorzien van spiraalwapening.

41. Heipaal volgens een van de conclusies 24-30 waarbij aan tenminste een einde van de mal een zich langs de binnenomtrek van de mal uitstrekkende wapeningsband is aangebracht.

42. Heipaal volgens een van de conclusies 24-41 waarbij de 10 kern is voorzien van een zich in de langsrichting van de heipaal uitstrekkend fixeerelement.

43. Heipaal volgens een van de conclusies 24-42 waarbij het fixeerelement een zachtstaalstaaf, een voorgespannen 15 staaldraad of een voorgespannen kunststofdraad omvat.

44. Heipaal verkrijgbaar volgens de werkwijze van een van de conclusies 1-23. 1 02946 8