NL1029371C2

NL1029371C2 - Inrichting voor het borstelen van dieren.

Info

Publication number: NL1029371C2
Application number: NL1029371A
Authority: NL
Inventors: Martijn Otten
Original assignee: Lely Entpr Ag
Priority date: 2005-06-29
Filing date: 2005-06-29
Publication date: 2007-01-02
Also published as: ES2296253T3; AU2006201879A1; EP1738640A1; KR20060045157A; JP2007006886A; ATE375082T1; PL1738640T3; DK1738640T3; CA2544004C; AU2006201879B2; US20070000450A1; EP1738640B1; DE602006000156T2; DE602006000156D1; CA2544004A1; AU2006201879C1; KR101271361B1

Description

INRICHTING VOOR HET BORSTELEN VAN DIEREN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het borstelen van dieren, zoals koeien, welke inrichting is voorzien van: 5 - een monteringseenheid voor het monteren van de inrichting aan een vast constructie-element, zoals een muur of balk, - een zwenkelement, dat verbonden is met de monteringseenheid, - een frame, dat zwenkbaar rond het zwenkelement daarmee verbonden is, waarbij het frame een holle, inwendige ruimte omvat, 10 - een borsteleenheid, die bevestigd is op het frame, en een aangedreven as bevat, die zich uitstrekt tot in de holle, inwendige ruimte van het frame, - een aandrijfmotor met een aandrijvende as voor het aandrijven van de borsteleenheid, en 15 - een overbrengingselement geplaatst tussen de aandrijvende as van de aandrijfmotor en de aangedreven as van de borsteleenheid voor het overbrengen van rotatie van de aandrijvende as naar de aangedreven as, waarbij het overbrengingselement in de holle, inwendige ruimte van het frame is geplaatst.

Een dergelijke inrichting voor het borstelen van dieren is bekend uit 20 het Amerikaanse octrooischrift 6.318.298 B1. In deze bekende inrichting is de aandrijfmotor nabij een einde van het frame bevestigd en de borsteleenheid nabij het andere einde van het frame. De aandrijfmotor heeft een aandrijvende as, die zich tot in de holle ruimte van het frame uitstrekt, en die via een ketting met de aangedreven as van de borsteleenheid is verbonden. Hoewel deze inrichting naar 25 behoren functioneert, blijkt de inrichting desalniettemin toch onderhevig te zijn aan relatief hoge onderhoudskosten.

Het is onder meer een doel van de onderhavige uitvinding een inrichting voor het borstelen van dieren te verschaffen met relatief geringe onderhoudskosten.

30 Hiertoe wordt een inrichting voor het borstelen van dieren van de boven beschreven soort gekenmerkt doordat de aandrijfmotor in de holle, inwendige ruimte van het frame is geplaatst. De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat, doordat de aandrijfmotor van de bekende inrichting buiten op het frame is bevestigd, deze bloot gesteld wordt aan alle vervuilingen afkomstig van de 35 omgeving. Met name in een stal kunnen deze vervuilingen aanzienlijke vormen aannemen. Hierdoor blijkt de aandrijfmotor van de bekende inrichting vaak gereinigd en/of vervangen te moeten worden om een correcte werking van de inrichting voor het borstelen van dieren te garanderen. Dit reinigen en/of vervangen kost naast tijd ook onnodig veel geld. Door nu volgens de uitvinding de 1 02937 1 f 2 aandrijfmotor in de holle, inwendige ruimte van het frame te plaatsen wordt de aandrijfmotor tegen vervuilingen beschermd en worden dientengevolge de onderhoudskosten sterk gereduceerd.

Een voorkeursuitvoering van de inrichting voor het borstelen van 5 dieren volgens de uitvinding, waarbij de borsteleenheid nabij een einde van het frame is bevestigd, wordt gekenmerkt doordat de aandrijfmotor nabij hetzelfde einde van het frame in de holle, inwendige ruimte is geplaatst. Hierdoor wordt, daar het einde van het frame waar de borsteleenheid is bevestigd, altijd het onderste einde van het frame is, een laag zwaartepunt gerealiseerd.

10 Een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het borstelen van dieren volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het overbrengingselement een uitsparing heeft voor het verwijderbaar daarin opnemen van de aangedreven as van de borsteleenheid. Op deze wijze kan een versleten borsteleenheid snel worden verwijderd, hetgeen de tijd voor het vervangen van een borsteleenheid 15 sterk reduceert. Opgemerkt wordt dat in de bekende inrichting de aangedreven as via lagerelementen op het frame is bevestigd, welke lagerelementen door middel van bouten op het frame zijn bevestigd. Het demonteren en vervangen van een borsteleenheid neemt hier relatief veel tijd in beslag. Bij voorkeur is het overbrengingselement een wormwieloverbrenging. Hierdoor wordt een goedkope 20 en betrouwbare, directe aandrijving van de aangedreven as gerealiseerd.

Een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het borstelen van dieren volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het frame is voorzien van ventilatieopeningen. Hierdoor kan de door de aandrijfmotor ontwikkelde warmte de holle, inwendige ruimte van het frame verlaten, zodat de aandrijfmotor niet defect 25 raakt door oververhitting.

Voor de verbinding met een externe voedingsbron is een wand van het frame voorzien van een connectoraansluiting voor het daarop aansluiten van een voedingskabel voor verbinding met de externe voedingsbron. Bij voorkeur omvat de voedingskabel twee voedingskabeldelen, die met elkaar verbonden zijn 30 door een verbindingselement, dat op de monteringseenheid is bevestigd. Hierdoor i ontstaat een veilige en robuuste bevestiging van de voedingskabel in de inrichting.

In een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het borstelen van | dieren volgens de uitvinding is de aandrijfmotor via een leiding elektrisch met de | connectoraansluiting verbonden, waarbij de leiding zich geheel in de holle, 35 inwendige ruimte van het frame bevindt. Hierdoor wordt eventuele beschadiging van de leiding door externe invloeden voorkomen. j

In een verdere uitvoering van een inrichting voor het borstelen van i dieren volgens de uitvinding is de aandrijfmotor geschikt voor het roteren van de aandrijvende as in twee tegengestelde rotatierichtingen, en is de inrichting j 1029371 3 voorzien van een schakelmechanisme voor het afwisselend roteren van de aandrijvende as in de tegengestelde rotatierichtingen. Doordat de aandrijfmotor in twee richtingen wordt geroteerd blijkt de aandrijfmotor minder te slijten. De omkering van de rotatierichting kan op vaste (of variabele), periodiek vastgestelde 5 tijdstippen plaatsvinden, bijvoorbeeld gestuurd door een timercircuit, of kan bij elke borstelbeurt omgekeerd worden. Hierbij wordt opgemerkt dat, zoals beschreven in de boven genoemde stand van de techniek, een borstelbeurt geactiveerd wordt door het activeren van een schakelaar die operatief is verbonden met de aandrijfmotor om de aandrijfmotor te activeren wanneer druk op de borsteleenheid 10 wordt uitgeoefend. Verder wordt opgemerkt dat een aandrijfmotor die geschikt is voor aandrijving in twee tegengestelde richtingen op zich uit EP-B1-0840547, bekend is.

De uitvinding zal nu bij wijze van voorbeeld worden beschreven aan 15 de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het borstelen van dieren. Hierin toont:

Figuur 1 een schematisch achteraanzicht van een inrichting voor het borstelen van dieren volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de in Figuur 20 1 weergegeven inrichting voor het borstelen van dieren; en

Figuur 3 een schematisch aanzicht in perspectief van de inrichting voor het borstelen van dieren zoals weergegeven in Figuren 1 en 2.

Figuur 1 toont een inrichting voor het borstelen van dieren, zoals 25 koeien. De inrichting is voorzien van een monteringseenheid 1 voor het monteren van de inrichting aan een vast constructie-element, zoals een muur of balk, van bijvoorbeeld een stal. Een zwenkelement 2, bijvoorbeeld een roteerbare as, is verbonden met de monteringseenheid 1. Een frame 3, dat zwenkbaar rond het zwenkelement 2 daarmee is verbonden, omvat een holle, inwendige ruimte 4.

30 Een borsteleenheid 5 is nabij een einde van het frame 3 bevestigd op het frame 3 en bevat een aangedreven as 6, die zich uitstrekt tot in de holle, inwendige ruimte 4 van het frame 3. Hierbij wordt opgemerkt dat onder borsteleenheid niet alleen een eenheid voorzien van borstelharen, maar ook een eenheid voorzien van een rol met uitstekende noppen, een eenheid voorzien van 35 een rol met sponsachtig materiaal, en dergelijke dient te worden verstaan.

Een aandrijfmotor 7 met een aandrijvende as 8 voor het aandrijven van de borsteleenheid 5 is in de holle, inwendige ruimte (4) van het frame (3) geplaatst, bij voorkeur nabij hetzelfde einde van het frame 3 waar de borsteleenheid 5 is aangebracht.

1029371 4

Een overbrengingselement 9, bij voorkeur een wormwieloverbrenging, is geplaatst tussen de aandrijvende as 8 van de aandrijfmotor 7 en de aangedreven as 6 van de borsteleenheid 5 voor het overbrengen van rotatie van de aandrijvende as 8 naar de aangedreven as 6. Het 5 overbrengingselement 9 is in de holle, inwendige ruimte 4 van het frame 3 geplaatst. Het zal duidelijk zijn dat in plaats van een wormwieloverbrenging andere directe overbrengingen, of bijvoorbeeld een ketting-, snaar- of riemoverbrenging eveneens toepasbaar zijn.

Het overbrengingselement 9 heeft een uitsparing voor het 10 verwijderbaar daarin opnemen van de aangedreven as 6 van de borsteleenheid 5, zodat door het verwijderen van een bevestigingselement, zoals een borgpen, de borsteleenheid 5 snel in en uit de uitsparing van het overbrengingselement 9 kan worden gestoken respectievelijk verwijderd.

Het frame 3 is voorzien van ventilatieopeningen 10, in het 15 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld sleufvormig, hoewel elke andere vorm eveneens toepasbaar is, voor het uit de holle, inwendige ruimte 4 van het frame 3 verwijderen van de door de aandrijfmotor 7 opgewekte warmte. Indien gewenst kan een koelventilator of een vloeistof koeling worden voorzien.

Een wand van het frame 3 is voorzien van een connectoraansluiting 20 11 voor het daarop aansluiten van een voedingskabel, omvattende twee voedingskabeldelen 13a, 13b, voor verbinding met een externe voedingsbron. De voedingskabeldelen 13a, 13b zijn met elkaar verbonden door een ! verbindingselement 14, dat op de monteringseenheid 1 is bevestigd. De | aandrijfmotor 7 is via een leiding 12 elektrisch met de connectoraansluiting 11 25 verbonden, waarbij de leiding 12 zich geheel in de holle, inwendige ruimte 4 van het frame 3 bevindt. Hoewel in het beschreven uitvoeringsvoorbeeld een elektromotor wordt gebruikt, is de onderhavige uitvinding ook uitvoerbaar met een pneumatische of hydraulische motor.

Een besturingscircuit 15 voor de besturing van de aandrijfmotor 7 is 30 in een huis in de holle, inwendige ruimte 4 van het frame 3 opgenomen. De aandrijfmotor 7, welke bij voorkeur geschikt is voor het roteren van de aandrijvende as 8 in twee tegengestelde rotatierichtingen, wordt door een schakelmechanisme van het besturingscircuit 15 zodanig gestuurd dat de aandrijvende as 8 afwisselend in tegengestelde richtingen wordt geroteerd. Dit 35 omkeren van de rotatierichting kan worden gestuurd door een in het besturingscircuit 15 aanwezig timercircuit. De rotatierichting kan ook na elke borstelbeurt worden omgekeerd. Hierbij wordt opgemerkt dat, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 6.318.298 B1, een borstelbeurt geactiveerd wordt door het activeren van een schakelaar die operatief is verbonden met de 1029371 5 ft aandrijfmotor 7 om de aandrijfmotor 7 te activeren wanneer door een koe druk op de borsteleenheid 5 wordt uitgeoefend. Het schakelmechanisme kan tevens een alarmfunctie hebben, er wordt een potentiaalvrij contact geschakeld indien een temperatuurbeveiliging ingeschakeld wordt of indien de voeding wegvalt.

5 | j 1 02937 1

Claims

1. Inrichting voor het borstelen van dieren, zoals koeien, welke inrichting is voorzien van: 5. een monteringseenheid (1) voor het monteren van de inrichting aan een vast constructie-element, zoals een muur of balk, - een zwenkelement (2), dat verbonden is met de monteringseenheid (1), - een frame (3), dat zwenkbaar rond het zwenkelement (2) daarmee 10 verbonden is, waarbij het frame (3) een holle, inwendige ruimte (4) omvat, - een borsteleenheid (5), die bevestigd is op het frame (3), en een aangedreven as (6) bevat, die zich uitstrekt tot in de holle, inwendige ruimte (4) van het frame (3), - een aandrijfmotor (7) met een aandrijvende as (8) voor het 15 aandrijven van de borsteleenheid (5), en - een overbrengingselement (9) geplaatst tussen de aandrijvende as (8) van de aandrijfmotor (7) en de aangedreven as (6) van de borsteleenheid (5) voor het overbrengen van rotatie van de aandrijvende as (8) naar de aangedreven as (6), waarbij het overbrengingselement (9) in de holle, inwendige ruimte (4) van 20 het frame (3) is geplaatst, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor (7) in de holle, inwendige ruimte (4) van het frame (3) is geplaatst.

2. Inrichting voor het borstelen van dieren volgens conclusie 1, waarbij de borsteleenheid (5) nabij een einde van het frame (3) is bevestigd, met het 25 kenmerk, dat de aandrijfmotor (7) nabij hetzelfde einde van het frame (3) in de holle, inwendige ruimte (4) is geplaatst.

3. Inrichting voor het borstelen van dieren volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het overbrengingselement (9) een uitsparing heeft voor het verwijderbaar daarin opnemen van de aangedreven as (6) van de borsteleenheid 30 (5).

4. Inrichting voor het borstelen van dieren volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het overbrengingselement (9) een wormwieloverbrenging is.

5. Inrichting voor het borstelen van dieren volgens een van de 35 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame (3) is voorzien van ventilatieopeningen (10).

6. Inrichting voor het borstelen van dieren volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een wand van het frame (3) is 1 02937 1 (I voorzien van een connectoraansluiting (11) voor het daarop aansluiten van een voedingskabel (13a, 13b) voor verbinding met een externe voedingsbron.

7. Inrichting voor het borstelen van dieren volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de voedingskabel twee voedingskabeldelen (13a, 13b) omvat, die 5 met elkaar verbonden zijn door een verbindingselement (14), dat op de monteringseenheid (1) is bevestigd.

8. Inrichting voor het borstelen van dieren volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor (7) via een leiding (12) elektrisch met de connectoraansluiting (11) is verbonden, waarbij de leiding (12) zich geheel in de 10 holle, inwendige ruimte (4) van het frame (3) bevindt.

9. Inrichting voor het borstelen van dieren volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor (7) geschikt is voor het roteren van de aandrijvende as (8) in twee tegengestelde rotatierichtingen, en dat de inrichting is voorzien van een schakelmechanisme (15) 15 voor het afwisselend roteren van de aandrijvende as (8) in de tegengestelde rotatierichtingen. 1029371