NL1029324C1

NL1029324C1 - Kasverlichtingsarmatuur, combinatie van kasverlichtingsarmatuur en lamp, kas en werkwijze voor het monteren van een lamp in een kasverlichtingsarmatuur.

Info

Publication number: NL1029324C1
Application number: NL1029324A
Authority: NL
Inventors: Teunis Cornelis Van Den Dool
Original assignee: Hortilux Schreder B V
Priority date: 2005-06-23
Filing date: 2005-06-23
Publication date: 2006-12-28

Description

t -1-

P27678NL00/NBL

Korte aanduiding: Kasverlichtingsarmatuur, combinatie van kasverlichtingsarmatuur en lamp, kas en werkwijze voor het monteren van een lamp in een kasverlichtingsarmatuur

De uitvinding heeft betrekking op een kasverlichtingsarmatuur, in het bijzonder geschikt voor toepassing in combinatie met een assimilatielamp, welk kasverlichtingsarmatuur een armatuurlichaam heeft dat een bevestigingselement voor het mechanisch bevestigen van 5 het kasverlichtingsarmatuur aan een deel van een draagconstructie, een reflector voor het naar beneden richten van door een in het kasverlichtingsarmatuur opgenomen lamp afgegeven licht en een contactorgaan voor het realiseren van een elektrische aansluiting van een in het kasverlichtingsarmatuur opgenomen lamp omvat.

10

Aanvraagster zijn kasverlichtingsarmaturen bekend van het hierboven beschreven type, waarin lampen met een schroeffitting worden toegepast.

15 Het doel van de uitvinding is een verbeterd kasverlichtingsarmatuur te verschaffen.

De uitvinding bereikt dit doel met een kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 1.

20

Het kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding maakt een snelle montage van de lamp in het armatuur mogelijk doordat de lamp niet apart hoeft te worden gefixeerd ten opzichte van de steun. Er kan worden volstaan met het plaatsen van de lamp op de steun als deze 25 steun zich in zijn eerste stand bevindt, waarbij de lamp gepositioneerd wordt door het primaire positioneringsorgaan. Door de | steun, met de daarop gepositioneerde lamp in zijn tweede stand te J brengen, wordt de lamp vanzelf gefixeerd in het kasverlichtingsarmatuur.

1029324 -2-

Hierdoor is het mogelijk om de lamp met een snelle en betrouwbare handeling in het armatuur te plaatsen. Dit is met name voordelig omdat bij het monteren van lampen in kasverlichtingsarmaturen de 5 monteur meestal boven het hoofd moet werken en de armaturen in bestaande kassen vanwege de onder de kasverlichtingsarmaturen aanwezige planten moeilijk bereikbaar zijn. Daarnaast komt bij het kasverlichtingsarmaturen volgens de uitvinding de lamp vanzelf recht in het armatuur.

10

Het is voordelig als het kasverlichtingsarmatuur zo is ingericht dat in de tweede stand van de steun het contactorgaan onder geschikte contactdruk tegen een contactelement van de lamp aan ligt om de elektrische aansluiting van de lamp te realiseren. Hiermee vereist 15 het elektrisch aansluiten van de lamp geen aparte handeling meer.

In een mechanisch gunstige uitvoeringsvorm omvat het armatuurlichaam een eerste verend element, dat ingericht is om een door de steun gedragen lamp mechanisch te fixeren ten opzichte van het 20 armatuurlichaam als de steun zich in zijn tweede stand bevindt. De door de veerkracht veroorzaakte wrijvingskracht houdt de lamp ' effectief op zijn plaats. Als alternatief of aanvullend kan de steun een tweede verend element omvatten, dat ingericht is om een door de steun gedragen lamp mechanisch te fixeren ten opzichte van het 25 armatuurlichaam als de steun zich in zijn tweede stand bevindt. Een dergelijk verend element kan eenvoudig gerealiseerd worden door middel van een bladveer.

Een constructief gunstige manier om ervoor te zorgen dat het 30 contactorgaan van het kasverlichtingsarmatuur onder een geschikte contactdruk tegen een contactelement van een door de steun gedragen lamp drukt, is het toepassen van een derde verend element dat het contactorgaan van het kasverlichtingsarmatuur tegen contactelement van de lamp drukt als de steun zich in zijn tweede stand bevindt.

35 Door de aanwezigheid van een apart verend element voor het contactorgaan is het mogelijk de contactdruk te optimaliseren, onafhankelijk van de veerkracht die het eerste en/of het tweiede *029324 -3- verend element moeten leveren om een in de steun geplaatste lamp te fixeren. De veerstijfheid van het derde element kan immers onafhankelijke van de veerstijfheid van de andere verende elementen worden gekozen.

5

Om het aanbrengen van een lamp in het kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding te vergemakkelijken, is het voordelig als de steun een handgreep heeft, waarmee de steun van zijn eerste stand in zijn tweede stand en van zijn tweede stand in zijn eerste stand kan 10 worden gebracht.

De steun kan transleerbaar aan het armatuurlichaam bevestigd zijn, maar ook is het mogelijk dat de steun een draaipunt heeft, om welk draaipunt de steun scharnierbaar is ten opzichte van het 15 armatuurlichaam. In dat laatste geval is het voordelig als de handgreep verder van het draaipunt af ligt dan het primaire positioneringsorgaan. Door het hefboomeffect kan dan met een relatief beperkte kracht de steun van zijn eerste in zijn tweede stand gebracht worden, terwijl de op de steun geplaatste lamp toch 20 stevig vastgeklemd wordt.

Het is voorzien dat het armatuurlichaam tevens een secundair positioneringsorgaan omvat, dat ingericht is om in de tweede stand van de steun samen te werken met het primaire positioneringsorgaan 25 van de steun, om een door de steun gedragen lamp te positioneren ten opzichte van het armatuurlichaam. Om statische overbepaaldheid te voorkomen is het voordelig als het primaire positioneringsorgaan de lamp in een eerste richting positioneert, en het secundaire positioneringsorgaan de lamp in een tweede richting positioneert, | 30 waarbij de eerste en de tweede richting van elkaar verschillen.

In het secundaire positioneringsorgaan is voordeligerwijze het eerste en/of het derde verend element aangebracht. Overigens kunnen het eerste en/of het derde verend element ook zijn aangebracht in 35 een contra-element, dat op zich geen positionerende functie heeft.

1029324 -4-

Het kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding is bij uitstek geschikt om te worden toegepast in combinatie met een zogenaamde "duoble-ended lamp", dat wil zeggen, een lamp die twee uiteinden heeft met aan elk uiteinde een bevestigingsvlak, en meestal ook aan 5 elk uiteinde een contactelement. Een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding geschikt is om te worden toegepast in combinatie met ' een dergelijke lamp heeft voordeligerwijze een primair positioneringsorgaan dat twee op een afstand van elkaar geplaatste positioneringselementen omvat, die elk zijn ingericht om aan te 10 grijpen op een bevestigingsvlak van de lamp.

Het is gebruikelijk dat double-ended lampen aan ten minste een van beide uiteinden voorzien zijn van een kneep in het glas. Een kasverlichtingsarmatuur dat geschikt is voor toepassing in 15 combinatie met dergelijke lampen, heeft bij voorkeur een primair positioneringsorgaan dat ingericht is om aan te grijpen op die kneep. j

In de praktijk is gebleken dat een double-ended lamp waarvan de 20 kneep een in hoofdzaak H-vormige dwarsdoorsnede heeft een goede keuze is voor toepassing in een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding. Een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding dat geschikt is voor toepassing in combinatie met een dergelijke lamp heeft bij voorkeur een primair positioneringsorgaan de vorm heeft 25 van een blok dat in de kneep van de lamp past.

Om te voorkomen dat de steun op een ongecontroleerde manier van zijn tweede in zijn eerste stand komt, is het voordelig als de steun een vergrendeling omvat voor het vergrendelen van de steun in zijn 30 tweede stand.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het monteren van een lamp in een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding, welke werkwijze achtereenvolgens de volgende stappen 35 omvat: het brengen van de steun in zijn eerste stand, 1029324 -5- het plaatsen van een lamp op het primaire positioneringsorgaan waarbij de lamp gepositioneerd wordt ten opzichte van het kasver1i cht ingsarmatuur, het brengen van de steun in zijn tweede stand, waarbij de lamp 5 gefixeerd wordt ten opzichte van het armatuurlichaam.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een combinatie van een assimilatielamp en een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding en op een kas voorzien van ten minste een kasverlichtingsarmatuur 10 volgens de uitvinding.

Een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin op niet beperkende wijze uitvoeringsvoorbeelden zijn getoond.

15

In de tekening toont: fig. 1 - een overzicht van een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding, fig. 2 - onderaanzicht van een kasverlichtingsarmatuur volgens 20 fig. 1 met een daarin opgenomen lamp, fig. 3 - een kasverlichtingsarmatuur volgens fig. 1, met de steun in de eerste stand, fig. 4 - een kasverlichtingsarmatuur volgens fig. 1, met de steun in de tweede stand, i 25 fig. 5 - een detail van de bevestiging van de lamp met de steun in de tweede stand, in dwarsdoorsnede, fig. 6 - een detail van een assimilatielamp, fig. 7 - een detail van een alternatieve uitvoeringsvorm, met de steun in de eerste stand, 30 fig. 8 - het bewegen van de steun van de eerste stand naar de tweede stand bij de uitvoeringsvorm van fig. 7, fig. 9 - een volgende alternatieve uitvoeringsvorm van een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding, fig. 10 - een vergroting van detail A van fig. 9, 35 fig. 11 - het aansluitsamenstel 93 van de uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens fig. 9.

1029324 j -6-

Fig. 1 toont een overzicht van een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding. Profiel 3 maakt deel uit van een draagconstructie j waaraan het kasverlichtingsarmatuur is bevestigd. Een bevestigingselement 20 bevestigt het kasverlichtingsarmatuur aan de j 5 draagconstructie. 1

Het kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding omvat een | armatuurlichaam, dat in het voorbeeld van fig. 1 het j bevestigingselement 20, een verbindingseenheid 35 voor het ! 10 elektrisch verbinden van een lamp 2 in het armatuur met een externe voeding, een elektronische voorschakelinrichting voor het bedrijven van een in het armatuur aangebrachte lamp 2, een behuizing 10 voor de voorschakelinrichting, een reflector 31 voor het op de planten richten van licht dat wordt afgegeven door een in het 15 kasverlichtingsarmatuur geplaatste lamp 2, en een beugel 30 waaraan de reflector 31 is bevestigd omvat. j !

Fig. 2 toont een onderaanzicht van het kasverlichtingsarmatuur volgens fig. 1. Naast het armatuurlichaam is nu ook een steun 40 te 20 zien, die is ingericht voor het dragen van een lamp 2. De steun 40 maakt geen deel uit van het armatuurlichaam, maar is daar wel mee verbonden. De steun 40 is beweegbaar ten opzichte van het armatuurlichaam.

25 De steun 40 heeft een primair positioneringsorgaan, dat een door de steun 40 gedragen lamp 2 positioneert ten opzichte van het kasverlichtingsarmatuur. In het voorbeeld is het primaire positioneringsorgaan zo vormgegeven dat als een lamp 2 op het primaire positioneringsorgaan wordt gelegd, deze meteen is 30 gepositioneerd.

Dat wordt in dit voorbeeld gerealiseerd door het toepassen van een double-ended lamp 2, die aan zijn beide uiteinden voorzien is van een kneep 5 in het glas, welke kneep de lamp 2 een uiteinde met een 35 H-vormige dwarsdoorsnede geeft (zie figuur 6) met een middenlijf 5a en twee zij lijven 5b.

1029324 -7-

Om een dergelijke lamp 2 direct te positioneren, heeft in dit voorbeeld het primaire positioneringsorgaan twee op afstand van elkaar geplaatste positioneringselementen 41. Deze positioneringselementen 41 hebben de vorm van blokken, die in de H-5 vormige kneep van de lamp 2 passen.

De steun 40, inclusief het primaire positioneringsorgaan, is beweegbaar tussen een eerste stand (zie fig. 3) en een tweede stand (zie fig. 4). In dit voorbeeld is de steun 40 zwenkbaar ten opzichte 10 van het armatuurlichaam. Als alternatief kan de steun 40 transleerbaar zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met aan weerszijden van het armatuurlichaam een geleidingsblok, waarbij door elk blok een stang van de steun 40 beweegbaar is.

15 In de eerste stand kan een lamp 2 op de steun 40 geplaatst worden, of van de steun 40 worden afgenomen. In de tweede stand is de lamp 2 mechanisch gefixeerd ten opzichte van het armatuurlichaam.

Fig. 5 toont in dwarsdoorsnede een detail van de bevestiging van de 20 lamp 2 met de steun 40 in de tweede stand. De lamp 2 wordt gedragen door steun 40, waarbij het positioneringselement 41 aangrijpt op de kneep 5 van de lamp 2. Het positioneringselement 41 is bevestigd op een beugel 44, die net als het positioneringselement 41 deel uitmaakt van de steun 40. Het positioneringselement 41 werkt samen 25 met een tweede positioneringselement dat aangrijpt op een kneep aan het andere uiteinde van de lamp 2. Samen positioneren de positioneerelementen 41 de lamp 2 ten opzichte van het armatuurlichaam. De positioneringselementen 41 zijn in dit geval elk uitgevoerd als een blok, dat in een kneep 5 van de lamp 2 past. Als 30 de knepen 5 van de lamp 2 op de positioneringselementen 41 van de steun 40 gelegd worden kan dat maar op één manier, waardoor de lamp 2 door het enkel opleggen op de positioneringselementen 41 direct gepositioneerd is ten opzichte van het armatuur.

35 Het armatuurlichaam omvat in dit voorbeeld een eerste verend element 51, dat in de tweede stand van de steun 40 aangrijpt op de kneep van de lamp 2. Dit eerste verende element drukt in de tweede stand van 102Q324 -8- de steun 40 de lamp 2 tegen het positioneringselement 41 van de steun 40, en fixeert zo de lamp 2 mechanisch in het kasverlichtingsarmatuur. Het eerste verende element 51 grijpt in dit geval direct aan op de lamp 2. De lamp 2 is tegen zijdelingse 5 bewegingen ten opzichte van het armatuurlichaam aanvullend geborgd door de opstaande randen van de H-vormige knepen.

In dit voorbeeld is de breedte van de bladveer zo gekozen dat deze een bijdrage levert aan de positionering van de lamp 2 ten opzichte 10 van het armatuurlichaam doordat ten minste een deel van de bladveer in de kneep van de lamp 2 past.

Als alternatief of ter aanvulling kan een tweede verend element (niet getoond) aanwezig zijn, dat deel uitmaakt van de steun 40. Een 15 dergelijk tweede verend element kan aangebracht zijn tussen de beugel 44 van de steun 40 en het positioneringselement 41. Ook zou het tweede verende element een bladveer kunnen zijn, waarvan de afmetingen zo gekozen zijn dat ten minste een deel van de bladveer zodanig in een kneep van de lamp 2 past, dat deze de lamp 2 20 positioneert. In dat geval zijn positioneringselement 41 en tweede verend element dus geïntegreerd in een enkel onderdeel.

In een andere, niet getoonde, alternatieve uitvoeringsvorm omvat de steun 40 een primair positioneringsorgaan met een sleuf, waar de 25 lamp 2 in gelegd kan worden. De delen van het positioneringsorgaan aan weerszijden van de sleuf worden dan in de tweede stand van de steun 40 naar elkaar toe bewogen zodat de lamp 2 in de sleuf vastgeklemd wordt. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een elastisch scharnier, waarbij de beide delen aan weerszijden van de 30 sleuf onder invloed van een verend element in de tweede stand van de steun 40 naar elkaar toe worden gedrukt.

De lamp 2 heeft in dit voorbeeld (zie figuur 6) aan elk uiteinde een contactelement 4 voor het elektrisch aansluiten van de lamp 2. Dat 35 contactelement 4 is in dit voorbeeld uitgevoerd als uit het middenlijf 5a van het H-vormige uiteinde 5 stekende contactdraad 4, welke draad 4 als het ware in het vlak van het middenlijf 5a ligt.

1029324 -9-

Het armatuurlichaam omvat een contactorgaan 50 dat voor het realiseren van de elektrische aansluiting van de lamp 2 onder een geschikte contactdruk tegen een contactelement 4 van de lamp 2 aan 5 komt te liggen. Voor het realiseren van die contactdruk is in dit voorbeeld een derde verend element 52 aangebracht, dat inwerkt op het contactorgaan 50 van het armatuurlichaam.

i

De functie van het mechanisch fixeren van de lamp 2 in het 10 kasverlichtingsarmatuur wordt in dit voorbeeld dus vervuld door het eerste en/of het tweede verende element, terwijl de functie van het realiseren van de contactdruk ten behoeve van de elektrische aansluiting van de lamp 2 in dit voorbeeld wordt vervuld door het derde verende element 52. Door het scheiden van deze functie is het 15 mogelijk de veerkracht voor het mechanisch fixeren van de lamp 2 en de veerkracht voor het realiseren van de contactdruk onafhankelijk van elkaar te optimaliseren. Concreet kan dit worden bereikt door de veerstijfheid van het derde element zodanig te kiezen dat deze afwijkt van de veerstijfheid van het eerste en/of van het tweede 20 verende element. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de veerkracht die in de tweede stand van de steun 40 op de lamp 2 wordt uitgeoefend ongeveer 5 N bedraagt, en terwijl op hetzelfde moment de veerkracht op het contactelement 4 van de lamp 2 50 N bedraagt.

25 In het in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeeld omvat de steun 40 een beugel 44, waarop de positioneringselementen 41 zijn aangebracht. Deze beugel 44 is bij voorkeur voorzien van een handgreep 46, waaraan de monteur de steun 40 kan vastgrijpen om deze van zijn eerste in zijn tweede stand te brengen of andersom. Deze 30 handgreep kan overigens al worden gerealiseerd door de beugel 44 te voorzien van een vrij deel, wat als handgreep 46 kan dienen, zoals aangegeven in fig. 2.

In het voorbeeld van de figuren heeft de steun 40 twee draaipunten 35 43, waardoor de steun 40 zwenkbaar is ten opzichte van het armatuurlichaam. In dit geval is het voordelig dat de handgreep verder van de draaipunten 43 af ligt dan positioneringselementen 41.

i 1029324 -10-

Door het hefboomeffect kan dan met een relatief beperkte kracht de steun 40 van zijn eerste in zijn tweede stand gebracht worden, terwijl de op de steun 40 geplaatste lamp 2 toch stevig vastgeklemd wordt.

5

Verder heeft het kasverlichtingsarmatuur in dit voorbeeld een vergrendeling 45, die de steun 40 in zijn tweede stand vergrendelt ten opzichte van het armatuurlichaam. De steun 40 wordt daarmee in zijn tweede stand gefixeerd.

10

Het aanbrengen van een lamp 2 in het kasverlichtingsarmatuur uit dit voorbeeld gaat als volgt:

De monteur brengt de steun 40 in zijn eerste stand, bijvoorbeeld in 15 de omlaag gerichte stand van fig. 3. Het positioneringsorgaan komt hierbij vrij te liggen zodat er gemakkelijk een lamp 2 op kan worden gelegd. Een opgelegde lamp 2 ligt in de eerste stand van de steun 40 in dit voorbeeld nog los op de steun 40. De positioneringselementen 41 houden de lamp 2 echter wel op zijn plaats. De lamp 2 is echter 20 nog niet in al zijn vrijheidsgraden gefixeerd.

Vervolgens brengt de monteur de steun 40 in zijn tweede stand. Nu wordt de lamp 2 ingeklemd tussen het positioneringsorgaan en het armatuurlichaam, zodat de lamp 2 mechanische gefixeerd is.

25 Tegelijkertijd maakt het contactorgaan 50 van het kasverlichtingsarmatuur elektrisch contact met het contactelement 4 (of de contactelementen) van de lamp 2. Hiermee is tegelijk met de mechanische fixatie de elektrische aansluiting van de lamp 2 gerealiseerd.

30

Vervolgens vergrendelt de monteur de steun 40 met de vergrendeling 45, zodat de steun 40 in zijn tweede stand gefixeerd wordt.

Fig. 7 toont een detail van een alternatieve uitvoeringsvorm, met de 35 steun in de eerste stand.

*029324 i -11- '

In deze uitvoeringsvorm is de steun voorzien van een vasthoudmiddel 70, dat de lamp 2 vasthoudt ten opzichte van het I positioneringselement 41 als de steun zich niet in de tweede stand bevindt. Het vasthoudmiddel 70 voorkomt in die situatie dat de lamp 5 2 uit de steun 40 valt. In het voorbeeld van fig. 7 is het vasthoudmiddel 70 een gebogen bladveer die de lamp 2 tegen het positioneringselement 41 klemt.

Het zal de vakman duidelijk zijn dat een vasthoudmiddel 70 ook bij 10 andere uitvoeringsvormen van een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding kan worden toegepast.

De alternatieve uitvoeringsvorm van fig. 7 is zodanig vormgegeven dat er geen gevaar bestaat voor het onbedoeld aanraken van het 15 contactorgaan in het armatuur dat de elektrische aansluiting met een lamp 2 realiseert.

Dit wordt in het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 7 bereikt door de toepassing van een aansluitsamenstel 80. Dit aansluitsamenstel omvat 20 een eerste aansluitelement 81 en een tweede aansluitelement 82. In het voorbeeld van fig. 7 is het contactorgaan 83 aangebracht in het eerste aansluitelement 81, zodanig dat het contactorgaan 83 èen vrij oppervlak heeft dat contact kan maken met de het contactelement 4 van de lamp 2 als de steun 40 zich in de tweede stand bevindt. Als 25 alternatief kan het contactorgaan 83 zijn aangebracht in het tweede aansluitelement 82.

Als de steun 40 zich in de eerste stand bevindt, liggen de aansluitelementen 81,82 tegen elkaar. Zo wordt het contactorgaan 83 30 afgeschermd en onbedoelde aanraking ervan voorkomen, zodat het gevaar voor het oplopen van een elektrische schok praktisch wordt geëlimineerd.

De aansluitelementen 81, 82 zijn verplaatsbaar ten opzichte van 35 elkaar, zodat er ruimte 84 tussen de aansluitelementen kan worden gecreëerd. Deze ruimte 84 is bedoeld om het contactelement 4 van de lamp 2 op te nemen. Het contactelement 4 van de lamp kan dan in 1029324 -12- contact worden gebracht met het contactorgaan 83 van het kasverlichtingsarmatuur. Op deze manier wordt de lamp 2 elektrisch aangesloten.

5 Als het contactelement 4 ten minste deels in de ruimte 84 is aangebracht, worden de aansluitelementen 81, 82 weer naar elkaar toe bewogen. Bij voorkeur drukt het tweede aansluitelement 82 daarbij het contactelement 4 van de lamp 2 tegen het contactorgaan 83 van het kasverlichtingsarmatuur om zo de vereiste contactdruk te 10 realiseren.

In het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 7 is het tweede aansluitelement 82 met de rest van het armatuurlichaam verbonden via een veer 85. Deze veer zorgt voor de vereiste contactdruk.

15

Verder is in het voorbeeld van fig. 7 de steun 40 voorzien van een blok 86 met een schuine kant 87. De veer 85 is in dit voorbeeld uitgevoerd als een gevouwen bladveer. De plaatsing van blok 86 en veer 85 ten opzichte van elkaar is zodanig dat zij met elkaar in 20 aangrijping komen als de steun 40 van zijn eerste stand naar zijn tweede stand wordt bewogen. Dit is getoond in fig. 8.

Fig. 8A toont een deel van het kasverlichtingsarmatuur volgens fig.

7 met de steun 40 in de eerste stand. Een lamp 2 is op het 25 positioneringselement 41 aangebracht en wordt daarop vastgehouden door vasthoudmiddel 70.

In de situatie van fig. 8B is de steun 40 om zijn draaipunten 42 in de richting van de tweede stand gezwenkt. De veer 85 is in 30 aangrijping gekomen met het blok 86. Voor de overzichtelijkheid is het vasthoudmiddel 70 niet meer getoond in fig. 8B en volgende. Deze is echter nog steeds aanwezig.

In de situatie van fig. 8C is de steun nog iets verder in de 35 richting van de tweede stand gezwenkt. De veer 85 is door de hoekverdraaiing van de steun 40 en daardoor van het blok 86 in aangrijping gekomen met de schuine kant 87 van het blok 86. Hierdoor 1029324 -13- is de veer 85 ingedrukt, waardoor het tweede aansluitelement 82 weg j beweegt van het eerste aansluitelement 81. Hierdoor ontstaat een ruimte 84 tussen het eerste aansluitelement 81 en het tweede aansluitelement 82. Het contactorgaan 83 komt daarbij vrij te 5 liggen. Omdat zich in deze situatie veel onderdelen van het armatuurlichaam in de nabijheid van het vrije oppervlak van het contactorgaan 83 bevinden, is de kans dat iemand het contactorgaan onbedoeld aanraakt praktisch uitgesloten.

10 In de situatie van fig. 8D is de steun nog iets verder gezwenkt. Het contactelement 4 van de lamp 2 ligt nu in de ruimte 84 tussen het eerste aansluitelement 81 en het tweede aansluitelement 83.

Fig. 8E toont de steun 40 in de tweede stand. Deze stand verschilt 15 van de stand uit fig. 8D doordat de steun 40 een translatie heeft ondergaan in de richting van het draaipunt 42. Om dit mogelijk te maken is in de steun een sleufgat 88 voorzien.

Door de translatie ligt het contactelement 4 van de lamp 2 aan tegen 20 het contactorgaan 83 van het kasverlichtingsarmatuur, waardoor de lamp 2 elektrisch is aangesloten. Het is mogelijk dat de veer 85 zodanig stijf wordt gekozen dat deze de translatie naar de tweede stand bewerkstelligt. Deze translatie kan echter ook handmatig worden gerealiseerd.

25

Door de translatie kan tevens worden bewerkstelligd dat de steun 40 tegen de beugel 31 voor de reflector 30 aan komt te liggen. Hierdoor i | houdt het kasverlichtingsarmatuur minder invallend zonlicht tegen.

30 Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat bij het bewegen van de steun 40 van de tweede stand naar de eerste stand bovengenoemde stappen in omgekeerde volgorden en omgekeerde richting plaatsvinden.

In fig. 8 wordt een roterende beweging gebruikt bij de verplaatsing 35 van de steun 40 van zijn eerste stand in de richting van zijn tweede stand. Als alternatief kan echter ook een translatie worden toegepast.

1029324 -14-

In een derde, niet getoonde uitvoeringsvorm is de steun 40 losneembaar van het armatuurlichaam. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan de lamp 2 voorgemonteerd worden in de steun 40, 5 bijvoorbeeld door een monteur aan een werkbank. Dit heeft als voordeel dat het plaatsen van de lamp in of op de steun 40 niet op hoogte hoeft plaats te vinden. Bij de voormontage wordt de lamp 2 gepositioneerd ten opzichte van de steun 40.

10 Na het voormonteren van de lamp 2 in de steun 40 wordt bij deze uitvoeringsvorm de steun 40 verbonden met het armatuurlichaam.

Hiertoe wordt de steun in een eerste stand gebracht ten opzichte van het armatuurlichaam. Door de steun 40 in deze eerste stand te brengen is de lamp 2 meteen gepositioneerd ten opzichte van het 15 armatuurlichaam.

Vervolgens wordt de steun 40 in een tweede stand gebracht ten opzichte van het armatuurlichaam, welke stand ervoor zorgt dat de door de steun gedragen en gepositioneerde lamp mechanisch gefixeerd 20 wordt ten opzichte van het armatuurlichaam.

i

Fig. 9 toont een volgende alternatieve uitvoeringsvorm van een j kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding. Ook bij deze ! uitvoeringsvorm is ervoor gezorgd dat er geen gevaar bestaat voor 25 onbedoelde aanraking van het elektrische contactorgaan van het armatuur. Fig. 9 toont deze alternatieve uitvoeringsvorm in de geopende stand.

Fig. 10 toont, vergroot, detail A van fig. 9. De lamp 2 wordt bij 30 deze uitvoeringsvorm op de steun 40 vastgeklemd door middel van bladveren 90, die samen het vasthoudmiddel 70 vormen. In dit voorbeeld grijpen de bladveren 90 aan op de H-vormige knepen 5 van de lamp 2.

35 Het contactelement 4 van lamp 2 rust op draagelement 91. Dit draagelement 91 ondersteunt het contactelement 4 ten minste aan de uiteinden. Opstaande delen 92 van het draagelement 91 borgen het

1 0 2 Q O O A

-15- contactelement 4 in dwarsrichting. De opstaande delen zijn onderbroken ter plaatse van het middelste deel van het contactelement 4 van de lamp 2.

5 Fig. 11 toont, vergroot en in dwarsdoorsnede, het aansluitsamenstel 93 van de uitvoeringsvorm van fig. 9. Dit is het deel van het armatuurlichaam dat voor de elektrische aansluiting zorgt.

In deze uitvoeringsvorm omvat het aansluitsamenstel een 10 contactorgaan 50 dat door middel van een veer 94 tegen afscherming 96 wordt gedrukt. Afscherming 96 schermt het contactorgaan af, behalve ter plaatse van de uitsparing 95. De afscherming 96 heeft daarnaast twee uitsteeksels 97, die het vrij liggende deel 50* van het aansluitorgaan 50 verder afschermen.

15

Als de steun 40 zich in de tweede stand bevindt, ligt het contactelement 4 van de lamp 2 in de uitsparing 95 en tegen het contactorgaan 50 aan. in fig. 11 is dit schematisch aangegeven met 4* .

20

In deze uitvoeringsvorm is het oppervlak van het vrij liggende deel 50* van contactorgaan 50 beperkt, en is het bovendien diep weggewerkt in de constructie van het armatuurlichaam. Hierdoor is de kans op onbedoelde aanraking van het vrij liggende deel 50* van het 25 contactorgaan 50 vrijwel nihil. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de afscherming van het contactorgaan 50 zonder bewegende delen gerealiseerd is.

i 1029324

Claims

1. Kasverlichtingsarmatuur, in het bijzonder geschikt voor toepassing in combinatie met een in het kasverlichtingsarmatuur op 5 te nemen assimilatielamp, welk kasverlichtingsarmatuur een armatuurlichaam heeft dat omvat: een bevestigingselement voor het mechanisch bevestigen van het kasverlichtingsarmatuur aan een draagconstructie, - een reflector voor het naar beneden richten van door een in het 10 kasverlichtingsarmatuur op te nemen lamp afgegeven licht, een contactorgaan voor het realiseren van een elektrische aansluiting met de in het kasverlichtingsarmatuur op te nemen lamp, met het kenmerk, 15 dat het kasverlichtingsarmatuur verder een steun omvat voor het dragen van de op te nemen lamp, welke steun voorzien is van een primair positioneringsorgaan voor het positioneren van de door de steun te dragen lamp ten opzichte van het kasverlichtingsarmatuur, j i en welke steun ten opzichte van het armatuurlichaam beweegbaar is ! 20 tussen een eerste stand, waarin een in het kasverlichtingsarmatuur j op te nemen lamp op de steun plaatsbaar is, en een tweede stand, ' waarin de positie van de steun ten opzichte van het armatuurlichaam j ervoor zorgt dat de door de steun gedragen en gepositioneerde lamp j mechanisch gefixeerd is ten opzichte van het armatuurlichaam. j 25 '

2. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, waarbij in de , tweede stand van de steun het contactorgaan onder geschikte contactdruk tegen een contactelement van de lamp aan ligt om de elektrische aansluiting met de lamp te realiseren. 30

3. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het armatuurlichaam een eerste verend element omvat, dat ingericht is om een door de steun gedragen lamp mechanisch te fixeren ten opzichte van het armatuurlichaam als de steun zich in 35 zijn tweede stand bevindt.

4. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, f029324- -17- waarbij de steun een tweede verend element omvat, dat ingericht is om een door de steun gedragen lamp mechanisch te fixeren ten opzichte van het armatuurlichaam als de steun zich in zijn tweede stand bevindt. 5

5. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, j waarbij het eerste verend element is ingericht om in de tweede stand van de steun de aangebrachte lamp tegen het primaire positioneringsorgaan te drukken. 10

6. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de conclusies 2-5, waarbij ten minste een verend element een bladveer is.

7. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de conclusies 2-6, 15 waarbij ten minste een verend element in de tweede stand van de steun rechtstreeks op de aangebrachte lamp aangrijpt.

8. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het kasverlichtingsarmatuur een derde verend element heeft 20 om het contactorgaan tegen het contactelement van een door de steun gedragen lamp te drukken als de steun zich in zijn tweede stand bevindt.

9. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusies 3 en 8, 25 waarbij de veerstijfheid van het derde verende element afwijkt van ! de veerstijfheid van het eerste verende element.

10. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusies 4 en 8, waarbij de veerstijfheid van het derde verende element afwijkt van 30 de veerstijfheid van het tweede verende element.

11. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de steun een handgreep heeft, waarmee de steun van zijn eerste stand in zijn tweede stand en van zijn tweede stand 35 in zijn eerste stand kan worden gebracht. 1029324 -18-

12. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de steun een draaipunt heeft, om welk draaipunt de steun scharnierbaar is ten opzichte van het armatuurlichaam.

13. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusies 11 en 12, waarbij de handgreep verder van het draaipunt af ligt dan het primaire positioneringsorgaan.

14. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de conclusies 1-11, 10 waarbij de steun transleerbaar aan het armatuurlichaam bevestigd is.

15. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het armatuurlichaam een secundair positioneringsorgaan omvat, dat ingericht is om in de tweede stand 15 van de steun samen te werken met het primaire positioneringsorgaan om een door de steun gedragen lamp te positioneren ten opzichte van het armatuurlichaam.

16. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 15, 20 waarbij het secundaire positioneringsorgaan het eerste en/of het derde verend element omvat.

17. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 15 of 16, waarbij het primaire positioneringsorgaan ingericht is om een door 25 de steun gedragen lamp in een eerste richting te positioneren en het secundaire positioneringsorgaan ingericht is om een door de steun gedragen lamp in een tweede richting te positioneren, welke tweede richting verschilt van de eerste richting.

18. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de steun een beugel omvat, waarop het primaire positioneringsorgaan is aangebracht.

19. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande 35 conclusies, waarbij de steun in zijn eerste stand naar beneden gericht is. 1029374 -19-

20. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de steun in zijn tweede stand in hoofdzaak horizontaal ligt.

21. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het primaire positioneringsorgaan twee op een afstand van elkaar geplaatste positioneringselementen omvat, die elk zijn ingericht om aan te grijpen op een door de steun gedragen lamp.

22. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, welk kasverlichtingsarmatuur geschikt is voor toepassing in combinatie met een double-ended lamp, welke lamp aan ten minste een van beide uiteinden voorzien is van een kneep in het glas, waarbij het primaire positioneringsorgaan ingericht is om aan te 15 grijpen op die kneep.

23. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 22, welk kasverlichtingsarmatuur geschikt is voor toepassing in combinatie met een double-ended lamp waarvan de kneep een in 20 hoofdzaak H-vormige dwarsdoorsnede heeft, waarbij het primaire positioneringsorgaan de vorm heeft van een blok dat in de kneep van de lamp past.

24. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande 25 conclusies, waarbij de steun een vergrendeling omvat voor het vergrendelen van de steun in zijn tweede stand.

25. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het armatuurlichaam tevens een aansluitsamenstel 30 omvat, welk aansluitsamenstel omvat: - een eerste aansluitelement, waaraan het contactorgaan is aangebracht, en - een tweede aansluitelement, voor het afschermen van het contactorgaan als de steun zich in de eerste stand bevindt, 35 waarbij het eerste en het tweede aansluitelement beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar. 1029324 _;________ . ! -20-

26. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 25, waarbij middelen zijn voorzien voor het opheffen van de afscherming van het contactorgaan als de steun van zijn eerste stand naar zijn tweede stand bewogen wordt. 5

27. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 26, waarbij de middelen voor het opheffen van de afscherming van het ! contactorgaan een geleidingsorgaan zoals bijvoorbeeld een blok j omvatten voor het bewegen van het tweede aansluitelement ten 10 opzichte van het eerste aansluitelement, welk geleidingsorgaan verbonden is met de steun.

28. Kasverlichtingsarmatuur, in het bijzonder geschikt voor toepassing in combinatie met een in het kasverlichtingsarmatuur op 15 te nemen assimilatielamp, welk kasverlichtingsarmatuur een armatuurlichaam heeft dat omvat: - een bevestigingselement voor het mechanisch bevestigen van het kasverlichtingsarmatuur aan een draagconstructie, - een reflector voor het naar beneden richten van door een in het 20 kasverlichtingsarmatuur op te nemen lamp afgegeven licht, j - een contactorgaan voor het realiseren van een elektrische aansluiting met de in het kasverlichtingsarmatuur op te nemen lamp, met het kenmerk, 25 dat het kasverlichtingsarmatuur verder een van het armatuurlichaam losneembare steun omvat voor het dragen van de op te nemen lamp, welke steun voorzien is van een primair positioneringsorgaan voor het positioneren van de door de steun te dragen lamp ten opzichte van de steun, 30 welke steun na verbinding met het kasverlichtingsarmatuur een werkstand heeft waarin de positie van de steun ten opzichte van het ! armatuurlichaam ervoor zorgt dat de door de steun gedragen en gepositioneerde lamp mechanisch gefixeerd is ten opzichte van het armatuurlichaam. 35

29. Combinatie van een (assimilatie-)lamp en een kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies. *029324 -21-

30. Kas voorzien van ten minste een kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies.

31. Werkwijze voor het monteren van een lamp in een kasverlichtingsarmatuur volgens een van de conclusies 1-27, welke werkwijze achtereenvolgens de volgende stappen omvat: het brengen van de steun in zijn eerste stand, het plaatsen van een lamp op het primaire positioneringsorgaan 10 waarbij de lamp gepositioneerd wordt ten opzichte van het kasverlichtingsarmatuur, het brengen van de steun in zijn tweede stand, waarbij de lamp gefixeerd wordt ten opzichte van het armatuurlichaam.

32. Werkwijze voor het monteren van een lamp in een kasverlichtingsarmatuur volgens conclusies 28, welke werkwijze achtereenvolgens de volgende stappen omvat: het aanbrengen van een lamp op de steun, zodanig dat de lamp gepositioneerd is ten opzichte van de steun, 20. het verbinden van de steun met het armatuurlichaam, het brengen van de steun in zijn werkstand, waarbij de lamp gefixeerd wordt ten opzichte van het armatuurlichaam.

33. Armatuurlichaam voor een kasverlichtingsarmatuur, in het 25 bijzonder geschikt voor toepassing in combinatie met een in het kasverlichtingsarmatuur op te nemen assimilatielamp, welk armatuurlichaam omvat: - een bevestigingselement voor het mechanisch bevestigen van het kasverlichtingsarmatuur aan een draagconstructie, 30. een reflector voor het naar beneden richten van door een in het kasverlichtingsarmatuur op te nemen lamp afgegeven licht, - een contactorgaan voor het realiseren van een elektrische aansluiting met de in het kasverlichtingsarmatuur op te nemen lamp, 35 met het kenmerk, dat het armatuurlichaam verbindingsmiddelen omvat voor het losneembaar met het armatuurlichaam verbinden van een steun voor het 1029324 -22- positioneren van een lamp ten opzichte van het armatuurlichaam en het fixeren van de lamp ten opzichte van het armatuurlichaam.

34. Steun geschikt voor gebruik in combinatie met een armatuurlichaam volgens conclusie 33, welke steun omvat: - verbindingsmiddelen voor het losneembaar met het armatuurlichaam verbinden van de steun, 10. een primair positioneringsorgaan voor het positioneren van de door de steun te dragen lamp ten opzichte van het steun.

35. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de conclusies 1-28, waarbij het armatuurlichaam een afscherming omvat voor het 15 afschermen van het contactorgaan, welke afscherming een uitsparing omvat voor het ten minste gedeeltelijk opnemen van het contactelement wanneer de steun zich in zijn tweede stand bevindt. 1Θ29324