NL1029188C2 - Chassis. - Google Patents

Description

J

j

Titel: Chassis

De uitvinding heeft betrekking op een chassis voor een oplegger of aanhangwagen.

In de transportwereld hebben vervoerders grote behoefte aan chassis die zeer flexibel kunnen worden ingezet voor het vervoeren van 5 lading, zodat zij hun materieel en mankracht zo doelmatig mogelijk kunnen inzetten om lading zo snel mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten verantwoord binnen de door de wet gestelde grenzen te transporteren,

Wanneer bijvoorbeeld gekeken wordt naar het vervoer van containers, dan bestaat de lading meestal uit door de ISO genormaliseerde 10 zeecontainers van 20', 30', 40', en 45' voet. Veel vervoerders rijden voor vaste klanten, bijvoorbeeld overslagbedrijven of rederijen. De vervoerders willen echter niet gebonden zijn en de mogelijkheid hebben om ook voor andere klanten te rijden. Sommige opdrachtgevers maken gebruik van hetzelfde type container, andere opdrachtgevers gebruiken verschillende 15 containertypen door elkaar heen. Er zijn veel opdrachtgevers die relatief zware vracht in een 20’ container laden. De vervoerder pendelt dan heen en weer tussen verschillende verlaadstations. Hierbij wil de vervoerder graag de mogelijkheid hebben om zware en lichte, bijvoorbeeld lege, 20' containers gemengd te transporteren. Wat afmetingen betreft is het mogelijk om door 20 één voertuig met één chauffeur twee 20' containers te vervoeren. Het meest optimaal is het wanneer dat zelfde vervoermiddel ook 30', 40' en 45' containers kan vervoeren.

Als oplossing hiervoor wordt in de praktijk een deelbaar chassis toegepast, waarbij zowel op het voorste chassis als op het achterste chassis

J

25 een 20' container kan worden geplaatst, en waarbij de chassis star kunnen worden gekoppeld tot een samengestelde oplegger. Op de samengestelde 1029188

. - - ' I

2 ι ι i oplegger kan een 30', 40' of 45' container worden geplaatst. De chassis j kunnen elk afzonderlijk aan een trekkend voertuig worden gekoppeld. j

Nadelig aan het bekende chassis is echter dat de onderlinge positie !

van de aan elkaar koppelbare chassis niet kan worden verwisseld. Als J

5 bijvoorbeeld op het achterste chassis bij aan laaddok de container is volgeladen, maar de container op het voorste chassis nog leeg is, is de verdeling van de aslasten zeer slecht. De druk op de trekas van het trekkende voertuig is dan onvoldoende.

Als ergens een voorste chassis geladen is en er rijdt in de buurt een 10 trekkend voertuig met een ander voorste chassis, kan dit trekkende voertuig met voorste chassis het andere voorste chassis niet meenemen.

Op zich is het uit NL 1018651 bekend om een voertuig samen te stellen uit een voorste en achterste chassis waarvan de volgorde kan worden gewisseld. Bij dit chassis is echter de wijze van koppelen zeer ingewikkeld, 15 zodat in de praktijk het wisselen van de volgorde niet aan de orde is.

Daarnaast is de manoeuvreerbaarheid van de chassis in gekoppelde toestand onvoldoende, zodat met dit ontwerp in de praktijk alleen een combinatie van zeer korte chassis kan voldoen aan de in de regelgeving vastgelegde relatief krappe maximale bochtstraal van de te beschrijven 20 baan volgens EU-richtlijn 96/53 (17 sept. 1996). In deze richtlijn is in artikel 1.5 - vereenvoudigd gezegd - neergelegd dat een motorvoertuig of combinatie in beweging in staat moet zijn een cirkel te beschrijven met een uitwendige straal van 12,50 meter en een inwendige straal van 5,30 meter.

Voorts kan bij dit chassis de verdeling van de aslast niet worden ingesteld. j 25 Tevens is het bekend om een zogenoemde bakwagen, dat wil ! zeggen een truck met een laadvlak voor een 20' container of een vaste i opbouw, te koppelen met een aanhangwagen met een laadvlak waarop een j 20' container kan worden meegenomen of dat is voorzien van een vaste opbouw. Een dergelijke combinatie is niet geschikt voor vervoer van lange 30 containers van bijvoorbeeld 30', 40' of 45'. Ook is de gewichtsverdeling niet 1029188 3 optimaal, bijvoorbeeld bij combinatie van een lege bakwagen met een geladen aanhangwagen.

De uitvinding beoogt een chassis waarmee, met behoud van de voordelen van de bekende chassis, de flexibiliteit en de rijeigenschappen nog 5 verder kunnen worden verbeterd.

Daartoe voorziet de uitvinding in een chassis, voorzien van een laadvlak, tenminste één wielstel en een trekkendvoertuigkoppeling voor verbinding met een trekkend voertuig, waarbij aan voor- en achterzijde van het chassis is voorzien in onderling complementaire chassiskoppelmiddelen 10 voor starre koppeling om een staande as met een complementair koppelmiddel van een ander chassis, waarbij het tenminste ene wielstel gedwongen gestuurd is uitgevoerd of ten opzichte van de i trekkendvoertuigkoppeling in rijrichting tussen meerdere posities verstelbaar is uitgevoerd.

15 Door toepassing van gedwongen gestuurde assen kan de minimale bochtstraal van de chassis in gekoppelde toestand aanzienlijk worden vergroot. Zonder toepassing van gedwongen gestuurde assen of het naar elkaar toe schuiven van de assen, beheerst de trailer de truck en is deze niet bestuurbaar. Met gedwongen gestuurde assen wordt bereikt dat het chassis | 20 bestuurbaar is en door de stuurhoek goed in te stellen, kan de combinatie binnen de voorgeschreven minimale en maximale straal blijven. Door het ten minste ene wielstel in rijrichting ten opzichte van de trekkendvoertuigkoppeling verstelbaar tussen meerder posities uit te voeren, kunnen de wielstellen in gekoppelde toestand van de chassis dichter 25 bij elkaar, en ten opzichte van de achterzijde van het achterste chassis meer naar voren worden gebracht. Door het naar elkaar toe schuiven van de assen wordt bereikt dat het chassis bestuurbaar is. Door de assen op de juiste positie, meer naar voren ten opzichte van de achterzijde, te zetten, kan de combinatie binnen de voorgeschreven minimale en maximale straal 30 blijven. Ook hiermee kan de minimale bochtstraal van de chassis in 1029188 4 gekoppelde toestand aanzienlijk worden verkleind. Het tenminste ene wielstel is daarbij bij voorkeur ten opzichte van de trekkendvoertuigkoppeling verstelbaar tussen een eerste, meer nabij de achterzijde van het laadvlak gelegen stand en een tweede, meer nabij de 5 voorzijde van het laadvlak gelegen stand.

Bij voorkeur is voorzien in verdere middelen om in gekoppelde toestand met een ander chassis de manoeuvreerbaarheid te vergroten. Dit kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd door: - fusee-assen van het wielstel en/of; 10 - ten opzichte van het laadvlak hefbare assen van het wielstel.

Bij voorkeur kan, zowel wanneer het chassis zelfstandig met een trekkend voertuig is verbonden als wanneer het chassis met eenzelfde chassis in willekeurige volgorde star gekoppeld met een trekkend voertuig is verbonden, door verstelling van het wielstel en de 15 trekkendvoertuigkoppeling ten opzichte van elkaar, de gewichtsverdeling worden ingesteld. Door verstelling van de gewichtsverdeling kan de verhouding tussen de via de trekvoertuigkoppeling op het trekkende voertuig uitgeoefende kracht en de via het wielstel op de weg uitgeoefende kracht worden ingesteld. Door deze combinatie van maatregelen voorziet de 20 uitvinding in een chassis met de volgende hoofdeigenschappen.

Het chassis kan bijvoorbeeld een 20' container vervoeren en kan dan met de achterzijde tegen een laaddok worden gezet, zodanig dat de 20' container geladen en gelost kan worden vanaf het laaddok. Het chassis is koppelbaar met een ander chassis met een complementaire 25 chassiskoppeling. Wanneer het chassis gekoppeld wordt met een zelfde chassis kan één star chassis worden gevormd, waarmee bijvoorbeeld twee 20' containers of één 40' container of één 45' container kan worden vervoerd. Met een container van 40' of 45' kan het voertuig met de achterzijde tegen een laaddok worden gezet, zodat de containers vanaf het laaddok geladen en 30 gelost kunnen worden.

1029188 5

De volgorde van koppelen is onbepaald. Wanneer twee dezelfde chassis star worden gekoppeld, kan elk chassis voor of achter het andere chassis worden gekoppeld.

De gekoppelde chassis kunnen zodanig flexibel zijn beladen, dat bij 5 de meest uiteenlopende containergewichten, bijvoorbeeld 20' vol en 20' leeg, een goede gewichtsverdeling over de assen en het trekvoertuigkoppeling te i bereiken is.

Het wielstel en de trekkendvoertuigkoppeling kunnen bij voorkeur op één of meer van de hiernavolgende mogelijkheden ten opzichte van 10 elkaar worden versteld: - een ten opzichte van het laadvlak in rijrichting verstelbare trekkendvoertuigkoppeling, bijvoorbeeld een tussen meerdere posities verschuifbare king-pin of een verschuifbare trekboom met trekoog; - ten opzichte van het laadvlak in rijrichting verschuifbare assen 15 van het wielstel.

Op elegante wijze omvat het chassis twee in rijrichting ten opzichte van elkaar verstelbare delen, gevormd door een laaddeel dat het laadvlak en de trekkendvoertuigkoppeling omvat, en een asstel dat het tenminste ene wielstel draagt. Op deze wijze kan een relatief eenvoudige, compacte 20 constructie worden gerealiseerd die gemakkelijk te verstellen is. Laaddeel en asstel zijn direct gekoppeld, een tussendeel is niet aanwezig.

Door te voorzien in een stootbalk die in rijrichting verstelbaar is ten opzichte van het laaddeel en ten opzichte van het asstel, wordt meer vrijheid verkregen om de stootbalk aan de achterzijde van de lading te 25 positioneren.

Als alternatief voor een chassis met een ten opzichte van het laaddeel verstelbaar asstel, kunnen de assen van het asstel gedwongen gestuurd worden uitgevoerd. De besturing van de gedwongen gestuurde assen is daarbij bij voorkeur in gekoppelde toestand met een ander chassis 30 afhankelijk van de koppelvolgorde.

1029188 6

Door de chassis-koppelmiddelen in gekoppelde toestand zwenkbaar om een liggende as dwars op de rijrichting uit te voeren, kan worden bereikt dat de koppelmiddelen slanker kunnen worden uitgevoerd.

De voorste en achterste chassis-koppelmiddelen kunnen op het 5 asstel zijn aangebracht, in het bijzonder op de voor- en achterzijde van het asstel. Bij voorkeur zijn de chassis-koppelmiddelen daarbij zo uitgevoerd dat zij zelfstandig in staat zijn om in maximaal beladen toestand van het chassis de benodigde koppelkracht over te brengen.

De voorste en achterste chassis-koppelmiddelen kunnen als 10 alternatief op het laaddeel zijn aangebracht, in het bijzonder op de voor- en achterzijde van het laaddeel. In een dergelijke uitvoeringsvorm zijn de chassis-koppelmiddelen op het laaddeel zodanig gedimensioneerd dat zij in maximaal beladen toestand van de chassisdelen de koppelkracht kunnen overbrengen.

15 Bij voorkeur zijn echter zowel op het laaddeel als op het asstel voorste en achterste chassis-koppelmiddelen aangebracht. De chassis-koppelmiddelen van het asstel kunnen dan bijvoorbeeld zo zijn gedimensioneerd dat de chassis-koppelmiddelen van het asstel de voor koppeling benodigde kracht kunnen leveren wanneer de twee chassis elk 20 een eigen lading dragen en de chassis via de asstellen zijn gekoppeld. De chassis-koppelmiddelen van de laaddelen kunnen dan bijvoorbeeld zo zijn uitgevoerd dat zij de koppelkracht kunnen leveren wanneer de asstellen geen brug vormen tussen de laaddelen en het chassis leeg is of wanneer is voorzien in een lading die een brug vormt tussen de twee laaddelen, 25 bijvoorbeeld een 40' of 45' container.

Op elegante wijze zijn de voorste chassis-koppelmiddelen verplaatsbaar en/of losneembaar ten opzichte van het laaddeel. Door de voorste chassis-koppelmiddelen op deze wijze bijvoorbeeld wegklapbaar of wegschuifbaar te maken, kan ruimte worden gemaakt voor het opnemen 1029188 7 van het achterstuk van een trekkend voertuig wanneer het chassis met zijn voorste deel aan een trekkend voertuig wordt gekoppeld.

Bij voorkeur kan elk chassis in gekoppelde toestand zelfstandig lading dragen. Op deze wijze kan bijvoorbeeld op het voorste en/of achterste 5 chassis een 20' container worden geplaatst. Uiteraard kan ook een 40' of 45' container worden opgenomen.

Door het asstel zowel wanneer het chassis zelfstandig met een trekkend voertuig is verbonden als wanneer het chassis star gekoppeld met een zelfde chassis in willekeurige volgorde met een trekkend voertuig is 10 verbonden, ten opzichte van het laaddeel in meerdere posities ten opzichte van de rijrichting vergrendelbaar te maken, wordt bereikt dat de gewichtsverdeling en de rijeigenschappen optimaal kunnen worden ! ingesteld. In gekoppelde toestand zijn de asstellen derhalve bij voorkeur koppelbaar en op verschillende posities ten opzichte van de rijrichting onder 15 het chassis vergrendelbaar. Op elegante wijze kunnen de asstellen dan meer nabij het midden van de gekoppelde chassis worden aangebracht, zodat de gekoppelde wielstellen een brug vormen tussen de twee laaddelen.

Bij voorkeur is het echter eveneens mogelijk om tenminste één asstel zo te verstellen dat het vrij is van zijn eigen laaddeel en is 20 vergrendeld aan het andere laaddeel. Zo kunnen de assen relatief ver naar voren worden geplaatst ten behoeve van een gunstige gewichtsverdeling als het chassis gekoppeld is als achterste chassis, terwijl tevens onder het voorste stuk van het laaddeel voldoende opneemruimte beschikbaar kan worden gemaakt voor een trekkend voertuig als het chassis gekoppeld is als 25 voorste chassis voor een ander chassis, en tevens aan de voorzijde aan een trekkend voertuig.

Door het laadvlak te voorzien van bevestigingsmiddelen voor het vastzetten van de lading, bijvoorbeeld twistlocks, kan het chassis geschikt worden gemaakt voor containervervoer. Het is uiteraard echter ook mogelijk J029188 8 om het laadvlak te voorzien van een vaste opbouw, bijvoorbeeld een laadbak of laadkist.

Door het asstel eveneens te voorzien van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de lading, in het bijzonder als twistlocks 5 uitgevoerde grendelpunten, kan door verschuiving van het asstel ten opzichte van het laaddeel een ruimere steek tussen grendelpunten worden gerealiseerd, zodat nog meer flexibiliteit ontstaat in het transporteren van i verschillende containermaten.

Door te voorzien in steunpoten die verplaatsbaar of losneembaar 10 zijn ten opzichte van het wielstel of het laaddeel, kan het verstellen van het wielstel ten opzichte van het laaddeel worden vergemakkelijkt. Voorts kan, wanneer de steunpoten nabij de voorzijde van het chassis zijn aangebracht en een trekkend voertuig onder het voorste deel van het laaddeel, de zogenoemde nek van het chassis, moet kunnen rijden, ruimte worden 15 gecreëerd voor het trekkende voertuig.

Door de chassis met tussenruimte tussen de laadvlakken koppelbaar te maken, kan worden bereikt dat de lengte van het chassis in gekoppelde toestand relatief gemakkelijk kan worden gevarieerd.

Bij voorkeur zijn de chassis in gekoppelde toestand daarbij 20 verstelbaar tussen een eerste stand waarin de laadvlakken tegen elkaar aan zijn gelegen en tenminste één tweede stand waarbij de laadvlakken met tussenruimten uiteen zijn gelegen. Wanneer de chassis elk zijn beladen met een 20' container, kan op deze wijze bijvoorbeeld een tussenruimte worden gecreëerd tussen de containers zodat de voorste container toegankelijk is 25 voor inspectie door de douane. Voor een der gelijke douanestand is een geschikte tussenruimte bijvoorbeeld circa 2,5 voet. Voorts is het mogelijk om door het creëren van een dergelijke tussenruimte de steek tussen de op de chassisdelen aangebrachte grendelpunten te verstellen tot een stand waarin deze bijvoorbeeld 40', 42,5' of 45' uit elkaar liggen.

1029188 9

Bij voorkeur is het voorste deel van het laaddeel dat de trekkendvoertuigkoppeling draagt, de zogenoemde nek, in staande richting ten opzichte van het wegdek relatief dun uitgevoerd. In een dergelijke variant is voor de krachtsoverdracht tussen chassisdelen in gekoppelde 5 toestand de chassiskoppeling via de wielstellen relatief zwaar uitgevoerd, en de chassiskoppeling via de laaddelen relatief licht uitgevoerd.

De hoogte van het laadvlak vanaf het wegdek is bij voorkeur 1,11 meter, zodat zowel containers met een hoogte van 8'6" (2,58 m) als met een hoogte van 9'6" (2,89 m) kunnen worden vervoerd zonder de in Nederland 10 maximale toegestane hoogte van het voertuig met lading van 4,00 m te overschrijden.

Bij voorkeur is de rijhoogte van het chassis instelbaar, bijvoorbeeld door een pneumatisch, hydraulisch of mechanisch verstelbaar systeem.

Op gemerkt wordt dat in een dergelijk geval bij voorkeur een trekkend 15 voertuig wordt toegepast met relatief lage banden, zodat de hoogte van de koppelschotel voldoende laag is om met een onder de nek aangebracht king-pin te kunnen samenwerken.

Door bij één of meer wielstellen de spatborden in hoogte verstelbaar uit te voeren ten opzichte van het laadvlak, kan worden bereikt 20 dat bij het verstellen van het wielstel ten opzichte van het laaddeel de vrije passage tussen de onderzijde van het laadvlak en het spatbord kan worden vergroot. De hoogte van het chassis kan dan relatief laag kan worden gekozen, terwijl de wielstellen nog wel ten opzichte van het laadvlak neerwaarts reikende delen, zoals de onderzijden van twistlocks, kunnen 25 passeren.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een aanhanger of oplegger, omvattende twee star gekoppelde chassis. Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de hierna volgende conclusies.

1029188 10

Opgemerkt wordt dat de hierboven afzonderlijk toegelichte maatregelen zelfstandig en/of in willekeurige combinaties van twee of meer maatregelen op zichzelf reeds met voordeel kunnen worden toegepast in een chassis, en derhalve zelfstandig als uitvinding kunnen worden gezien.

5 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekening toont: fig. la een schematisch zij-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een chassis volgens de uitvinding; 10 fig. lb een bovenaanzicht van het chassis van fig. la; fig. lc een achteraanzicht van het chassis van fig. la; fig. 2a een schematisch zij-aanzicht van het chassis van fig. 1 waarbij het asstel achterwaarts is verschoven ten opzichte van het laaddeel; fig. 2b een bovenaanzicht van het chassis van fig. 2a; 15 fig. 3a een schematisch zij-aanzicht van twee chassis volgens figuur 1 in star gekoppelde toestand; fig. 3b een bovenaanzicht van de chassis van fig. 3a; fig. 4a een schematisch zij-aanzicht van twee chassis volgens figuur 2a in star gekoppelde toestand; 20 fig. 4b een bovenaanzicht van de star gekoppelde chassis van fig.

4a; fig. 4c een dwarsdoorsnede van de koppeling tussen de asstellen; fig. 4d een dwarsdoorsnede van de koppeling tussen asstel en laaddeel; 25 fig. 4e een dwarsdoorsnede van de koppeling tussen laaddeel en laaddeel; fig. 5a een schematisch zij-aanzicht van twee chassisdelen in j gekoppelde toestand met de laadvlakken tegen elkaar; j fig. 5b een schematisch zij-aanzicht van de chassis van fig. 5a in 30 star gekoppelde toestand met tussenruimte tussen de laadvlakken 2; 1029188 ' ! ! 11 fig. 6 een schematisch zij-aanzicht van een detail van de wielen met verstelbare spatborden;

Fig. 7a een schematisch zij-aanzicht van twee gekoppelde chassis in een alternatieve uitvoering, en 5 Fig. 7b een bovenaanzicht van fig. 7a.

Op gemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding en bedoeld zijn als niet limiterend uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers weergeven.

10 Figuren 1 tot en met 4 tonen een chassis 1 voorzien van een laad vlak 2 en tenminste één wielstel 3. Het chassis 1 omvat voorts een trekkendvoertuigkoppeling 4 voor verbinding met een niet-weergegeven trekkend voertuig. De trekkendvoertuigkoppeling is hier uitgevoerd als een standaard kingpin. Het chassis 1 is aan de voorzijde 5 en aan de achterzijde 15 6 voorzien van onderling complementaire chassiskoppelmiddelen 7 respectievelijk 8. Het chassiskoppelmiddel 8 aan de achterzijde 6 van het chassis 1 kan worden gekoppeld met de chassiskoppelmiddelen 7 aan de voorzijde 5 van eenzelfde chassis 1, of althans van een chassis 1 dat is voorzien van een complementair chassiskoppelmiddel.

20 De chassiskoppelmiddelen 7, 8 zijn ingericht voor starre koppeling van twee chassis om een staande as, dat wil zeggen, in gekoppelde toestand zijn de chassis niet zwenkbaar om een zich in hoofdzaak dwars op het laadvlak 2 uitstrekkende as.

Het tenminste ene wielstel 3 is verstelbaar ten opzichte van de 25 trekkendvoertuigkoppeling 4. Wanneer het chassis zelfstandig met een trekkend voertuig is verbonden of in willekeurige volgorde star gekoppeld met een trekkend voertuig is verbonden, kan door verstelling van het wielstel 3 ten opzichte van de trekkendvoertuigkoppeling 4 de gewichtsverdeling worden ingesteld. Door verstelling van het wielstel 3 ten 30 opzichte van de trekkendvoertuigkoppeling 4 kan aldus de verhouding van 1029188 12 de via de trekkendvoertuigkoppeling 4 op het trekkende voertuig uitgeoefende kracht en de via het wielstel 3 op de weg uitgeoefende kracht worden ingesteld.

In de in figuren 1 tot en met 4 weergegeven uitvoeringsvorm kan 5 deze verhouding worden ingesteld door verschuiving van de as van het wielstel 3 in rijrichting ten opzichte van het laadvlak 2.

Om de manoevreerbaarheid te vergroten is het wielstel 3 voorzien van fusee-assen en/of optilbare assen.

Het chassis 1 omvat twee in rijrichting ten opzichte van elkaar 10 verstelbare delen. Het eerste deel betreft een laaddeel 9 dat het laadvlak 2 en de trekkendvoertuigkoppeling 4 omvat. Het tweede deel betreft een asstel 10 dat het tenminste ene wielstel 3 draagt.

Het asstel 10 is direct verbonden met het laaddeel 9, d.w.z. zonder tussenframe. Het asstel 10 is verschuifbaar langs een rail 16 die door het 15 laaddeel 9 wordt gedragen. Het asstel 10 is in rijrichting in meerdere posities op de rail 16 vergrendelbaar door middel van bijvoorbeeld een grendelpen 17 die samenwerkt met gaten 18 in de rail 16.

Het asstel 10 is hier voorzien van twee wielstellen 3A, 3B, waarvan het in rijrichting voorste wielstel 3A is voorzien van hefbare assen en/of 20 fusee-assen.

Het chassis 1 is voorzien van een stootbalk 11 die in rijrichting verstelbaar is ten opzichte van zowel het laaddeel 9 als het asstel 10. De verstelbaarheid is in dit uitvoeringsvoorbeeld gerealiseerd door twee telescoperende buisdelen die met bijvoorbeeld een pen-gatverbinding in 25 verschillende standen ten opzichte van elkaar kunnen worden vergrendeld. Het buitenste buisdeel is bevestigd aan het laaddeel, terwijl het binnenste buisdeel is bevestigd aan de stootbalk. De stootbalk is eveneens voorzien van verlichting en kenteken.

1 029188 13

Het asstel 10 is aan de in rijrichting voorste zijde voorzien van voorste chassiskoppelmiddelen 7a, en aan de in rijrichting achterste zijde voorzien van achterste chassiskoppelmiddelen 8a.

Voorts is het laaddeel 9 aan zijn in rijrichting voorste zijde voorzien 5 van voorste chassiskoppelmiddelen 7b, en aan zijn in rijrichting achterste zijde voorzien van achterste chassiskoppelmiddelen 8b.

De voorste chassiskoppelmiddelen 7a van het asstel omvatten een kokerbalk 31 die in een aan de achterzijde van het asstel 10 gelegen huls 30 kan worden op genomen die de achterste chassiskoppelmiddelen 8a vormt.

10 De chassiskoppelmiddelen 7a, 8a kunnen ten opzichte van elkaar worden vastgezet met behulp van grendelpennen 32 die door in register gebrachte openingen 33 in kokerbalk en huls heen reiken. Meerdere vastzetposities zijn daarbij denkbaar.

De chassiskoppelmiddelen 7b op de voorzijde van het laaddeel 9 15 zijn uitgevoerd als een platte, doosvormige constructie 12 die in een corresponderende uitsparing 14 aan de achterzijde van het laaddeel 9 kan worden opgenomen. Vergrendeling vindt plaats door grendels 13 die aan weerszijden van de uitsparing 14 zijn aangebracht en die tot in gaten 15 kunnen reiken die in de zijden van het doosvormige insteekdeel 12 zijn 20 aangebracht. De voorste chassiskoppelmiddelen 7a op het asstel 10 zijn verplaatsbaar ten opzichte van het laaddeel 9. Hierdoor kan, zoals in figuren 1 en 2 is getoond, ruimte worden gecreëerd om het achterstuk van een trekkend voertuig onder het als nek uitgevoerde voorste stuk van het laaddeel 9 op te nemen. In figuren 1 en 2 is de achterzijde van het 25 trekkende voertuig met een stippellijn weergegeven, j Het asstel 10 is ten opzichte van het laaddeel 9 in meerdere posities ten opzichte van de rijrichting vergrendelbaar. In figuur 2 is weergegeven dat het asstel 10 van het chassis 1 als zelfstandige eenheid ten opzichte van de rijrichting achterwaarts is geschoven.

1029188 14

In figuur 4 is weergegeven dat het chassis 1 met eenzelfde chassis 1' star is gekoppeld, waarbij in figuur 4 is getoond dat de gekoppelde wielstellen ten opzichte van de in figuur 3 weergegeven positie naar j achteren zijn geschoven.

5 In figuur 3 is weergegeven dat de wielstellen 10, 10' via de koppelmiddelen zijn gekoppeld en nabij het midden van de gekoppelde chassis zijn vergrendeld. De gekoppelde asstellen vormen derhalve een brug tussen de laaddelen 9, 9' zodat de chassiskoppeling 7b, 8b tussen de ! laaddelen 9, 9' kan worden ontlast. In de in figuren 3 en 4 getoonde 10 gekoppelde stand zijn de assen van het voorste wielstel 3 van het asstel 10' van het achterste chassis 1' gelift om de gewichtsverdeling van de gekoppelde chassis te verbeteren. De manouvreerbaarheid is hier vergroot doordat de asstellen 10,10' bij elkaar zijn gebracht en doordat de voorste wielstellen van elk asstel fuseegestuurd zijn uitgevoerd. Uiteraard kunnen , 15 de achterste wielstellen net zo goed fuseegestuurd zijn uitgevoerd.

Ten behoeve van het koppelen van de chassis 1, 1' is het asstel 10' van het achterste chassis 1' naar voren gebracht. Het moge duidelijk zijn dat de chassis in willekeurige volgorde met het trekkende voertuig kunnen i worden gekoppeld. Elk chassis kan in gekoppelde toestand zelfstandig ; 20 lading dragen. Indien gewenst kan de volgorde van de chassis 1, 1' eenvoudig worden omgewisseld, zodat de gewichtsverdeling en de rij-eigenschappen kunnen worden verbeterd. Voorts kan de gewichtsverdeling tevens worden beïnvloed door verschuiving van de asstellen 10 ten opzichte van de laaddelen 9, en kunnen de assen van de voorste wielstellen 3 van de 25 asstellen 10 worden opgetild. Indien gewenst, kunnen beide asstellen 10,10' op het achterste chassis 1 worden overgezet.

De laadvlakken 2, 2' van de chassis 1, 1' zijn voorzien van bevestigingsmiddelen voor het direct bevestigen van de lading. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de bevestigingsmiddelen uitgevoerd als 30 zogenoemde twistlocks die met een hartafstand van ongeveer 20' uiteen zijn 1029188 15 geplaatst, zodat op het laadvlak van elk chassis een 20' container kan worden opgenomen. In gekoppelde toestand liggen de voorste en de achterste bevestigingsmiddelen uiteen met een hartafstand van ongeveer 40', zodat op de gekoppelde laadvlakken 2, 2' een 40' container kan worden 5 vervoerd. Indien gewenst kan nog zijn voorzien in additionele vergrendelpunten, zodat ook containers met andere afmetingen, bijvoorbeeld 30' containers kunnen worden vastgezet. Het asstel 10 is eventueel eveneens voorzien van grendelpunten, zodat nog meer flexibiliteit kan worden bereikt in het opnemen van containers.

10 In figuren 5a en 5a is getoond dat de chassis 1, 1’ met tussenruimte tussen de laadvlakken 2 koppelbaar zijn. De chassis 1, 1' zijn verstelbaar tussen een in figuur 5a getoonde eerste stand waarin de laadvlakken 2, 2' tegen elkaar zijn gelegen en de in figuur 5b weergegeven tweede stand waarin tussenruimte tussen de laadvlakken 2, 2' aanwezig is.

15 Laatstgenoemde stand kan bijvoorbeeld worden toegepast om een douanestand te realiseren waarbij een tijdelijke tussenruimte wordt gecreëerd tussen twee op de chassis 1,1' aangebrachte 20' containers.

Voorts kan eventueel in een uitgeschoven stand de hartafstand in rijrichting tussen de voorste en de achterste grendelpunten worden ingesteld op circa 20 42,5' of 45' om een 45' container vast te zetten.

De uitgangshoogte van het laadvlak 2 is hier circa 111 cm en kan met behulp van in de vering opgenomen balgen worden ingesteld.

Het chassis 1 is voorzien van steunpoten 22. De steunpoten 22A zoals in figuur 1 getoond zijn opklapbaar uitgevoerd en rusten in opgeklapte 25 toestand op een steun 23. Bij het neerklappen kunnen de steunpoten eveneens in zijwaartse richting buitenwaarts worden geklapt, zodat de achterzijde van een trekkend voertuig tussen de steunpoten kan worden opgenomen. In een alternatieve uitvoering is de steunpoot 22B uitschuifbaar en kan bijvoorbeeld met een pen-gatverbinding of een tandheugel op 30 meerdere posities worden vergrendeld. De alternatieve steunpoot 22B is 1029188 16 verschuifbaar in rijrichting en is via een geleiding 24 aan het chassis bevestigd. Dit is weergegeven in figuur 2.

In figuur 6 is weergegeven dat het spatbord 25 scharnierbaar is bevestigd aan het chassis via het voorste spatbordpijpje 26.

5 Het achterste spatbordpijpje 27 kan dan bijvoorbeeld via een hefboom 28 aan het asstel 10 zijn bevestigd. Hierdoor kan het spatbord 25 tijdelijk zeer dicht tegen het wiel 29 worden geplaatst om de vrije tussenruimte tussen het spatbord 25 en de onderzijde van het laadvlak 2 te vergroten tijdens het verschuiven van het asstel 10.

10 Figuur 7 toont een alternatieve uitvoeringsvorm waarbij de chassiskoppelmiddelen 7, 8 zijn uitgevoerd als neerklapbare wangen 7C aan de voorzijde van het chassis die met behulp van door de achterzijde van de asstellen gedragen grendelarmen 8C kunnen worden vastgezet. In deze uitvoeringsvorm is het asstel 10 niet schuifbaar ten opzichte van het 15 laaddeel 9, maar zijn de wielstellen 3 voorzien van gedwongen gestuurde assen.

Om de gewichtsverdeling in te kunnen stellen in zowel gekoppelde als ongekoppelde toestand, is de kingpin 4 in rijrichting verstelbaar ten opzichte van het laadvlak 2.

20 De uitvinding is niet beperkt tot de hier weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Vele varianten zijn mogelijk binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hierna volgende conclusies.

1029188

Claims (32)

1. Chassis, voorzien van een laadvlak, tenminste één wielstel en een trekkendvoertuigkoppeling voor verbinding met een trekkend voertuig, waarbij aan voor- en achterzijde van het chassis is voorzien in onderling complementaire chassiskoppelmiddelen voor starre koppeling om een 5 staande as met een complementair koppelmiddel van een ander chassis, waarbij het tenminste ene wielstel gedwongen gestuurd is uitgevoerd of ten opzichte van de trekkendvoertuigkoppeling in rijrichting tussen meerdere posities verstelbaar is uitgevoerd.

2. Chassis volgens conclusie 1, waarbij, zowel wanneer het chassis 10 zelfstandig met een trekkend voertuig is verbonden als wanneer het met eenzelfde chassis in willekeurige volgorde star gekoppeld met een trekkend voertuig is verbonden, door verstelling van het wielstel en de trekkendvoertuigkoppeling ten opzichte van elkaar, de gewichtsverdeling kan worden ingesteld.

3. Chassis volgens conclusie 1 of 2, waarbij is voorzien in twee in rijrichting ten opzichte van elkaar verstelbare delen, omvattende een laaddeel dat het laadvlak en de trekkendvoertuigkoppeling omvat en een asstel dat het tenminste ene wielstel omvat.

4. Chassis volgens conclusie 3, waarbij is voorzien in een stootbalk die 20 in rijrichting verstelbaar is ten opzichte van zowel het laaddeel als het asstel.

5. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tenminste ene wielstel ten opzichte van de trekkendvoertuigkoppeling verstelbaar is tussen een eerste, meer nabij de achterzijde van het laadvlak 25 gelegen stand en een tweede, meer nabij de voorzijde van het laadvlak gelegen stand. 102,9188

6. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de chassiskoppelmiddelen in gekoppelde toestand zwenkbaar zijn om een liggende as die zich dwars op de rijrichting uitstrekt.

7. Chassis volgens een der conclusies 3-6, waarbij voorste en 5 achterste chassiskoppelmiddelen op het asstel zijn aangebracht.

8. Chassis volgens een der conclusies 3-6, waarbij voorste en achterste chassiskoppelmiddelen op het laaddeel zijn aangebracht.

9. Chassis volgens een der voorgaande conclusies 3-6, waarbij voorste en achterste koppelmiddelen op zowel het asstel als op het laaddeel zijn 10 aangebracht.

10. Chassis volgens een der voorgaande conclusies 3-10, waarbij de voorste chassiskoppelmiddelen verplaatsbaar en/of losneembaar zijn ten opzichte van het laaddeel.

11. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het in 15 gekoppelde toestand met in willekeurige volgorde met een ander chassis zelfstandig lading kan dragen.

12. Chassis volgens een der conclusies 3-11, waarbij het asstelstel zowel wanneer het chassis zelfstandig is gekoppeld met een trekkend voertuig als wanneer het chassis star gekoppeld met eenzelfde chassis in 20 willekeurige volgorde met het trekkende voertuig is verbonden, ten opzichte van het laaddeel in meerdere posities ten opzichte van de rijrichting vergrendelbaar is.

13. Chassis volgens een der voorgaande conclusies 3-12, waarbij in gekoppelde toestand met eenzelfde chassis, de asstellen koppelbaar zijn en 25 op verschillende posities ten opzichte van de rijrichting onder het chassis vergrendelbaar zijn.

14. Chassis volgens een der voorgaande conclusies 3-13, waarbij in gekoppelde toestand met eenzelfde chassis, de asstellen koppelbaar zijn en nabij het midden van de gekoppelde chassis vergrendelbaar zijn, zodanig 30 dat de wielstellen een brug tussen de laaddelen vormen. 1029188

15. Chassis volgens een der voorgaande conclusies 3-14, waarbij in gekoppelde toestand met eenzelfde chassis, tenminste één asstel verwijderbaar is van zijn eigen laaddeel en vastzetbaar is aan het andere laaddeel.

16. Chassis volgens een der conclusies 3-15, waarbij per laaddeel is voorzien in meerdere assenstellen. !

17. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ! j assenstel is voorzien van bevestigingsmiddelen voor directe koppeling met de lading, in het bijzonder twistlocks.

18. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de trekkendvoertuigkoppeling een in rijrichting verstelbaar is, bij voorkeur een in meerdere posities vergrendelbare kingpin.

19. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste één wielstel is voorzien van een fusee-as of volgas.

20. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste één wielstel is voorzien van een liftbare as.

21. Chassis volgens een der conclusies 3-20, waarbij is voorzien in steunpoten die verplaatsbaar of losneembaar zijn bevestigd aan een asstel.

22. Chassis volgens een der conclusies 3-20, waarbij is voorzien in 20 steunpoten die verplaatsbaar of losneembaar zijn bevestigd aan het laaddeel.

23. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het chassis via de chassiskoppelmiddelen met tussenruimte tussen de laaddelen koppelbaar zijn.

24. Chassis volgens conclusie 23, waarbij de chassis via de chassiskoppelmiddelen verstelbaar zijn tussen een eerste stand waarin de laadvlakken tegen elkaar zijn gelegen en tenminste één verdere stand waarin de laadvlakken uiteen zijn gelegen.

25. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 30 uitgangshoogte van het laadvlak circa 111 cm is. 1029188

26. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de rijhoogte van het laadvlak van het chassis instelbaar is.

27. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spatborden van een of meer wielstellen in hoogte verstelbaar zijn ten 5 opzichte van het laadvlak.

28. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het laaddeel is voorzien van grendelpunten voor het vergrendelen van zeecontainers, in het bijzonder twistlocks.

29. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 10 laadvlak is voorzien van een vaste opbouw, in het bijzonder een laadbak of laadkist.

30. Chassis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lengte van het laadvlak circa 20' is.

31. Aanhanger of oplegger omvattende een chassis volgens een der 15 voorgaande conclusies dat via een der chassiskoppelmiddelen star gekoppeld is met een corresponderend chassiskoppelmiddel van een ander chassis.

32. Oplegger of aanhanger volgens conclusie 30, waarbij het andere chassis eveneens een chassis volgens een der voorgaande conclusies is. 1029188 —- i