NL2009583C2 - Dolly voor koppeling van chassis. - Google Patents

Description

P066/NLpd

Dolly voor koppeling van chassis

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dolly volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke dolly is in de techniek bekend. Bijvoorbeeld is het bekend om middels een dolly een aanhanger aan een vrachtwa-5 gen te koppelen, waardoor de aanhanger scharnierend om de scho-tel/kingpin aan de vrachtwagen is verbonden.

Een dergelijke dolly wordt bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvragen US 4955629 en US 5860668. Deze bekende dolly's omvatten een frame waaraan een schotel en wielen zijn be-10 vestigd, zodanig dat een deel van het frame schuifbaar in een chassis van een voorwaarts gepositioneerde vrachtwagen of dergelijke kan worden opgenomen. Door het frame meer of minder in het chassis te voeren kan de positie van de schotel ten opzichte van het chassis worden gevarieerd. Ook de positie van de aan de dolly 15 te koppelen aanhanger ten opzichte van het voorste chassis kan hiermee worden gevarieerd.

Wanneer een aanhanger aan de dolly is gekoppeld zullen de wielen van de dolly ondersteuning kunnen geven aan de aanhanger. Dit is met name van belang wanneer de dolly is losgekoppeld van 20 het voorste chassis. Een dergelijke dolly heeft als nadeel dat bij het loskoppelen een groot deel van het frame van de dolly aan de voorzijde uitsteekt.

Een ander nadeel van deze bekende dolly's is dat de aan de dolly gekoppelde aanhanger via de schotel zwenkbaar daarmee is 25 verbonden. Er is geen mogelijkheid om de aanhanger star aan de dolly te koppelen.

De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterde dolly van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen.

In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een dolly van 30 de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die de hiervoor genoemde nadelen niet of in verminderde mate vertoont.

Tevens heeft de uitvinding tot doel een verbeterde dolly te verschaffen waarmee alle hiervoor genoemde nadelen worden weggeno- 2 men .

Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde voordelen, verschaft de uitvinding volgens een eerste uitvoeringsvorm een dolly die de maatregelen van conclusie 1 bevat. Deze dol-5 ly verschaft een oplossing voor de hiervoor genoemde nadelen.

Tevens is gebleken dat de dolly zeer goedkoop te vervaardigen is en die niettemin een uitstekende stabiliteit verschaft. Een dergelijke synergetische werking is volkomen onverwacht.

In het bijzonder wordt er de voorkeur aan gegeven dat de dol-10 ly en het schuifbare framedeel, bij voorkeur het geleidingsorgaan en het schuifbare framedeel, onderling samenwerkende koppelingsor-ganen omvatten. Hierdoor kan het schuifbare framedeel, bij voorbeeld in de vorm van een kokerbalk of dergelijke, op een vooraf te bepalen positie vast worden gekoppeld met de dolly.

15 Met name heeft het de voorkeur dat het schuifbare framedeel een veelvoud aan vooraf aangebrachte koppelingsorganen omvat, bij voorkeur in de vorm van openingen, omdat daarmee het schuifbare framedeel op een aantal, vooraf bepaalde posities kan worden vast gekoppeld met de dolly. Dit is met name voordelig wanneer het ge-20 wenst is om de dolly in een eerste toestand geheel onder de aanhanger te kunnen positioneren en in een tweede toestand uitstekend tot een positie buiten de dolly of de aanhanger.

Een eenvoudige koppeling kan worden verkregen wanneer de koppelingsorganen van de dolly en het schuifbare framedeel onderling 25 uitlijnbare openingen omvatten. In het bijzonder is het hierdoor mogelijk de koppeling te verzorgen middels een in de uitgelijnde koppelingsorganen te voeren borgorgaan.

Een trekker, dat wil zeggen een aan de (tijdens gebruik) voorzijde van de dolly te positioneren trekkend voertuig, zal een-30 voudig met de dolly kunnen worden gekoppeld wanneer het aan de voorzijde van de dolly gelegen uiteinde van het schuifbare framedeel een verjongd uiteinde omvat. Het trekkende voertuig, wat bijvoorbeeld een vrachtwagen kan zijn of een aan een trekker gekoppelde oplegger, zal eveneens zijn voorzien van een opneemorgaan 35 voor het daarin ten minste gedeeltelijk opnemen van het schuifbare framedeel. Het in het opneemorgaan positioneren van het schuifbare framedeel kan eenvoudig worden uitgevoerd bij een dergelijke ver- 3 jonging, zoals een tapse toeloop, van het uiteinde van het schuifbare framedeel.

Een eenvoudige, weinig ruimte innemende constructie wordt verschaft wanneer het schuifbare framedeel tijdens gebruik is ge-5 legen op een positie onder de schotel.

De uitvinding kan op geschikte wijze worden gecombineerd met opleggers of chassis die geschikt zijn voor het dragen van containers, vaste opbouwen en wissellaadbakken.

Door het koppelen van de dolly volgens de uitvinding achter 10 een aanhanger of chassis voor het transporteren van 20 voets containers, kan deze combinatie met de dolly bijvoorbeeld 30 voets containers vervoeren wanneer de dolly twist locks omvat voor koppeling van een container. Het schuifbare framedeel heeft daarbij bij voorkeur koppelingsorganen op een zodanige positie dat de dol-15 ly op een geschikte afstand ten opzichte van de aanhanger of chassis te positioneren. In elk geval dient bij een dergelijke uitvoeringsvorm de aanhanger of het chassis van de trekker een opneemor-gaan te omvatten voor het daarin ten minste gedeeltelijk opnemen van het schuifbare framedeel.

20 Derhalve heeft de uitvinding volgens een verder aspect be trekking op een combinatie van een dolly volgens een der voorgaande conclusies en een trekker, waarbij de trekker een opneemorgaan omvat voor het daarin ten minste gedeeltelijk opnemen van het schuifbare framedeel.

25 Bij een dergelijke combinatie heeft het de voorkeur dat het opneemorgaan van de trekker koppelingsorganen omvat voor samenwerking met aan het schuifbare framedeel voorziene koppelingsorganen.

Tevens heeft de uitvinding volgens een derde aspect betrekking op een combinatie van een dolly volgens een der voorgaande 30 conclusies en een achter de dolly gekoppelde aanhanger, waarbij de lengte van het schuifbare framedeel korter dan of gelijk is aan de totale lengte van de dolly en de aanhanger. Met de term "achter" wordt bedoeld een positie tijdens gebruik die is afgelegen van de zijde waar een trekker is gepositioneerd. De trekker is hierbij 35 per definitie aan een voorzijde van de combinatie gelegen.

Volgens het derde aspect omvat de aanhanger bij voorkeur een opneemorgaan voor het daarin ten minste gedeeltelijk opnemen van 4 het schuifbare framedeel.

Het opneemorgaan van de aanhanger omvat volgens dit derde aspect van de uitvinding bij voorkeur koppelingsorganen voor samenwerking met aan het schuifbare framedeel voorziene koppelingsorga-5 nen. Deze koppelingsorganen kunnen bijvoorbeeld openingen zijn, welke kunnen worden uitgelijnd met de openingen die zijn voorzien in het schuifbare framedeel.

In het bijzonder heeft de uitvinding als voordeel dat een starre combinatie kan worden verkregen welke is samengesteld uit 10 [1] de dolly volgens de uitvinding, [2] een aan de voorzijde ge koppelde aanhanger en [3] een aan de achterzijde gekoppelde aanhanger, zodanig dat de koppeling wordt verzorgd door de balk waardoor een star chassis wordt verkregen. Dit starre chassis wordt als een apart voertuig beschouwd en zal een eigen kenteken kunnen 15 voeren. De uitvinding heeft derhalve betrekking op een combinatie van de dolly met een aan een eerste zijde van de dolly gekoppelde aanhanger en een aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde gekoppelde aanhanger, welke beide aanhangers zijn voorzien van een opneemorgaan voor het schuifbare framedeel, zodanig dat 20 het verschuifbare framedeel in beide opneemorganen van de beide aanhangers is gevoerd. Hiermee wordt een star chassis verkregen.

Met de term aanhanger wordt tevens een oplegger bedoeld of een van wielassen voorzien voertuig dat met de dolly kan worden gekoppeld. In het bijzonder wordt hiermee bedoeld een aanhanger 25 met een kingpin voor koppeling met een schotel aan een truck of aan de dolly volgens de uitvinding.

De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening nader worden uitgelegd. De tekening toont hierbij in:

Fig. 1 een dolly volgens de uitvinding met een schuifbaar 30 framedeel in een eerste positie,

Fig. 2 een dolly volgens de uitvinding met een schuifbaar framedeel in een tweede positie,

Fig. 3 een combinatie van een dolly en een aanhanger in een onderaanzicht, 35 Fig. 4 een combinatie volgens Fig. 3 in een zijaanzicht,

Fig. 5 een combinatie van een dolly en een trekker in een onderaanzicht, en 5

Fig. 6 een combinatie volgens Fig. 5 in een zijaanzicht met een schuifbaar framedeel in een eerste positie,

Fig. 7 een combinatie volgens Fig. 5 in een zijaanzicht met een schuifbaar framedeel in een tweede positie, en 5 Fig. 8 een combinatie van een dolly met een trekker en een aanhanger.

In de figuren zijn dezelfde onderdelen middels dezelfde ver-wijzingscijfers aangeduid. Echter, de voor een praktische uitvoering van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn niet alle ge-10 toond, vanwege de eenvoud van de weergave.

Fig. 1 toont een schematisch zijaanzicht van een dolly 1 volgens de uitvinding. De dolly 1 heeft een chassis 2, waaraan wielen 3 zijn gemonteerd. De dolly 1 heeft voorts een schotel 4, voor samenwerking met een kingpin van een aan de dolly 1 te koppelen aan-15 hanger (niet getoond).

Het chassis 2 van de dolly 1 omvat een opneemorgaan 5 voor een schuifbaar framedeel 6. In de uitvoeringsvorm zoals getoond in Fig. 1 is het schuifbare framedeel 5 uitgevoerd in de vorm van een binnen het opneemorgaan 5 schuifbare balk 6. Fig. 1 toont de balk 20 6 in een meest aan de voorzijde 7 van de dolly 1 uitstekende eerste positie.

Fig. 2 toont de dolly 1 volgens Fig. 1, echter waarbij de schuifbare balk 6 in een minder aan de voorzijde 7 uitstekende positie is gelegen. De balk 6 steekt hier uit aan zowel de voorzijde 25 7 als de achterzijde 8 van de dolly 1. De balk 6 is binnen het opneemorgaan 5 verschoven naar een tweede positie.

De balk 6 is aan het voorste uiteinde 9 en het achterste uiteinde 10 enigszins verjongd, dat is in de getoonde uitvoeringsvorm taps toelopend, uitgevoerd.

30 In fig. 3 is een dolly 1 volgens de uitvinding in onderaan zicht getoond, waarbij de dolly 1 aan de achterzijde 8 is gekoppeld aan een aanhanger 11. De koppeling vindt plaats middels een aan de aanhanger 11 voorzien opneemorgaan 12, waarin de balk 6 ten minste gedeeltelijk kan worden opgenomen. Doordat de balk 6 in zo-35 wel het opneemorgaan 5 van de dolly 1 als het opneemorgaan 12 van de aanhanger 11 is opgenomen wordt een starre verbinding verkregen tussen de dolly 1 en de aanhanger 11. De aanhanger 11 en de dolly 6 1 vormen in feite een geheel en gedragen zich als een verlengde aanhanger 13 met een extra asset met twee wielen 3.

Fig. 4 toont een zijaanzicht van de verlengde aanhangercombi-natie 13, welke is samengesteld uit de dolly 1 volgens de uitvin-5 ding en een aanhanger 11. De aanhanger 11 is middels een aan een koppelingsframe 14 voorziene kingpin (niet getoond in Fig. 4) tevens gezekerd aan de schotel 4 van de dolly 1.

Om de balk 6 op een gewenste positie te houden, zodanig dat deze opgenomen blijft in de opneemorganen 5, 12 kunnen zowel de 10 balk 6 als ten minste een van de opneemorganen 5, 12, uitlijnbare en samenwerkende openingen omvatten waarin een borgpen (niet getoond) kan worden gevoerd. Ook kan een afzonderlijk aan de dolly 1 of de aanhanger 11 voorzien koppelingsorgaan zijn voorzien dat de balk 6 in een gewenste positie houdt.

15 De aanhanger 11 omvat twistlocks 14 voor het bevestigen van een container. In de getoonde uitvoeringsvorm volgens Fig. 4 is de aanhanger van het goose-neck type, waardoor de twistlocks 14 aan de achterzijde 15 van de aanhanger 11 lager zijn geplaatst dan de twistlocks 14 aan de voorzijde 16. De aan de achterzijde 15 van de 20 aanhanger 11 voorziene twistlocks 14 kunnen van verlengingen zijn voorzien om een container recht op de aanhanger te vervoeren.

Fig. 5 en Fig. 6 tonen een variant van een met de dolly 1 volgens de uitvinding te verkrijgen verlengde aanhangercombinatie 17. De combinatie 17 is samengesteld uit de dolly 1 volgens de 25 uitvinding en een aanhanger 18. De aanhanger 18 kan van het gebruikelijke type zijn, welke met een kingpin 19 aan een schotel van een trekker (of truck) wordt gekoppeld. De aanhanger 18 is voorzien van twistlocks voor het bevestigen van een container. De dolly 1 is aan de achterzijde 20 van de aanhanger 18 gekoppeld. De 30 balk 6 is in de uitvoeringsvorm volgens Fig. 6 grotendeels vanuit de voorzijde 7 uit het opneemorgaan 5 geschoven. Hierdoor kan de balk 6 grotendeels in het opneemorgaan 21 van de aanhanger 18 worden gevoerd. Hierdoor wordt een starre koppeling tussen de aanhanger 18 en de dolly 1 verkregen. De balk 6 verschaft deze starre 35 verbinding. De achterzijde 8 van de dolly 1 vormt de achterzijde van de aanhangercombinatie 17. Een aan de schotel te koppelen aanhanger zal in de toestand volgens Fig. 6 vrij zwenkbaar zijn.

7

Bijvoorbeeld kan de dolly 1 zijn voorzien van twistlocks om een verlengde container (niet getoond) met de aanhangercombinatie 17 te transporteren. De afstand van de dolly 1 achter de aanhanger 18 kan zodanig worden ingesteld door het op een gewenste positie 5 vastzetten van de balk 6 aan ten minste een van de dolly en de aanhanger 18, dat de afstand van op de dolly voorziene twistlocks de bevestiging van een 30 voets container mogelijk maakt.

Fig. 7 toont de aanhangercombinatie 17 volgens Fig. 6, echter waarbij de balk 6 naar achteren is verschoven, met dien verstande 10 dat de balk 6 zowel in het opneemorgaan 5 als het opneemorgaan 21 is gevoerd teneinde de starre verbinding tussen de aanhanger 18 en de dolly 1 te behouden.

Hierdoor wordt de mogelijkheid verschaft een aanhanger 11 aan de achterzijde 8 van de dolly 1 te koppelen, in hoofdzaak zoals 15 hiervoor beschreven onder verwijzing naar de Fig. 3-4. De resulterende combinatie 26 is getoond in Fig. 8. Om een starre koppeling te behouden heeft het de voorkeur dat de balk 6 ten minste vast aan de aanhanger 18 en de dolly 1 wordt gekoppeld. De verbinding met kingpin en schotel tussen de aanhanger 11 en de dolly 1 zorgt 20 reeds voor een verbinding in de longitudinale richting tussen de dolly 1 en de aanhanger 11.

De term "longitudinale richting" heeft betrekking op de richting tussen de voorzijde 7 en de achterzijde 8.

Het koppelen van de aanhangers aan de balk 6 wordt vergemak-25 kelijkt door de taps toelopende uiteinden 9, 10 van de balk 6. Als alternatief, als aan aanvulling, kan een opneemorgaan een trechtervormige ingang omvatten voor het eenvoudiger in het opneemorgaan kunnen voeren van de balk 6.

De wielen 22, 23 van de aanhangers 18, 11 bevinden zich tij-30 dens gebruik op een zelfde positie, zodanig dat deze wielen de aanhangercombinatie 26 op een ondergrond ondersteunen. Een of meer van de assen waar de wielen aan zijn bevestigd kunnen bij voorkeur in hoogte verstelbaar zijn. In elk geval heeft het de voorkeur dat de as waaraan de wielen 3 zijn bevestigd in hoogte verstelbaar 35 zijn, om de manoeuvreerbaarheid van de aanhangercombinatie 13, 26 te verbeteren.

De aanhangers 18, 11 zijn voorzien van steunpoten 24, 25 8 waardoor de aanhangers kunnen worden gestald zonder dolly 1.

De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies.

5 De uitvinding strekt zich tevens uit over elke combinatie van maatregelen die hiervoor onafhankelijk van elkaar zijn beschreven.

Claims (14)

1. Dolly voor het daaraan koppelen van een aanhanger, omvattende een frame met wielen, een schotel voor samenwerking met een aan de aanhanger voorziene kingpin en een schuifbaar met een chassis van een trekkend voertuig te verbinden framedeel, welke dolly een aan 5 de zijde van het trekkende voertuig gelegen voorzijde heeft en een aan de zijde van de aanhanger gelegen achterzijde, met het kenmerk, dat de dolly een geleidingsorgaan omvat voor het daarin in een longitudinale richting verschuifbaar geleiden van het schuifbare framedeel, zodanig dat het schuifbare framedeel in een eerste 10 positie ten minste deels aan de voorzijde van het frame van de dolly uitsteekt en in een van de eerste positie afwijkende tweede positie richting de achterzijde is verschoven.

2. Dolly volgens conclusie 1, waarbij de dolly en het schuifbare 15 framedeel, bij voorkeur het geleidingsorgaan en het schuifbare framedeel, onderling samenwerkende koppelingsorganen omvatten.

3. Dolly volgens conclusie 2, waarbij het schuifbare framedeel een veelvoud aan vooraf aangebrachte koppelingsorganen omvat, bij 20 voorkeur in de vorm van openingen.

4. Dolly volgens conclusie 2 of 3, waarbij de koppelingsorganen van de dolly en het schuifbare framedeel onderling uitlijnbare openingen omvatten. 25

5. Dolly volgens conclusie 4, omvattende een in de uitgelijnde koppelingsorganen te voeren borgorgaan.

6. Dolly volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het aan de 30 voorzijde van de dolly gelegen uiteinde van het schuifbare framedeel een verjongd uiteinde omvat.

7. Dolly volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het schuifbare framedeel tijdens gebruik is gelegen op een positie on- der de schotel.

8. Dolly volgens een der voorgaande conclusies, waarbij deze twist locks omvat voor koppeling van een container of een wissellaadbak. 5

9. Combinatie van een dolly volgens een der voorgaande conclusies en een aanhanger, waarbij de lengte van het schuifbare framedeel korter dan of gelijk is aan de totale lengte van de dolly en de aanhanger.

10. Combinatie volgens conclusie 9, waarbij de aanhanger een op-neemorgaan omvat voor het daarin ten minste gedeeltelijk opnemen van het schuifbare framedeel.

11. Combinatie volgens conclusie 10 en 11, waarbij het opneemor-gaan van de aanhanger koppelingsorganen omvat voor samenwerking met aan het schuifbare framedeel voorziene koppelingsorganen.

12. Combinatie van een dolly volgens een der conclusies 1-8 en een 20 trekker, waarbij de trekker een opneemorgaan omvat voor het daarin ten minste gedeeltelijk opnemen van het schuifbare framedeel.

13. Combinatie volgens conclusie 12, waarbij het opneemorgaan van de trekker koppelingsorganen omvat voor samenwerking met aan het 25 schuifbare framedeel voorziene koppelingsorganen.

14. Combinatie van een dolly volgens een der conclusies 1-8, een aan een eerste zijde van de dolly gekoppelde aanhanger en een aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde gekoppelde aan- 30 hanger, welke beide aanhangers zijn voorzien van een opneemorgaan voor het schuifbare framedeel, zodanig dat het verschuifbare framedeel in beide opneemorganen van de beide aanhangers is gevoerd.