NL1028372C2 - Veiligheidsvloer voor een afvalverzamelsysteem. - Google Patents

Veiligheidsvloer voor een afvalverzamelsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1028372C2
NL1028372C2 NL1028372A NL1028372A NL1028372C2 NL 1028372 C2 NL1028372 C2 NL 1028372C2 NL 1028372 A NL1028372 A NL 1028372A NL 1028372 A NL1028372 A NL 1028372A NL 1028372 C2 NL1028372 C2 NL 1028372C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floor
locking
container
well
waste
Prior art date
Application number
NL1028372A
Other languages
English (en)
Inventor
Christiaan Gerardus Rossenaar
Gerardus Richardus Joh Franken
Henk Van De Geest
Original Assignee
Konink Bammens B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Konink Bammens B V filed Critical Konink Bammens B V
Priority to NL1028372A priority Critical patent/NL1028372C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1028372C2 publication Critical patent/NL1028372C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/14Other constructional features; Accessories
    • B65F1/1426Housings, cabinets or enclosures for refuse receptacles
    • B65F1/1447Housings, cabinets or enclosures for refuse receptacles located underground

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Handcart (AREA)

Description

Η »
VEILIGHEIDSVLOER VOOR EEN AFVALVERZAMELSYSTEEM
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsvloer voor een afvalverzamelsysteem met een of meer ondergrondse afvalcontainers.
Voor het verzamelen van afval, zoals GFT, glas, 5 papier, grof vuil, en dergelijke zijn opvangsystemen bekend waarin het afval in een geheel of gedeeltelijk in een put in de ondergrond aan te brengen afvalcontainer wordt gestort. De afvalcontainer is aan zijn bovenzijde voorzien van een inwerpopening, die boven de ondergrond uitsteekt.
10 Wanneer een dergelijke afvalcontainer geleegd moet worden, wordt deze met behulp van een mobiele hefinrichting uit de put getild en geleegd in bijvoorbeeld een vrachtwagen, bijvoorbeeld door de container aan haar onderzijde te openen. Om te voorkomen dat in een situatie waarin de afvalcontainer 15 uit de put is getild, een persoon of een voertuig in de put kan vallen, wordt de put voorzien van een veiligheidsvloer die de bovenzijde van de put afsluit.
In een bijzonder geschikt ontwerp van Aanvraagster kan de veiligheidsvloer met behulp van een viertal staanders 20 opwaarts en neerwaarts in de put verplaatst worden. Aan de vloer zijn kabels aangebracht die via een aan de putwand aangebrachte rollen de put in gevoerd zijn en aan hun onderste uiteinde voorzien zijn van één of meer contragewichten. De kabels trekken de vloer onder invloed van 25 de contragewichten permanent omhoog, zodat de vloer de neiging om in onbelaste toestand zich automatisch naar boven te verplaatsen.
Wanneer een lege afvalcontainer op de vloer wordt geplaatst, zakt de vloer tegen de werking van de ! 1 0 2 8 3 7 2 (,: Λ 2 contragewichten in naar beneden totdat de vloer de bodem van de put of althans haar onderste stand bereikt heeft en de afvalcontainer geheel of gedeeltelijk in de put geplaatst is. In deze toestand sluit de bovenzijde van de container of een 5 apart voorziene afdekvloer de bovenzijde van de put af, zodat er geen personen of objecten in de put kunnen vallen.
Wanneer de op de vloer geplaatste afvalcontainer wordt opgetild, trekken de contragewichten de veiligheidsvloer naar boven toe en volgt de vloer de 10 opwaartse beweging van de afvalcontainer totdat de vloer zijn bovenste stand heeft bereikt. In deze stand wordt de putopening door de veiligheidsvloer afgedekt. Wanneer nu een persoon op de veiligheidsvloer gaat staan, blijft de veiligheidsvloer in de bovenste stand aangezien het gewicht 15 van de persoon de door de contragewichten veroorzaakte opwaartse kracht niet overwint.
Wanneer echter een groot aantal personen op de vloer gaat staan of wanneer bijvoorbeeld een voertuig op de vloer terecht komt, bijvoorbeeld wanneer een wiel van een 20 vrachtwagen op de vloer wordt gereden, kan de situatie optreden dat de op de vloer uitgeoefende neerwaartse (zwaarte-) kracht groter wordt dan de door de contragewichten veroorzaakte opwaartse kracht, met als gevolg dat de vloer zich naar beneden verplaatst. Dit kan de veiligheid van de 25 personen respectievelijk de chauffeur van het voertuig in gevaar brengen.
De uitvinding heeft als doel de bezwaren van de bekende veiligheidsvloer te ondervangen en de veiligheid daarvan te verhogen.
30 Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt daartoe een veiligheidsvloer verschaft voor een afvalopvangsysteem met ten minste een ondergrondse afvalcontainer, omvattende: ! 1028372 t 1 3 - een in een put in de ondergrond op- en neerwaarts verplaatsbare vloerelement, waarop een afvalcontainer te plaatsen is, waarbij wanneer de afvalcontainer in de put geplaatst is de vloer in een onderste stand gepositioneerd is 5 en wanneer de afvalcontainer uit de put verwijderd is de vloer in een bovenste, de putopening afsluitende stand gepositioneerd is; - een of meer aan de vloer gekoppelde contragewicht-elementen voor het naar de bovenste stand dwingen van de 10 vloer; - vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van de vloer in de bovenste stand.
|
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de vergrendelmiddelen zelfvergrendelend uitgevoerd, zodat zonder 15 tussenkomst van een bedieningspersoon de vloer zichzelf vergrendelt wanneer deze de bovenste stand bereikt heeft. Er kunnen derhalve geen ongelukken meer plaatsvinden als gevolg van het verzuim van een bedieningspersoon om de veiligheidsvloer te vergrendelen.
20 In een verdere voorkeursuitvoering zijn de vergrendelmiddelen ingericht om de vloer te ontgrendelen door plaatsing van de opvangcontainer op de vloer. Er behoeven geen extra handelingen te worden verricht, hetgeen een efficiëntere lediging van de containers mogelijk maakt.
25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de vergrendelmiddelen op ten minste twee posities aangrijpen op tegenoverliggende delen van de put om de vloer bij vergrendeling ten opzichte van de putopening te fixeren. In een andere uitvoeringsvorm grijpen de vergrendelmiddelen 30 zelfs aan op vier posities op twee aan twee tegenover elkaar liggende delen van de put. Bij voorkeur bevinden de genoemde posities zich nabij de hoekpunten van een rechthoekige vloer, zodat een stevige vergrendeling verzekerd wordt.
! 1028372 4
In een bepaalde voorkeursuitvoering omvat de vloer ten minste een aan de vloer aangebrachte vergrendelingas waarvan de uiteinden uitsteken voorbij tegenoverliggende randen van de vloer en voorzien zijn van 5 vergrendelingselementen voor vergrendeling van de vergrendelingsas aan de put. Hierbij zijn de aan de vergrendelingsas een of meer contragewichten aangebracht om de vergrendelingsas te dwingen te roteren naar de vergrendelde stand. Dit betekent dat de as altijd de neiging 10 heeft om zodanig te draaien, dat de vloer automatisch vergrendeld wordt.
In een verdere voorkeursuitvoering is de vloer voorzien van een aantal centreeropeningen waarlangs aan de onderzijde van de afvalcontainer voorziene uitsteeksels te 15 leiden zijn, waarbij de uitsteeksels een of meer aan de vergrendelingsas aangebrachte ontgrendeltlenzen kunnen bedienen om de vergrendelingsas te dwingen naar de ontgrendelde stand. Door plaatsing van de container op de vloer kan automatisch, dat wil zeggen zonder extra 20 handelingen van de bedieningspersoon, ontgrendeld worden.
In een bijzonder voordelige constructie zijn aan de vergrendelingsas twee of meer ontgrendelingsflenzen aangebracht en wel zodanig dat bij bediening van ten minste één van de ontgrendelingsflenzen de vergrendelingsas naar de 25 ontgrendelde stand geroteerd wordt. Dit betekent dat ook wanneer de container enigszins scheef op de vloer wordt geplaatst, de vloer ontgrendeld kan worden.
In een andere bevoorkeurde uitvoeringsvorm omvat de vloer een enkel activeringselement waarmee alle 30 vergrendelingsmiddelen te bedienen zijn. Dit betekent dat scheefstand van de container geen probleem vormt zolang het ene activeringselement maar bediend wordt. Het activeringselement is bij voorkeur centraal in de vloer 1028372 5 gepositioneerd. De afstand vanaf de rand van de vloer tot het activeringselement is hierdoor maximaal, hetgeen als voordeel heeft dat de kans minimaal is dat op de vloer terechtkomende objecten of personen per ongeluk het activeringselement 5 bedienen.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de veiligheidsvloer: - een activeringselement; - een met het activeringselement gekoppelde kabel; 10 - een aan de vloer aangebrachte en met de kabel gekoppelde in- en uitschuifbare slede, waarbij de slede uitschuifbaar is tot in een vergrendelde stand waarin een uiteinde van de slede geborgd is in een aan de put aangebracht vergrendelingselement en inschuifbaar is tot in 15 een ontgrendelde stand; - een of meer veerelementen voor het onder veerkracht doen uitschuiven van slede.
In een verdere voorkeursuitvoering is het activeringselement gekoppeld met een aantal, bij voorkeur 20 vier, sleden voor het op een aantal, bij voorkeur vier, verschillende posities vergrendelen van de vloer.
In een verdere voorkeursuitvoering zijn de genoemde uiteinden van de sleden voorzien van wrijvingsreducerende middelen, bij voorkeur in de vorm van een of meer wielen, 25 teneinde eventuele wrijving met de wand van de put te verminderen. Hierdoor wordt verzekerd dat ook bij een naijlende vloer de vergrendeling van de vloer in haar bovenste stand plaatsvindt.
Bij voorkeur zijn de contragewichtelementen van de 30 vloer uitgevoerd om de vloer slechts vanaf een bepaald minimum op de vloer geplaatste massa naar beneden te laten zakken. Deze minimale massa is in een typerende uitvoering van de veiligheidsvloer om en nabij de 500 kg. Door de vloer 11028372 6 te vergrendelen kan deze massa vele malen groter worden, bijvoorbeeld 1300 kg of meer.
Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een afvalopvangsysteem voor het ondergronds 5 opslaan van afval, zoals GFT, glas, papier, grof vuil, en dergelijke, verschaft, waarbij het systeem omvat: - een in een put op en neer beweegbare veiligheidsvloer van de hierin gedefinieerde soort, - ten minste één op de veiligheidsvloer in de put aan 10 te brengen afvalcontainer, welke is voorzien van een inwerpzuil waarlangs afval in de container aan te brengen is.
Bij voorkeur is de onderzijde van de container voorzien van een of meer uitsteeksels voor het bedienen van de vergrendelingsmiddelen.
15 Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van twee voorkeurs-uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de figuren.
20 Figuur 1 toont een schematisch weergegeven en gedeeltelijk weggenomen aanzicht in perspectief van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 2 toont een meer gedetailleerd, gedeeltelijk weggenomen aanzicht van de vloer volgens de eerste 25 uitvoeringsvorm;
Figuur 3 toont op schematische wijze de werking van het activeringselement en de vier vergrendelingselementen van de eerste uitvoering;
Figuur 4 geeft in meer detail het activeringselement 30 weer;
Figuur 5 geeft in meer detail de vergrendelingselement en weer; 1028372 7
Figuur 6 toont een gedeeltelijk weggenomen schematisch aanzicht in perspectief van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 7 toont een gedeeltelijk weggenomen 5 schematisch aanzicht van de tweede voorkeursuitvoeringsvorm, nabij één van de hoekpunten van de put, in vergrendelde toestand van de vloer; en
Figuur 8 toont hetzelfde aanzicht als in figuur 8, in ontgrendelde toestand van de vloer.
10 Figuur 1 toont een afvalverzamelsysteem dat is voorzien van een veiligheidsvloer 1 die in verticale richting (Pj verplaatsbaar aangebracht is in een in de ondergrond O aangebrachte betonnen put 2. De put 2 is opgebouwd uit een betonnen opstaande wand 4 en een betonnen bodem 5, en is 15 zodanig gedimensioneerd dat daarin afvalcontainer 3 min of meer passend te plaatsen is. De put is in de getekende uitvoering rechthoekig weergegeven, willekeurige andere vormen zijn uiteraard eveneens denkbaar. De afvalcontainer 3 omvat een opvanggedeelte (met een capaciteit die kenmerkend 20 varieert tussen circa 3 m3 en 5 m3, maar niet tot dergelijke capaciteiten beperkt is), aan de bovenzijde waarvan een van een inwerpopening voorziene inwerpeenheid is geplaatst. De inwerpeenheid is voorzien van een aangrijpmogelijkheid (niet-weergegeven) zodat de inwerpeenheid en de daaraan bevestigde 25 afvalcontainer 3 in verticale richting uit de put te heffen is.
Wanneer de container 3 in de grond is aangebracht, steekt de inworpeenheid boven de grond uit. De bovenzijde van een container of een speciaal daarvoor voorziene afdekplaat, 30 zoals bijvoorbeeld is beschreven in de Europese aanvrage EP 1 167 241 Al van Aanvraagster, zorgt ervoor dat de bovenzijde van de put afgesloten is teneinde te voorkomen dat personen of objecten tussen de container en de putwand kunnen geraken.
1 rt 9 O 7 7 0 8
De bovenrand van de put 2 omvat een stelrand 7 die met pennen 8 in de betonnen put 2 bevestigd is. De stelrand 7 is al dan niet in hoogte of in stand ten opzichte van de ondergrond verstelbaar. De vloer 10 omvat uit een gestel 5 bestaande uit een viertal liggers 25 (figuur 2) met daartussen tussenliggers 36 en 38. De liggers 25,36,38 vormen samen een raamwerk waarop een stalen plaat 11 is gemonteerd. Het samenstel van plaat 11 en liggers 25,26,38 vormen de beweegbare veiligheidsvloer 10, zoals in figuur 2 is 10 weergegeven.
De plaat 11 van de veiligheidsvloer 10 is nabij haar vier hoekpunten voorzien van rechthoekige centreeropeningen 12, waar aan de onderzijde 14 van de container 3 voorziene uitsteeksels 13 kunnen worden geschoven. De uitsteeksels 12 15 hebben ondermeer als functie het centreren van de container 3 ten opzichte van de vloer, zodat bij neerwaartse beweging van de vloer de afvalcontainer 3 juist op de vloer gecentreerd blijft in de put en derhalve de kans klein is dat deze ergens klem komt te zitten.
20 De vloer 10 is met behulp van een in elk van de hoeken aangebrachte steun 24, waaraan een ring 23 is aangebracht, verschuifbaar bevestigd aan een viertal in de put aangebrachte staanders 21. De ring 23 en een.steun 24 zorgen ervoor dat de vloer 10 op- en neerwaarts langs de 25 staanders 21 geleidbaar is tussen een bovenste stand, zoals is weergegeven in figuur 1, in welke stand de bovenzijde van de vloer in hoofdzaak vlak ligt met de ondergrond en daarmee de put om veiligheidsredenen afsluit, en een onderste stand (niet weergegeven) waarbij de onderzijde van de vloer 10 rust 30 op de aan de bodem 5 van de put 2 voorziene uitsteeksels 6.
Zoals in figuur 1 is weergegeven, wordt de vloer 10 met behulp van een tweetal contragewichten 16,16' opwaarts gedreven. Hiertoe zijn telkens twee kabels 17,18 1028372 * * 9 (respectievelijk 17',18') aan de uiteinden van de contragewichten 16,16' aangebracht, welke kabels met behulp van een steun 27 (figuur 3) aan de put aangebrachte rollen 20 aan de eerdergenoemde steun 24 zijn aangebracht. Door de 5 getoonde constructie zorgt het gewicht van beide contragewichten 16,16' ervoor dat de vloer 10 altijd de neiging heeft zich naar boven te verplaatsen.
Wanneer er geen voorwerpen op de vloer zijn geplaatst, zal de vloer zich derhalve altijd in haar bovenste 10 stand, zoals is weergegeven in figuur 1, begeven. Wanneer een relatief laag gewicht op de vloer wordt aangebracht, bijvoorbeeld het gewicht van een enkele persoon, is het gewicht van de persoon niet voldoende om de door de contragewichten 16,16' veroorzaakte opwaartse kracht te 15 overwinnen. De veiligheidsvloer blijft dan in de bovenste stand. Wanneer echter een zwaarder object, met een massa van bijvoorbeeld meer dan 500 kg zoals een vrachtwagen, op de vloer geplaatst wordt, kan dit gewicht de opwaartse kracht overwinnen, met als gevolg dat de vloer zich naar beneden 20 gaat verplaatsen. Dit kan uiteraard een gevaarlijke situatie opleveren.
De veiligheidsvloer volgens de eerste uitvoeringsvorm is derhalve voorzien van een vergrendelmechanisme zodat de vloer 10 in haar bovenste stand vergrendeld kan worden. Het 25 vergrendelmechanisme omvat in de getoonde eerste uitvoeringsvorm een aan de bovenzijde van de vloer 10 voorzien activeringselement 29. Het activeringselement is in opwaartse en neerwaartse richting in de vloer 10 verplaatsbaar. Figuur 4 geeft het activeringselement 29 in 30 meer detail weer. Zoals is getoond in figuur 4, omvat het activeringselement 29 een gedeeltelijk bolvormige hoed 30 die aan een opstaand profiel 39 is bevestigd. Het profiel 39 is geleidbaar in de opening die is voorzien in een 4 Λ O O 7 7 0 10 bevestigingsplaat 31. De bevestigingsplaat 31 is gemonteerd aan een van de eerdergenoemde liggers 38 van het raamwerk van de vloer 10. Tevens is aan het genoemde raamwerk is een vaste activeringselementsteun 48 aangebracht. Ook deze steun 48 is 5 voorzien van een opening waarlangs het profiel 39 op en neer verplaatst kan worden. Tenslotte is onder de activeringselementsteun 48 een beweegbaar element 41 voorzien, welke is bevestigd aan het onderste uiteinde van het profiel 39.
In de activeringselementsteun 48 is voorts een 10 tweetal liggende rollen 49,50 aangebracht waarlangs respectievelijk een tweetal kabels 43,44 en 45,46 geleid kunnen worden. De uiteinden van de genoemde kabels zijn met behulp van bevestigingselementen 42 aan weerszijden van het profiel 39 aan het beweegbare element 41 aangebracht, zoals 15 duidelijk in figuur 4 is weergegeven. Voorts zijn staande rollen 53-56 aangebracht in respectievelijke liggers 37 die aan het eerder genoemde raamwerk van de vloer lo zijn bevestigd. De staande rollen 53-56 hebben als functie het geleiden van respectievelijke kabels 43-46 naar een aantal 20 vergrendelingselementen 35, zoals is weergegeven in figuur 5.
Zoals in figuur 4 is weergegeven, zorgt de getoonde constructie ervoor dat wanneer de hoed 30 naar beneden wordt verplaatst (richting P2) , bijvoorbeeld doordat op de vloer een container 3 wordt geplaatst, het beweegbare element 41 25 naar beneden wordt geduwd (richting P3) . Dit heeft als gevolg dat de kabels 43-46 worden aangetrokken (richting P4) . Dit heeft tot gevolg dat vier vergrendelingselementen 35 worden ontgrendeld, zoals hierna aan de hand van figuren 2 en 3. uiteengezet wordt. Opgemerkt wordt dat de hierna beschreven 30 uitvoering van de vergrendeling in hoek A (figuur 1) overeenkomt met die van de vergrendeling in de overige drie hoeken. De beschrijving van de vergrendeling van de overige hoeken wordt hier voor de eenvoud deels weggelaten.
1 n 'j n 3 7 9 11
Elk van de eerdergenoemde kabels 43-46 is bevestigd aan een in langsrichting van de liggers 37 verschuifbare langgerekte vergrendelingselementen 35. Hiertoe wordt een kabeluiteinde van elk van de kabels 43-46 geleid door een 5 opening in de achterwand 61 van een slede 62 en voorzien van een bevestigingselement 60, zodat het uiteinde aan de wand 61 van de slede 62 gefixeerd blijft. In de ligger 37 is voorts een vaste verticale wand of spijl 64 aangebracht, tussen welke spijl 64 en de verplaatsbare achterwand 61 een 10 spiraalveer 63 is voorzien. De spiraalveer 63 heeft de neiging de slede 62 naar buiten toe dwingen (tegengesteld aan richting P6)in ware het niet dat de bijbehorende kabel 43-46 de verplaatsing van de slede 62 tegenhoudt.
In gebruik, zorgt de drukveer 63, wanneer er geen 15 gewicht op het activeringselement 29 is geplaatst, ervoor dat de sleden 62 naar buiten toe (tegenovergesteld aan richting P6) wordt geduwd, zodat het uiteinde van de slede 62 terecht komt in een aan de put 2 aangebracht vergrendelingsprofiel 67. Het vergrendelingsprofiel 67 omvat ondermeer een U-vormig 20 profieldeel waarin het uiteinde van de slede 62 past.
In de in figuur 5 getoonde toestand wordt de veiligheidsvloer derhalve in vier hoeken van de put vergrendeld zodat het maximale gewicht dat op de vloer 10 kan worden aangebracht zonder dat deze zakt, aanzienlijk verhoogd 25 wordt. Uit proefnemingen is gebleken dat een aldus vergrendelde vloer een massa van meer dan 2.000 kg kan dragen. Dit betekent dat zelfs wanneer een wiel van een vrachtwagen op de vloer terechtkomt, de vloer 10 niet naar beneden zakt en zijn veiligheidsfunctie kan blijven 30 vervullen.
Wanneer nu echter de container 3 op de vloer wordt geplaatst en wel zodanig dat de uitsteeksels 13 passen in de centreeropeningen 12, drukt de bodem 14 van de container 3 de . 10 2 8 3 7 2 12 hoed 30 van het activeringselement 29 naar beneden. Dit heeft tot gevolg dat de kabels 43-46 worden aangetrokken en derhalve de sleden 62 naar binnen worden getrokken (richting P6). Wanneer de sleden 62 in voldoende mate naar binnen 5 worden getrokken, schuiven de uiteinden 59 van elk van de sleden 62 uit het vergrendelingsprofiel 67, waardoor de vloer 10 ontgrendeld wordt. Nu kan door het gewicht van de container 3 de vloer 10 de vloer op gecontroleerde wijze naar beneden verplaatst worden.
10 Bij het legen van de container 3, wordt deze met behulp van de eerdergenoemde hefinrichting opgetild waarbij de vloer 10 onder invloed van de contragewichten 16,16' met de container 3 meebeweegt. Wanneer de vloer eenmaal haar bovenste stand heeft bereikt en de container 3 van de vloer 15 verwijderd is, drukken de vier veren 63 de sleden naar buiten toe tot in de vergrendelingsprofielen 67 zodat de vloer automatisch, dat wil zeggen zonder dat een bedieningspersoon verdere handelingen behoeft te verrichten, vergrendeld wordt. Ook wordt door deze beweging de hoed 30 van het 20 activeringselement 29 naar boven verplaatst en in de uitgangspositie teruggebracht.
In sommige gevallen wordt de container 3 zodanig snel opgetild, dat de vloer 10 de opwaartse snelheid van de container 3 niet bij kan houden (hierin ook wel het na-ijl 25 effect genoemd). In dat geval kan het gebeuren dat het gewicht (dat wil zeggen het gewicht van de container 3) reeds van het activeringselement 29 is verwijderd en derhalve de sleden 62 onder invloed van de veer 63 naar buiten worden gedrukt, terwijl de vloer 10 haar bovenste stand nog niet 30 bereikt heeft. Om ervoor te zorgen dat de sleden 62 de vloer 10 nu niet vastklemmen tegen de putwanden 4 voordat de vloer 10 haar bovenste stand heeft bereikt, zijn de uiteinden van de slede 62 voorzien van wielen 65. Deze wielen 65 zorgen 1028372 13 voor een zodanige verlaging van de wrijvingsweerstand met de putwand, dat ook in dergelijke gevallen de vloer zich naar boven toe zal verplaatsen. Voorts is het vergrendelings-element 67 voorzien van een schuin gedeelte 69 dat als het 5 ware een hellingsbaan tegen de putwand 4 vormt. Dit betekent dat de sleden 62 bij de opwaartse beweging over het schuine element 69 worden geleid totdat het U-vormig uitsparing 68 van het vergrendelingselement 67 is bereikt.
In de in figuren 1-5 weergegeven uitvoering steekt 10 het activeringselement 29 in de uitgangstoestand boven het oppervlak van de vloer 10 uit. In een andere, niet-weergegeven uitvoering is het activeringselement in de vloer verzonken. In de uitgangstoestand steekt het activeringselement 29 dan niet boven de vloer 10 uit, zodat 15 vermeden wordt dat een object, zoals het wiel van een vrachtwagen, per ongeluk het activeringselement naar beneden zou duwen en daarmee de vloer 10 zou ontgrendelen. Het activeringselement kan in een dergelijke verzonken uitvoering bijvoorbeeld wel naar beneden gedrukt worden door een extra 20 aan de onderzijde van de container voorzien uitsteeksel.
Figuren 6-8 tonen een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm wordt gebruik van gemaakt van dezelfde veiligheidsvloer 10 zoals in figuren 1-5 beschreven is. Dezelfde of soortgelijke onderdelen worden dan 25 ook met soortgelijke referentietekens aangeduid en de beschrijving van de bijbehorende onderdelen wordt hier voor de eenvoud weggelaten.
Zoals eerder is genoemd, is in de stalen bovenplaat 11 van de veiligheidsvloer 10 nabij de hoekpunten voorzien 30 van een viertal centreergaten 12 (figuur 1). In de tweede voorkeursuitvoeringsvorm zijn onder deze centreergaten 12 delen van het vergrendelingsmechanisme volgens de tweede voorkeursuitvoeringsvorm geplaatst. In deze uitvoeringsvorm 1028372 14 is aan de onderzijde van de vloer 10 een tweetal assen 72,72' met behulp van steunen 73,73' aangebracht. De assen 72,72' zijn roteerbaar in de steunen 73,73' gelegerd. De uiteinden van elk van de assen 72,72' is voorzien van uitstekende 5 vergrendelingsdelen 80, zoals bijvoorbeeld gedetailleerd in figuren 7 en 8 is weergegeven. Vergrendelingsdelen 80 grijpen in de vergrendelde toestand, zoals is weergegeven in figuur 7, met hun uiteinde 84 aan bovenop een met behulp van een steun 81 aan de putwand 4 aangebracht uitstekend 10 vergrendelingsdeel 83. In de in figuur 7 getoonde vergrendelde toestand is de vloer 10 derhalve op een viertal posities aan de wand van de put vergrendeld.
De assen 72,72' zijn ter plaatse van elk van de centreeropeningen 12 voorzien van een vast daaraan 15 bevestigde, bijvoorbeeld vastgelaste of vastgeschroefde, flens 75. Bovendien zijn aan de assen 72,72' platen 76 aangebracht welke aan hun uiteinden voorzien zijn van contragewichten 77. De contragewichten 77 zorgen ervoor dat de betreffende as 72,72' de neiging heeft om onder invloed 20 van de zwaartekracht te draaien naar de vergrendelde stand.
i
In de situatie zoals weergegeven in figuur 7 betekent dit dat | het contragewicht 77 ervoor zorgt dat de as 72 zich altijd in j de richting P7 gedwongen wordt, waardoor het vergrendelingselement 80 de vloer 10 automatisch blijft 25 vergrendelen. Wanneer nu echter van bovenaf de uitsteeksels 13 van de container 3 door de centreergaten 12-gestoken , worden (richting P8) , komen de uiteinden 78 daarvan terecht op de respectievelijke flens 75 en wordt de as 72,72' in tegenovergestelde richting gedraaid (richting P9) . Het gevolg 30 hiervan is dat het vergrendelingselement 80 in de richting P9 draait en daarmee de vloer 10 ontgrendelt.
Opgemerkt wordt dat de vergrendeling in de getoonde voorkeursuitvoering twee vergrendelingssamenstellen omvat.
4 Λ O ft T 7 O
I · 15
Het eerste samenstel wordt gevormd door as 72 en de daarbij behorende onderdelen, terwijl het tweede samenstel wordt gevormd door as 72' èn de daarbij behorende onderdelen.
Voorts wordt opgemerkt dat voor het vergrendelen of 5 ontgrendelen van elk van de samenstellingen slechts één van beide uitsteeksels 13 aan de onderzijde van de container een flens 75 behoeft te bedienen om de vloer te ontgrendelen. Wanneer bijvoorbeeld de container 3 enigszins scheef op de vloer wordt gebracht en maar één van de flenzen 75 van een 10 naar beneden geduwd wordt, wordt de vloer toch ontgrendeld. Hetzelfde geldt uiteraard voor het tegenoverliggende vergrendelingssamenstel. Ook bij dit tweede vergrendelingssamenstel behoeft slechts één van de uitsteeksels 13 van de container de vergrendelflens 75' te 15 bedienen om de vloer te kunnen ontgrendelen.
Overigens kan ook in de tweede uitvoeringsvorm het eerdergenoemde na-ijl-effect van de vloer 10 optreden. Dit betekent dat de vloer bij het optillen van de container zich langzamer naar boven beweegt dan de container 3 zelf. Om ook 20 in een dergelijke situatie ervoor te zorgen dat de vloer in haar bovenste stand automatisch vergrendeld wordt, is het uiteinde 84 van het vergrendelingselement 80 van de vergrendelingssamenstel1en enigszins schuin. Wanneer nu de container sneller naar boven wordt verplaatst en loskomt van 25 de vloer, zal onder invloed van het contragewicht 77 de flens 75,75' zich naar boven toe verplaatsen. Dit betekent dat eveneens het vergrendelingselement 80 in richting P9 (figuur 7) gedraaid wordt. Wanneer het uiteinde 84 van het vergrendelingselement 80 de onderzijde van het 30 vergrendelingselement 83 bereikt heeft, zal door de schuine vorm 84 daarvan de as 72 gedwongen worden enigszins terug te draaien zodat het uiteinde 84 over het uiteinde van het 1 Λ 0 Q 7 7 0
• I
16 vergrendelingselement 83 wordt geleid om de vloer alsnog te vergrendelen.
Uit proefnemingen is gebleken dat met de getoonde constructie volgens de tweede uitvoeringsvorm een veel hoger 5 gewicht op de vloer 10 kan worden uitgeoefend, bijvoorbeeld een gewicht van 13000 N of meer. Wanneer de vloer geschikt moet worden gemaakt voor nog hogere belastingen, worden de assen 72,72' op één of meer plaatsen aanvullend ondersteund. In een voordelige uitvoeringsvorm zijn bijvoorbeeld aan 10 liggers 36 steunelementen aangebracht waardoorheen de respectievelijke stalen 72,72' geleid kunnen worden. Op deze wijze wordt doorbuiging van de assen 72,72' tegengegaan.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De 15 gevraagde rechten worden veeleer bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
1028372

Claims (20)

1. Veiligheidsvloer voor een afvalopvangsysteem met ten minste een ondergrondse afvalcontainer, omvattende: 5. een in een put in de ondergrond op- en neerwaarts verplaatsbare vloerelement, waarop een afvalcontainer te plaatsen is, waarbij wanneer de afvalcontainer in de put geplaatst is de vloer in een onderste stand gepositioneerd is en wanneer de afvalcontainer uit de put verwijderd is de 10 vloer in een bovenste, de putopening afsluitende stand gepositioneerd is; - een of meer aan de vloer gekoppelde contragewicht-elementen voor het naar de bovenste stand dwingen van de j vloer; 15. vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van de vloer in de bovenste stand.
2. Vloer volgens conclusie 1, waarbij de vergrendelmiddelen zelfvergrendelend zijn uitgevoerd.
3. Vloer volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 20 vergrendelmiddelen zijn ingericht om de vloer in haar bovenste stand automatisch te vergrendelen.
4. Vloer volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de vergrendelmiddelen zijn ingericht om de vloer te ontgrendelen door plaatsing van de opvangcontainer op de 25 vloer.
5. Vloer volgens een van de conclusie 1-4, waarbij de vergrendelmiddelen op ten minste twee posities kunnen aangrijpen op tegenoverliggende delen van de put om de vloer i bij vergrendeling ten opzichte van de putopening te fixeren, j 30
6. Vloer volgens een van de conclusies 1-4, waarbij I de vergrendelmiddelen op vier posities kunnen aangrijpen op twee aan twee tegenover elkaar liggende delen van de put om ; 1 0 2 fl 3 7 9 de vloer in de vergrendelde stand ten opzichte van de putopening te fixeren.
7. Vloer volgens conclusie 5 of 6, waarbij de vloer rechthoekig is en de genoemde posities zich nabij de 5 hoekpunten van de vloer bevinden.
8. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende ten minste een aan de vloer aangebrachte vergrendelingas waarvan de uiteinden uitsteken voorbij tegenoverliggende randen van de vloer en voorzien zijn van 10 vergrendelingselementen voor vergrendeling van de vergrendelingsas aan de put.
9. Vloer volgens conclusie 8, waarbij aan vergrendelingsas een of meer contragewichten zijn aangebracht om de vergrendelingsas te dwingen te roteren naar de 15 vergrendelde stand.
10. Vloer volgens conclusie 8 of 9, waarbij de vloer is voorzien van een aantal centreeropeningen waarlangs aan de onderzijde van de afvalcontainer voorziene uitsteeksels te leiden zijn, waarbij de uitsteeksels een of meer aan de 20 vergrendelingsas aangebrachte ontgrendelflenzen kunnen bedienen om de vergrendelingsas te dwingen naar de ontgrendelde stand.
11. Vloer volgens conclusie 8, 9 of 10, waarbij aan de vergrendelingsas twee ontgrendelingsflenzen zijn 25 aangebracht en waarin bij bediening van ten minste één van de ongrendelflenzen de vergrendelingsas naar de ontgrendelde stand geroteerd wordt.
12. Vloer volgens een van de conclusies 1-7, omvattende een enkel activeringselement waarmee alle 30 vergrendelingsmiddelen te bedienen zijn.
13. Vloer volgens conclusie 12, waarbij het activeringselement centraal in de vloer gepositioneerd is. 1028372
14. Vloer volgens conclusie 12 of 13, waarbij het activeringselement geheel of gedeeltelijk in de vloer verzonken is.
15. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, 5 omvattende: - een activeringselement,- - een met het activeringselement gekoppelde kabel; - een aan de vloer aangebrachte en met de kabel gekoppelde in- en uitschuifbare slede, waarbij de slede 10 uitschuifbaar is tot in een vergrendelde stand waarin een uiteinde van de slede geborgd is in een aan de put aangebracht vergrendelingselement en inschuifbaar is tot in een ontgrendelde stand; - een of meer veerelementen voor het onder veerkracht 15 doen uitschuiven van slede.
16. Vloer volgens conclusie 15, waarbij het activeringselement gekoppeld is met een aantal, bij voorkeur vier, sleden voor het op een aantal, bij voorkeur vier, verschillende posities vergrendelen van de vloer.
17. Vloer volgens een van de conclusies 15-16, waarbij de genoemde uiteinden van de sleden voorzien zijn van wrijvingsreducerende middelen, bij voorkeur een of meer wielen.
18. Vloer volgens een van de voorgaande conclusies, 25 waarbij de contragewichtelementen zijn uitgevoerd om de vloer slechts vanaf een bepaald minimum op de vloer geplaatste massa naar beneden te laten zakken.
19. Afvalopvangsysteem voor het ondergronds opslaan van afval, zoals GFT, glas, papier, grof vuil, en dergelijke, 30 het systeem omvattende: - een in een put op en neer beweegbare veiligheidsvloer zoals gedefinieerd in een van de voorgaande conclusies, 1028372 - ten minste één geheel of gedeeltelijk in de put aan te brengen afvalcontainer, welke is voorzien van een inwerpzuil waarlangs afval in de container aan te brengen is.
20. Systeem volgens 19, waarbij de onderzijde van de 5 container voorzien is van een of meer uitsteeksels voor het bedienen van de vergrendelingsmiddelen. 1 0 28 37 2
NL1028372A 2005-02-22 2005-02-22 Veiligheidsvloer voor een afvalverzamelsysteem. NL1028372C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028372A NL1028372C2 (nl) 2005-02-22 2005-02-22 Veiligheidsvloer voor een afvalverzamelsysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028372A NL1028372C2 (nl) 2005-02-22 2005-02-22 Veiligheidsvloer voor een afvalverzamelsysteem.
NL1028372 2005-02-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028372C2 true NL1028372C2 (nl) 2006-08-23

Family

ID=34974910

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028372A NL1028372C2 (nl) 2005-02-22 2005-02-22 Veiligheidsvloer voor een afvalverzamelsysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1028372C2 (nl)

Cited By (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2006221A1 (de) 2007-06-20 2008-12-24 Heinz-Dieter Bauer Unterflursammelbehälter
ES2321676A1 (es) * 2006-11-29 2009-06-09 Mecamesor, S.A. Plataforma de seguridad perfeccionada para contenedores soterrados.
WO2009090166A1 (en) * 2008-01-14 2009-07-23 Ecogest S.R.L. An underground container and a device for raising and lowering the container
DE102011014960A1 (de) * 2011-03-24 2012-09-27 Ese World B.V. Sicherheitssystem für ein Sammelsystem sowie Sammelsystem
FR2984859A1 (fr) * 2011-12-22 2013-06-28 Triologis Installation perfectionnee de collecte selective de dechets en apport volontaire en conteneur enterre unique
EP3162737A1 (fr) * 2015-10-30 2017-05-03 Bonna Sabla Ensemble d'accueil d'un conteneur enterre
ES2653994A1 (es) * 2016-08-09 2018-02-09 Tnl Equipamientos Ambientales, S.L. Dispositivo de seguridad para instalaciones soterradas de recogida de residuos.
EP3643643A1 (en) * 2018-10-02 2020-04-29 Sopsa Eco Innovation, SA Safety platform
EP3747802A1 (en) 2019-06-06 2020-12-09 ESE World B.V. Safety system for an underground refuse collecting apparatus

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2736901A1 (fr) * 1995-07-19 1997-01-24 Allibert Equipement Unite de reception des dechets a mouvement verrouillable/ deverrouillable
NL1002026C1 (nl) * 1996-01-05 1997-07-09 Metro Waste Systems B V Inrichting voor het verzamelen van materiaal, zoals afval.
NL1006601C1 (nl) * 1997-07-16 1999-01-19 Kliko Milieutechniek Bv Beveiligde inrichting voor het ondergronds verzamelen van afval.
FR2809474A1 (fr) * 2000-05-26 2001-11-30 Daniel Cauquil Dispositif de verrouillage et deverrouillage mecanique et automatique des planchers mobiles de securite qui obstruent les fosses des conteneurs enterres pendant la manoeuvre de vidage

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2736901A1 (fr) * 1995-07-19 1997-01-24 Allibert Equipement Unite de reception des dechets a mouvement verrouillable/ deverrouillable
NL1002026C1 (nl) * 1996-01-05 1997-07-09 Metro Waste Systems B V Inrichting voor het verzamelen van materiaal, zoals afval.
NL1006601C1 (nl) * 1997-07-16 1999-01-19 Kliko Milieutechniek Bv Beveiligde inrichting voor het ondergronds verzamelen van afval.
FR2809474A1 (fr) * 2000-05-26 2001-11-30 Daniel Cauquil Dispositif de verrouillage et deverrouillage mecanique et automatique des planchers mobiles de securite qui obstruent les fosses des conteneurs enterres pendant la manoeuvre de vidage

Cited By (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2321676A1 (es) * 2006-11-29 2009-06-09 Mecamesor, S.A. Plataforma de seguridad perfeccionada para contenedores soterrados.
EP2006221A1 (de) 2007-06-20 2008-12-24 Heinz-Dieter Bauer Unterflursammelbehälter
WO2009090166A1 (en) * 2008-01-14 2009-07-23 Ecogest S.R.L. An underground container and a device for raising and lowering the container
DE102011014960A1 (de) * 2011-03-24 2012-09-27 Ese World B.V. Sicherheitssystem für ein Sammelsystem sowie Sammelsystem
FR2984859A1 (fr) * 2011-12-22 2013-06-28 Triologis Installation perfectionnee de collecte selective de dechets en apport volontaire en conteneur enterre unique
EP3162737A1 (fr) * 2015-10-30 2017-05-03 Bonna Sabla Ensemble d'accueil d'un conteneur enterre
FR3043075A1 (fr) * 2015-10-30 2017-05-05 Bonna Sabla Ensemble d'accueil d'un conteneur enterre
ES2653994A1 (es) * 2016-08-09 2018-02-09 Tnl Equipamientos Ambientales, S.L. Dispositivo de seguridad para instalaciones soterradas de recogida de residuos.
EP3643643A1 (en) * 2018-10-02 2020-04-29 Sopsa Eco Innovation, SA Safety platform
EP3747802A1 (en) 2019-06-06 2020-12-09 ESE World B.V. Safety system for an underground refuse collecting apparatus

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1028372C2 (nl) Veiligheidsvloer voor een afvalverzamelsysteem.
AU716015B2 (en) A compact moveable ramp assembly
US7451512B2 (en) Bridging device
US6802095B1 (en) Ramp assembly having a lift and lock mechanism
US5636399A (en) Movable ramp assembly
US9271883B2 (en) Ramp assembly with tilt sensor
EP2807070B1 (en) Apparatus for self-levelling storing a plurality of objects such as trays
US5845356A (en) Loading ramp and handling apparatus
US8882434B2 (en) Vehicle wheel dolly
US8869333B2 (en) Ramp assembly with tilt sensor
NL8900557A (nl) Beweegbare laadbrug.
EP3400924B1 (en) Foldable ramp for wheelchair acces to a passenger car rear door
WO2003064208A1 (en) Ramp assembly having a lift and lock mechanism
KR101854811B1 (ko) 차량용 가동 발판 장치 및 이를 갖는 차량용 가동 발판 시스템
NL1033716C2 (nl) Liftinrichting voor een voertuig.
NL1002026C1 (nl) Inrichting voor het verzamelen van materiaal, zoals afval.
NL1006601C1 (nl) Beveiligde inrichting voor het ondergronds verzamelen van afval.
JP4105711B2 (ja) スプリング機構を備えた扉
EP1582404A2 (en) Safety device for vehicle ramp
EP1555002A1 (en) Vehicle access ramp
NL8902375A (nl) Liftinstallatie voor het via een deuropening in een motorvoertuig, zoals een trein, in en uit dat motorvoertuig brengen van een transportmiddel, zoals een rolstoel.
BE1024979B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch parkeren van een wagen
NL2008410C2 (nl) Laadbrug voor een laadperron en werkwijze voor het laden en lossen van dubbeldekstrailers.
NL1022392C1 (nl) Inrichting voor het blokkeren van het wiel van een vrachtwagen in een laadkuil bij een gevel met een laad- en losperron.
KR102022771B1 (ko) 개구리 주차대

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140901