NL1028372C2

NL1028372C2 - Safety floor for covering pit for waste recycling container, held in raised position by counterweight

Info

Publication number: NL1028372C2
Application number: NL1028372A
Authority: NL
Inventors: Christiaan Gerardus Rossenaar; Gerardus Richardus Joh Franken; Henk Van De Geest
Original assignee: Konink Bammens B V
Priority date: 2005-02-22
Filing date: 2005-02-22
Publication date: 2006-08-23

Abstract

The floor (1) comprises a floor plate (11) which can be moved up or down and is located in a pit (2) in the ground, at least one counterweight (16, 16') connected to the floor in order to raise it into its upper position covering the pit and a locking mechanism for fixing the floor in its raised position. The waste container (3) can be placed on top of the floor, causing the floor to be lowered into a lower position inside the pit. Removing the container from the floor raises the floor into its upper position covering the pit.

Description

Η »Η »

VEILIGHEIDSVLOER VOOR EEN AFVALVERZAMELSYSTEEMSAFETY FLOOR FOR A WASTE COLLECTION SYSTEM

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsvloer voor een afvalverzamelsysteem met een of meer ondergrondse afvalcontainers.The present invention relates to a safety floor for a waste collection system with one or more underground waste containers.

Voor het verzamelen van afval, zoals GFT, glas, 5 papier, grof vuil, en dergelijke zijn opvangsystemen bekend waarin het afval in een geheel of gedeeltelijk in een put in de ondergrond aan te brengen afvalcontainer wordt gestort. De afvalcontainer is aan zijn bovenzijde voorzien van een inwerpopening, die boven de ondergrond uitsteekt.For collecting waste, such as VFG, glass, paper, coarse dirt, and the like, collecting systems are known in which the waste is dumped into a subsurface container to be placed wholly or partly in a pit. The waste container is provided with an insertion opening on its top side, which protrudes above the ground.

10 Wanneer een dergelijke afvalcontainer geleegd moet worden, wordt deze met behulp van een mobiele hefinrichting uit de put getild en geleegd in bijvoorbeeld een vrachtwagen, bijvoorbeeld door de container aan haar onderzijde te openen. Om te voorkomen dat in een situatie waarin de afvalcontainer 15 uit de put is getild, een persoon of een voertuig in de put kan vallen, wordt de put voorzien van een veiligheidsvloer die de bovenzijde van de put afsluit.When such a waste container is to be emptied, it is lifted from the well with the aid of a mobile lifting device and emptied in, for example, a truck, for example by opening the container on its underside. To prevent a person or a vehicle from falling into the well in a situation where the waste container 15 has been lifted out of the well, the well is provided with a safety floor that closes the top of the well.

In een bijzonder geschikt ontwerp van Aanvraagster kan de veiligheidsvloer met behulp van een viertal staanders 20 opwaarts en neerwaarts in de put verplaatst worden. Aan de vloer zijn kabels aangebracht die via een aan de putwand aangebrachte rollen de put in gevoerd zijn en aan hun onderste uiteinde voorzien zijn van één of meer contragewichten. De kabels trekken de vloer onder invloed van 25 de contragewichten permanent omhoog, zodat de vloer de neiging om in onbelaste toestand zich automatisch naar boven te verplaatsen.In a particularly suitable design of the Applicant, the safety floor can be moved up and down in the well by means of four uprights 20. Cables are arranged on the floor which have been fed into the well via rollers arranged on the well wall and are provided with one or more counterweights at their lower end. The cables permanently pull the floor upwards under the influence of the counterweights, so that the floor tends to move upwards in an unloaded state.

Wanneer een lege afvalcontainer op de vloer wordt geplaatst, zakt de vloer tegen de werking van de ! 1 0 2 8 3 7 2 (,: Λ 2 contragewichten in naar beneden totdat de vloer de bodem van de put of althans haar onderste stand bereikt heeft en de afvalcontainer geheel of gedeeltelijk in de put geplaatst is. In deze toestand sluit de bovenzijde van de container of een 5 apart voorziene afdekvloer de bovenzijde van de put af, zodat er geen personen of objecten in de put kunnen vallen.When an empty waste container is placed on the floor, the floor sinks against the operation of the! 1 0 2 8 3 7 2 (,: Λ 2 counterweights in downwards until the floor has reached the bottom of the well or at least its lower position and the waste container has been wholly or partially placed in the well. the container or a separately provided covering floor away from the top of the well, so that no persons or objects can fall into the well.

Wanneer de op de vloer geplaatste afvalcontainer wordt opgetild, trekken de contragewichten de veiligheidsvloer naar boven toe en volgt de vloer de 10 opwaartse beweging van de afvalcontainer totdat de vloer zijn bovenste stand heeft bereikt. In deze stand wordt de putopening door de veiligheidsvloer afgedekt. Wanneer nu een persoon op de veiligheidsvloer gaat staan, blijft de veiligheidsvloer in de bovenste stand aangezien het gewicht 15 van de persoon de door de contragewichten veroorzaakte opwaartse kracht niet overwint.When the waste container placed on the floor is lifted, the counterweights pull the safety floor upwards and the floor follows the upward movement of the waste container until the floor has reached its upper position. In this position, the pit opening is covered by the safety floor. When a person now stands on the safety floor, the safety floor remains in the upper position since the weight of the person does not overcome the upward force caused by the counterweights.

Wanneer echter een groot aantal personen op de vloer gaat staan of wanneer bijvoorbeeld een voertuig op de vloer terecht komt, bijvoorbeeld wanneer een wiel van een 20 vrachtwagen op de vloer wordt gereden, kan de situatie optreden dat de op de vloer uitgeoefende neerwaartse (zwaarte-) kracht groter wordt dan de door de contragewichten veroorzaakte opwaartse kracht, met als gevolg dat de vloer zich naar beneden verplaatst. Dit kan de veiligheid van de 25 personen respectievelijk de chauffeur van het voertuig in gevaar brengen.However, when a large number of people stand on the floor or when, for example, a vehicle lands on the floor, for example when a wheel of a truck is driven onto the floor, the situation may occur that the downward (gravity) exerted on the floor. ) force becomes greater than the upward force caused by the counterweights, with the result that the floor moves downwards. This can jeopardize the safety of the 25 people or the driver of the vehicle.

De uitvinding heeft als doel de bezwaren van de bekende veiligheidsvloer te ondervangen en de veiligheid daarvan te verhogen.The invention has for its object to obviate the drawbacks of the known safety floor and to increase the safety thereof.

30 Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt daartoe een veiligheidsvloer verschaft voor een afvalopvangsysteem met ten minste een ondergrondse afvalcontainer, omvattende: ! 1028372 t 1 3 - een in een put in de ondergrond op- en neerwaarts verplaatsbare vloerelement, waarop een afvalcontainer te plaatsen is, waarbij wanneer de afvalcontainer in de put geplaatst is de vloer in een onderste stand gepositioneerd is 5 en wanneer de afvalcontainer uit de put verwijderd is de vloer in een bovenste, de putopening afsluitende stand gepositioneerd is; - een of meer aan de vloer gekoppelde contragewicht-elementen voor het naar de bovenste stand dwingen van de 10 vloer; - vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van de vloer in de bovenste stand.According to a first aspect of the present invention, a safety floor is provided for a waste collection system with at least one underground waste container, comprising: 1028372 t 1 3 - a floor element which can be moved up and down in a pit in the subsurface, on which a waste container can be placed, wherein when the waste container is placed in the pit the floor is positioned in a lower position and when the waste container is removed from the the floor is positioned in an upper position closing the well opening; - one or more counterweight elements coupled to the floor for forcing the floor to the upper position; - locking means for locking the floor in the upper position.

||

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de vergrendelmiddelen zelfvergrendelend uitgevoerd, zodat zonder 15 tussenkomst van een bedieningspersoon de vloer zichzelf vergrendelt wanneer deze de bovenste stand bereikt heeft. Er kunnen derhalve geen ongelukken meer plaatsvinden als gevolg van het verzuim van een bedieningspersoon om de veiligheidsvloer te vergrendelen.In a preferred embodiment the locking means are designed to be self-locking, so that the floor locks itself without intervention of an operator when it has reached the upper position. Accidents can therefore no longer occur as a result of the failure of an operator to lock the safety floor.

20 In een verdere voorkeursuitvoering zijn de vergrendelmiddelen ingericht om de vloer te ontgrendelen door plaatsing van de opvangcontainer op de vloer. Er behoeven geen extra handelingen te worden verricht, hetgeen een efficiëntere lediging van de containers mogelijk maakt.In a further preferred embodiment, the locking means are adapted to unlock the floor by placing the collection container on the floor. No additional operations need to be performed, which allows for more efficient emptying of the containers.

25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de vergrendelmiddelen op ten minste twee posities aangrijpen op tegenoverliggende delen van de put om de vloer bij vergrendeling ten opzichte van de putopening te fixeren. In een andere uitvoeringsvorm grijpen de vergrendelmiddelen 30 zelfs aan op vier posities op twee aan twee tegenover elkaar liggende delen van de put. Bij voorkeur bevinden de genoemde posities zich nabij de hoekpunten van een rechthoekige vloer, zodat een stevige vergrendeling verzekerd wordt.In a further preferred embodiment, the locking means can engage at least two positions on opposite parts of the well to fix the floor upon locking relative to the well opening. In another embodiment, the locking means 30 even engage at four positions on two opposite two parts of the well. The said positions are preferably located near the corner points of a rectangular floor, so that a firm locking is ensured.

! 1028372 4! 1028372 4

In een bepaalde voorkeursuitvoering omvat de vloer ten minste een aan de vloer aangebrachte vergrendelingas waarvan de uiteinden uitsteken voorbij tegenoverliggende randen van de vloer en voorzien zijn van 5 vergrendelingselementen voor vergrendeling van de vergrendelingsas aan de put. Hierbij zijn de aan de vergrendelingsas een of meer contragewichten aangebracht om de vergrendelingsas te dwingen te roteren naar de vergrendelde stand. Dit betekent dat de as altijd de neiging 10 heeft om zodanig te draaien, dat de vloer automatisch vergrendeld wordt.In a particular preferred embodiment, the floor comprises at least one locking shaft arranged on the floor, the ends of which project beyond opposite edges of the floor and are provided with locking elements for locking the locking shaft to the well. Here, one or more counterweights are provided on the locking shaft to force the locking shaft to rotate to the locked position. This means that the shaft always tends to turn such that the floor is automatically locked.

In een verdere voorkeursuitvoering is de vloer voorzien van een aantal centreeropeningen waarlangs aan de onderzijde van de afvalcontainer voorziene uitsteeksels te 15 leiden zijn, waarbij de uitsteeksels een of meer aan de vergrendelingsas aangebrachte ontgrendeltlenzen kunnen bedienen om de vergrendelingsas te dwingen naar de ontgrendelde stand. Door plaatsing van de container op de vloer kan automatisch, dat wil zeggen zonder extra 20 handelingen van de bedieningspersoon, ontgrendeld worden.In a further preferred embodiment the floor is provided with a number of centering openings along which protrusions provided on the underside of the waste container can be guided, wherein the protrusions can operate one or more unlocking lenses arranged on the locking shaft to force the locking shaft to the unlocked position. By placing the container on the floor, it can be unlocked automatically, that is to say without additional actions of the operator.

In een bijzonder voordelige constructie zijn aan de vergrendelingsas twee of meer ontgrendelingsflenzen aangebracht en wel zodanig dat bij bediening van ten minste één van de ontgrendelingsflenzen de vergrendelingsas naar de 25 ontgrendelde stand geroteerd wordt. Dit betekent dat ook wanneer de container enigszins scheef op de vloer wordt geplaatst, de vloer ontgrendeld kan worden.In a particularly advantageous construction, two or more unlocking flanges are arranged on the locking shaft, such that when the at least one of the unlocking flanges is actuated, the locking shaft is rotated to the unlocked position. This means that even when the container is placed slightly crooked on the floor, the floor can be unlocked.

In een andere bevoorkeurde uitvoeringsvorm omvat de vloer een enkel activeringselement waarmee alle 30 vergrendelingsmiddelen te bedienen zijn. Dit betekent dat scheefstand van de container geen probleem vormt zolang het ene activeringselement maar bediend wordt. Het activeringselement is bij voorkeur centraal in de vloer 1028372 5 gepositioneerd. De afstand vanaf de rand van de vloer tot het activeringselement is hierdoor maximaal, hetgeen als voordeel heeft dat de kans minimaal is dat op de vloer terechtkomende objecten of personen per ongeluk het activeringselement 5 bedienen.In another preferred embodiment the floor comprises a single activation element with which all locking means can be operated. This means that the tilt of the container is not a problem as long as one activation element is operated. The activation element is preferably positioned centrally in the floor 1028372. The distance from the edge of the floor to the activating element is hereby maximum, which has the advantage that the chance of objects or persons falling onto the floor minimizing the activation of the activating element 5 is minimal.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de veiligheidsvloer: - een activeringselement; - een met het activeringselement gekoppelde kabel; 10 - een aan de vloer aangebrachte en met de kabel gekoppelde in- en uitschuifbare slede, waarbij de slede uitschuifbaar is tot in een vergrendelde stand waarin een uiteinde van de slede geborgd is in een aan de put aangebracht vergrendelingselement en inschuifbaar is tot in 15 een ontgrendelde stand; - een of meer veerelementen voor het onder veerkracht doen uitschuiven van slede.In another preferred embodiment, the security floor comprises: - an activation element; - a cable coupled to the activation element; - a slide-in and slide-out slide mounted on the floor and coupled to the cable, wherein the slide is extendable into a locked position in which one end of the slide is secured in a locking element fitted to the well and is slide-in into a locked element unlocked position; - one or more spring elements for sliding the slide out under spring force.

In een verdere voorkeursuitvoering is het activeringselement gekoppeld met een aantal, bij voorkeur 20 vier, sleden voor het op een aantal, bij voorkeur vier, verschillende posities vergrendelen van de vloer.In a further preferred embodiment the activation element is coupled to a number of, preferably four, carriages for locking the floor at a number of, preferably four, different positions.

In een verdere voorkeursuitvoering zijn de genoemde uiteinden van de sleden voorzien van wrijvingsreducerende middelen, bij voorkeur in de vorm van een of meer wielen, 25 teneinde eventuele wrijving met de wand van de put te verminderen. Hierdoor wordt verzekerd dat ook bij een naijlende vloer de vergrendeling van de vloer in haar bovenste stand plaatsvindt.In a further preferred embodiment, the said ends of the carriages are provided with friction-reducing means, preferably in the form of one or more wheels, in order to reduce any friction with the wall of the well. This ensures that the floor is locked in its upper position even with a trailing floor.

Bij voorkeur zijn de contragewichtelementen van de 30 vloer uitgevoerd om de vloer slechts vanaf een bepaald minimum op de vloer geplaatste massa naar beneden te laten zakken. Deze minimale massa is in een typerende uitvoering van de veiligheidsvloer om en nabij de 500 kg. Door de vloer 11028372 6 te vergrendelen kan deze massa vele malen groter worden, bijvoorbeeld 1300 kg of meer.The counterweight elements of the floor are preferably designed to lower the floor only from a certain minimum mass placed on the floor. This minimum mass is in a typical version of the safety floor approximately 500 kg. By locking floor 11028372 6, this mass can become many times larger, for example 1300 kg or more.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een afvalopvangsysteem voor het ondergronds 5 opslaan van afval, zoals GFT, glas, papier, grof vuil, en dergelijke, verschaft, waarbij het systeem omvat: - een in een put op en neer beweegbare veiligheidsvloer van de hierin gedefinieerde soort, - ten minste één op de veiligheidsvloer in de put aan 10 te brengen afvalcontainer, welke is voorzien van een inwerpzuil waarlangs afval in de container aan te brengen is.According to another aspect of the present invention, a waste collection system for underground storage of waste, such as VFG, glass, paper, bulky dirt, and the like, is provided, the system comprising: a safety floor of up and down movable in a well of the type defined herein, - at least one waste container to be placed on the safety floor in the pit, which container is provided with an insert column along which waste can be introduced into the container.

Bij voorkeur is de onderzijde van de container voorzien van een of meer uitsteeksels voor het bedienen van de vergrendelingsmiddelen.The bottom side of the container is preferably provided with one or more protrusions for operating the locking means.

15 Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van twee voorkeurs-uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de figuren.Further advantages, features and details of the present invention will be elucidated on the basis of the following description of two preferred embodiments thereof. Reference is made to the figures in the description.

20 Figuur 1 toont een schematisch weergegeven en gedeeltelijk weggenomen aanzicht in perspectief van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding;Figure 1 shows a schematic and partially cut-away perspective view of a first preferred embodiment of the invention;

Figuur 2 toont een meer gedetailleerd, gedeeltelijk weggenomen aanzicht van de vloer volgens de eerste 25 uitvoeringsvorm;Figure 2 shows a more detailed, partially cut-away view of the floor according to the first embodiment;

Figuur 3 toont op schematische wijze de werking van het activeringselement en de vier vergrendelingselementen van de eerste uitvoering;Figure 3 shows schematically the operation of the activation element and the four locking elements of the first embodiment;

Figuur 4 geeft in meer detail het activeringselement 30 weer;Figure 4 shows the activation element 30 in more detail;

Figuur 5 geeft in meer detail de vergrendelingselement en weer; 1028372 7Figure 5 shows the locking element and in more detail; 1028372 7

Figuur 6 toont een gedeeltelijk weggenomen schematisch aanzicht in perspectief van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding;Figure 6 shows a partially cut-away schematic perspective view of a second preferred embodiment of the invention;

Figuur 7 toont een gedeeltelijk weggenomen 5 schematisch aanzicht van de tweede voorkeursuitvoeringsvorm, nabij één van de hoekpunten van de put, in vergrendelde toestand van de vloer; enFigure 7 shows a partially removed schematic view of the second preferred embodiment, near one of the corner points of the well, in the locked state of the floor; and

Figuur 8 toont hetzelfde aanzicht als in figuur 8, in ontgrendelde toestand van de vloer.Figure 8 shows the same view as in Figure 8, in the unlocked state of the floor.

10 Figuur 1 toont een afvalverzamelsysteem dat is voorzien van een veiligheidsvloer 1 die in verticale richting (Pj verplaatsbaar aangebracht is in een in de ondergrond O aangebrachte betonnen put 2. De put 2 is opgebouwd uit een betonnen opstaande wand 4 en een betonnen bodem 5, en is 15 zodanig gedimensioneerd dat daarin afvalcontainer 3 min of meer passend te plaatsen is. De put is in de getekende uitvoering rechthoekig weergegeven, willekeurige andere vormen zijn uiteraard eveneens denkbaar. De afvalcontainer 3 omvat een opvanggedeelte (met een capaciteit die kenmerkend 20 varieert tussen circa 3 m3 en 5 m3, maar niet tot dergelijke capaciteiten beperkt is), aan de bovenzijde waarvan een van een inwerpopening voorziene inwerpeenheid is geplaatst. De inwerpeenheid is voorzien van een aangrijpmogelijkheid (niet-weergegeven) zodat de inwerpeenheid en de daaraan bevestigde 25 afvalcontainer 3 in verticale richting uit de put te heffen is.Figure 1 shows a waste collection system which is provided with a safety floor 1 which is displaceably arranged in a vertical direction (Pj in a concrete well 2 provided in the substrate O. The well 2 is made up of a concrete upright wall 4 and a concrete bottom 5, and is dimensioned in such a way that waste container 3 can be placed more or less appropriately therein The pit is shown in a rectangular shape in the embodiment shown, any other forms of course are also conceivable The waste container 3 comprises a collection section (with a capacity which typically varies between approximately 3 m3 and 5 m3, but is not limited to such capacities), on the top of which an insertion unit provided with an insertion opening is placed.The insertion unit is provided with a gripping possibility (not shown) so that the insertion unit and the waste container attached thereto 3 can be lifted out of the well in the vertical direction.

Wanneer de container 3 in de grond is aangebracht, steekt de inworpeenheid boven de grond uit. De bovenzijde van een container of een speciaal daarvoor voorziene afdekplaat, 30 zoals bijvoorbeeld is beschreven in de Europese aanvrage EP 1 167 241 Al van Aanvraagster, zorgt ervoor dat de bovenzijde van de put afgesloten is teneinde te voorkomen dat personen of objecten tussen de container en de putwand kunnen geraken.When the container 3 is arranged in the ground, the throw-in unit protrudes above the ground. The top of a container or a cover plate specially provided for this purpose, as described, for example, in the European application EP 1 167 241 A1 of the Applicant, ensures that the top of the well is closed in order to prevent persons or objects between the container and to get to the well wall.

1 rt 9 O 7 7 0 81 rt 9 O 7 7 0 8

De bovenrand van de put 2 omvat een stelrand 7 die met pennen 8 in de betonnen put 2 bevestigd is. De stelrand 7 is al dan niet in hoogte of in stand ten opzichte van de ondergrond verstelbaar. De vloer 10 omvat uit een gestel 5 bestaande uit een viertal liggers 25 (figuur 2) met daartussen tussenliggers 36 en 38. De liggers 25,36,38 vormen samen een raamwerk waarop een stalen plaat 11 is gemonteerd. Het samenstel van plaat 11 en liggers 25,26,38 vormen de beweegbare veiligheidsvloer 10, zoals in figuur 2 is 10 weergegeven.The upper edge of the well 2 comprises an adjusting edge 7 which is fixed in the concrete well 2 with pins 8. The adjusting edge 7 is adjustable or not in height or position relative to the ground. The floor 10 comprises a frame 5 consisting of four beams 25 (Figure 2) with intermediate beams 36 and 38 between them. The beams 25,36,38 together form a framework on which a steel plate 11 is mounted. The assembly of plate 11 and beams 25, 26, 38 form the movable safety floor 10, as shown in Figure 2.

De plaat 11 van de veiligheidsvloer 10 is nabij haar vier hoekpunten voorzien van rechthoekige centreeropeningen 12, waar aan de onderzijde 14 van de container 3 voorziene uitsteeksels 13 kunnen worden geschoven. De uitsteeksels 12 15 hebben ondermeer als functie het centreren van de container 3 ten opzichte van de vloer, zodat bij neerwaartse beweging van de vloer de afvalcontainer 3 juist op de vloer gecentreerd blijft in de put en derhalve de kans klein is dat deze ergens klem komt te zitten.The plate 11 of the safety floor 10 is provided near its four corner points with rectangular centering openings 12, where protrusions 13 provided on the underside 14 of the container 3 can be slid. The protrusions 12 have, inter alia, the function of centering the container 3 relative to the floor, so that when the floor moves downwards, the waste container 3 remains precisely centered on the floor in the pit and therefore there is little chance of it getting stuck somewhere to sit.

20 De vloer 10 is met behulp van een in elk van de hoeken aangebrachte steun 24, waaraan een ring 23 is aangebracht, verschuifbaar bevestigd aan een viertal in de put aangebrachte staanders 21. De ring 23 en een.steun 24 zorgen ervoor dat de vloer 10 op- en neerwaarts langs de 25 staanders 21 geleidbaar is tussen een bovenste stand, zoals is weergegeven in figuur 1, in welke stand de bovenzijde van de vloer in hoofdzaak vlak ligt met de ondergrond en daarmee de put om veiligheidsredenen afsluit, en een onderste stand (niet weergegeven) waarbij de onderzijde van de vloer 10 rust 30 op de aan de bodem 5 van de put 2 voorziene uitsteeksels 6.The floor 10 is slidably mounted by means of a support 24 arranged in each of the corners, to which a ring 23 is arranged, to four uprights 21 arranged in the well. The ring 23 and a support 24 ensure that the floor 10 can be guided up and down along the uprights 21 between an upper position, as shown in figure 1, in which position the top of the floor lies substantially flat with the substrate and thus closes the pit for safety reasons, and a lower one position (not shown) in which the underside of the floor 10 rests on the projections 6 provided on the bottom 5 of the well 2.

Zoals in figuur 1 is weergegeven, wordt de vloer 10 met behulp van een tweetal contragewichten 16,16' opwaarts gedreven. Hiertoe zijn telkens twee kabels 17,18 1028372 * * 9 (respectievelijk 17',18') aan de uiteinden van de contragewichten 16,16' aangebracht, welke kabels met behulp van een steun 27 (figuur 3) aan de put aangebrachte rollen 20 aan de eerdergenoemde steun 24 zijn aangebracht. Door de 5 getoonde constructie zorgt het gewicht van beide contragewichten 16,16' ervoor dat de vloer 10 altijd de neiging heeft zich naar boven te verplaatsen.As shown in Figure 1, the floor 10 is driven upwards with the aid of two counterweights 16, 16 '. To this end, two cables 17, 18, 1028372 * 9 (17 ', 18', respectively) are provided at the ends of the counterweights 16, 16 ', which cables are arranged on the pit with the aid of a support 27 (Figure 3). are mounted on the aforementioned support 24. Due to the construction shown, the weight of both counterweights 16, 16 'ensures that the floor 10 always tends to move upwards.

Wanneer er geen voorwerpen op de vloer zijn geplaatst, zal de vloer zich derhalve altijd in haar bovenste 10 stand, zoals is weergegeven in figuur 1, begeven. Wanneer een relatief laag gewicht op de vloer wordt aangebracht, bijvoorbeeld het gewicht van een enkele persoon, is het gewicht van de persoon niet voldoende om de door de contragewichten 16,16' veroorzaakte opwaartse kracht te 15 overwinnen. De veiligheidsvloer blijft dan in de bovenste stand. Wanneer echter een zwaarder object, met een massa van bijvoorbeeld meer dan 500 kg zoals een vrachtwagen, op de vloer geplaatst wordt, kan dit gewicht de opwaartse kracht overwinnen, met als gevolg dat de vloer zich naar beneden 20 gaat verplaatsen. Dit kan uiteraard een gevaarlijke situatie opleveren.If no objects are placed on the floor, the floor will therefore always be in its upper position, as shown in figure 1. When a relatively low weight is applied to the floor, for example the weight of a single person, the weight of the person is not sufficient to overcome the upward force caused by the counterweights 16, 16 '. The safety floor then remains in the upper position. However, when a heavier object, with a mass of, for example, more than 500 kg, such as a truck, is placed on the floor, this weight can overcome the upward force, with the result that the floor starts to move downwards. This can of course lead to a dangerous situation.

De veiligheidsvloer volgens de eerste uitvoeringsvorm is derhalve voorzien van een vergrendelmechanisme zodat de vloer 10 in haar bovenste stand vergrendeld kan worden. Het 25 vergrendelmechanisme omvat in de getoonde eerste uitvoeringsvorm een aan de bovenzijde van de vloer 10 voorzien activeringselement 29. Het activeringselement is in opwaartse en neerwaartse richting in de vloer 10 verplaatsbaar. Figuur 4 geeft het activeringselement 29 in 30 meer detail weer. Zoals is getoond in figuur 4, omvat het activeringselement 29 een gedeeltelijk bolvormige hoed 30 die aan een opstaand profiel 39 is bevestigd. Het profiel 39 is geleidbaar in de opening die is voorzien in een 4 Λ O O 7 7 0 10 bevestigingsplaat 31. De bevestigingsplaat 31 is gemonteerd aan een van de eerdergenoemde liggers 38 van het raamwerk van de vloer 10. Tevens is aan het genoemde raamwerk is een vaste activeringselementsteun 48 aangebracht. Ook deze steun 48 is 5 voorzien van een opening waarlangs het profiel 39 op en neer verplaatst kan worden. Tenslotte is onder de activeringselementsteun 48 een beweegbaar element 41 voorzien, welke is bevestigd aan het onderste uiteinde van het profiel 39.The safety floor according to the first embodiment is therefore provided with a locking mechanism so that the floor 10 can be locked in its upper position. In the first embodiment shown, the locking mechanism comprises an activating element 29 provided on the upper side of the floor 10. The activating element is movable in the floor 10 in upward and downward direction. Figure 4 shows the activation element 29 in more detail. As shown in Figure 4, the activating element 29 comprises a partially spherical hat 30 which is attached to an upright profile 39. The profile 39 is conductive in the opening provided with a mounting plate 31. The mounting plate 31 is mounted on one of the aforementioned girders 38 of the floor frame 10. The said frame is also a fixed activating element support 48 is provided. This support 48 is also provided with an opening through which the profile 39 can be moved up and down. Finally, a movable element 41 is provided under the activating element support 48, which element is attached to the lower end of the profile 39.

In de activeringselementsteun 48 is voorts een 10 tweetal liggende rollen 49,50 aangebracht waarlangs respectievelijk een tweetal kabels 43,44 en 45,46 geleid kunnen worden. De uiteinden van de genoemde kabels zijn met behulp van bevestigingselementen 42 aan weerszijden van het profiel 39 aan het beweegbare element 41 aangebracht, zoals 15 duidelijk in figuur 4 is weergegeven. Voorts zijn staande rollen 53-56 aangebracht in respectievelijke liggers 37 die aan het eerder genoemde raamwerk van de vloer lo zijn bevestigd. De staande rollen 53-56 hebben als functie het geleiden van respectievelijke kabels 43-46 naar een aantal 20 vergrendelingselementen 35, zoals is weergegeven in figuur 5.In addition, in the activating element support 48 two horizontal rollers 49.50 are arranged along which two cables 43, 44 and 45.46 can be guided, respectively. The ends of said cables are attached to the movable element 41 on either side of the profile 39 by means of fastening elements 42, as is clearly shown in Figure 4. Furthermore, standing rollers 53-56 are arranged in respective beams 37 which are attached to the aforementioned framework of the floor 10. The upright rollers 53-56 have the function of guiding respective cables 43-46 to a number of locking elements 35, as is shown in figure 5.

Zoals in figuur 4 is weergegeven, zorgt de getoonde constructie ervoor dat wanneer de hoed 30 naar beneden wordt verplaatst (richting P2) , bijvoorbeeld doordat op de vloer een container 3 wordt geplaatst, het beweegbare element 41 25 naar beneden wordt geduwd (richting P3) . Dit heeft als gevolg dat de kabels 43-46 worden aangetrokken (richting P4) . Dit heeft tot gevolg dat vier vergrendelingselementen 35 worden ontgrendeld, zoals hierna aan de hand van figuren 2 en 3. uiteengezet wordt. Opgemerkt wordt dat de hierna beschreven 30 uitvoering van de vergrendeling in hoek A (figuur 1) overeenkomt met die van de vergrendeling in de overige drie hoeken. De beschrijving van de vergrendeling van de overige hoeken wordt hier voor de eenvoud deels weggelaten.As shown in figure 4, the construction shown ensures that when the hat 30 is moved downwards (direction P2), for example by placing a container 3 on the floor, the movable element 41 is pushed downwards (direction P3) . As a result, the cables 43-46 are pulled in (direction P4). As a result, four locking elements 35 are unlocked, as will be explained below with reference to Figures 2 and 3. It is noted that the embodiment of the lock in corner A (Figure 1) described below corresponds to that of the lock in the remaining three corners. For simplicity's sake, the description of the locking of the remaining corners is partially omitted here.

1 n 'j n 3 7 9 111 n 3 3 7 9 11

Elk van de eerdergenoemde kabels 43-46 is bevestigd aan een in langsrichting van de liggers 37 verschuifbare langgerekte vergrendelingselementen 35. Hiertoe wordt een kabeluiteinde van elk van de kabels 43-46 geleid door een 5 opening in de achterwand 61 van een slede 62 en voorzien van een bevestigingselement 60, zodat het uiteinde aan de wand 61 van de slede 62 gefixeerd blijft. In de ligger 37 is voorts een vaste verticale wand of spijl 64 aangebracht, tussen welke spijl 64 en de verplaatsbare achterwand 61 een 10 spiraalveer 63 is voorzien. De spiraalveer 63 heeft de neiging de slede 62 naar buiten toe dwingen (tegengesteld aan richting P6)in ware het niet dat de bijbehorende kabel 43-46 de verplaatsing van de slede 62 tegenhoudt.Each of the aforementioned cables 43-46 is attached to an elongated locking elements 35 slidable in the longitudinal direction of the girders 37. To this end, a cable end of each of the cables 43-46 is guided through an opening in the rear wall 61 of a slide 62 and provided with a slide 62. of a fastening element 60, so that the end remains fixed to the wall 61 of the carriage 62. A fixed vertical wall or bar 64 is furthermore arranged in the beam 37, between which bar 64 and the displaceable rear wall 61 a spiral spring 63 is provided. The coil spring 63 tends to force the carriage 62 outwardly (opposite to direction P6) if it were not for the associated cable 43-46 to stop the movement of the carriage 62.

In gebruik, zorgt de drukveer 63, wanneer er geen 15 gewicht op het activeringselement 29 is geplaatst, ervoor dat de sleden 62 naar buiten toe (tegenovergesteld aan richting P6) wordt geduwd, zodat het uiteinde van de slede 62 terecht komt in een aan de put 2 aangebracht vergrendelingsprofiel 67. Het vergrendelingsprofiel 67 omvat ondermeer een U-vormig 20 profieldeel waarin het uiteinde van de slede 62 past.In use, when no weight is placed on the activating element 29, the compression spring 63 causes the slides 62 to be pushed out (opposite to direction P6) so that the end of the slider 62 lands in a locking profile 67 arranged in pit 2. The locking profile 67 comprises, inter alia, a U-shaped profile part into which the end of the slide 62 fits.

In de in figuur 5 getoonde toestand wordt de veiligheidsvloer derhalve in vier hoeken van de put vergrendeld zodat het maximale gewicht dat op de vloer 10 kan worden aangebracht zonder dat deze zakt, aanzienlijk verhoogd 25 wordt. Uit proefnemingen is gebleken dat een aldus vergrendelde vloer een massa van meer dan 2.000 kg kan dragen. Dit betekent dat zelfs wanneer een wiel van een vrachtwagen op de vloer terechtkomt, de vloer 10 niet naar beneden zakt en zijn veiligheidsfunctie kan blijven 30 vervullen.In the condition shown in Figure 5, the safety floor is therefore locked in four corners of the pit so that the maximum weight that can be applied to the floor 10 without it sinking is considerably increased. Experiments have shown that a floor thus locked can support a mass of more than 2,000 kg. This means that even when a wheel of a truck lands on the floor, the floor 10 does not fall down and can continue to fulfill its safety function.

Wanneer nu echter de container 3 op de vloer wordt geplaatst en wel zodanig dat de uitsteeksels 13 passen in de centreeropeningen 12, drukt de bodem 14 van de container 3 de . 10 2 8 3 7 2 12 hoed 30 van het activeringselement 29 naar beneden. Dit heeft tot gevolg dat de kabels 43-46 worden aangetrokken en derhalve de sleden 62 naar binnen worden getrokken (richting P6). Wanneer de sleden 62 in voldoende mate naar binnen 5 worden getrokken, schuiven de uiteinden 59 van elk van de sleden 62 uit het vergrendelingsprofiel 67, waardoor de vloer 10 ontgrendeld wordt. Nu kan door het gewicht van de container 3 de vloer 10 de vloer op gecontroleerde wijze naar beneden verplaatst worden.However, when the container 3 is now placed on the floor in such a way that the protrusions 13 fit into the centering openings 12, the bottom 14 of the container 3 presses. 10 2 8 3 7 2 12 hat 30 of the activating element 29 downwards. This results in the cables 43-46 being pulled and therefore the slides 62 being pulled in (direction P6). When the carriages 62 are pulled inwards to a sufficient extent, the ends 59 of each of the carriages 62 slide out of the locking profile 67, thereby unlocking the floor 10. Now, due to the weight of the container 3, the floor 10 can be moved downwards in a controlled manner.

10 Bij het legen van de container 3, wordt deze met behulp van de eerdergenoemde hefinrichting opgetild waarbij de vloer 10 onder invloed van de contragewichten 16,16' met de container 3 meebeweegt. Wanneer de vloer eenmaal haar bovenste stand heeft bereikt en de container 3 van de vloer 15 verwijderd is, drukken de vier veren 63 de sleden naar buiten toe tot in de vergrendelingsprofielen 67 zodat de vloer automatisch, dat wil zeggen zonder dat een bedieningspersoon verdere handelingen behoeft te verrichten, vergrendeld wordt. Ook wordt door deze beweging de hoed 30 van het 20 activeringselement 29 naar boven verplaatst en in de uitgangspositie teruggebracht.When the container 3 is emptied, it is lifted with the aid of the aforementioned lifting device, the floor 10 moving with the container 3 under the influence of the counterweights 16, 16 '. Once the floor has reached its upper position and the container 3 has been removed from the floor 15, the four springs 63 push the slides outwards into the locking profiles 67 so that the floor automatically, i.e. without an operator needing further actions to be locked. This movement also causes the hat 30 of the activating element 29 to be moved upwards and returned to the starting position.

In sommige gevallen wordt de container 3 zodanig snel opgetild, dat de vloer 10 de opwaartse snelheid van de container 3 niet bij kan houden (hierin ook wel het na-ijl 25 effect genoemd). In dat geval kan het gebeuren dat het gewicht (dat wil zeggen het gewicht van de container 3) reeds van het activeringselement 29 is verwijderd en derhalve de sleden 62 onder invloed van de veer 63 naar buiten worden gedrukt, terwijl de vloer 10 haar bovenste stand nog niet 30 bereikt heeft. Om ervoor te zorgen dat de sleden 62 de vloer 10 nu niet vastklemmen tegen de putwanden 4 voordat de vloer 10 haar bovenste stand heeft bereikt, zijn de uiteinden van de slede 62 voorzien van wielen 65. Deze wielen 65 zorgen 1028372 13 voor een zodanige verlaging van de wrijvingsweerstand met de putwand, dat ook in dergelijke gevallen de vloer zich naar boven toe zal verplaatsen. Voorts is het vergrendelings-element 67 voorzien van een schuin gedeelte 69 dat als het 5 ware een hellingsbaan tegen de putwand 4 vormt. Dit betekent dat de sleden 62 bij de opwaartse beweging over het schuine element 69 worden geleid totdat het U-vormig uitsparing 68 van het vergrendelingselement 67 is bereikt.In some cases the container 3 is lifted up so fast that the floor 10 cannot keep up with the upward speed of the container 3 (also referred to herein as the after-effect). In that case it may happen that the weight (i.e. the weight of the container 3) has already been removed from the activating element 29 and therefore the slides 62 are pressed out under the influence of the spring 63, while the floor 10 is in its upper position has not yet reached 30. In order to ensure that the slides 62 do not now clamp the floor 10 against the pit walls 4 before the floor 10 has reached its upper position, the ends of the slide 62 are provided with wheels 65. These wheels 65 ensure such a reduction of the frictional resistance with the well wall, that the floor will also move upwards in such cases. Furthermore, the locking element 67 is provided with an oblique part 69 which, as it were, forms an inclination track against the well wall 4. This means that the slides 62 are guided over the sloping element 69 during the upward movement until the U-shaped recess 68 of the locking element 67 is reached.

In de in figuren 1-5 weergegeven uitvoering steekt 10 het activeringselement 29 in de uitgangstoestand boven het oppervlak van de vloer 10 uit. In een andere, niet-weergegeven uitvoering is het activeringselement in de vloer verzonken. In de uitgangstoestand steekt het activeringselement 29 dan niet boven de vloer 10 uit, zodat 15 vermeden wordt dat een object, zoals het wiel van een vrachtwagen, per ongeluk het activeringselement naar beneden zou duwen en daarmee de vloer 10 zou ontgrendelen. Het activeringselement kan in een dergelijke verzonken uitvoering bijvoorbeeld wel naar beneden gedrukt worden door een extra 20 aan de onderzijde van de container voorzien uitsteeksel.In the embodiment shown in figures 1-5, the activating element 29 protrudes above the surface of the floor 10 in the initial state. In another embodiment, not shown, the activating element is recessed into the floor. In the initial state, the activation element 29 does not then protrude above the floor 10, so that an object, such as the wheel of a truck, is prevented from accidentally pushing the activation element downwards and thereby unlocking the floor 10. In such a sunken embodiment, the activating element can, for example, be pressed downwards by an additional protrusion provided on the underside of the container.

Figuren 6-8 tonen een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm wordt gebruik van gemaakt van dezelfde veiligheidsvloer 10 zoals in figuren 1-5 beschreven is. Dezelfde of soortgelijke onderdelen worden dan 25 ook met soortgelijke referentietekens aangeduid en de beschrijving van de bijbehorende onderdelen wordt hier voor de eenvoud weggelaten.Figures 6-8 show a second preferred embodiment of the invention. In this embodiment, use is made of the same security floor 10 as described in figures 1-5. The same or similar parts are therefore designated with similar reference signs and the description of the associated parts is omitted here for simplicity.

Zoals eerder is genoemd, is in de stalen bovenplaat 11 van de veiligheidsvloer 10 nabij de hoekpunten voorzien 30 van een viertal centreergaten 12 (figuur 1). In de tweede voorkeursuitvoeringsvorm zijn onder deze centreergaten 12 delen van het vergrendelingsmechanisme volgens de tweede voorkeursuitvoeringsvorm geplaatst. In deze uitvoeringsvorm 1028372 14 is aan de onderzijde van de vloer 10 een tweetal assen 72,72' met behulp van steunen 73,73' aangebracht. De assen 72,72' zijn roteerbaar in de steunen 73,73' gelegerd. De uiteinden van elk van de assen 72,72' is voorzien van uitstekende 5 vergrendelingsdelen 80, zoals bijvoorbeeld gedetailleerd in figuren 7 en 8 is weergegeven. Vergrendelingsdelen 80 grijpen in de vergrendelde toestand, zoals is weergegeven in figuur 7, met hun uiteinde 84 aan bovenop een met behulp van een steun 81 aan de putwand 4 aangebracht uitstekend 10 vergrendelingsdeel 83. In de in figuur 7 getoonde vergrendelde toestand is de vloer 10 derhalve op een viertal posities aan de wand van de put vergrendeld.As mentioned before, in the steel top plate 11 of the safety floor 10 near the corner points 30 is provided with four centering holes 12 (figure 1). In the second preferred embodiment, parts of the locking mechanism according to the second preferred embodiment are placed under these centering holes. In this embodiment 1028372 14, two shafts 72,72 'are arranged on the underside of floor 10 with the aid of supports 73,73'. The shafts 72,72 'are rotatably mounted in the supports 73,73'. The ends of each of the shafts 72, 72 'are provided with protruding locking parts 80, as is shown in detail in figures 7 and 8, for example. In the locked state, as shown in Figure 7, locking parts 80 engage with their end 84 on top of a protruding locking part 83 arranged on the well wall 4 by means of a support 81. In the locked state shown in Figure 7, the floor is 10 therefore locked to the wall of the well at four positions.

De assen 72,72' zijn ter plaatse van elk van de centreeropeningen 12 voorzien van een vast daaraan 15 bevestigde, bijvoorbeeld vastgelaste of vastgeschroefde, flens 75. Bovendien zijn aan de assen 72,72' platen 76 aangebracht welke aan hun uiteinden voorzien zijn van contragewichten 77. De contragewichten 77 zorgen ervoor dat de betreffende as 72,72' de neiging heeft om onder invloed 20 van de zwaartekracht te draaien naar de vergrendelde stand.The shafts 72,72 'are provided at the location of each of the centering apertures 12 with a fixedly mounted, for example welded or screwed on, flange 75. In addition, plates 76 are provided on the shafts 72,72' which are provided at their ends with counterweights 77. The counterweights 77 cause the respective shaft 72,72 'to tend to rotate to the locked position under the influence of gravity.

ii

In de situatie zoals weergegeven in figuur 7 betekent dit dat | het contragewicht 77 ervoor zorgt dat de as 72 zich altijd in j de richting P7 gedwongen wordt, waardoor het vergrendelingselement 80 de vloer 10 automatisch blijft 25 vergrendelen. Wanneer nu echter van bovenaf de uitsteeksels 13 van de container 3 door de centreergaten 12-gestoken , worden (richting P8) , komen de uiteinden 78 daarvan terecht op de respectievelijke flens 75 en wordt de as 72,72' in tegenovergestelde richting gedraaid (richting P9) . Het gevolg 30 hiervan is dat het vergrendelingselement 80 in de richting P9 draait en daarmee de vloer 10 ontgrendelt.In the situation as shown in Figure 7, this means that | the counterweight 77 ensures that the shaft 72 is always forced in the direction P7, so that the locking element 80 continues to lock the floor 10 automatically. However, when the projections 13 of the container 3 are passed through the centering holes 12 from above (direction P8), their ends 78 end up on the respective flange 75 and the shaft 72,72 'is turned in the opposite direction (direction P9). The consequence of this is that the locking element 80 rotates in the direction P9 and thereby unlocks the floor 10.

Opgemerkt wordt dat de vergrendeling in de getoonde voorkeursuitvoering twee vergrendelingssamenstellen omvat.It is noted that the lock in the preferred embodiment shown comprises two locking assemblies.

4 Λ O ft T 7 O4 Λ O ft T 7 O

I · 15I · 15

Het eerste samenstel wordt gevormd door as 72 en de daarbij behorende onderdelen, terwijl het tweede samenstel wordt gevormd door as 72' èn de daarbij behorende onderdelen.The first assembly is formed by shaft 72 and the associated parts, while the second assembly is formed by shaft 72 'and the associated parts.

Voorts wordt opgemerkt dat voor het vergrendelen of 5 ontgrendelen van elk van de samenstellingen slechts één van beide uitsteeksels 13 aan de onderzijde van de container een flens 75 behoeft te bedienen om de vloer te ontgrendelen. Wanneer bijvoorbeeld de container 3 enigszins scheef op de vloer wordt gebracht en maar één van de flenzen 75 van een 10 naar beneden geduwd wordt, wordt de vloer toch ontgrendeld. Hetzelfde geldt uiteraard voor het tegenoverliggende vergrendelingssamenstel. Ook bij dit tweede vergrendelingssamenstel behoeft slechts één van de uitsteeksels 13 van de container de vergrendelflens 75' te 15 bedienen om de vloer te kunnen ontgrendelen.It is further noted that for locking or unlocking each of the assemblies only one of the two projections 13 on the underside of the container needs to operate a flange 75 to unlock the floor. If, for example, the container 3 is brought somewhat crookedly on the floor and only one of the flanges 75 is pushed downwards, the floor is nevertheless unlocked. The same naturally applies to the opposite locking assembly. Also with this second locking assembly, only one of the protrusions 13 of the container needs to operate the locking flange 75 'to be able to unlock the floor.

Overigens kan ook in de tweede uitvoeringsvorm het eerdergenoemde na-ijl-effect van de vloer 10 optreden. Dit betekent dat de vloer bij het optillen van de container zich langzamer naar boven beweegt dan de container 3 zelf. Om ook 20 in een dergelijke situatie ervoor te zorgen dat de vloer in haar bovenste stand automatisch vergrendeld wordt, is het uiteinde 84 van het vergrendelingselement 80 van de vergrendelingssamenstel1en enigszins schuin. Wanneer nu de container sneller naar boven wordt verplaatst en loskomt van 25 de vloer, zal onder invloed van het contragewicht 77 de flens 75,75' zich naar boven toe verplaatsen. Dit betekent dat eveneens het vergrendelingselement 80 in richting P9 (figuur 7) gedraaid wordt. Wanneer het uiteinde 84 van het vergrendelingselement 80 de onderzijde van het 30 vergrendelingselement 83 bereikt heeft, zal door de schuine vorm 84 daarvan de as 72 gedwongen worden enigszins terug te draaien zodat het uiteinde 84 over het uiteinde van het 1 Λ 0 Q 7 7 0Incidentally, the aforementioned after-effect of the floor 10 can also occur in the second embodiment. This means that when lifting the container, the floor moves more slowly upwards than the container 3 itself. In order to also ensure that the floor is automatically locked in its upper position in such a situation, the end 84 of the locking element 80 of the locking assembly is slightly inclined. If now the container is moved upwards faster and comes away from the floor, the flange 75.75 'will move upwards under the influence of the counterweight 77. This means that the locking element 80 is also rotated in direction P9 (Figure 7). When the end 84 of the locking element 80 has reached the underside of the locking element 83, its oblique shape 84 will force the shaft 72 to turn back slightly so that the end 84 over the end of the locking element

• I• I

16 vergrendelingselement 83 wordt geleid om de vloer alsnog te vergrendelen.The locking element 83 is guided to still lock the floor.

Uit proefnemingen is gebleken dat met de getoonde constructie volgens de tweede uitvoeringsvorm een veel hoger 5 gewicht op de vloer 10 kan worden uitgeoefend, bijvoorbeeld een gewicht van 13000 N of meer. Wanneer de vloer geschikt moet worden gemaakt voor nog hogere belastingen, worden de assen 72,72' op één of meer plaatsen aanvullend ondersteund. In een voordelige uitvoeringsvorm zijn bijvoorbeeld aan 10 liggers 36 steunelementen aangebracht waardoorheen de respectievelijke stalen 72,72' geleid kunnen worden. Op deze wijze wordt doorbuiging van de assen 72,72' tegengegaan.Tests have shown that with the construction shown according to the second embodiment a much higher weight can be exerted on the floor 10, for example a weight of 13000 N or more. If the floor has to be made suitable for even higher loads, the shafts 72,72 'are additionally supported in one or more places. In an advantageous embodiment, support elements 36 are provided, for example, on 10 girders 36 through which the respective samples 72, 72 'can be guided. Deflection of the shafts 72, 72 'is prevented in this way.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De 15 gevraagde rechten worden veeleer bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.The present invention is not limited to the preferred embodiments thereof described above. The rights sought are rather determined by the following claims, within the scope of which many modifications are conceivable.

10283721028372

Claims

A safety floor for a waste collection system with at least one underground waste container, comprising: 5. a floor element that can be moved up and down in a pit in the subsurface, on which a waste container can be placed, wherein when the waste container is placed in the pit, the floor in a lower position is positioned and when the waste container is removed from the well, the floor is positioned in an upper position closing the well opening; - one or more counterweight elements coupled to the floor for forcing the floor to the upper position; 15. locking means for locking the floor in the upper position.

Floor according to claim 1, wherein the locking means are designed to be self-locking.

3. Floor as claimed in claim 1 or 2, wherein the locking means are adapted to automatically lock the floor in its upper position.

4. Floor as claimed in any of the claims 1-3, wherein the locking means are adapted to unlock the floor by placing the collection container on the floor.

5. Floor as claimed in any of the claims 1-4, wherein the locking means can engage at least two positions on opposite parts of the well to fix the floor when locked relative to the well opening,

6. Floor as claimed in any of the claims 1-4, wherein I can engage the locking means at four positions on two opposite two parts of the well; 1 0 2 fl 3 7 9 fix the floor in the locked position with respect to the well opening.

7. Floor as claimed in claim 5 or 6, wherein the floor is rectangular and said positions are located near the 5 corner points of the floor.

8. Floor as claimed in any of the foregoing claims, comprising at least one locking shaft mounted on the floor, the ends of which project beyond opposite edges of the floor and are provided with locking elements for locking the locking shaft to the well.

9. Floor as claimed in claim 8, wherein one or more counterweights are arranged on the locking shaft to force the locking shaft to rotate to the locked position.

10. Floor as claimed in claim 8 or 9, wherein the floor is provided with a number of centering openings along which protrusions provided on the underside of the waste container can be guided, wherein the protrusions can operate one or more unlocking flanges arranged on the locking shaft to force the locking shaft to the unlocked position.

11. Floor as claimed in claim 8, 9 or 10, wherein two unlocking flanges are arranged on the locking shaft and wherein when locking at least one of the unlocking flanges the locking shaft is rotated to the unlocked position.

12. Floor as claimed in any of the claims 1-7, comprising a single activation element with which all locking means can be operated.

The floor of claim 12, wherein the activation element is positioned centrally in the floor. 1028372

14. Floor as claimed in claim 12 or 13, wherein the activation element is wholly or partially sunk in the floor.

15. Floor as claimed in any of the foregoing claims, comprising: - an activation element, - - a cable coupled to the activation element; - a slide-in and slide-out slide mounted on the floor and coupled to the cable, the slide 10 being extendable into a locked position in which one end of the slide is secured in a locking element arranged on the pit and slidable into an unlocked slide position; - one or more spring elements for sliding the slide out under spring force.

Floor according to claim 15, wherein the activation element is coupled to a number of, preferably four, slides for locking the floor at a number of, preferably four, different positions.

17. Floor as claimed in any of the claims 15-16, wherein said ends of the slides are provided with friction-reducing means, preferably one or more wheels.

18. Floor as claimed in any of the foregoing claims, wherein the counterweight elements are designed to lower the floor only from a certain minimum mass placed on the floor.

19. Waste collection system for underground storage of waste, such as organic waste, glass, paper, bulky dirt, and the like, the system comprising: - a safety floor that can be moved up and down in a well as defined in one of the preceding claims, 1028372 - at least one waste container to be placed wholly or partially in the well, which is provided with an insert column along which waste can be introduced into the container.

20. System according to 19, wherein the underside of the container is provided with one or more protrusions for operating the locking means. 1 0 28 37 2