NL1028227C2 - Zadel voor bevestiging van een buis. - Google Patents

Description

Zadel voor bevestiging van een buis Dë uitvinding heeft betrekking op een zadel voor bevestiging van een buis aan een wand, zoals bijvoorbeeld een bekistingswand voor het storten van betonnen muren. Een dergelijk zadel wordt ook wel een gietbouwzadel 5 genoemd.

Een bekend kunststof gietbouwzadel omvat een houder voor bevestiging van een buis aan het zadel en een centrale pen voor bevestiging van het gietbouwzadel aan een bekistingswand. De houder bevat twee openstaande 10 klauwen die elastisch ten opzichte van elkaar kunnen bewegen en die door opname van de buis in elkaar kunnen klikken. De centrale pen kan in een gat in de bekistingswand worden geslagen door met de puntige zijde van de kop van een hamer precies tussen de openstaande 15 klauwen door tegen de bovenzijde van de pen te slaan. Het gietbouwzadel kan hierbij door misslaan eenvoudig beschadigd raken. Bovendien kan de pen niet meer worden aangeslagen wanneer een buis in de houder is opgenomen, omdat de dan in elkaar geklikte klauwen en de buis zelf de 20 toegang tot de bovenzijde van de pen blokkeren.

Een doel van de uitvinding is een zadel voor bevestiging van een buis aan een wand te verschaffen, die zowel voor als na opname van de buis aan de wand kan worden vastgeslagen.

1 02 8 227 2

Een verder doel van de uitvinding is een zadel voor bevestiging van een buis aan een wand te verschaffen met een eenvoudig werkende houder voor opname van de büis.

Een verder doel van de uitvinding is een zadel 5 voor bevestiging van een buis aan een wand te verschaffen die eenvoudig aan een wand te bevestigen is.

De uitvinding verschaft, vanuit een eerste aspect, een zadel voor bevestiging van een buis aan een wand, omvattend een houder voor bevestiging van de buis aan 10 het zadel, een met de houder vast verbonden centrale bevestigingspen voor bevestiging van het zadel in een gat in de wand, en een stijf met de bevestigingpen verbonden slagdeél met een slagvlak voor het door aanslaan inbrengen van de bevestigingspen in het gat in de wand, waarbij de 15 houder in serie tussen het slagvlak en de bevestigingpen gelegen is. Doordat de houder tussen het slagvlak en de pen is gelegen, kan het slagvlak worden aangeslagen onafhankelijk van de aanwezigheid van een buis in de houder. Het zadel kan daarmee zowel voor als na bevestiging 20 aan de buis aan de wand worden vastgeslagen.

Het generen van momenten op het zadel tijdens het inslaan kan beperkt blijven indien het slagvlak ten minste gedeeltelijk in het verlengde van de bevestigingpen gelegen is. .

25 Zadels die reeds aan de buis zijn bevestigd kunnen met overzicht aan de wand worden bevestigd indien een buisopneemruimte van de houder in het verlengde van de . bevestigingspen gelegen is. De positie van de buis kan daarbij en maat zijn voor de positie van de in het gat te 30 plaatsen bevestigingspen.

In een compacte uitvoeringsvorm is het slagdeel gelegen op een bovendeel van de houder, dat daarbij een invoeropening bepaalt van de buis.

Bij voorkeur staat de invoeropening daarbij 35 schuin ten opzichte van de bevestigingspen.

De verbinding tussen de bevestigingspen en het slagdeel kan voldoende stijf zijn voor het doorgeven van 3 slagkracht indien het zadel verstijvingsribben omvat die tussen de pen en het slagvlak gelegen zijn, waarbij de verstij vingsribben bij voorkeur zijn opgesteld voor het vormen van driehoekige patronen.

5 Bij voorkeur omvat de houder een aangrijpvlak voor aangrijping om een gedeelte van een buitenwand van de buis, en een tegenover het aangrijpvlak gelegen veerlip die met een vrij uiteinde in de richting van het aangrijpvlak reikt, waarbij de afstand tussen het aangrijpvlak en het 10 vrije uiteinde van de veerlip is afgestemd voor opsluiting van de buis tussen het aangrijpvlak en de veerlip. De buis kan daardoor aan het zadel worden bevestigd door deze tussen het aangrijpvlak en het vrije uiteinde van de veerlip te drukken.

15 Slagkracht kan goeddeels om de buis worden geleid indien de verstijvingsribben om de van het aangrijpvlak gekeerde zijde van het aangrijpvlak van de houder en tussen het aangrijpvlak en het slagvlak gelegen zijn.

De veerlip kan stabiel in aangrijping blijven 20 tegen een opgesloten buis indien het aangrijpvlak in een doorsnede dwars op de hartlijn van een te bevestigen buis een cirkelsegment omvat, waarbij het verlengde van de veerlip door het middelpunt van het cirkelsegment reikt.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm is de houder 25 ingericht voor opname van de buis door klikken, bijvoorbeeld door klikken van de veerlip.

Voor stabiliteit van het aan de wand bevestigde zadel en de daarmee bevestigde buis kan het zadel een kruisvormig aanligvlak voor aanligging tegen de wand 30 omvatten, waarbij het aanligvlak een langwerpig langsvlak evenwijdig aan de hartlijn van een te bevestigen buis, en een langwerpig dwarsvlak dwars op de hartlijn van een te bevestigen buis omvat, waarbij de bevestigingspen vanuit het kruispunt van het aanligvlak reikt.

35 De omvang van de zichtbare delen na verwijdering van een bekistingswand na het uitharden van beton kóm gering zijn indien het dwarsvlak en bij voorkeur het 4 langsvlak een breedte bezitten die smaller is dan de breedte van de houder in de richting van de hartlijn van een te bevestigen buis.

Bij voorkeur is het slagvlak dwars op de 5 insteekrichting van de pen gelegen, waarbij het slagvlak bij voorkeur ribbels omvat, zodat het slagvlak ook eenvoudig als zodanig kan worden herkend.

Bij voorkeur bezit de bevestigingspen een ronde doorsnede, bij voorkeur met een diameter van 5 millimeter. 10 Dit is een voor bevestigingswerkzaamheden reeds gebruikelijke boormaat, zodat voor het daadwerkelijk bevestigen van het zadel geen boren hoeven te worden gewisseld.

Voor plaatsingsgemak kan pen een puntig 15 insteekeind omvatten.

Een lichtgewicht uitvoeringsvorm van het zadel is vervaardigd van kunststof, bij voorkeur als één geheel gevormd, bij voorkeur door middel van spuitgieten.

De uitvinding verschaft voorts, vanuit een verder 20 aspect, een zadel voor bevestiging van een buis aan een wand, omvattend een houder voor bevestiging van de buis aan het zadel, waarbij de houder een veerlip met een vrij uiteinde omvat voor opsluiting van de buis in de houder, waarbij het vrije uiteinde een kopvlak omvat dat is gericht 25 om in contact te komen met de in de houder opgesloten buis. De buis is door de veerlip eenvoudig aan het zadel te bevestigen.

Bij voorkeur begrenst de veerlip daarbij een invoeropening van de houder.

30 De uitvinding heeft voorts betrekking op een bekistingswand-samenstel voorzien van een zadel volgens de uitvinding.

Opgemerkt wordt dat een U-vormig gietbouwzadel bekend is met twee bevestigingspennen die met een 35 aanslagvlak onderling verbonden zijn en die tussen de pennen een houder voor een buis omvat. Ter bevestiging van dit gietbouwzadel dienen in de bekistingswand twee gaten te 5 worden geboord op de juiste tussenafstand. Bij het inslaan dienen de pennen om en om te worden aangeslagen om te voorkomen dat het zadel scheef in de bekistingswand komt te staan. Bovendien dient een buis vóór bevestiging van het 5 zadel in de houder te worden geplaatst.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuur 1 een isometrisch aanzicht van een 10 gietbouwzadel volgens de uitvinding;

Figuren 2A-C een zij-, voor- en bovenaanzicht van het gietbouwzadel volgens figuur 1;

Figuur. 2D een dóórzicht door het gietbouwzadel volgens het bovenaanzicht op figuur 2B; en 15 Figuren 3A-C achtereenvolgende handelingen voor het bevestigen van een pijp aan een wand met behulp van het gietbouwzadel volgens figuren 1 en 2A-C.

Het kunststof gietbouwzadel 1 volgens figuur 1 omvat een houder 2 voor opname van een ronde buis, en een 20 bevestigingspen 19 voor bevestiging van het gietbouwzadel 1 aan bijvoorbeeld een bekistingswand. Het gietbouwzadel 1 wordt daarbij samen met de pijp in het te storten beton opgenomen.

De houder 2 omvat een steunwand 11 met een 25 nagenoeg halfcirkelvormig steunvlak 3 en een daaropvolgend recht steunvlak 4, dat aan de onderzijde uitloopt in een ten opzichte van de steunwand 11 naar het steunvlak 3 teruggelegen veerlip 5. De veerlip 5 omvat een rechthoekig kopvlak 6 dat naar het steunvlak 3 is gekeerd.

30 Aan de bovenzijde van de houder 2 is op korte afstand van de steunwand 11 een slagdeel 7 met geribbeld slagvlak 7a gelegen. Het slagvlak 7a is via een schuin aflopend eerste achterwanddeel 8 en een daarop volgend tweede, rechtopstaand achterwanddeel 10 verbonden met een 35 onderste dwarsribbe 17 van het gietbouwzadel 1. De steunwand 11 en het slagvlak 7a met tussenribben 13, 14, 15 en 24 verbonden met de onderste dwarsribbe 17, zodanig dat 6 deze tussenribben onderling stijve driehoekige kokers vormen. Tussen de veerlip 5 en de steunwand 11 is een voorwanddeel 16 gelegen dat overgaat in het uiteinde van de dwarsribbe 17.

5 Het tweede achterwanddeel 9, het voorwanddeel 16 en de tussenribbe 15 die aansluit op de dwarsribbe 17 lopen laings hun zijranden schuin af in de richting van de dwarsribbe 17. De middelste tussenribbe 13 reikt vanaf het midden van het ronde gedeelte van de steunwand 11 tot aan 10 het midden van de dwarsribbe 17, waardoor aan de onderzijde van het gietbouwzadel 1 een kruisvormig ondervlak 18 is bepaald.

De bevestigingspen 19 reikt vanuit het kruispunt van het kruisvormige ondervlak 18, waarbij de hartlijn S 15 van de bevestigingspen 19 door het slagvlak 7a loopt. De bevestigingspen 19 is voorzien van een conisch gevormd of puntig insteekeind 20. De bevestigingspen bezit in dit voorbeeld een cirkelvormige doorsnede met een diameter van 5 mm.

20 Figuur 3A toont de wijze waarop het gietbouwzadel 1 met de kop 21 van een hamer in een bevestigingsgat 25 in de bekistingswand 22 wordt geslagen. De slagkracht van het slagvlak 7 a wordt naar de pen 19 overgedragen door de achterwanddelen 8, 10 en de tussenribben 13, 14, 15, 24 en 25 het gebogen deel van de steunwand 11. Het bevestigingsgat 25 bezit een diameter van 5 mm, waardoor een goede (pers)passing met de bevestigingspen 19 kan worden verkregen. Het gietbouwzadel 1 wordt aangeslagen totdat het kruisvormige ondervlak 18 tegen de bekistingswand 22 is 30 gelegen, zoals getoond in figuur 3B. Het genereren van momenten op het gietbouwzadel 1, waardoor het gietbouwzadel 1 scheef kan komen te staan, blijft beperkt doordat de hartlijn S van de bevestigingspen 19 door het slagvlak 7 reikt.

35 Vervolgens wordt, zoals weergegeven in figuur 3B,

een holle buis 23 in richting B in de houder 2 gedrukt, waarbij het uiteinde van de veerlip 5 in richting C

7 meebeweegt met de buis 23. In dit voorbeeld bezit de buis 23 een cirkelronde dwarsdoorsnede, eveneens met kromtestraal R. Ook andere dwarsdoorsneden zijn mogelijk, zoals ovaal, hoekig enzovoort.

5 Vervolgens wordt, zoals weergegeven in figuur 3C, de buis 23 door doordrukken in richting B in aansluitend contact gebracht met het nagenoeg halfcirkelvormige steunvlak 3 van de houder 2, waarbij de veerlip 5 in de richting D kan terugbewegen (klikken) naar zijn ongespannen 10 stand zoals weergegeven in figuren 1, 2A. Door het terugveren van de veerlip 5 raakt de buis 23 opgesloten tussen het steunvlak 3 van de houder 2 en het kopvlak 6 van de veerlip 5. Afhankelijk van de buisdiameter en/of de lengte van de veerlip 5 kan de buis 23 vastgeklemd zijn 15 opgenomen tussen het steunvlak 3 en het kopvlak 6.

De houder 2 vormt door de achterwanddelen 8, 10 en de tussenribben 13, 14, 15, 24 en het ronde deel van de steunwand 11 een stijf geheel, waardoor het ook mogelijk is om de buis 23 in de houder 2 te klikken alvorens het 20 gietbouwzadel 1 in de bekistingswand 22 wordt geslagen. De buis 23 wordt daarbij door de stijfheid van de houder 2 nauwelijks vervormd, en beschadiging van de buis 23 door de kop 21 van de hamer wordt tegengegaan door de (korte) afstand tussen het slagvlak 7a en de bovenzijde van de 25 opgesloten buis 23.

1028227

Claims (20)

1. Zadel voor bevestiging van een buis aan een wand, omvattend een houder voor bevestiging van de buis aan het zadel, een met de houder vast verbonden centrale bevestigingspen voor bevestiging van het zadel in een gat 5 in de wand, en een stijf met de bevestigingpen verbonden slagdeel met een slagvlak voor het door aanslaan inbrengen van de bevestigingspen in het gat in de wand, waarbij de houder in serie tussen het slagvlak en de bevestigingpen gelegen is.

2. Zadel volgens conclusie 1, waarbij het slagvlak ten minste gedeeltelijk in het verlengde van de bevestigingpen gelegen is.

3. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een buisopneemruimte van de houder in het verlengde 15 van de bevestigingspen gelegen is.

4. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het slagdeel gelegen is op een bovendeel van de houder, en daarbij een invoeropening bepaalt van de buis.

5. Zadel volgens conclusie 4, waarbij de 20 invoeropening schuin staat ten opzichte van de bevestigingspen.

6. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, omvattend verstij vingsribben die tussen de pen en het slagvlak gelegen zijn, waarbij de verstijvingsribben bij 25 voorkeur zijn opgesteld voor het vormen van driehoekige patronen.

7. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder een aangrijpvlak omvat voor aangrijping om een gedeelte van een buitenwand van de buis, en een 30 tegenover het aangrijpvlak gelegen veerlip die met een vrij uiteinde in de richting van het aangrijpvlak reikt, waarbij 1028227 de afstand tussen het aangrijpvlak en het vrije uiteinde van de veerlip is afgestemd voor opsluiting van de buis tussen het aangrijpvlak en de veerlip.

8. Zadel volgens conclusie 6 en 7, waarbij de 5 verstij vingsribben om de van het aangrijpvlak gekeerde zijde van het aangrijpvlak van de houder en tussen het aangrijpvlak en het slagvlak gelegen zijn.

9. Zadel volgens conclusie 7 of 8, waarbij het aangrijpvlak in een doorsnede dwars op de hartlijn van een 10 te bevestigen buis een cirkelsegment omvat, waarbij het verlengde van de veerlip door het middelpunt van het cirkelsegment reikt.

10. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder is ingericht voor opname van de buis door 15 klikken.

11. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een kruisvormig aanligvlak voor aanligging tegen dé wand, waarbij het aanligvlak een langwerpig langsvlak evenwijdig aan de hartlijn van een te bevestigen buis, en 20 een langwerpig dwarsvlak dwars op de hartlijn van een te bevestigen buis omvat, waarbij de bevestigingspen vanuit het kruispunt van het aanligvlak reikt.

12. Zadel volgens conclusie 11, waarbij het dwarsvlak en bij voorkeur het langsvlak een breedte 25 bezitten die smaller is dan de breedte van de houder in de richting van de hartlijn van een te bevestigen buis.

13. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het slagvlak dwars op de insteekrichting van de pen is gelegen, waarbij het slagvlak bij voorkeur ribbels 3. omvat.

14. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, de bevestigingspen een ronde doorsnede bezit, bij voorkeur met een diameter van 5 millimeter.

15. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, 35 waarbij de pen een puntig insteekeind omvat.

16. Zadel volgens een der voorgaande conclusies, vervaardigd van kunststof, bij voorkeur als één geheel gevormd, bij voorkeur door middel van spuitgieten.

17. Zadel voor bevestiging van een buis aan een wand, omvattend een houder voor bevestiging van de buis aan het zadel, waarbij de houder een veerlip met een vrij 5 uiteinde omvat voor opsluiting van de buis in de houder, waarbij het vrije uiteinde een kopvlak omvat dat is gericht om in contact te komen met de in de houder opgesloten buis.

18. Zadel volgens conclusie 17, waarbij de veerlip een invoeropening van de houder begrenst.

19. Bekistingswand-samenstel voorzien van een zadel volgens een der voorgaande conclusies.

20. Zadel voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 15 -o-o-o-o-o-o-o-o- 1028227