NL1028076C1 - Motorvoertuig voorzien van beweegbaar platform. - Google Patents
Motorvoertuig voorzien van beweegbaar platform. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1028076C1 NL1028076C1 NL1028076A NL1028076A NL1028076C1 NL 1028076 C1 NL1028076 C1 NL 1028076C1 NL 1028076 A NL1028076 A NL 1028076A NL 1028076 A NL1028076 A NL 1028076A NL 1028076 C1 NL1028076 C1 NL 1028076C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- platform
- motor vehicle
- lifting
- vehicle according
- lifting arm
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P1/00—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
- B60P1/44—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element
- B60P1/4414—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element and keeping the loading platform parallel to the ground when raising the load
- B60P1/4442—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element and keeping the loading platform parallel to the ground when raising the load the raising device, when not in use, being stored inside the load-transporting compartment
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G3/00—Ambulance aspects of vehicles; Vehicles with special provisions for transporting patients or disabled persons, or their personal conveyances, e.g. for facilitating access of, or for loading, wheelchairs
- A61G3/02—Loading or unloading personal conveyances; Facilitating access of patients or disabled persons to, or exit from, vehicles
- A61G3/06—Transfer using ramps, lifts or the like
- A61G3/062—Transfer using ramps, lifts or the like using lifts connected to the vehicle
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G3/00—Ambulance aspects of vehicles; Vehicles with special provisions for transporting patients or disabled persons, or their personal conveyances, e.g. for facilitating access of, or for loading, wheelchairs
- A61G3/02—Loading or unloading personal conveyances; Facilitating access of patients or disabled persons to, or exit from, vehicles
- A61G3/06—Transfer using ramps, lifts or the like
- A61G3/067—Transfer using ramps, lifts or the like with compartment for horizontally storing the ramp or lift
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Vehicle Step Arrangements And Article Storage (AREA)
Description
Korte aanduiding: Motorvoertuig voorzien van beweegbaar platform.
De uitvinding heeft betrekking op een motorvoertuig met een voertuigruimte, die is begrensd door een vloer, wanden en een dak, waarbij in de wanden ten minste een toegangsopening tot de voertuigruimte is voorzien, en waarbij afsluitmiddelen zijn voorzien 5 voor het afsluiten van de toegangsopening. De afsluitmiddelen worden in de praktijk vaak gevormd door een of meer deuren, bijvoorbeeld naar de zijkant zwenkende achterdeuren, een naar boven zwenkende achterdeur, een roldeur, een schuifdeur (vaak aan de zijkant van het motorvoertuig, etc. een en ander afhankelijk van de uitvoering van 10 het motorvoertuig.
Het motorvoertuig is verder voorzien van een bij de afsluitbare toegangsopening tot de voertuigruimte behorend beweegbaar platform, welk platform een onderste positie nabij of op de grond kan innemen 15 alsmede een geheven positie, waarin het platform zich in hoofdzaak op het niveau van de vloer van de voertuigruimte bevindt.
Het platform dient bijvoorbeeld voor het laden en lossen van een of meer objecten, zoals bijvoorbeeld een rolstoel.
20 Bij het platform behoren hefmiddelen, die ten minste zijn ingericht voor het verplaatsen van het platform tussen de onderste en geheven positie daarvan.
Bijvoorbeeld kan een rolstoel of (steek)wagen vanaf de grond op hét 25 platform in zijn onderste positie worden gereden en vervolgens met het platform in hoofdzaak horizontale positie omhoog worden bewogen totdat het platform zich ter hoogte van de (laad)vloer van het voertuig bevindt en daar bij voorkeur dicht op aansluit. 1 1028076 üit de stand van de techniek zijn motorvoertuigen van het in de aanhef genoemde type algemeen bekend, zowel bijvoorbeeld voor het -2- vervoer van gehandicapte personen in een rolstoel als voor bezorgdiensten, etc. Het motorvoertuig kan een aangepaste personenauto zijn, een (bestel)bus, vrachtwagen, etc. Voor de uitvoering van het beweegbare platform en bijbehorende hefmiddelen 5 zijn talloze uitvoeringen voorgesteld.
De uitvinding beoogt een verbeterd platform in eèn dergelijk motorvoertuig voor te stellen.
10 De uitvinding verschaft daartoe een motorvoertuig volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt doordat het platform een niet-werkzame opbergpositie kan innemen zodanig dat het platform zich onder langs het dak in de voertuigruimte uitstrekt.
15 De uitvinding stelt derhalve een zeer voordelige opbergpositie voor het platform voor, waardoor de toegangsopening van de voertuigruimte ten minste weer grotendeels bruikbaar is, het platform geen vloeroppervlak inneemt, en bij voorkeur - wanneer het voertuigdak hoog genoeg is - men onder het opgeborgen platform door kan lopen in 20 de voertuigruimte.
Het zal duidelijk zijn dat de hefmiddelen, en eventueel verder tussen het platform en de voertuigcarrosserie aanwezige geleidings-en/of aandrijfmiddelen zeer uiteenlopend kunnen zijn uitgevoerd om 25 de hier beschreven opbergstand onderlangs het dak in de voertuigruimte te realiseren.
Opgemerkt wordt dat het ook denkbaar is dat ter plaatse van de opbergpositie van het platform een lokale verhoging in het 30 voertuigdak wordt aangebracht, zodat het platform bij het opbrengen van onderen in dat verhoogde deel komt en daardoor nog minder ruimte in het voertuig in beslag neemt.
Verder voordelige uitvoeringsvormen zijn beschreven in de 35 volgconclusies en de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening.
1028076 -3-
Het gevraagde uitsluitende recht betreft tevens een beweegbaar platform met bijbehorende hefmiddelen kennelijk bestemd voor een motorvoertuig volgens de uitvinding.
5 In de tekening toont:
Fig. 1 schematisch een achterste deel van een voorbeeld van een motorvoertuig volgens de uitvinding, waarbij het platform zich in zijn onderste positie bevindt,
Fig. 2 het voertuig van figuur 1 met het platform in zijn geheven 10 positie,
Fig. 3 het voertuig van figuur 1 met het platform in omhoog gezwenkte tussenpositie,
Fig. 4 het voertuig van figuur 1 met het platform in verticale positie in de toegangsopening, en 15 Fig. 5 het voertuig van figuur 1 met het platform in zijn onderlangs het dak uitstrekkende opbergpositie.
In de figuren 1-5 is het achterste deel van een bij wijze van niet-20 beperkend voorbeeld weergegeven motorvoertuig 1 weergegeven.
Het motorvoertuig 1 heeft een voertuigruimte 2, die is begrensd door een vloer 3, zijwanden 4, 5 een achterwand 6, en een dak 7.
25 In de achterwand 6 is een toegangsopening 8 tot de voertuigruimte 2 aanwezig, waarbij hier als naar buiten zwenkende achterdeuren 9 uitgevoerde afsluitmiddelen zijn voorzien voor het afsluiten van de toegangsopening 7. 1 2 3 4 5 6 1028076
Het motorvoertuig 1 is verder voorzien van een bij de 2 toegangsopening 8 tot de voertuigruimte 2 behorend beweegbaar 3 platform 10, dat hier als eendelige in hoofdzaak vlakke plaat is 4 uitgevoerd. Bijvoorbeeld kan het platform bijvoorbeeld een of meer 5 (opklapbare) delen omvatten.
6
In figuur 1 is het platform 10 weergegeven in zijn onderste positie nabij of op de grond. In figuur 2 is het platform weergegeven in -4- zijn geheven positie, waarin het platform 10 zich in hoofdzaak op het niveau van de vloer 3 van de voertuigruimte 2 bevindt en met zijn rand dicht aansluit op de rand van de vloer 3.
5 Het platform 10 dient bijvoorbeeld voor het laden en lossen van een of meer objecten naar en vanuit de ruimte 2, zoals bijvoorbeeld een rolstoel.
Bij het platform 10 behoren hefmiddelen 20, waarvan hier zeer 10 schematisch slechts een deel is weergegeven. Het zal de vakman duidelijk zijn dat talloze uitvoeringen mogelijk zijn van de hefmiddelen. De hefmiddelen dienen ten minste voor het verplaatsen van het platform 10 - en de daarop geplaatste lading - tussen de onderste en geheven positie.
15
In het getoonde voorbeeld is voorzien in aan weerszijden van het platform 10 aangebrachte hefmiddelen 20, die enerzijds zijn bevestigd aan het platform 10 en anderzijds aan de carrosserie van het voertuig 1. De hefmiddelen 20 kunnen bijvoorbeeld een 20 kabelmechanisme omvatten met een enkele elektrische aandrijfmotor aan een zijde van de ruimte 2, waarbij dan een aandrijfkabel, bij voorkeur verzonken in de vloer 3, naar de andere zijde loopt voor het aandrijven van de hefmiddelen 20 aan die andere zijde.
25 In dit voorbeeld omvatten de hefmiddelen 20 een hefarm 21, 22 aan weerszijden van het platform 10, waarbij elke hefarm 21, 22 via een koppeling 23, 24 verbonden is met het platform 10.
Voor het verplaatsen van het platform 10 tussen de onderste positie 30 en de geheven positie is elke hefarm 21, 22 door bijbehorende aandrijfmiddelen (niet weergegeven) onder een schuine hoek in- en uitschuifbaar ten opzichte van een bij elke hefarm 21, 22 behorend geleidingssamenstel. Dit is te zien in de figuren 1 en 2. 1 1028076
De koppeling 23, 24 tussen het platform 10 en elke hefarm 21, 22 is hier een scharnierkoppeling met een beperkte zwenkhoek. Hierdoor kan in dit voorbeeld het platform 10 vanuit de geheven stand omhoog -5- worden gezwenkt (bijvoorbeeld met de hand) tot de in figuur 3 getoonde positie.
Door het verder inschuiven van de hefarmen 21, 22 bereikt het 5 platform 10 de in figuur 4 weergegeven verticale stand in de toegangsopening 6, waarbij die positie hier binnen het vlak van de gesloten deuren 8,9 ligt. Hierdoor is het mogelijk deze positie als niet-werkzame opbergpositie van het platform 10 te gebruiken, welke positie uit de stand van de techniek algemeen bekend is.
10
Een nadeel van deze algemeen bekende stand, is dat het platform 10 ' nu de toegang via de deuren 8,9 tot de ruimte 2 verspert. Verder belemmert het platform 10 eventueel het zicht voor de bestuurder naar achteren en/of lichtinval in de ruimte 2.
15
Volgens de uitvinding kunnen de hefarmen 21, 22 verder worden bediend, waardoor het platform 10 beweegt naar de in figuur 5 getoonde niet-werkzame opbergpositie.
20 In figuur 5 is te zien dat het platform 10 zich in die niet-werkzame opbergpositie onder langs het dak 4 in de voertuigruimte 2 uitstrekt. Het vlak van het platform 10 ligt dus min of meer evenwijdig aan het dak 7. Hierbij wijst in deze variant de onderzijde van het platform 10 naar het dak 7. Bij voorkeur is de 25 afstand tussen het dak en het platform minder dan 20 cm, met bijzondere voorkeur minder dan 10 cm. Deze opbergpositie onder het dak 7 is zeer voordelig, aangezien de toegang via de deuren 8,9 weer bruikbaar is, weinig nuttige ruimte wordt ingenomen, en de bestuurder eventueel weer zicht heeft naar achteren door in de 30 achterdeuren aanwezige ramen.
Het zal duidelijk zijn dat de aandrijfmiddelen die de beweging van het platform realiseren op allerlei wijzen kunnen zijn uitgevoerd om de in figuur 5 schematisch weergegeven opbergpositie te bereiken.
35
In figuur 5 zijn schematisch geleiderails 27 aangeduid, die zich nabij het dak 7 uitstrekken en een daarmee samenwerkende rol 28 of 1028076 -6- dergelijke aan weerszijden van het platform 10 geleiden, zodat in deze oplossing het platform 10 zijn positie in hoofdzaak evenwijdig aan het dak 7 inneemt en behoudt.
5 Verder zal het duidelijk zijn dat de uitvinding ook kan worden gerealiseerd bij een toegangsopening aan een zijkant van het voertuig, bijvoorbeeld een door een schuifdeur afsluitbare opening op die locatie.
10 Een praktisch voordelige uitvoering van onderdelen van de hefmiddelen zal nu worden toegelicht aan de hand van de figuren 6,7 8a,b.
In figuur 6 is een geleidebaanconstructie 50 getoond, die aan elke 15 zijkant in de voertuigruimte is opgesteld en op geschikte wijze aan de carrosserie is bevestigd.
Bij de geleidebaanconstructie 50 behoort een hefarm 80, die in figuur 6 is getoond.
20
De geleidebaanconstructie 50 is hier uitgevoerd als rails, waarbij twee aan de hefarmen bevestigde volgrollen 81, 82 in lopen.
Bij elke hefarm 80 behoren aandrijfmiddelen, waarvan een voordelige 25 uitvoering nader zal worden toegelicht.
De geleidebaanconstructie omvat: - een in hoofdzaak vertikaal eerste haandeel 51, dat zich vanaf nabij de vloer omhoog uitstrekt, 30 - een aan de bovenzijde op het verticale eerste haandeel 51 aansluitend schuin naar binnen en omhoog gericht tweede baandeel 52, dat eindigt bij een nabij het dak gelegen top 53, - een vanaf de top 53 naar beneden gericht derde baandeel 54, hier met een bovenste deel 54a dat schuin naar binnen en naar beneden is 35 gericht, en met een daarop aansluitend onderste deel 54b dat in hoofdzaak vertikaal naar beneden is gericht, welk naar beneden gericht derde baandeel 54 eindigt bij een onderste boog 55, 1028076 -7- - waarbij de boog 55 zich in hoofdzaak als een halve cirkel uitstrekt en aansluit op een doodlopend en verticaal omhoog gericht vierde haandeel 56, dat zich tussen het eerste baandeel 51 en het derde baandeel 54 bevindt, 5 - een vijfde baandeel 57, dat op een afstand boven de vloer aansluit op het eerste baandeel 51 en schuin naar boven en naar binnen is gericht.
Elke hefarm 80 is voorzien van twee volgrollen 81, 82 die op 10 verschillende hoogteposities zijn aangebracht op de hefarm en op een afstand van elkaar aangrijpen op de geleidebaanconstructie 50, zodanig dat bij het omhoog bewegen van het platform vanuit de onderste positie beide volgers zich bevinden in het eerste baandeel 51. Dit levert in eerste instantie een beweging rechtomhoog van het 15 platform op, zodat- bij bediening van de hefmiddelen - het platform vanuit de onderste positie in in hoofdzaak horizontale stand bogen wordt naar de geheven positie.
Het schuin naar binnen gerichte baandeel 52, waarbij de bovenste rol 81 in terecht komt, bewerkstelligt dat het platform tevens in de 20 richting van de vloer van het voertuig wordt bewogen bij het naderen van de hoogte van de vloer. Hierdoor wordt een geringe spleet of zelfs helemaal geen spleet verkregen tussen het platform en de vloer. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1028076
Indien met het voertuig gereden moet worden, kan het platform vanuit 2 de geheven stand met de hand naar een in hoofdzaak verticale stand 3 worden gezwenkt. Door geschikte compensatiemiddelen (bijvoorbeeld 4 een gasveer) te voorzien, vereist dat weinig inspanning. Eventueel 5 zijn mechanische zwenkmiddelen voorzien voor deze beweging.
6 7
Bij het verder aandrijven van de hefmiddelen beweegt de bovenste 8 volgrol 81 verder langs het baandeel 52, zodat de volgrol 82 in het 9 baandeel 57 loopt en het gehele platform in in hoofdzaak verticale 10 stand binnen de deuren van de voertuigruimte komt. In deze 11 opbergstand kunnen de deuren gesloten worden.
-8-
Voor het bereiken van de opbergstand onderlangs het dak, is erin voorzien dat de aandrijfmiddelen de volgrol 81 de top 53 laten passeren en langs het baandeel 54 bewegen. Dat leidt tot de eerder genoemde rotatie van de hefarm 80 zodanig dat van elke hefarm de 5 koppeling met het platform een boog beschrijft; eerst naar achteren en omhoog en vervolgens naar binnen en verder omhoog.
Zoals getoond in figuur 5 is aan elke zijde van de voertuigruimte bij het dak is voorzien in een geleider (bijvoorbeeld een rail 27), 10 waar een nabij het vrije einde aan het platform aangebrachte volger (bijvoorbeeld een rol 28) mee gaat samenwerken wanneer het verticaal gezwenkte platform door de hefmiddelen verder omhoog wordt verplaatst, zodat de daarop volgende rotatiebeweging van de hefarmen 80 bewerkstelligt dat het platform zwenkt en in de voertuigruimte 15 naar binnen schuift.
In de praktijk is het van voordeel indien de aandrijfmiddelen bij elke geleidebaanconstructie een kettingaandrijving omvatten met een ketting, die langs kettingwielen of dergelijke rollen is geleid 20 langs ten minste een deel van de geleidebaanconstructie 50 en die via een kettingbevestiging met de hefarm 80 is verbonden, en met een kettingaandrijfmotor 90, bij voorkeur een electrische kettingaandrij fmotor. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1028076
Bij voorkeur is voorzien in een onder de vloer van de ene zijkant 2 van de voertuigruimte naar de ander zijkant van de voertuigruimte 3 lopende synchronisatie-as, die bij beide zijkanten is voorzien van 4 een kettingwiel, dat met de ketting van de daar aanwezige 5 hefmiddelen in aangrijping is.
6 7
De kettingbevesting is in een voordelige uitvoering uitgevoerd als 8 een gelagerde rol 100 zoals getoond in figuren 8a,b. Deze rol is op 9 twee uit elkaar gelegen plaatsen 101, 102 verbonden met een uiteinde 10 van de ketting, waarbij het tussenliggende gebied 103 van de rol is 11 uitgevoerd met het profiel van een ketting, zodanig dat de rol een kettingwiel, dat de ketting langs een deel van de geleidebaanconstructie 50 geleidt, kan passeren.
-9-
Zoals eerder genoemd zijn hier de volgers 81, 82 van de hefarm 80 uitgevoerd als op een as gelagerde rollen. Daarbij is het van voordeel als de kettingbevestingsrol 100 op dezelfde as is 5 gemonteerd als een rol 81 die dient als volger, met name de as 84 aan een uiteinde ‘van de hefarm, dat is afgekeerd van de (scharnier)koppeling met het platform.
1028076
Claims (21)
1. Motorvoertuig (1) omvattende een voertuigruimte (2) begrensd door een vloer (3), wanden (4,5,6) en een dak (7), waarbij in de 5 wanden ten minste een toegangsopening (6) tot de voertuigruimte (2) is voorzien, waarbij afsluitmiddelen (9) zijn voorzien voor het afsluiten van de toegangsopening, welk motorvoertuig verder is voorzien van een bij de toegangsopening 10 tot de voertuigruimte behorend beweegbaar platform (10), welk platform een onderste positie nabij of op de grond kan innemen alsmede een geheven positie, waarin het platform zich in hoofdzaak op het niveau van de vloer (3) van de voertuigruimte bevindt, 15 welk platform (10) bijvoorbeeld dient voor het laden en lossen van een of meer objecten, zoals bijvoorbeeld een rolstoel, bij welk platform hefmiddelen (20,21,22) behoren, die ten minste zijn ingericht voor het verplaatsen van het platform tussen de 20 onderste en geheven positie daarvan, welk platform (10) verder ten minste een niet-werkzame opbergpositie kan innemen in de door de afsluitmiddelen afgesloten voertuigruimte, 25 met het kenmerk, dat het platform een niet-werkzame opbergpositie kan innemen zodanig dat het platform (10) zich onderlangs het dak (7) in de voertuigruimte (2) uitstrekt. 30
2. Motorvoertuig volgens conclusie 1, waarbij het platform een tweede niet-werkzame opbergpositie kan innemen.
3. Motorvoertuig volgens conclusie 2, waarbij het platform zich in 35 de tweede niet-werkzame opbergpositie in hoofdzaak voor de toegangsopening bevindt, bij voorkeur in de voertuigruimte. 1028076 -11-
4. Motorvoertuig volgens conclusie 3, waarbij het platform in de tweede niet-werkzame opbergpositie verticaal staat.
5. Motorvoertuig volgens een of meer van de voorgaande conclusies, 5 waarbij aan weerszijden van de voertuigruimte op het platform aangrijpende hefmiddelen (20) zijn voorzien, die enerzijds zijn bevestigd aan het platform en anderzijds aan de carrosserie van het voertuig.
6. Motorvoertuig volgens conclusie 5, waarbij de hefmiddelen elk een hefarm (21,22;80) omvatten, waarbij elke hefarm via een koppeling (23,24) verbonden is met het platform.
7. Motorvoertuig volgens conclusie 6, waarbij elke hefarm 15 (21,22;80) roteerbaar is tussen een stand, waarin hefarm met de koppeling met het platform naar beneden is gericht, en een stand, waarin de hefarm met de koppeling met het platform naar het dak is gericht.
8. Motorvoertuig volgens conclusie 6 of 7, waarbij de koppeling (23,24) tussen het platform en elke hefarm een scharnierkoppeling is met een beperkte zwenkhoek.
9. Motorvoertuig volgens conclusie 7, waarbij bij elke hefarm een 25 geleidebaanconstructie behoort, en waarbij elke hefarm is voorzien van meerdere volgorganen die de geleidebaanconstructie volgen, waarbij verder bij elke hefarm bijbehorende aandrijfmiddelen zijn voorzien. 1 2 3 4 5 6 1 028Q 76
10. Motorvoertuig volgens conclusie 9, waarbij de hefmiddelen 2 zodanig zijn μitgevoerd dat de hefarmen - bij bediening van de 3 hefmiddelen - het platform vanuit de onderste positie in in 4 hoofdzaak horizontale stand bewegen naar de geheven positie, waarbij 5 het platform tevens in de richting van de vloer van het voertuig 6 wordt bewogen. -12-
11. Motorvoertuig volgens conclusie 8, 9 of 10/ waarbij de hefmiddelen verder zodanig zijn uitgevoerd dat het platform, bijvoorbeeld met de hand, vanuit de geheven stand naar een in hoofdzaak verticale stand zwenkbaar is. 5
12. Motorvoertuig volgens conclusie 11, waarbij de hefmiddelen verder zodanig zijn uitgevoerd dat - wanneer het platform naar de verticale stand is gezwenkt, terwijl de hefmiddelen zich in de bij de geheven stand van het platform behorende toestand bevinden - de 10 geleidebaanconstructies bewerkstelligen dat de hefarmen - voor het naar de onderlangs het dak gelegen opbergpositie brengen van het platform - een rotatie uitvoeren, zodanig dat van elke hefarm de koppeling met het platform naar boven naar het dak wordt verplaatst.
13. Motorvoertuig volgens conclusie 12, waarbij aan elke zijde van de voertuigruimte bij het dak is voorzien in een geleider (bijvoorbeeld een rail 27), waar een nabij het vrije einde aan het platform aangebrachte volger (bijvoorbeeld een rol 28) mee gaat samenwerken wanneer het verticaal gezwenkte platform door de 20 hefmiddelen verder omhoog wordt verplaatst, zodat de daarop volgende rotatiebeweging van de hefarmen (21,22;80) bewerkstelligt dat het platform zwenkt en in de voertuigruimte naar binnen schuift.
14. Motorvoertuig volgens conclusie 9, waarbij de 25 geleidebaanconstructie omvat: - een in hoofdzaak vertikaal eerste haandeel (51), dat zich vanaf nabij de vloer omhoog uitstrekt, - een aan de bovenzijde op het verticale eerste haandeel (51) aansluitend schuin naar binnen en omhoog gericht tweede haandeel 30 (52), dat eindigt bij een nabij het dak gelegen top (53), - een vanaf de top naar beneden gericht derde haandeel (54), bij voorkeur met een bovenste deel (54a) dat schuin naar binnen en naar ! beneden is gericht, en met een daarop aansluitend onderste deel (54b) dat in hoofdzaak vertikaal naar beneden is gericht, welk naar 35 beneden gericht derde haandeel eindigt bij een onderste boog (55), t 0280 76 -13- - waarbij de boog (55) zich in hoofdzaak als een halve cirkel uitstrekt en aansluit op een doodlopend vierde baandeel (56), dat zich tussen het eerste baandeel en het derde baandeel bevindt, - een vijfde baandeel (57), dat op een afstand boven de vloer 5 aansluit op het eerste baandeel en schuin naar boven en naar binnen is gericht, waarbij elke hefarm (80) is voorzien van twee volgers (81,82) die op . . verschillende hoogteposities zijn aangebracht en op een afstand van elkaar aangrijpen op de geleidebaanconstructie (50), zodanig dat bij 10 het omhoog bewegen van het platform vanuit de onderste positie beide volgers zich bevinden in het eerste baandeel (51).
15. Motorvoertuig volgens een of meer van de conclusies 9-14, waarbij de aandrijfmiddelen bij elke geleidebaanconstructie (50) een 15 kettingaandrijving omvatten met een ketting, die langs kettingwielen of dergelijke rollen is geleid langs ten minste een deel van de geleidebaanconstructie en die via een kettingbevestiging (100) met de hefarm (80) is verbonden, en met een kettingaandrijfmotor (90), bij voorkeur een electrische kettingaandrijfmotor. 20
16. Motorvoertuig volgens conclusie 15, waarbij is voorzien in een onder de vloer van de ene zijkant van de voertuigruimte naar de ander zijkant van de voertuigruimte lopende synchronisatie-as, die bij beide zijkanten is voorzien van een kettingwiel, dat met de 25 ketting van de daar aanwezige hefmiddelen in aangrijping is.
17. Motorvoertuig volgens conclusie 15, waarbij de kettingbevestiging (100) met de hefarm (80) een rol (100) omvat, die op twee plaatsen (101,102) is verbonden met een uiteinde van de 30 ketting, waarbij het tussenliggende gebied (103) van de rol is uitgevoerd met het profiel van een ketting, zodanig dat de rol een kettingwiel dat de ketting langs een deel van de geleidebaanconstructie geleidt kan passeren.
18. Motorvoertuig volgens conclusie 17, waarbij volgers van de hefarm zijn uitgevoerd als op een as gelagerde rollen (81,82), en waarbij de kettingbevestingsrol (100) op dezelfde as (84) is 1 02ÖQ 76 -14- gemonteerd als een rol (81) die dient als volger, bijvoorbeeld een as aan een uiteinde van de hefarm, dat is afgekeerd van de (scharnier)koppeling met het platform.
19. Motorvoertuig volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de toegangsopening (6) aan de achterzijde van het motorvoertuig is voorzien, en waarbij de hefmiddelen zich langs een of beide zijwanden van de voertuigruimte (2) bevinden.
20. Motorvoertuig volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het platform (10) in de zich onderlangs het dak uitstrekkende opbergstand met zijn onderzijde naar het dak (7) is gekeerd.
21. Beweegbaar platform (10) met bijbehorende hefmiddelen (20) kennelijk bestemd voor een motorvoertuig volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 20 1028076
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1028076A NL1028076C1 (nl) | 2005-01-20 | 2005-01-20 | Motorvoertuig voorzien van beweegbaar platform. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1028076 | 2005-01-20 | ||
NL1028076A NL1028076C1 (nl) | 2005-01-20 | 2005-01-20 | Motorvoertuig voorzien van beweegbaar platform. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1028076C1 true NL1028076C1 (nl) | 2006-07-25 |
Family
ID=37026016
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1028076A NL1028076C1 (nl) | 2005-01-20 | 2005-01-20 | Motorvoertuig voorzien van beweegbaar platform. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1028076C1 (nl) |
-
2005
- 2005-01-20 NL NL1028076A patent/NL1028076C1/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6802095B1 (en) | Ramp assembly having a lift and lock mechanism | |
EP0629524B1 (en) | Vehicles and vehicle lifts | |
US4993088A (en) | Portable bed assembly for motor vehicles | |
US4536004A (en) | Movable foot-step for a vehicle | |
US6086314A (en) | Foldable platform wheelchair lift | |
US4022337A (en) | Hoist mechanism for use in a vehicle such as a bus | |
US5425615A (en) | Combination folding stair and platform wheelchair lift | |
US20010026756A1 (en) | Lift for a motorized vehicle or the like | |
US5110252A (en) | Wheelchair lift for transit vehicles having elevated passenger compartment floor | |
US10813802B2 (en) | Ramp assembly for motorized vehicle | |
KR101000243B1 (ko) | 도크 레벨러 | |
BE1021442B1 (nl) | Bevestigingssysteem voor een zeil | |
US8533884B1 (en) | Fold out ramp | |
US4175495A (en) | Entrance step arrangement for a short distance transport vehicle | |
US9783094B2 (en) | Self-aligning platform mechanism for low-floor vehicles access device | |
US6264416B1 (en) | Compact, slide-out ramp for a minivan | |
JP3912513B2 (ja) | 乗込場のターンテーブル装置 | |
NL1028076C1 (nl) | Motorvoertuig voorzien van beweegbaar platform. | |
WO2003064208A1 (en) | Ramp assembly having a lift and lock mechanism | |
CN105800324B (zh) | 适用于驮背运输车转场的地面驱动机构 | |
NL1025994C2 (nl) | Motorvoertuig voorzien van beweegbaar platform. | |
NL1029772C2 (nl) | Motorvoertuig voorzien van beweegbaar platform. | |
JP4309353B2 (ja) | 移動式リフターにおけるリフター荷台の扉開閉装置 | |
JPH0710915Y2 (ja) | トラックのウィング式フード | |
NL1043819B1 (nl) | Laadbrug met gewichtscompensatie. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20090801 |