NL1027905C2 - Transporteur. - Google Patents
Transporteur. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1027905C2 NL1027905C2 NL1027905A NL1027905A NL1027905C2 NL 1027905 C2 NL1027905 C2 NL 1027905C2 NL 1027905 A NL1027905 A NL 1027905A NL 1027905 A NL1027905 A NL 1027905A NL 1027905 C2 NL1027905 C2 NL 1027905C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- conveyor
- guide body
- running
- members
- transport path
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G15/00—Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration
- B65G15/08—Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration the load-carrying surface being formed by a concave or tubular belt, e.g. a belt forming a trough
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G39/00—Rollers, e.g. drive rollers, or arrangements thereof incorporated in roller-ways or other types of mechanical conveyors
- B65G39/10—Arrangements of rollers
- B65G39/20—Arrangements of rollers attached to moving belts or chains
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G43/00—Control devices, e.g. for safety, warning or fault-correcting
- B65G43/06—Control devices, e.g. for safety, warning or fault-correcting interrupting the drive in case of driving element breakage; Braking or stopping loose load-carriers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Structure Of Belt Conveyors (AREA)
Description
Korte aanduiding: Transporteur. j
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 transporteur voor het transporteren van materiaal omvattende een eindloze flexibele zich langs een transporttraject uitstrekkende draagband, twee omkeerorganen aan de uiteinden van het transporttraject om welke omkeerorganen de draagband is geslagen waarbij de draagband over tenminste eén heengaand deel van het transporttraject een holle 10 dwarsdoorsnede heeft voor het in de holte opnemen van het te transporteren materiaal, aandrijfmiddelen voor het doen voortbewegen van de draagband tussen de omkeerorganen en geleidingsmiddelen voor het geleiden van de draagband de geleidingsmiddelen omvattende tenminste één stationaire eindloos geleidingslichaam, een aantal looporganen verdeeld 15 over de lengte van het transporttraject welke looporganen in samenwerking met het tenminste ene geleidingslichaam verplaatsbaar zijn langs het tenminste ene geleidingslichaam en koppelmiddel en voor het koppelen van de looporganen met de draagband, de transporteur verder omvattende ondersteuningsmiddelen voor het ondersteunen van het tenminste ene 20 geleidingslichaam boven een ondergrond.
Een dergélijke transporteur wordt omschreven in de Nederlandse terinzagelegging NL 9400819. Bij deze transporteur is er sprake van een eindloze draagband die dm looptrommels respectievelijk ter plaatse van een laadstation en een losstation is geslagen. De band is aan 25 langsranden ervan opgehangen aan in rails lopende loopwagens waardoor tussen het laadstation en het losstation twee in dwarsdoorsnede U-vormige, naast elkaar gelegen, bandgebieden ontstaan, respectievelijk voor een heengaand deel en een teruggaand deel van het transporttraject waarlangs de band verloopt. De rails zijn uitgevoerd als holle kokers met 30 aan de onderzijde een langssleuf waardoorheen draagframes van de loopwagens zich uitstrekken en waarbij vier wielen per loopwagen zich 1027905 2 twee-aan-twee aan weerszijden van de sleuf op banen aan de binnenzijde van de koker verlopen. Ter plaatse van de looptrommels torderen de kokervormige rails over 90° en weer terug teneinde de band te laten verlopen van een U-vormige dwarsdoorsnede naar een vlakke dwarsdoorsnede 5 en weer terug naar een U-vormige dwarsdoorsnede.
Alhoewel het met de omschreven transporteur volgens de stand van de techniek op voordelige wijze mogelijk is om bulkmateriaal over relatief grote afstanden, zelfs volgens een bochtig transporttraject, te transporteren tussen het toevoerstation en het 10 afvoerstation, blijkt in de praktijk de gekozen constructie voor de geleiding tot problemen te kunnen leiden in die zin dat een loopwagen binnen de kokervormige rails vast kan lopen, bijvoorbeeld doordat ongewenst materiaal binnen de koker terecht komt. Alhoewel dit soort problemen sporadisch voorkomen, kunnen de gevolgen ervan ernstig zijn 15 doordat tijdens eén dergelijk vastlopen de band kan losscheuren van een loopwagen en daardoor de U-vormige dwarsdoorsnede van de band verloren gaat en te transporteren materiaal in de heengaande slag van de band daaruit valt. Met de herstelwerkzaamheden kan een aanzienlijke tijd zijn gemoeid hetgeen, bijvoorbeeld tijdens het laden en lossen van een schip, 20 tot grote problemen kan leiden.
De onderhavige uitvinding beoogt nu een transporteur volgens de aanhef te verschaffen die nog betrouwbaarder is dan de transporteur volgens de stand van de techniek, meer specifiek doordat de geleidingsmiddelen ervan minder kans op storingen heeft. Daarnaast beoogt 25 dè onderhavige uitvinding een goedkopere constructie te verschaffen dan de constructie van de transporteur volgens de stand van de techniek. Hiertoe kenmerkt de transporteur volgens de uitvinding zich doordat de samenwerking tussen het tenminste ene geleidingslichaam en de looporganen ter plaatse van een buitenoppervlak van het tenminste ene 30 geleidingslichaam plaatsvindt. Doordat de samenwerking tussen het tenminste ene geleidingslichaam en de looporganen bij de transporteur 1027905 3 volgens de uitvinding ter plaatse van het buitenoppervlak van het tenminste ene geleidingslichaam plaatsvindt is het risico uitermate beperkt dat objecten die zich onverhoopt in de baan van de looporganen zouden bevinden, tot het vastlopen van de transporteur zouden kunnen 5 leiden aangezien dergelijke objecten alle ruimte hebben om te ontwijken in tegenstelling tot bij de transporteur volgens de stand van de techniek. Bovendien geldt dat het gebied waar samenwerking tussen het geleidingslichaam en de looporganen plaatsvindt gemakkelijk toegankelijk is zodat eventuele storingen ter plaatse makkelijk kunnen worden 10 verholpen.
Een uitermate soepele geleiding kan worden gerealiseerd indien de looporganen ieder tenminste één, om een respectievelijke rotatie-as roteerbaar, rol lichaam dat rolt over het tenminste ene geleidingslichaam omvatten.
15 Daarbij geniet het de verdere voorkeur dat de looporganen ieder twee rol lichamen die op verschillende posities in dwarsdoorsnede rollen over het tenminste ene geleidingslichaam omvatten Hierdoor is als het ware mogelijk om het geleidingslichaam in min of meerdere mate op te sluiten tussen rol lichamen waardoor het risico kan worden beperkt of 20 zelfs worden uitgesloten dat de rol lichamen loskomen van het tenminste ene geleidingslichaam waardoor de samenwerking tussen de looporganen en het geleidingslichaam verloren zou gaan.
Een nog stabielere situatie kan worden verkregen indien de looporganen ieder drie rol lichamen die op verschillende posities in 25 dwarsdoorsnede rollen over het tenminste ene geleidingslichaam omvatten. Aldus kan een volledige positieve opsluiting van het tenminste ene geleidingslichaam worden gecreëerd.
Mede afhankelijk van het aantal toegepaste rol lichamen kan een constructief eenvoudige en gunstige situatie worden verkregen indien 30 de hoek de hoek tussen rotatie-assen van rol lichamen gelegen is tussen 60 graden en 120 graden of meer specifiek tussen 75 graden en 105 graden.
1027905 4
Teneinde de looporganen9 de koppel middel en en de draagband zo gunstig mogelijk mechanisch te belasten geniet het de voorkeur dat de rotatie-assen van twee rol lichamen elkaar snijden of althans kruisen aan één zijde van het tenminste ene geleidingslichaam terwijl de koppeling 5 door de koppel middel en van het betreffend looporgaan met de draagband aan de recht tegenover de ene zijde gelegen andere zijde van het betreffend geleidingsorgaan plaatsvindt. De trekkracht die door de band wordt uitgeoefend op de koppelmiddel en hoeft daarbij geen aanleiding te geven tot ongunstige mechanische buigende momenten.
10 De breedte van twee rol lichamen wijken bij voorkeur van elkaar af waarbij de breedste van de twee rol lichamen in verhoogde mate in staat is om contact te houden met het ten minste enige geleidingslichaam hetgeen met name van belang is ter plaatse van de twee omkeerorganen.
15 Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm heeft het ten minste ene rol lichaam een diabolo-vorm waardoor de contour van het ten minste ene geleidingslichaam in dwarsdoorsnede door de diabolovorm van het ten minste ene rol!ichaam kan worden gevolgd hetgeen eveneens er toe leidt dat er sprake is van een verminderd risico op het verloren gaan van 20 de geleidende samenwerking tussen de looporganen en het ten minste geleidingslichaam.
Bij voorkeur geldt dat voor ieder van de twee eindloze langszijden van de draagband een stationair geleidingslichaam is voorzien met bijbehorende looporganen waardoor de draagband op eenvoudige wijze 25 een U-vormige dwarsdoorsnede kan aannemen.
Teneinde te bereiken dat de looporganen zo gunstig mogelijk mechanisch worden belast geniet het de verdere voorkeur dat de looporganen een in hoofdzaak C-vormig beugel met een open zijde omvat welke beugel het bijbehorende geleidingslichaam ten dele omgeeft.
30 Indien de laatstgenoemde voorkeursuitvoeringsvorm wordt toegepast in combinatie met de eveneens voorgaand besproken 1027905 5 voorkeursuitvoeringsvorm waarbij de breedte van twee rol lichamen van elkaar afwijken, geniet het de verdere voorkeur dat de breedte van het rol lichaam gelegen aan de open zijde groter is dan de breedte van het andere rol lichaam aangezien met name aan de open zijde van de C-vorm het 5 risico bestaat dat de geleidende samenwerking tussen het ten minste ene geleidingslichaam en het looporgaan in kwestie verloren gaat.
In het geval dat voor ieder van de twee eindloze langszijden van de draagband een stationair geleidingslichaam is voorzien en bijbehorende looporganen overeenkomstig een bovenstaande beschreven 10 voorkeursuitvoeringsvorm, geniet het tevens de voorkeur dat voor het heengaand deel van het transporttraject de open zijden van de C-vormige beugels van twee looporganen aan de twee respectievelijke langszijden van de draagband, van elkaar af zijn gericht. Hierdoor wordt bereikt dat bij het vlak maken van de dwarsdoorsnede van de draagband ter plaatse van een 15 omkeerorgaan de open zijde aan de onderzijde van het ten minste ene geleidingslichaam is gelegen, terwijl de rug van de C-vorm juist aan de bovenzijde van het ten minste ene geleidingslichaam is gelegen. Hierdoor neemt hét risico verder af dat tijdens het vlaktrekken van de draagband de geleidende samenwerking tussen het ten minste ene geleidingslichaam en 20 de looporganen verloren zou gaan onder invloed van de zwaartekracht.
Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm zijn de twee geleidingslichamen voor het heengaand deel van het transporttraject in horizontale richting gezien tussen de twee geleidingslichamen voor een teruggaand deel van het transporttraject 25 gelegen. Aldus kunnen de ondersteuningsmiddelen veel gunstiger, namelijk meer symmetrisch, worden bèlast waardoor deze ondersteuningsmiddelen lichter kunnen worden uitgevoerd en ér bovendien in beduidend mindere mate sprake is van het risico dat deze ondersteuningsmiddelen zullen kantelen onder invloed van de mechanische belasting die wordt uitgeoefend 30 op de geleidingslichamen. Hierbij dient men zich te realiseren dat dergelijke ondersteuningsmiddelen veelal zijn uitgevoerd als bokken of 1027905 ' 6 dergelijke waaraan zowel het geleidingslichaam voor het heengaand deel van het transporttraject als het geleidingslichaam voor het teruggaand deel van het transporttraject zijn opgehangen of althans daardoor worden ondersteund. Het moge de vakman duidelijk zijn dat een dergelijke 5 voorkeursuitvoeringsvorm ook van nut zou kunnen zijn bij de transporteurs volgens de stand van de techniek waarbij er geen sprake is van een samenwerking tussen het tenminste ene geleidingslichaam en de looporganen ter plaatse van een buitenoppervlak van het ten minste ene geleidingslichaam. Meer specifiek zou er dan sprake zijn van een 1Ö transporteur voor het transporteren van materiaal omvattende een eindloze flexibele zich langs een transporttraject uitstrekkende draagband» twee omkeerorganen aan de uiteinden van het transporttraject om welke omkeerorganen de draagband is geslagen waarbij de draagband over tenminste een heengaand deel van het transporttraject een holle 15 dwarsdoorsnede heeft voor het in de holte opnemen van het te transporteren materiaal, aandrijfmiddelen voor het doen voortbewegen van de draagband tussen de omkeerorganen en geleidingsmiddelen voor het geleiden van de draagband de geleidingsmiddelen omvattende tenminste één stationaire eindloos geleidingslichaam, een aantal looporganen verdeeld 20 over de lengte van het transporttraject welke looporganen in samenwerking met het tenminste ene geleidingslichaam verplaatsbaar zijn langs het tenminste ene geleidingslichaam en koppelmiddelen voor het koppelen van de looporganen met de draagband, de transporteur verder omvattende ondersteuningsmiddelen voor het ondersteunen van het tenminste ene 25 geleidingslichaam boven een ondergrond waarbij de twee geleidingslichamen voor het heengaand deel van het transporttraject in horizontale richting gezien tussen de twee geleidingslichamen voor een teruggaand deel van het transporttraject zijn gelegen.
Volgens een verdere uitermate belangrijke 30 voorkeursuitvoeringsvorm heeft het ten minste ene geleidingslichaam een ronde dwarsdoorsnede. Dit heeft het grote voordeel dat de samenwerking 1027905 7 tussen het tenminste ene geleidingslichaam en de looporganen in een willekeurige hoekstand ten opzichte van elkaar kan plaatsvinden. Dit is met name voordelig ter plaatse van de omkeerorganen waarbij, in het geval voor ieder van de twee eindloze langszijden van de draagband een 5 stationair geleidingslichaam is voorzien met bijbehorende looporganen, de langszijden van elkaar af en weer naar elkaar toe dienen te worden bewogen. In plaats van het in die positie getordeerd uitvoeren van het tenminste ene geleidingslichaam, kan bij de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm worden volstaan met het van elkaar af en weer 10 naar elkaar toe doen verlopen van de twee tegenover elkaar gelegen ronde geleidingslichamen.
De koppel middel en omvatten bij voorkeur twee klembekken voor het in naar elkaar toe geforceerde toestand tussen de klembekken inklemmen van een langszijde van de draagband. Mocht nu onverhoopt de 15 transporteur toch nog vastlopen waardoor er een grote mechanische belasting wordt uitgeoefend op de verbinding tussen de koppelmiddelen en de draagband, bestaat vóór dè draagband nog de mogelijkheid om tussen de twee klembekken uit te geleiden, zonder dat dit tot het onherroepelijk scheuren van de draagband leidt.
20 Een verbeterde klemwerking wordt daarbij verkregen indien volgens een verder voorkeursuitvoeringsvorm de klembekken een geprofileerd klemvlak hebben.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm geldt dat de wand is voorzien van een verdikking en de koppel middel en een kamer omvat 25 voor het opsluiten van de verdikking.
De voorkeursuitvoeringsvormen bovenstaand omschreven met betrekking tot de koppelmiddelen kunnen, zoals de vakman zal begrijpen, eveneens worden toegepast bij een transportsysteem volgens de stand van de techniek waarbij er geen sprake is van samenwerking tussen het ten 30 minste ene geleidingslichaam en de looporganen ter plaatse van een buitenoppervlak van de ten minste ene geleidingslichaam.
1027905 8
Een groot probleem voor transporteurs van het type volgens de uitvinding wordt gevormd door het feit dat, in het geval van een onverhoopt vastlopen, de aandrijfmiddelen, althans aanvankelijk hun aandrijvende werkzaamheid zullen voortzetten waardoor vergrote schade kan 5 ontstaan aan de transporteur. Om nu bij onverhoopt falen zo snel mogelijk de werking van de aandrijfmiddelen te stoppen verloopt volgens een bijzonder voordelige voorkeursuitvoeringsvorm een veiligheidskabel onder of althans nabij de draagband dan wel de koppelmiddelen voor het vanwege beroering door de draagband dan Wel de koppelmiddelen van de 10 veiligheidskabel bij plotseling falen van de transporteur, deactiveren van de aandrijfmiddelen. Mocht nu bijvoorbeeld de draagband los geraken van de koppelmiddelen en onder invloed van de zwaartekracht neerwaarts vallen, zal deze draagband de veiligheidskabel beroeren, op basis van welke beroering de veiligheidskabel vervolgens de aandrijfmiddelen 15 deactiveert.
De ondersteuningsmiddelen omvatten bij voorkeur op afstand langs het transporttraject opgestelde portaal elementen met ieder een bovenste liggend deel waarvandaan verbindingshal ken zich neerwaarts uitstrekken via welke verbindingshal ken de geleidingslichamen met het 20 liggend deel zijn verbonden.
Ten behoeve van de constructieve eenvoud en derhalve het beperken van de kostprijs geniet het daarbij de bijzondere voorkeur dat zowel het geleidingslichaam deel uitmakend van het heengaand deel van het transporttraject als het geleidingslichaam deel uitmakend van het 25 teruggaand deel van het transporttraject via één en dezelfde j verbindingsbalk met het liggend deel is verbonden.
in het licht van bovenstaande heeft de onderhavige uitvinding tevens betrekking op een portaal element voor toepassing bij een transporteur volgens de uitvinding, meer in het bijzónder volgens de 30 voorkeursuitvoeringsvormen overeenkomstig de twee voorgaande alinea's.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 1027905 9 de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een transporteur volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren:
Figuren la en lb tonen schematisch respectievelijk in bovenaanzicht en in zijaanzicht een transporteur volgens de uitvinding 5 zonder draagband ter plaatse van een omkeerorgaan.
Figuren 2a tot en met 2d tonen schematisch respectievelijk dwarsdoorsneden Ila-IIa, Ilb-IIb, IIc-IIc, Ild-IId in figuur la inclusief een draagband.
Figuren 3a tot en met 3d tonen details lila, Illb, IIIc, 10 IIld in respectievelijk de figuren 2a tot en met 2d.
Figuren 4a en 4b tonen schematisch respectievelijk in dwarsdoorsnede en in zijaanzicht een runner met de omgeving ervan ter plaatse van een looporgaan.
Figuren 5a en 5b tonen schematisch respectievelijk in 15 dwarsdoorsnede en in zijaanzicht een alternatieve runner.
De figuren la t/m 3d tonen in verschillende aanzichten en doorsneden zoals bovenstaand aangegeven een (deel van een) transportsysteem 1 voor bulkmateriaal zoals bijvoorbeeld ertsen, puin, slib of grind. Het transportsysteem 1 strekt zich uit tussen een 20 transporttraject waarin zowel horizontale als verticale bochten kunnen voorkomen, tussen een toevoerzijde en een afvoerzijde, welke afvoerzijde in figuren la en lb met verwi jzingscijfer 2 is aangegeven. Het transportsysteem 1 omvat een groot aantal portaal vormige bokken 3 die zich op in hoofdzaak gelijke afstand van elkaar bevinden langs het 25 transporttraject en waarvan er in de figuren la en lb overigens slechts één is weergegeven. Zowel ter plaatse van de toevoerzijde als ter plaatse van de afvoerzijde 2 bevindt zich een framewerk 4 ten opzichte waarvan een trommel 5 roteerbaar om een horizontale as samenvallend met de hartlijn van trommel 5 roteerbaar is bevestigd. Framewerk 4 omvat een 30 aantal staanders 6, een aantal langsliggers 7 en een aantal dwarsliggers 8.
1027905 10 i i
Bokken 3 omvatten een aantal V-vormig ten opzichte van elkaar opgestelde staanders 9» aan de onderzijde van ieder paar staanders 9 langsliggers 10 en aan de bovenzijde ter plaatse van de punt van de V-vorm een dwarsligger 11 die twee tegenover elkaar gelegen 5 V-vormig opgestelde paren van staanders 9 met elkaar verbindt.
Transportsysteem 1 is verder voorzien van twee spiegel symmetrisch ten opzichte van elkaar opgestelde buisvormige eindloze gel ei di ngsrai1s 12, 13 die beide zowel een heengaand deel 14 als een teruggaand deel 15 langs het transporttraject volgen. Langs de 10 respectievelijke rails 12» 13 zijn runners 16 verplaatsbaar» waarvan er één in de figuren 4a en 4b meer in detail is weergegeven. Iedere runner 16 omvat een gelijkzijdig stuk hoekstaal 17 waarvan de hoek is gericht naar de rails 12, 13 waar de betreffende runner 16 over verloopt. Aan iedere zijde van hoekstaal 17 zijn twee loopwielen 18» 19 roteerbaar om 15 respectievelijk rotatie-assen 20, 21 aan hoekstaal 17 bevestigd. De breedte van wielen 19 is daarbij groter dan die van loopwielen 18 waarbij wordt opgemerkt dat loopwielen 19 ook als een samengesteld loopwiel kan worden uitgevoerd» namelijk samengesteld uit bijvoorbeeld twee naast elkaar gelegen loopwielen 18. Aan de zijde van hoekstaal 17 waaraan 20 loopwielen 18 zijn bevestigd is runner 16 tevens voorzien van een, in hoofdzaak C-vormige beugel 22 die zich tussen twee loopwielen 18 door om de betreffende rails 12, 13 heen uitstrekt en aan de tegenover hoekstaal 17 gelegen zijde van rails 12, 13 is voorzien van een koppelstuk 23 met daarin boring 24.
25 Aan de diverse runners 16 is een eindloze flexibele rubberen draagband 25 opgehangen. Hiertoe is per runner 16 een koppel orgaan 26 voorzien met twee klemdelen 27, 28 die zich aan hun bovenzijden aan weerszijden van koppelstuk 23 uitstrekken en ter plaatse eveneens zijn voorzien van boringen 29, 30 in lijn met boring 24 voor het 30 door achtereenvolgens boringen 29, 24» 30 kunnen doen uitstrekken van een niet nader getoonde scharnierpen zodat het klemorgaan 26 scharnierbaar is 1027905 11 om deze scharnierpen heen ten opzichte van de bijbehorende runner 16.
Draagband 25 is aan de bovenzijde ingeklemd tussen twee klemstukken 27, 28 die aan de naar de draagband 25 gekeerde zijden zijn voorzien van een geprofileerd oppervlak en die naar elkaar toe worden geforceerd met 5 behulp van drie bout-moercombinaties 31 waarbij de bouten zich uitstrekken door respectievelijke gaten in klemstukken 27 en 28 alsmede in band 25. Alternatief is het overigens ook mogelijk dat er geen sprake is van één of een aantal gaten in draagband 25 maar in plaats daarvan dat de langsrand 32 van band 25 is verdikt en dat klemming van band 25 10 plaatsvindt onder deze verdikking zodat de verdikking als het ware wordt opgesloten.
Ieder klemorgaan 26 is tenslotte aan weerszijden ervan aan de onderzijden van klemstukken 27, 28 voorzien van zijwaarts uitstekende beveiligingsarmen 33. Vlak onder één van beide beveiligingsarmen 33 is 15 een vei 1i ghei dskabel 34 gespannen die is gekoppeld met het aandrijfsysteem voor transportband 25. Dit aandrijfsysteem kan op vergelijkbare wijze zijn uitgevoerd als omschreven in de Nederlandse terinzagelegging NL 9400819 waarbij gebruik wordt gemaakt van op regelmatige afstand van elkaar langs het transporttraject opgestelde 20 aandrijfsystemen met aandrijfwielen die aangrijpen op een vrij oppervlak van de band 25. In het onverhoopte geval dat runner 16 loskomt van rails 12, 13 of dat de scharnierpen die zich uitstrekt door boringen 29, 24, 30 breekt zal onder invloed van de zwaartekracht de beveiligingsarm 33 veiligheidskabel 34 beroeren in reactie waarop deze de aandrijving voor 25 de transportband 25 uitschakelt en aldus verdere schade voorkomt.
Runners 16, klemorganen 26 en de transportband 25 zijn ten behoeve van de duidelijkheid niet weergegeven in de figuren la en lb. De figuren 2a tot en met 3d, zeker in combinatie met figuren la en lb brengen duidelijk in beeld op welke wijze de draagband 25 is opgehangen. 30 Ter plaatse van het heengaand deel 14 heeft draagband 25 in dwarsdoorsnede een U-vorm waarbij binnen de U-vorm het te transporteren 1027905 12 bulkmateriaal 35 is opgenomen. Aanvankelijk (figuur 2b) heeft de draagband 25 ook bij het begin van framewerk 4 in het heengaand deel 14 een U-vorm, echter deze gaat verloren doordat rails 12» 13 voor hét heengaand deel 14 binnen framewerk 4 uit elkaar verlopen waardoor de 5 draagband 25 van een U-vorm zuiver horizontaal wordt getrokken zodat deze geslagen kan worden om de omkeertrommel 5. Band 25 volgt vanaf het midden van omkeertrommel 5 vervolgens weer het teruggaand deel 15 van het transporttraject waarbij de band van een zuiver horizontale rechtlijnige dwarsdoorsnede weer overgaat in een min of meer komvormige doorsnede 10 (figuur 2d tot en met figuur 2a) welke doorsnede de U-vormige dwarsdoorsnede van band 25 langs het heengaand deel 14 van rails 12, 13 ten dele omgeeft. Het zal duidelijk zijn dat onder invloed van de zwaartekracht het materiaal 35 ter plaatse van omkeertrommel 5 uit band 25 zal vallen, bijvoorbeeld in een trechter, en geschikt is voor verdere 15 verwerking of transport. Het is van belang op te merken dat tijdens het van elkaar af bewegen van rails 12 in het heengaand deel en het weer terug naar elkaar toe bewegen van rails 12, 13 in het teruggaand deel 15 de oriëntatie van de runners 16 wijzigt, waarbij desondanks er continu sprake blijft van contact tussen loopwielen 18, 19 enerzijds en rails 12, 20 13 anderzijds. Er is voor gekozen om de C-vormige beugels 22 dusdanig te bevestigen aan hoekstalen 17 dat de ruggen ervan in de stand volgens figuur 2d zich uitstrekken boven rails 14 zodat het risico geminimaliseerd is dat runners 16 op dit kritisch punt loskomen van rails 14. Zoals de vakman zal begrijpen is dit risico aanzienlijk kleiner zodra 25 het materiaal 35 van band 25 is afgevallen.
Voor het bevestigen van rails 12, 13 aan bokken 3 is er voor gekozen om gebruik te maken van zich verticaal neerwaarts vanaf liggers 11 uitstrekkende verbindingshal ken 36 die via verbindingsstrippen 37, 38 zijn verbonden met respectievelijk het teruggaande deel 15 en het 30 heengaande deel 14 van rails 12, 13. Deze verbinding wordt tot stand gebracht via de open zijde van de C-vorm van beugel 22. Voor de beide 1027905 13 framewerken 4 is een vergelijkbare constructie gekozen» althans ter plaatse van doorsnede Ilb-IIb (zie figuur 3b) alwaar een gemeenschappelijke verbindingshalk 39 is voorzien die zowel het heengaand deel 14 en het teruggaand deel 15 van rails 12, 13 via 5 verbindingsstrippen 40, 41 met ligger 8 verbindt. Dichter bij trommel 5 is er echter voor gekozen om de verbinding tussen het heengaand deel 14 en het teruggaand deel 15 van rails 12, 13 met framewerk 4 te laten verlopen via respectievelijk horizontale verbindingshal ken 42, 43 (figuur 3c) en 44» 45 (figuur 3d).
10 In Figuren 5a en 5b wordt een alternatieve runner 116 getoond, overigens zonder een draagband en de ophanging daarvoor. Runner 116 is voor een deel vergelijkbaar met runner 16 en omvat twee paar loopwielen 118, 119 van gelijke breedte die roteerbaar om respectievelijke rotatie-assen 120, 121 zijn verbonden met gelijkzijdige 15 haaks stuk hoekstaal 117. Met het hoekstaal is verdere een C-vormigé beugel 122 die is voorzien van een koppelstuk 123 verbonden aan het onderste uiteinde waarvan via koppelplaat 143 op gelijke langsposities als loopwielen 118, 119» twee loopwielen 141 roteerbaar om (althans in de weergegeven situatie) horizontale rotatie-assen 142 aan de onderzijde van 20 rails 12, 13 zijn bevestigd. Aldus wordt rails 12, 13 geheel opgesloten door de loopwielen 118, 119. 141 van runner 116 waardoor wordt uitgesloten dat de runner 116 van rails 12, 13 af geraken.
25 1027905
Claims (21)
1. Transporteur voor het transporteren van materiaal omvattende een eindloze flexibele zich langs een transporttraject 5 uitstrekkende draagband, twee omkeerorganen aan de uiteinden van het transporttraject om welke omkeerorganen de draagband is geslagen waarbij de draagband over tenminste een heengaand deel van het transporttraject een holle dwarsdoorsnede heeft voor het in de holte opnemen van het te transporteren materiaal, aandrijfmiddelen voor het doen voortbewegen van 10 de draagband tussen de omkeerorganen en geleidingsmiddelen voor het geleiden van de draagband de geleidingsmiddelen omvattende tenminste één stationaire eindloos geleidingslichaam, een aantal looporganen verdeeld over de lengte van het transporttraject welke looporganen in samenwerking met het tenminste ene geleidingslichaam verplaatsbaar zijn langs het 15 tenminste ene geleidingslichaam en koppelmiddel en voor het koppelen van de looporganen met de draagband, de transporteur verder omvattende ondersteuningsmiddélen voor het ondersteunen van het tenminste ene geleidingslichaam boven een ondergrond, met het kenmerk, dat de samenwerking tussen het tenminste ene geleidingslichaam en de looporganen 20 ter plaatse van een buitenoppervlak van het tenminste ene gel ei di ngsli chaam plaatsvi ndt.
2. Transporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de looporganen ieder tenminste één, om een respectievelijke rotatie-as roteerbaar, rol 1ichaam dat rolt over het tenminste ene geleidingslichaam 25 omvatten.
3. Transporteur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de looporganen ieder twee rol lichamen die op verschillende posities in dwarsdoorsnede rollen over het tenminste ene geleidingslichaam omvatten waarbij de rotatie-assen van de respectievelijke twee rol lichamen een 30 hoek met elkaar insluiten.
4. Transporteur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de j 1027905 looporganen iéder drie rol lichamen die op verschillende posities in dwarsdoorsnede rollen over het tenminste ene geleidingslichaam omvatten.
5. Transporteur volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de hoek tussen rotatie-assen van rol lichamen gelegen is tussen 60 graden 5 en 120 graden of meer specifiek tussen 75 graden en 105 graden.
6. Transporteur volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de rotatie-assen van twee rol lichamen elkaar snijden of althans kruisen aan één zijde van het tenminste ene geleidingslichaam terwijl de koppeling door de koppel middel en van het betreffend looporgaan met de 10 draagband aan de recht tegenover de ene zijde gelegen andere zijde van het betreffend geleidingsorgaan plaatsvindt.
7. Transporteur volgens één van de conclusies 3, 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de breedten van twee rollichamen van elkaar afwijken.
8. Transporteur volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het tenminste ene rollichaam een diabolovorm heeft.
9. Transporteur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor ieder van de twee eindloze langszij den van de draagband een stationair geleidingslichaam is voorzien met bijbehorende 20 looporganen.
10. Transporteur volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de looporganen een in hoofdzaak C-vormig beugel met een open zijde omvat welke beugel het bijbehorende geleidingslichaam ten dele omgeeft.
11. Transporteur volgens conclusie 7 en volgens conclusie 10, 25 met het kenmerk, dat de breedte van een rollichaam gelegen aan de open zijde groter is dan de breedte van een andere rollichaam.
12. Transporteur volgens conclusie 9 en volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat voor het heengaand deel van het transporttraject de open zijden van de C-vormige beugels van twee looporganen aan de twee 30 respectievelijke langszijden van de draagband, van elkaar af zijn gericht. 1027905
13. Transporteur volgens één van de conclusies 9 tot en met 12, met het kenmerk, dat de twee geleidingslichamen voor het heengaand deel van het transporttraject in horizontale richting gezien tussen de twee geleidingslichamen voor een teruggaand deel van het transporttraject zijn 5 gelegen.
14. Transporteur volgens één van de voorgaande conclusies, met hèt kenmerk, dat het tenminste ene geleidingsl ichaam een ronde dwarsdoorsnede heeft.
15. Transporteur volgens één van de voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de koppel middel en twee klembekken omvatten voor het in naar elkaar toe geforceerde toestand tussen de klembekken klemmen van een langszijde van de draagband.
16. Transporteur volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de klembekken een geprofileerd klemvlak hebben.
17. Transporteur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagband is voorzien van een verdikking en de koppel middel en een kamer omvat voor het opsluiten van de verdikking.
18. Transporteur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een veiligheidskabel verloopt onder of althans nabij de 20 draagband dan wel de koppelmiddelen voor het vanwege beroering door de draagband dan wel de koppelmiddelen van de veiligheidskabel bij plotseling falen van de transporteur, deactiveren van de aandrijfmiddelen.
19. Transporteur volgens één van de voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat de ondersteuningsmiddelen op afstand langs het transporttraject opgestelde portaal elementen omvatten met ieder een bovenste liggend deel waarvandaan verbindingshal ken zich neerwaarts uitstrekken via welke verbindingshal ken de geleidingslichamen met het liggend deel zijn verbonden.
20. Transporteur volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat zowel het geleidingslichaam deel uitmakend van het heengaand deel van het 1027905 " ! transporttraject als het geleidingslichaam deel uitmakend van het teruggaand deel van het transporttraject via één en dezelfde verbindingsbalk met hét liggend deel is verbonden.
21. Portaal element voor toepassing bij een transporteur volgens 5 conclusie 19 of 20. 1 027905
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1027905A NL1027905C2 (nl) | 2004-12-28 | 2004-12-28 | Transporteur. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1027905A NL1027905C2 (nl) | 2004-12-28 | 2004-12-28 | Transporteur. |
NL1027905 | 2004-12-28 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1027905C2 true NL1027905C2 (nl) | 2006-06-29 |
Family
ID=34974699
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1027905A NL1027905C2 (nl) | 2004-12-28 | 2004-12-28 | Transporteur. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1027905C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2864225A4 (en) * | 2012-06-20 | 2016-04-27 | Laitram Llc | TRANSPORTER FRAME ASSEMBLY THAT CAN BE CLEANED |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1945300A (en) * | 1931-05-09 | 1934-01-30 | Wests Gas Improvement Co Ltd | Belt or band conveyer |
US3324806A (en) * | 1965-10-23 | 1967-06-13 | H P Albrecht | Belt-type conveyors |
AU1412483A (en) * | 1983-04-28 | 1984-11-01 | Willem Van Der Horst | Conveyor belt support |
US4499993A (en) * | 1982-01-28 | 1985-02-19 | Paurat F | Belt-type bulk-material conveyor for underground use |
AU607793B2 (en) * | 1987-08-03 | 1991-03-14 | Willem Van Der Horst | Tube supported conveyor belt |
-
2004
- 2004-12-28 NL NL1027905A patent/NL1027905C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1945300A (en) * | 1931-05-09 | 1934-01-30 | Wests Gas Improvement Co Ltd | Belt or band conveyer |
US3324806A (en) * | 1965-10-23 | 1967-06-13 | H P Albrecht | Belt-type conveyors |
US4499993A (en) * | 1982-01-28 | 1985-02-19 | Paurat F | Belt-type bulk-material conveyor for underground use |
AU1412483A (en) * | 1983-04-28 | 1984-11-01 | Willem Van Der Horst | Conveyor belt support |
AU607793B2 (en) * | 1987-08-03 | 1991-03-14 | Willem Van Der Horst | Tube supported conveyor belt |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2864225A4 (en) * | 2012-06-20 | 2016-04-27 | Laitram Llc | TRANSPORTER FRAME ASSEMBLY THAT CAN BE CLEANED |
US9764902B2 (en) | 2012-06-20 | 2017-09-19 | Laitram, L.L.C. | Cleanable conveyor frame assembly |
US10246263B2 (en) | 2012-06-20 | 2019-04-02 | Laitram, L.L.C. | Cleanable conveyor frame assembly |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2190271C (en) | Tilting tray package sorting apparatus | |
US5147025A (en) | Expandable powered roller conveyor | |
US7296521B2 (en) | Conveyance apparatus using movable body | |
US6394260B1 (en) | Conveyor system including roller-guided carriage assemblies | |
AU2015337855B2 (en) | Rail conveyor system with vertical carriage return | |
KR20040077432A (ko) | 제품운반용 이송장치 | |
US3528539A (en) | Overhead conveyor apparatus | |
WO2012035280A1 (fr) | Convoyeur a accumulation modulaire | |
KR20120060735A (ko) | 벌크물질운반용 컨베이어 | |
JP6043388B2 (ja) | 従動キャリッジに支持される運搬キャリッジを有する仕分けコンベヤ | |
NL1024501C2 (nl) | Inrichting voor het transporteren van producten. | |
NL1027905C2 (nl) | Transporteur. | |
EP0037293B1 (fr) | Balancelle polyvalente pour chaînes d'assemblage de produits manufacturés, notamment de véhicules automobiles | |
JP2002500146A (ja) | 懸垂コンベヤーから搬送可能な物品キャリアを受取るための受取りコンベヤーを備えたコンベヤー装置 | |
JP4240708B2 (ja) | 搬送設備 | |
JP3842371B2 (ja) | 吊り下げ搬送装置 | |
US1572941A (en) | Trolley conveyer | |
NL9200819A (nl) | Transportinrichting. | |
NL1019157C2 (nl) | Pendelvoertuig, in het bijzonder voor het vervoeren van kippen. | |
CZ399297A3 (cs) | Zařízení k pojíždění traverz pro přepravu obrobků | |
JPS6250369B2 (nl) | ||
NL1011646C2 (nl) | Kledingbufferinrichting. | |
EP0603466B1 (de) | Antriebselement für die Lastträger einer Hängeförderanlage | |
FR2935332A1 (fr) | Installation de transport a va-et-vient et a deux cables porteurs-tracteurs | |
US20080276419A1 (en) | Load bar connection for overhead conveyor |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20090701 |