NL1027494C2 - Printer en voorraadeenheid voor deze printer. - Google Patents

Printer en voorraadeenheid voor deze printer. Download PDF

Info

Publication number
NL1027494C2
NL1027494C2 NL1027494A NL1027494A NL1027494C2 NL 1027494 C2 NL1027494 C2 NL 1027494C2 NL 1027494 A NL1027494 A NL 1027494A NL 1027494 A NL1027494 A NL 1027494A NL 1027494 C2 NL1027494 C2 NL 1027494C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
substrate
core
nip
motor
printer
Prior art date
Application number
NL1027494A
Other languages
English (en)
Inventor
Lodewijk Tarcisius Holtman
Franciscus Johannes Wi Wolters
Hendrikus Johannes Josep Soest
Original Assignee
Oce Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Tech Bv filed Critical Oce Tech Bv
Priority to NL1027494A priority Critical patent/NL1027494C2/nl
Priority to EP05110188A priority patent/EP1657068B1/en
Priority to DE602005007835T priority patent/DE602005007835D1/de
Priority to AT05110188T priority patent/ATE399647T1/de
Priority to US11/269,565 priority patent/US20060104685A1/en
Priority to JP2005327100A priority patent/JP2006137193A/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1027494C2 publication Critical patent/NL1027494C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J11/00Devices or arrangements  of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, for supporting or handling copy material in sheet or web form
    • B41J11/48Apparatus for condensed record, tally strip, or like work using two or more papers, or sets of papers, e.g. devices for switching over from handling of copy material in sheet form to handling of copy material in continuous form and vice versa or point-of-sale printers comprising means for printing on continuous copy material, e.g. journal for tills, and on single sheets, e.g. cheques or receipts
    • B41J11/485Means for selecting a type of copy material amongst different types of copy material in the printing apparatus
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J15/00Devices or arrangements of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, specially adapted for supporting or handling copy material in continuous form, e.g. webs
    • B41J15/04Supporting, feeding, or guiding devices; Mountings for web rolls or spindles

Description

Printer en voorraadeenheid voor deze printer 5 De uitvinding betreft een printer voor het bedrukken van een substraat, omvattend een printeenheid en een voorraadeenheid voor het houden van een substraat en het afstaan van dit substraat ter doorvoering naar de printeenheid, waarbij de voorraadeenheid is voorzien van een orgaan voor het opnemen van een kem waarop het substraat gewikkeld is, zodanig dat deze kem na opname door het orgaan functioneel verbonden 10 is met een motor voor het roteerbaar aandrijven van de kem, en een stroomafwaarts gelegen doorvoerkneep voor het aangrijpen en doorvoeren van een afgewikkeld deel van het substraat welke kneep ter aandrijving hiervan functioneel verbonden is met de genoemde motor.
15 Transport van het substraat in een dergelijke printer dient onder alle omstandigheden zeer nauwkeurig plaats te vinden, in het bijzonder wanneer de printer een beeld op het substraat opbouwt uit een verzameling deelbeelden die nauwkeurig op elkaar dienen aan te sluiten. Echter, het is veelal ook nodig om het substraat terug op de kern te wikkelen, bijvoorbeeld omdat er een ander substraat bedrukt dient te worden of omdat 20 de kern met daarop het substraat gewikkeld zelfs geheel vervangen dient te worden door een nieuw type substraat. Bij de hiervoor genoemde printer blijkt dit terugvoeren van het substraat veelal gepaard te gaan met onnauwkeurigheden in het opwikkelen van het substraat op de kern, en bovendien blijken er regelmatig beschadigingen van het substraat, zoals plooien en dergelijke, te ontstaan. Deze onnauwkeurigheden en 25 beschadigingen hebben een negatieve invloed op de printkwaliteit waneer dit substraat opnieuw afgewikkeld wordt van de kem ter bedrukking hiervan.
Doel van de uitvinding is om een printer te verkrijgen met een aandrijving van de kem en doorvoerkneep die goedkoop is maar desondanks voorziet in een nauwkeurig 30 transport van het substraat naar de printeenheid en, indien nodig, een nauwkeurige opwikkeling van het substraat op de kern. Hiertoe is een printer volgens de aanhef uitgevonden, daardoor gekenmerkt dat de overbrenging van de motor naar de kem respectievelijk de kneep zodanig is dat bij het doorvoeren van het substraat naar de printeenheid alleen de kneep actief wordt aangedreven door de motor, en bij het 35 terugvoeren van het substraat ter opwikkeling hiervan op de kem, zowel de kern als de 1027494 2 kneep actief worden aangedreven door de motor, waarbij de kern evenveel meters substraat per seconde opwikkelt als de kneep terugvoert.
Bij deze printer wordt bij het afwikkelen van het substraat alleen de kneep actief 5 aangedreven door de motor. De doorvoersnelheid van het substraat wordt aldus bepaald door de snelheid die de kneep het substraat oplegt. Omdat het substraat stroomopwaarts (gezien in de doorvoerrichting van dit substraat) nog op de kern zit, wordt bij het doorvoeren als vanzelf aan het substraat getrokken waarbij dit wordt afgewikkeld van deze kern. De kern wordt hierbij niet actief aangedreven door de motor 10 maar draait vrij rond. Op deze kan een nauwkeurige afwikkeling van het substraat plaatsvinden. Bij het opwikkelen blijkt het voordelig te zijn om zowel de kern als de kneep actief aan te drijven. Op beide onderdelen van de printer wordt een draaimoment overgebracht onder toepassing van de genoemde motor. Hierbij wordt voorkomen dat er een bloes in het substraat wordt gevormd dor de opwikkelsnelheid op de kern gelijk 15 te maken aan de doorvoersnelheid van de kneep. Het blijkt dat dit kan leiden tot een zeer nauwkeurige opwikkeling van het substraat op de kern, waarbij er nauwelijks tot geen beschadigingen van het substraat meer voorkomen. Aldus kan het opgewikkelde substraat opnieuw worden gebruikt in een printer ter bedrukkung hiervan.
20 In een uitvoeringsvorm omvat de overbrenging een vrijlooplager tussen de motor en de kern, zodanig dat bij het doorvoeren van het substraat naar de printeenheid de kern ontkoppeld is van de motor. Onder toepassing van een vrijlooplager kan eenvoudig en betrouwbaar worden voorzien in een onderbreking van de actieve aandrijving tussen de motor en de kern. Het lager is zodanig aangebracht dat er nauwelijks tot geen krachten 25 van de motor worden overgebracht op de kern bij het afwikkelen van het substraat. Bij het opwikkelen echter voorziet het lager zelf in een directe koppeling tussen motor en kern.
In een uitvoeringsvorm is de verhouding in de overbrenging van de motor naar de kern 30 respectievelijk de kneep, bij het terugvoeren zodanig dat indien de kneep en de kern vrij zouden draaien, de opwikkelsnelheid van het substraat op de kern in meters substraat per seconde te allen tijden groter is dan de snelheid welke de kneep het substraat oplegt. In deze uitvoeringsvorm is er in voorzien dat de kern bij het terugvoeren van het substraat in beginsel altijd een grotere snelheid wil opleggen aan het substraat dan de 35 kneep. Aldus is het zeker dat er geen bloes in het substraat zal ontstaan tussen de
1 Π O 7 λ Q A
3 kneep en de kern bij het terugvoeren van dit substraat. In een verdere uitvoeringsvorm is er voorzien in een slipkoppeling tussen de motor en de kem teneinde te bewerkstelligen dat de werkelijke opwikkelsnelheid, dat wil zeggen de opwikkelsnelheid wanneer het substraat op de kem zit èn met zijn vrije uiteinde aangegrepen is door de 5 kneep, gelijk is aan de snelheid welke.de kneep bij het terugvoeren oplegt aan het substraat. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat er geen slip wordt opgelegd in de kneep. De terugvoersnelheid wordt bepaald door de kneep. De slipkoppeling zorgt ervoor dat de overbrenging van de motor naar de kern voor althans een percentage ontkoppeld is, en wel zodanig dat de opwikkelsnelheid van het substraat op de kem 10 exact gelijk is aan de doorvoersnelheid van de kneep.
In een uitvoeringsvorm is er althans tijdens het afwikkelen van het substraat voorzien in een remkoppel dat het draaien van de kern tegengaat. Onder toepassing van dit remkoppel kan voorkomen worden de kern, welke door de mogelijke aanwezigheid van 15 veel substraat een relatief grote traagheid kan bezitten, nog een tijdje doordraait als de kneep niet meer actief wordt aangedreven door de motor. Zou de kern namelijk wel nog een tijdje doordraaien voordat deze geheel tot stilstand komt, dan zou er een bloes van het substraat gevormd worden tussen de kem en de kneep hetgeen nadelig is bij het verder transporteren van het substraat indien de kneep weer aangedreven wordt. In een 20 verdere uitvoeringsvorm staat er continu een remkoppel op de kem, bijvoorbeeld door een mechanische remschoen tegen de omtreksrand van de kem gedrukt te houden. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat op zeer eenvoudige wijze het doordraaien van de kern onder alle omstandigheden kan worden tegengegaan.
25 In een uitvoeringsvorm is er stroomafwaarts van de doorvoerkneep een tweede kneep voor het aangrijpen en doorvoeren van het substraat naar het printvlak, welke tweede kneep is voorzien van een eigen aandrijfmotor. Het blijkt dat het transport van het substraat hierdoor met nog grotere nauwkeurigheid kan plaatsvinden. In een verdere uitvoeringsvorm is de aandrijving van de eerste doorvoerkneep uitgeschakeld indien het 30 substraat aangegrepen is door de tweede kneep. In deze uitvoeringsvorm bepaalt de tweede doorvoerkneep dus de doorvoersnelheid van het substraat naar de printeenheid. De eerste kneep draait in deze uitvoeringsvorm mee aangezien het substraat ook door deze kneep is aangegrepen. In een nog verdere uitvoeringsvorm, waarbij de motor ter aandrijving van de eerste doorvoerkneep een elektromotor is, 35 maakt deze motor bij de genoemde uitschakeling geen onderdeel uit van een gesloten 1027494 4 elektrisch circuit. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de klemmen van de elektromotor onder toepassing van een schakelaar elektrisch te ontkoppelen van de motor. Op deze wijze kan worden voorkomen dat de motor als een elektromechanische rem voor de eerste kneep gat werken bij het meedraaien hiervan.
5
In een uitvoeringsvorm is de snelheid van het substraat in meters per seconde tijdens het terugvoeren naar de kern bepaald door de snelheid welke de tweede kneep het substraat oplegt. In deze uitvoeringsvorm, althans zolang het substraat bij het terugvoeren naar de kern zowel door de eerste als tweede kneep is aangegrepen, is de 10 terugvoersnelheid gelijk aan de doorvoersnelheid van de tweede kneep. De eerste kneep is dan bijvoorbeeld ontkoppeld van zijn aandrijving onder toepassing van een eenrichtingslager. Zodra het substraat de tweede kneep verlaat echter, zal de snelheid van het terugvoeren weer door de eerste kneep worden bepaald zoals eerder aangegeven.
15
De uitvinding betreft tevens een voorraadeenheid voor een printer, in het bijzonder een inkjet printer. De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van onderstaande voorbeelden.
20 Figuur 1 is een schematische weergave van een printer volgens de huidige uitvinding. Figuur 2 is een schematische weergave van een lade van een voorraadeenheid van deze printer.
Figuur 3 geeft schematisch een deel van onderdelen weer welke zorg dragen voor transport van het substraat.
25 Figuur 4 geeft schematisch de overbrengingen weer tussen de aandrijfmotoren en de kern, respectievelijk de doorvoerknepen.
Figuur 1 30 Figuur 1 geeft schematisch een printer weer volgens de huidige uitvinding. Deze printer is voorzien van een voorraadeenheid 10, welke dient voor het opslaan en afstaan van het te bedrukken substraat. Daarnaast omvat deze printer transporteenheid 30 welke het substraat transporteert van de voorraadeenheid 10 naar de printeenheid 40. Eenheid 30 voorziet tevens in een nauwkeurige positionering van het substraat in de 35 printzone die gevormd wordt tussen het printvlak 42 en inkjet printkop 41.
1027494 5
Printeenheid 40 is in deze uitvoeringsvorm een conventioneel engine dat printkop 41 bevat, welke printkop is opgebouwd uit een aantal losse subkoppen, elk voor een van de kleuren zwart, cyaan, magenta en geel. Een dergelijk type printkop is uitvoerig beschreven in de Europese octrooiaanvrage EP 1 378 360. Printkop 41 heeft slechts 5 een beperkt printbereik waardoor het nodig is om het beeld op het substraat in verschillende deelbeelden te printen. Hiertoe wordt het substraat telkens een stuk getransporteerd in de doorvoerrichting (subscanrichting) zodat er een nieuw deel van het substraat in de printzone bedrukt kan worden. In het weergegeven voorbeeld is het substraat 12 afkomstig van een rol substraat omvattend kern 11, welke rol zich in de 10 voorraadeenheid 10 bevindt. De rol is opgenomen in lade 3 van de voorraadeenheid.
Op de kern 11 van de rol is een baan van het substraat gewikkeld, welke baan een lengte heeft van 200 meter. Om de rol in de printer op te nemen is de lade 3 voorzien van een houder (niet afgebeeld) ter ondersteuning van de kem in de omgeving van zijn uiteinden. Hierdoor kan de rol draaibaar worden opgenomen in de lade. Deze houder 15 omvat twee ondersteuningsorganen welke zijn opgenomen in zijplaten van de lade, welke organen in samenwerkende verbinding zijn gebracht met de uiteinden van de rol.
De voorraadeenheid is in deze uitvoeringsvorm voorzien van een tweede lade 4 voor j het opnemen van een volgende rol welke bestaat uit kern 21 waarop een substraat 22 is gewikkeld. Dit substraat 22 kan eveneens ter bedrukking worden afgestaan door de 20 voorraadeenheid. De lades kunnen in de aangegeven richting F uit de voorraadeenheid 10 worden geschoven voor het uitnemen van de rollen en/of het inleggen van nieuwe rollen. Voor het transport van het substraat staat kern 11 in werkzame verbinding met transportmiddel 15, welk middel in dit geval een rolienpaar omvat waartussen een transportkeep is gevormd. Stroomopwaarts van middel 15 is een sensor 17 25 aangebracht, met welke sensor bepaald kan worden of er nog substraat aanwezig is op de rol welke zich in de betreffende houder bevindt. Voor het transport van een substraat dat afkomstig is van de andere rol is de voorraadhouder voorzien van transportmiddel 25. Stroomopwaarts van dit middel is de voorraadhouder voorzien van sensor 27, welke eenzelfde werking heeft als sensor 17. De voorraadhouder is voorzien van 30 geleideelementen 16 en 26 voor het geleiden van substraat 12, respectievelijk 22, naar de transporteenheid 30. Stroomafwaarts van deze geleideelementen bevindt zich doorvoerpad 13. Dit doorvoerpad wordt zowel voor het transport van substraat 12 als het transport van substraat 22 gebruikt.
Een substraat dat uit de voorraadeenheid 10 treedt, in dit voorbeeld substraat 12, wordt 35 aangegrepen door transportmiddel 31 van de transporteenheid 30. Dit transportmiddel 1027494 6 transporteert het substraat, via geleideelement 33, verder naar het tweede transportmiddel 32 van de transporteenheid 30. Het transportmiddel 32 grijpt het substraat aan, transporteert het door naar printeenheid 40. Aldus is de printer geconfigureerd ter bedrukking van substraat 12. Voor configuratie ter bedrukking van 5 substraat 22 is het in dit geval nodig om substraat 12 terug op de kern 11 te wikkelen, zodanig dat het vrije uiteinde uiteindelijk doorvoerpad 13 verlaat. Rollenpaar 15 houdt het substraat 12 dan nog vast. Hierna kan substraat 22 over geleidelement 26 gespoeld worden door aandrijving van rollenpaar 25, totdat kneep 31 bereikt is waarna deze de aandrijving van het substraat ovemeemt en het substraat verder spoelt naar kneep 32 10 om uiteindelijk het printvlak 42 te bereiken. De printer is dan geconfigureerd ter bedrukking van substraat 22.
De geleide-elementen 16 en 26 zijn in dit voorbeeld walsen welke zich uitstrekken parallel aan de transportmiddelen 15 en 31, respectievelijk 25 en 31. Het zijn in wezen stationair opgestelde walsen (dat wil zeggen, ze kunnen niet roteren om hun axiale as).
15 De geleideelementen zijn zodanig geplaatst in de voorraadeenheid dat deze elk kunnen roteren, althans over een beperkte hoek, om een as. In de figuur is de rotatieas 18 van element 16 weergegeven, alsmede rotatieas 28 van element 26. Deze rotatieassen staan loodrecht op de assen van de geleideelementen en doorkruisen het midden van deze elementen.
20
Geleidelement 33 van transporteenheid 30, welk element zich uitstrekt in wezen parallel aan de transportmiddelèn 31 en 32, is eveneens zodanig opgesteld dat deze kan roteren om een as welke loodrecht op de axiale richting van dit element staat. Deze as is weergegeven met referentienummer 34 en doorkruist het midden van geleide-25 element 33. Omdat element 33 in deze uitvoeringsvorm een meedraaiende wals is, staat het substraat in wezen stil ten opzichte van het oppervlak van dit geleide-element.
Element 33 is verder zodanig opgehangen dat deze kan roteren om as 35, welke as 35 parallel loopt aan de bissectrice 36 van de hoek 2a waarover het substraat wordt verstuurd van middel 31 naar middel 32. Deze as 35 doorkruist het midden van de 30 substraatbaan, op een afstand van ongeveer 1 meter van het geleide-element zelf.
Geleideelement 33 is verplaatsbaar van een eerste positie waarin dit element zich in figuur 1 bevindt, naar een tweede positie waarbij het hart van dit element samenvalt met lokatie 37. In de eerste positie is de afstand waarover substraat 12 zich uitstrekt tussen 35 transportmiddel 31 en transportmiddel 32 maximaal. In de tweede positie is deze 1 027494__ 7 afstand minimaal. Hiervan wordt gebruik gemaakt tijdens het transport van het substraat naar printeenheid 40. Omdat het substraat telkens over een relatief kleine afstand, typisch 5 tot 10 cm, moet worden verplaatst, is het gunstig dat dit relatief snel plaatsvindt. De massatraagheid van rol 11, zeker wanneer deze voorzien is van de 5 maximale hoeveelheid substraat is echter relatief groot. Derhalve zou het verplaatsen bij het in stand houden van de getoonde configuratie aan transportmiddelen en geleideelementen relatief veel tijd kosten. Om aan dit probleem tegemoet te komen wordt transportmiddel 31 veel langzamer versneld dan transportmiddel 32. Om toch voor voldoende aanvoer van substraat naar transportmiddel 32 te zorgen wordt het 10 geleide-element 33 verplaatst in de richting van lokatie 37.
Figuur 2
In figuur 2 is schematisch een alternatieve uitvoeringsvorm van de lade 3 weergegeven. 15 In dit geval is de lade voorzien van twee houders ter opname van twee individuele kernen. De eerste houder omvat een eerste paar ondersteuningsorganen 50 en 51. De tweede houder omvat een tweede paar ondersteuningsorganen 60 en 61. In de figuur is de kern 11 opgenomen in de eerste houder. Bij gebruik van deze lade in een printer zal de aanwezige kern voorzien zijn van een hierop gewikkeld substraat (niet 20 weergegeven). Ter afwikkeling van dit substraat is de kern roteerbaar opgenomen in de houder. Rollenpaar 15, waarvan slechts een rol zichtbaar is in de figuur, maakt ook onderdeel uit van de lade. De weergegeven rol is aangebracht op een as 19 welke via tandwiel 20 aangedreven kan worden.
De afstand tussen de ondersteuningsorganen is zodanig dat een gebruiker eenvoudig 25 een rol in de houder kan plaatsen door de uiteinden van de kern in wezen samen te laten vallen met de posities van beide ondersteuningsorganen. Na plaatsing van de rol in de houder wordt deze onder toepassing van een aantal verende elementen (niet weergegeven) automatisch in een in wezen vaste positie ten opzichte van het printvlak gebracht.
30
Figuur 3
In figuur 3 is schematisch een aantal onderdelen van de voorraadeenheid weergegeven welke zorg dragen voor transport van een substraat van een rol naar het printvlak. Ter 35 verduidelijking zijn slechts de onderdelen die overeenkomen met één rol weergegeven.
1027494 8
In de voorraadeenheid volgens deze uitvoeringsvorm omvat de lade waarin zich deze rol bevindt nog een tweede houder (niet afgebeeld) welke geschikt is voor het opnemen van een rol substraat. Deze tweede houder omvat dezelfde componenten als die afgebeeld zijn in de figuur.
5 De getoonde rol omvat substraat 12 dat op kern 11 gerold is. Er is voorzien in een elektromotor 200 welke via een aandrijf riem 201 in samenwerkende verbinding staat met tandwiel 70 en wiel 205. Hierbij wordt de riem 201 over spanelement 202 geleidt. Door het inschakelen van de elektromotor wordt er een aandrijvende kracht overgebracht op de wielen 70 en 205. Hierdoor is het mogelijk om de kern 11 van de rol 10 die bestaat uit deze kern en het hierop gewikkelde substraat 12 aan te drijven alsmede wiel 20 welke verbonden is met as 19 waarop een rol van rollenpaar 15 is aangebracht. Voor transport van het substraat 12 naar printvlak 42 (niet weergegeven) is het nodig dat het vrije uiteinde van het substraat in de transportkneep welke wordt gevormd door rollenpaar 15 wordt gebracht. Waarna aandrijving van dit rollenpaar via as 19 15 plaatsvindt. Tijdens het transport door deze kneep naar het printvlak worden er onder toepassing van een eenrichtingslager (niet weergegeven) geen krachten van de elektromotor overgebracht op de kern. Bij het terugspoelen van het substraat naar de kern en het opwikkelen hiervan worden de kern 11 en as 19 aangedreven. Onder toepassing van een slipkoppeling (niet weergegeven) tussen de kem 11 en de 20 elektromotor 200 wordt er in voorzien dat de opwikkelsnelheid ter plaatse van de rol gelijk is aan de aanvoersnelheid van substraat ter plaatse van rollenpaar 15.
Figuur 4 25 Figuur 4 geeft schematisch de overbrengingen tussen de aandrijfmotoren 200 en 350 en de kem 11, respectievelijk de doorvoerknepen 15 en 31 weer. In het gegeven voorbeeld staat kem 11, waarop een deel van het substraat 12 gewikkeld is, in werkzame verbinding met elektromotor 200. Ook de eerste doorvoerkneep 15 staat in werkzame verbinding met deze motor 200. Tussen de motor 200 en de kem is een 30 eenrichtingslager 251 aangebracht, alsmede een slipkoppeling 252. Het eenrichtingslager zorgt ervoor dat de kem 11 niet actief wordt aangedreven door de motor 200 motor wanneer het vrije uiteinde van het substraat 12 wordt doorgevoerd in de aangegeven richting P onder aandrijving van kneep 15. Door interne wrijving in het lager kunnen weliswaar ook in deze situatie nog kleine krachten worden doorgegeven 35 van de motor 200 naar de kern 11, maar deze zijn zodanig dat ze geen snellere 1027494 9 afwikkeling van het substraat 12 van de kern 11 kunnen veroorzaken dan de snelheid waarmee kneep 15 dit substraat 12 doorvoert in de richting P. De slipkoppeling zorgt ervoor dat bij het opwikkelen van het substraat 12 op de kern 11, de snelheid van opwikkelen bepaald wordt door de snelheid die de doorvoerkneep 15 het substraat 12 5 oplegt. De uitwendige diameter van de kern en de overbrenging van de motor 200 naar deze kern zijn zodanig dat deze slipkoppeling onder alle omstandigheden zal slippen bij het terug opwikkelen van het substraat. Tegen de kern wordt in deze uitvoeringsvorm een vilten remschoen 255 gedrukt welke voorziet in een continu remkoppel op de kem.
Hierdoor wordt het doordraaien van de kem bij het uitschakelen van de aandrijving 10 voorkomen.
De tweede doorvoerkneep 31 is verbonden met aandrijfmotor 350. Bij het doorvoeren van het substraat 12 in de aangegeven richting P wordt de snelheid van het transport opgelegd door deze kneep 31. Kneep 15 en de kem 11 worden dan niet aangedreven maar draaien vrij rond doordat aan het substraat 12 getrokken wordt. Bij het 15 terugvoeren van het substraat worden beide motoren aangedreven. In de weergegeven situatie echter, waarbij het substraat zich zowel in de kneep 15 als de kneep 31 bevindt, is de koppeling tussen kneep 15 en motor 200 onder toepassing van eenrichtingslager 253 onderbroken. Hierdoor bepaalt kneep 31 wat de terugvoersnelheid is. De opwikkelsnelheid ter plaatse van de kern stelt zich onder toepassing van de 20 slipkoppeling zodanig in dat deze exact gelijk is aan de doorvoersnelheid ter plaatse van kneep 31. Zodra het substraat kneep 31 verlaat vindt koppeling plaats tussen motor j 200 en kneep 15 waardoor deze wederom actief wordt aangedreven. Verder opwikkeling vindt plaats zoals hiervoor aangegeven.
! 1027494

Claims (11)

1. Printer voor het bedrukken van een substraat, omvattend een printeenheid en een voorraadeenheid voor het houden van een substraat en het afstaan van dit substraat ter 5 doorvoering naar de printeenheid, waarbij de voorraadeenheid is voorzien van een orgaan voor het opnemen van een kern waarop het substraat gewikkeld is, zodanig dat deze kem na opname door het orgaan functioneel verbonden is met een motor voor het roteerbaar aandrijven van de kern, en een stroomafwaarts gelegen doorvoerkneep voor het aangrijpen en doorvoeren van een afgewikkeld deel van het substraat welke kneep 10 ter aandrijving hiervan functioneel verbonden is met de genoemde motor, waarbij de overbrenging van de motor naar de kern respectievelijk de kneep zodanig is dat: - bij het doorvoeren van het substraat naar de printeenheid alleen de kneep actief wordt aangedreven door de motor, en 15. bij het terugvoeren van het substraat ter opwikkeling hiervan op de kem, zowel de kern als de kneep actief worden aangedreven door de motor, waarbij de kem evenveel meters substraat per seconde opwikkelt als de kneep terugvoert.
2. Een printer volgens conclusie 1 waarbij de overbrenging een vrijlooplager tussen de 20 motor en de kern omvat, zodanig dat bij het doorvoeren van het substraat naar de printeenheid de kem ontkoppeld is van de motor.
3. Een printer volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verhouding in de overbrenging van de motor naar de kern respectievelijk de kneep, bij het terugvoeren 25 zodanig is dat indien de kneep en de kern vrij zouden draaien, de opwikkelsnelheid van het substraat op de kern in meters substraat per seconde te allen tijden groter is dan de snelheid welke de kneep het substraat oplegt.
4. Een printer volgens conclusie 3, waarbij er is voorzien in een slipkoppeling tussen de 30 motor en de kern teneinde te bewerkstelligen dat de werkelijke opwikkelsnelheid gelijk is aan de snelheid welke de kneep bij het terugvoeren oplegt aan het substraat.
5. Een printer volgens een der voorgaande conclusies, waarbij er althans tijdens het afwikkelen van het substraat voorzien is in een remkoppel dat het draaien van de kem 35 tegengaat. 1027494
6. Een printer volgens conclusie 5, waarbij er continu een remkoppel op de kem staat.
7. Een printer volgens een der voorgaande conclusies, waarbij er stroomafwaarts van de doorvoerkneep een tweede kneep is voor het aangrijpen en doorvoeren van het 5 substraat naar het printvlak, welke tweede kneep is voorzien van een eigen | aandrijfmotor.
8. Een printer volgens conclusie 7, waarbij de aandrijving van de eerste doorvoerkneep uitgeschakeld is indien het substraat aangegrepen is door de tweede kneep. 10
9. Een printer volgens conclusie 8, waarbij de motor ter aandrijving van de eerste doorvoerkneep een elektromotor is welke bij de genoemde uitschakeling geen onderdeel uitmaakt van een gesloten elektrisch circuit.
10. Een printer volgens een der conclusies 7 tot en met 9, waarbij de snelheid van het substraat in meters per seconde tijdens het terugvoeren naar de kern bepaald is door de snelheid welke de tweede kneep het substraat oplegt. j
11. Voorraadeenheid voor een printer, welke eenheid is aangepast voor het houden van 20 een substraat en het afstaan van dit substraat ter doorvoering naar een printeenheid van de printer, waarbij de voorraadeenheid is voorzien van een orgaan voor het opnemen van een kem waarop het substraat gewikkeld is, zodanig dat deze kern na opname door het orgaan functioneel verbonden is met een motor voor het roteerbaar aandrijven van de kern, en een stroomafwaarts gelegen doorvoerkneep voor het 25 aangrijpen en doorvoeren van een afgewikkeld deel van het substraat welke kneep ter aandrijving hiervan functioneel verbonden is met de genoemde motor, waarbij de overbrenging van de motor naar de kern respectievelijk de kneep zodanig is dat: - bij het doorvoeren van het substraat naar de printeenheid alleen de kneep actief 30 wordt aangedreven door de motor, en - bij het terugvoeren van het substraat ter opwikkeling hiervan op de kern, zowel de kem als de kneep actief worden aangedreven door de motor, waarbij de kem evenveel meters substraat per seconde opwikkelt als de kneep terugvoert. 1027494
NL1027494A 2004-11-12 2004-11-12 Printer en voorraadeenheid voor deze printer. NL1027494C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027494A NL1027494C2 (nl) 2004-11-12 2004-11-12 Printer en voorraadeenheid voor deze printer.
EP05110188A EP1657068B1 (en) 2004-11-12 2005-10-31 Printer and supply unit for said printer
DE602005007835T DE602005007835D1 (de) 2004-11-12 2005-10-31 Drucker und Versorgungseinheit für den genannten Drucker
AT05110188T ATE399647T1 (de) 2004-11-12 2005-10-31 Drucker und versorgungseinheit für den genannten drucker
US11/269,565 US20060104685A1 (en) 2004-11-12 2005-11-09 Printer and supply unit for the printer
JP2005327100A JP2006137193A (ja) 2004-11-12 2005-11-11 プリンタ及びプリンタ用の供給ユニット

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027494 2004-11-12
NL1027494A NL1027494C2 (nl) 2004-11-12 2004-11-12 Printer en voorraadeenheid voor deze printer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027494C2 true NL1027494C2 (nl) 2006-05-15

Family

ID=34974632

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027494A NL1027494C2 (nl) 2004-11-12 2004-11-12 Printer en voorraadeenheid voor deze printer.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20060104685A1 (nl)
EP (1) EP1657068B1 (nl)
JP (1) JP2006137193A (nl)
AT (1) ATE399647T1 (nl)
DE (1) DE602005007835D1 (nl)
NL (1) NL1027494C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2634125B1 (en) * 2012-03-01 2014-08-06 SDD Holding B.V. Device for folding a stack of sheets
KR101513053B1 (ko) 2013-07-02 2015-04-17 유현기 인쇄물 건조장치
US20170173980A1 (en) * 2014-05-27 2017-06-22 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Medium handling

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4015792A (en) * 1975-04-11 1977-04-05 Etablissements Carpano & Pons Device for alternately winding flexible bands and the like between two rolls
JPS574066A (en) * 1980-06-10 1982-01-09 Nec Corp Control system for traveling operation of recording paper

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2000327181A (ja) * 1999-05-14 2000-11-28 Canon Inc ロールシート搬送装置および記録装置
US6592217B2 (en) * 2001-03-16 2003-07-15 Canon Kabushiki Kaisha Recording apparatus
NL1021013C2 (nl) 2002-07-05 2004-01-06 Oce Tech Bv Werkwijze voor het aansturen van een inkjet printkop, inkjetprintkop geschikt voor het toepassen van deze werkwijze en inkjetprinter omvattend deze printkop.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4015792A (en) * 1975-04-11 1977-04-05 Etablissements Carpano & Pons Device for alternately winding flexible bands and the like between two rolls
JPS574066A (en) * 1980-06-10 1982-01-09 Nec Corp Control system for traveling operation of recording paper

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 006, no. 062 (P - 111) 21 April 1982 (1982-04-21) *

Also Published As

Publication number Publication date
EP1657068B1 (en) 2008-07-02
DE602005007835D1 (de) 2008-08-14
EP1657068A1 (en) 2006-05-17
ATE399647T1 (de) 2008-07-15
US20060104685A1 (en) 2006-05-18
JP2006137193A (ja) 2006-06-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4914452A (en) Ink sheet/recording paper cassette
EP0294792B1 (en) Heat transferable line printer and ink ribbon cassette for it
US8011611B2 (en) Roll paper type recording medium transporting mechanism and image forming apparatus
EP1798050A1 (en) Paper roll feed mechanism, paper roll feed cassette, and image forming apparatus
US5533821A (en) Curl correction apparatus
JPH0356349A (ja) 記録装置
JP5287371B2 (ja) ロール紙給紙装置及びそれを備えた画像形成装置
JP2736338B2 (ja) 連続用紙の自動巻取装置
US7976233B2 (en) Winding apparatus
KR0185604B1 (ko) 용지 매거진
NL1027494C2 (nl) Printer en voorraadeenheid voor deze printer.
US20090272838A1 (en) Roll-sheet feeding device and image forming apparatus
JP2883452B2 (ja) 画像形成装置
US20060104699A1 (en) Printer and supply unit for use in the printer
JP5206101B2 (ja) ロールシート給送装置及び画像形成装置
JP2001072309A (ja) 像形成装置及び媒体排出装置
EP0567289B1 (en) Media feed and roller device for an electrographic printer
NL1027493C2 (nl) Printer.
NL1027001C2 (nl) Inkjet printer.
JP2783583B2 (ja) 連続シートの搬送装置
JP2000185856A (ja) ロールシート供給装置及び画像形成装置
JPH06308625A (ja) 感光材料の供給装置
JPS6040366A (ja) ロ−ル紙給送装置
JP2006290576A (ja) ロール紙給紙機構、給紙カセット、及びプリンタ
JPH0925036A (ja) 記録装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090601