NL1027426C2 - Fileermachine voor gevogelte. - Google Patents
Fileermachine voor gevogelte. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1027426C2 NL1027426C2 NL1027426A NL1027426A NL1027426C2 NL 1027426 C2 NL1027426 C2 NL 1027426C2 NL 1027426 A NL1027426 A NL 1027426A NL 1027426 A NL1027426 A NL 1027426A NL 1027426 C2 NL1027426 C2 NL 1027426C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- filleting
- machine according
- plates
- meat
- station
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22C—PROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
- A22C21/00—Processing poultry
- A22C21/0023—Dividing poultry
- A22C21/003—Filleting poultry, i.e. extracting, cutting or shaping poultry fillets
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22C—PROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
- A22C21/00—Processing poultry
- A22C21/0092—Skinning poultry or parts of poultry
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Processing Of Meat And Fish (AREA)
- Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
Description
Fileermachine voor gevogelte.
De uitvinding heeft betrekking op een fileermachine voor gevogelte. De uitvinding heeft voorts betrekking op een houder voor het houden van gevogelte tijdens het proces in een fileermachine. De uitvinding heeft voorts 5 betrekking op een werkwijze voor het fileren van gevogelte.
Bekend zijn fileermachines voor het fileren van karkasdelen als gehele borsten en/of borstkappen van gevogelte, welke machines voorzien zijn van een in een vertikaal vlak omlopende transporteur waarop een reeks houders 10 aangebracht is, die elk voorzien zijn van klemdelen voor het op de houder klemmen van het karkasdeel. Vaak worden de karkasdelen horizontaal gehouden en dan na het op de houders vastzetten daarvan langs een eerste fileerstation gevoerd alwaar het vlees wordt losgemaakt van de wensbeen-15 tjes. In een benedenstrooms daarvan opgesteld tweede fi-leerstation wordt met behulp van zogenoemde tunnelplaten het vlees losgemaakt van de borstkas en van de ravenbek-benen. Vervolgens wordt het vlees gescheiden van het kam-been en daarmee geheel van het skelet, in welk geval zoge-20 noemde hele filets worden verkregen. Alternatief kan bij de tunnelplaten een dubbel cirkelmes zijn opgesteld voor het door het vlees snijden en langs het kambeen scheiden van het vlees, waardoor, na volledige scheiding van de filets van het skelet, zogenoemde halve filets worden verkregen.
1027426 2
Een doel van de uitvinding is een fileermachine voor het fileren van karkasdelen van gevogelte te verschaffen die compact opgebouwd kan zijn.
Een doel van de uitvinding is een compacte 5 fileermachine voor het fileren van borstkappen van gevogelte te verschaffen waarmee zogenoemde halve filets verkregen kunnen worden.
Vanuit een aspect voorziet de uitvinding in een fileermachine voor gevogelte, omvattend een gestel en een 10 daarop aangebrachte transportinrichting, Welke transportinrichting een eindloze, in een vlak omlopende transporteur en een aandrijving daarvoor omvat, waarop een reeks houders vertikaal geplaatst aangebracht zijn waarop een karkasdeel, dat de borst omvat, zoals een borstkap of een 15 hele borst, vastgezet kan worden, waarbij de fileermachine voorts een aantal bewerkingsstations omvat, zoals een opzetstation, waar de karkasdelen op de houders worden geplaatst, een ontvelstation waar de karkasdelen worden ontveld, en een fileerstation, waar het vlees in filetvorm 20 van het geraamte wordt losgemaakt, waarbij de transporteur ingericht is voor het met de schoudergewrichten voorop door het fileerstation transporteren van de karkasdelen, en een afwerpstation waar het skelet wordt afgenomen van de houder, waarbij het fileerstation twee, bij voorkeur 25 gebogen, fileerplaten omvat voor het van het skelet losmaken van vlees, welke fileerplaten opgesteld zijn aan weerszijden van de baan van het skelet om elk een helft van het karkasdeel te bewerken, waarbij de fileerplaten voorranden bezitten die voorzien zijn van een eerste 30 snij rand voor het losmaken van het vlees van de borstkas, waarbij het fileerstation voorts voorzien is van tweede snij randen die opgesteld zijn voor het langs de wensbeentjes van het skelet losmaken van het vlees.
Door de plaatsing in een enkel fileerstation van 35 de eerste en tweede snijranden wordt gewonnen aan transporteur lengte , waardoor de machine korter kan zijn en eerder geplaatst kan worden in kleine ruimtes. De fileer- 3 machine kan opgenomen zijn in een verrijdbaar gestel. Voorts is voordelig dat voor de fileerbewerking slechts één keer een inlooptraject doorlopen wordt. Eenmaal gepositioneerd door de fileerplaten is het karkasdeel ook goed . 5 te positioneren voor de tweede snijranden.
Bij voorkeur zijn de tweede snij remden vertikaal opgesteld. Het snijpunt op de schuin lopende wensbeentjes beweegt dan bij passage langs de snijrand, waardoor de snijwerking wordt bevorderd.
10 Bij voorkeur zijn de tweede snij randen beneden strooms van de eerste snijranden opgesteld, zodat zij tegelijk werkzaam kunnen zijn. De tunnelplaten bevorderen hierbij de positionering van de wensbeentjes ten opzichte van de tweede snij randen. Indien de tweede snijranden nabij 15 het achtereind van de fileerplaten opgesteld zijn kunnen de schoudergewrichten enigszins wijken waardoor een goed snijcontact van de tweede snijranden met de wensbeentjes gewaarborgd blijft.
Afhankelijk van de oriëntatie van de houders 20 kunnen de tweede snijranden direct beneden of boven de fileerplaten opgesteld zijn, waardoor de werkingsgebieden vertikaal eenvoudig op elkaar aansluiten.
De compactheid wordt verder vergroot indien tussen de fileerplaten en de tweede snijranden een meswerk-25 tuig is opgesteld, dat het vlees aan weerszijden van het kambeen losmaakt. Hierbij wordt ook de spier waarmee het vleês verbonden is met het kambeen doorgesneden.
In een efficiënte uitvoering omvat het meswerktuig twee naast elkaar geplaatste, verticale cirkelmessen, 30 die tussen zich een doorgang voor het kambeen bepalen. Door die doorgang kan ook de klepel die de verbinding vormt tussen de wensbeentjes doorgevoerd worden. De cirkelmessen snijden ook door de wensbeentjes.
Bij voorkeur reiken de cirkelmessen met hun 35 hoogste punt nabij het achtereind van de fileerplaten en/of nabij het boveneind van de tweede snijranden. De messen reiken dan tussen de wensbeentjes zijn op de juiste hoogte 4 voor het omgrijpen van het vooreind van het kambeen, zonder dat in het borstbeen hoeft te worden gesneden.
Om te voorkomen dat als gevolg van het verloop van het kambeen/borstbeen het skelet doormidden wordt 5 gesneden en de stabiliteit verminderd heeft het de voorkeur dat de transporteur en het meswerktuig aangebracht zijn voor onderlinge verwijding in een vertikaal vlak nadat het snijwerktuig een voorste gebied langs het kambeen heeft aangegrepen.
10 In een verdere uitvoering omvatten de fileerpla- ten hoofdplaten die evenwijdig aan het vlak van omloop gelegen zijn en voorzien zijn van evenwijdig aan de trans-portrichting gerichte naar elkaar toe omgebogen langsran-den, die tussen zich een doorgang vrijlaten, waarbij de 15 langsranden in een eerste, vooraangelegen gedeelte een relatief smalle doorgang bepalen en benedenstrooms daarvan een relatief brede doorgang, in de inloop naar en ter plaatse van het meswerktuig. De begrenzing van de smalle doorgang duwt de wensbeentjes en daarmee de 20 schoudergewrichten enigszins naar elkaar, waardoor de eerste snijranden goed effectief kunnen zijn. Met de verbreding wordt verderop ruimte voor een spreidbeweging van de wensbeentjes verschaft, waardoor deze goed gepositioneerd aankomen bij de tweede snijranden. Voor een 25 stevige aangrijping van de eerste snijranden op de borstkas en aanpassing aan de contouren van het karkasdeel kan er in voorzien zijn dat de fileerplaten opgesteld zijn om tegen veerkracht weg gedwongen te worden van de baan van de houders bij contact met het karkasdeel, in een verticale 30 richting. De fileerplaten zijn dan naar het karkasdeel gespannen.
In een uitvoering zijn de fileerplaten aangebracht op steun, die tegen veerspanning in verzwenkbaar is om een horizontale as, in een richting, welke as loodrecht 35 staat op de transportrichting. Bij voorkeur bezit dan de steun twee steundelen, een voor elke fileerplaat, die tussen zich ruimte vrij laten voor het meswerktuig. In een 5 compacte uitvoering zijn aan het eind van de steunen tweede snijranden gevormd.
Voor bevordering van de positionering van het voorlopende eind van de karkasdelen kunnen direct boven-5 strooms van de voorrand van de fileerplaten geleidingsmid-delen aangebracht zijn voor het geleiden en enigszins naar elkaar toe dwingen van de schoudergewrichten. De gelei-dingsmiddelen kunnen tevens ingericht zijn voor het tot bij de fileerplaten geleiden van de schoudergewrichten. De 10 schoudergewrichten zijn hierbij binnen de fileerplaten zijwaarts naar elkaar toegedrukt gehouden.
Bij voorkeur zijn de geleidingsmiddelen verdraaibaar om met de transportrichting evenwijdige assen en in hun stand daarop instelbaar, zodat afgestemd kan worden op 15 de afmetingen van de te verwerken karkasdelen.
In een compacte uitvoering van de fileermachine volgens de uitvinding loopt de transporteur om in een vertikaal vlak met horizontaal onderste hoofdtraject en een horizontaal bovenste hoofdtraject, waarbij de transporteur 20 aan beide langseinden om twee keerwielen loopt, waarvan althans een aangedreven is, waarbij het opzetstation in het bovenste hoofdtraject gelegen is en het fileerstation aan het eind van het onderste hoofdtraject.
Indien het fileerstation daarbij opgesteld is 25 direct bovenstrooms van een keerwiel kan de voomoemde verwijding op eenvoudige wijze bewerkstelligd worden door het omhoog wegdraaien van de houders.
In een verdere ontwikkeling van de fileermachine volgens de uitvinding is er in voorzien dat de houders een 30 houderlichaam omvatten en ten opzichte daarvan door bediening beweegbare middelen voor het tegen het houderlichaam klemmen van het karkasdeel, waarbij de klemmiddelen een scheidingsdeel omvatten voor het van elkaar gescheiden houden van de wensbeentj es bij en na doorgang door het 35 fileerstation. De wensbeentjes worden hierdoor in dwars-richting gestabiliseerd om gecentreerd aan te komen bij de tweede snijranden, aan de goede zijde van de (cir- 6 kei) messen.
In een eenvoudige uitvoering bezit het houder-lichaam een langssymmetrievlak, waarbij het scheidingsdeel een plaat omvat die in het langssymmetrievlak reikt. De 5 klemmiddelen kunnen op op zich bekende wijze een klemhef-boom omvatten, waarop nu ook de plaat voorzien is. De plaat kan tussen de voornoemde cirkelmessen doorlopen.
Voor het tijdens het snijden goed positioneren van het kambeen tussen de méssen kunnen de klemmiddelen een 10 vorkeind omvatten, met vorkdelen die aan weerszijden van het kambeen kunnen grijpen. De vorkdelen kunnen aan hun naar het houderlichaam gekeerde zijde voorzien zijn van een uitsteeksel, bij voorkeur puntig uitsteeksel, waardoor de plaatsvastheid van het karkasdeel op de houder wordt bevor-15 derd.
Het houderlichaam kan voorts voorzien zijn van een in het langssymmetrievlak uitstekend, geleidelijk oplopend plaatdeel voor ondersteuning van de binnenzijde van het kambeen.
20 De uitvinding verschaft voorts een houder zoals hiervoor omschreven.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het fileren van borstvlees-bevat tende karkasdelen van gevogelte, in het bijzonder borstkap-25 pen, waarbij de karkasdelen worden geplaatst op houders die achter elkaar op een in een vertikaal vlak omlopend aangedreven transporteur zijn aangebracht, waarbij de houders met karkasdelen door een ontvelstation worden gevoerd voor het verwijderen van het vel, waarbij de 30 karkasdelen daarna, in een onderste traject van de omlopende baan, worden doorgevoerd door een fileerstation, alwaar met behulp van snijranden het vlees van de borstkas, de wensbeentjes en de ravenbekbenen wordt losgemaakt, alsmede aan weerszijden van het kambeen wordt gescheiden.
35 Het losmaken van het vlees van de wensbeentjes vindt bij voorkeur benedenstrooms van het losmaken van het vlees van de borstkas plaats.
7
Het losmaken van het vlees van het kambeen vindt bij voorkeur plaats met behulp van aan weerszijden van het kambeen reikende messen, in het bijzonder cirkelmessen^
Ter plaatse van het met de messen snijden kunnen 5 de houders met een richtingscomponent relatief weg worden bewogen van de messen.
Met de messen wordt tevens door de wensbeentjes gesneden, waarbij met behulp van een onderdeel op de houder de wensbeentjes op de afstand van elkaar kunnen 10 worden gehouden.
Bij voorkeur worden de wensbeentjes in dwarsrich-ting gestabiliseerd met behulp van een scheidingsdeel op de houder.
In een bijzondere uitvoering wordt het vlees 15 verwijderd in de vorm van twee halve filets.
De uitvinding verschaft voorts een fileerplatenstel voor gevogelte, voorzien van snijranden voor het lossnijden van vlees langs de borstkas en van snijranden voor het lossnijden van vlees langs de 20 wensbeentjes, aan weerszijden van èen karkasdeel, in het bijzonder borstkap.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 25 Figuur 1 een schematisch vooraanzicht op een voorbeelduitvoering van de fileermachine volgens de uitvinding;
Figuren 2A-C respectievelijk éen zijaanzicht, een bovenaanzicht en een achteraanzicht op het fileerstation 30 van de fileermachine volgens figuur 1;
Figuur 2D een onderaanzicht op een deel van het fileerstation;
Figuur 2E een zijaanzicht op het fileerstation volgens figuur 2A, met geleidingen daarvoor geplaatst; 35 Figuren 3A-C respectievelijk een zijaanzicht, een detail van de klemtoestand en een perspectivisch bovenaanzicht op een houder voor de fileermachine volgens figuur 1; 8 en
Figuren 4A-F opeenvolgende stadia in het bedrijf van het fileerstation van de fileermachine van figuur .1.
De fileermachine 1 in figuur 1 omvat een gestel 2 5 dat door wielen 3 verrijdbaar ondersteund is op een ondergrond. Op het gestel 2 is aangebracht een stel keerwielen 4 en 5, waarvan wiel 5 wordt geroteerd door een motor 6. Om de wielen 4 en 5 loopt, in en vertikaal vlak, een transporteur 9 om, in richting E. De transporteur 9 is op 10 op zich bekende wijze opgebouwd uit kunststof blokken 9a,b die door stalen schamierpennen 10 scharnierbaar met elkaar verbonden zijn. Op de blokken 9a zijn kunststof houders 11 bevestigd, welke houders 11 dienen als steun voor de te verwerken karkasdelen.
15 Tussen twee boven op het gestel 2 geplaatste kappen 7a en 7b is een opening vrijgelaten, alwaar zich een opzettraject A in de bovenloop bevindt, waar de karkasdelen met de hand kunnen worden opgezet op de houders 11. Aan de linkerzijde is een bedieningskast 8 aanwezig.
20 Na omloop om wiel 4 bereiken de houders de onder loop van de transporteur 9. Aldaar doorlopen zij eerste een ontvelstation B en vervolgens een fileerstation C. Tijdens de omloop om wiel 5 passeren de houders 11 schraapstation D, waar de skeletdelen worden verwijderd van de houders 11. 25 In de bovenloop komen de houders 11 weer aan bij opzetsta-tion A en kan een nieuwe omloop starten.
Het ontvelstation B is op zich bekend en omvat geleiders/spanners 13 voor de karkasdelen en twee door motor 12 aangedreven ontvelrollen 14 waarvan de rotatie-30 assen horizontaal gericht zijn, evenwijdig aan de trans-portrichting. De door de ontvelrollen 14 verwijderde vellen worden opgevangen in een niet weergegeven bak.
Het nabij het eind van de onderloop geplaatste fileerstation C (zie ook figuren 2A-D) omvat twee fileer-35 platen die een zogenoemde tunnel vormen. Voorts omvat het fileerstation twee door motor 27 om loodrecht op de trans-portrichting staande, horizontale rotatieassen aangedreven 9 (richting F) cirkelmessen 22, die met hun snijrand 35 tot de onderzijde van de tunnel reiken. Verder omvat het fi-leerstation C twee messen 31 die aan. de buitenzijde van de cirkelmessen 22 geplaatst zijn.
5 Het uitwerpstation D omvat twee stationaire, eventueel veergespannen schrapers, die nadat de bevestiging van de skeletten op de houders is vrijgegeven de skelet-delen tegenhouden bij voortgaande transport van de houders, zodat de skeletdelen neerwaarts vallen om opgevangen te 10 worden in afvoergoot 24, die leidt naar een niet weergegeven opvangbak.
Het fileer stat ion C omvat de in figuren 2A-D weergeven opstelling 20. De twee fileerpiaten 21 zijn in zijaanzicht trapeziumvormig, elk met een voorrand 26, een 15 onderrand 27 en een achterrand 28. Zoals te zien is in het achteraanzicht van figuur 2C zijn de fileerpiaten 21 gebogen, zodat de onderranden 27 naar elkaar gekeerd zijn en een spleet 40 tussen zich vrijlaten. In de voorranden 26 zijn derhalve een recht gedeelte 26a en een gebogen ge-20 deelte 26b te onderscheiden. Door de gebogen vorm is tussen de fileerpiaten een doorgang G gevormd voor een op een houder 11 geplaatst karkasdeel, getransporteerd in de richting E.
De fileerpiaten 21 zijn elk vast bevestigd op een 25 uithouder 29, die ter plaatse van scharnier 23 scharnier-baar bevestigd is op een vaste console 36 die ter plaatse van 37 bevestigd is aan het gestel 2. Beneden de uithouder bevindt zich een plaatsvaste steun 33, waarbij tussen die steun 33 en de uithouder 29 een drukveer 32 geplaatst is. 30 De uithouder 29 en daarmee de fileerpiaten 21 kunnen derhalve enigszins neerwaarts gedrukt worden, tegen de veer-spanning van drukveren 32 in, waardoor een goed contact tijdens het fileren gewaarborgd is.
Als een vast geheel met de fileerpiaten 21 zijn 35 de messen 31 op de einden 38 van de uithouders 29 bevestigd. De messen 31 zijn vertikaal gericht en houden een spleetruimte vrij met de cirkelmessen 22. De messen 31 zijn 10 kort voor de schuine achterranden 28 van de fileerplaten 21 gelegen, en kort voor het hoogste punt van de cirkelmessen 22.
Tenslotte is in figuur 2A nog een schraper 34 5 weergegeven, waarmee het oppervlak van de cirkelmessen wordt schoongehouden.
In figuur 2D is duidelijk de vorm van de fileer-platen 21 te zien, waarbij waarneembaar is dat de langsran-den 27 over een lange afstand een spleet 40 vrijlaten, en 10 dan ter plaatse van 27a de spleet 40 verbreden bij 40a, en vervolgens aansluiten op de messen 31, die als één geheel gevormd zijn met de fileerplaten 21.
In figuur 2E is nog aangegeven dat direct boven-strooms de randen 26 van de fileerplaten 21 een geleider-15 unit 50 is opgesteld, met aan weerszijden van de baan E opgestelde geleiders 51 voor de schoudergewrichten. De geleiders 51 zijn L-vormig in doorsnede (zie ook figuur 4A) en lopen in transportrichting enigszins op voor bevordering van de aansluiting op de remden 26a, 26b. De geleiders 51 20 zijn bevestigd op stangen 53 die om horizontale assen verdraaibaar zijn, waarbij de rotatiestand instelbaar is door aankomst tegen niet weergegeven instelbare aanslagen, waartegen de stangen door veren 52 gespannen worden.
In de figuren 3A-C is de houder 11 weergegeven, 25 omvattend een langwerpig kunststof blok 60 dat langssteun-vlakken 64 en 61 vormt en bovenop voorzien is van een stalen vin 67 met steünrand 68. Aan hét vooreind is een teruggelegen gebied 63 gevormd, met schuine voorvlakken 62, die uitkomen op bovenvlakken 66 van horizontale stalen 30 steunplaatjes 65. Aan het vooreind is een stalen klemhef-boom 70 voorzien, welke een plaat 71 omvat die ter plaatse van langgat 73 door middel van bout 74 schamierbaar bevestigd is op een bedieningsstang 75 die met niet nader weergegeven middelen op op zich bekende wijze ingetrokken en 35 uitgezet kan worden, vergelijk figuren 3A en 3B. De plaat 71 is ter plaatse van 80 schamierbaar bevestigd aan het blok 60.
11
De plaat 70 is aan het vrije eind voorzien van een vork 77, waartussen een spleet 79 vrijgelaten is voor ontvangst van het kambeen van een karkasdeel, zodat dat goed wordt gehouden tegen dwarskrachten.
5 Aan de onderzijde van de vork 77 zijn scherpe uitsteeksels 78 gevormd, welke een karkasdeel aangrijpen waar de ravenbekbenen bij elkaar komen.
Bovenaan is de plaat 70 voorzien van een uitstekend plaatdeel 76, waarmee de wensbeentjes uit elkaar gehouden 10 en daarmee gestabiliseerd worden, zodat deze bij inlopen in de fileerplaten tussen de messen 31 en de cirkelmessen 22 terecht zullen komen.
Nadat een karkasdeel, zoals een borstkap, opgezet is op de houder 11, waarbij de hefboom 70 zich in de stand 15 van figuur 3A bevindt, wordt de stang 75 bediend en draait de plaat 70 om scharnier 80 naar de in figuur 3B weergegeven stand, waarin het karkasdeel vastgeklemd is op het blok 60. De onderzijde van het borstbeen steunt op vlak 68 van plaat 76, welke tevens helpt in het gecentreerd houden van 20 het karkasdeel.
Thans zal het fileerproces worden beschreven, wanneer de houders 11 met karkassen C zijn aangekomen bij de fileeropstelling 20.
Zoals te zien is in figuur 4A worden de houders 25 11 in de richting E aangevoerd, waarbij- een . karkasdeel C
met behulp van het klemmechanisme, besproken bij figuren 3A-C, óp de houder vastgeklemd is. De schoudergewrichten S steken hierbij voorwaarts. De schoudergewrichten S komen aan tegen geleiders 51, die schuin oplopen en een omgezette 30 onderrand bezitten. Te zien is dat de geleiders 51 eindigen vlak voor het begin van de randen 26 van de fileerplaten 21.
De geleiding van de schoudergewrichten S is ook weergegeven in figuur 4B.
35 Vervolgens komen de schoudergewrichten S aan bij de voorranden 26, zoals weergegeven in figuur 4C. De wensbeentjes W reiken beneden de onderste gedeelten van de 12 randen 26 en beneden de randen 27. Deze blijven dus buiten bereik van de fileerplaten 21.
Te zien is in figuur 4C voorts de ophanging van de geleiders 51, aan stang 53, die veergespannen is door 5 een trekveer 52, tot tegen een instelbare aanslag 54.
De randen 26 zullen langs de schoudergewrichten S gaan, waarbij de schoudergewrichten, die door de geleiders 51 enigszins naar elkaar toegedwongen zijn, binnen de fileerplaat 21 opgesloten blijven gedrukt. De voorranden 26 10 zullen dan langs het op het kambeen aansluitende gedeelte van de borstkas schuiven, om het vlees los te maken. Ook het vlees langs de ravenbekbenen wordt hierbij losgemaakt. De vorm van de fileerplaat 21, tunnelplaten, is daaraan aangepast.
15 De wensbeentjes W en het kambeen K steken neer waarts uit van het karkas C, als gevolg van de aanwezigheid van de spleet 40 tussen de beide fileerplaten 21.
Uiteindelijk komen ook de wensbeentjes W aan bij de cirkelmessen 22. De plaat 76 op de klemhefboom van .de 20 houder 11 zorgt ervoor dat de wensbeentjes W aan de buitenzijde van de cirkelmessen 22 passeren, om dan goed aangegrepen te kunnen worden door de vaste verticale messen 31. Dan komen ook de schoudergewrichten S voorbij de achterrand 28 (figuur 4D), en kunnen zij enigszins naar buiten wijken, 25 waardoor de aangrijping van de messen 31 op de wensbeentjes W bevorderd wordt.
Tijdens dit proces treedt het kambeen K in de spleetruimte tussen de beide cirkelmessen 22. De cirkelmessen 22 snijden het vlees los langs het kambeen K.
3 0 In het volgende stadium, weergegeven in figuur 4E, is het karkas voor het grootste deel uitgetreden uit de tunnel tussen de fileerplaten 21. Door de aanwezigheid van het wiel 5 zullen de houders 11 met een opwaartse bewe-gingscomponent bewegen, waardoor voorkomen wordt dat de 35 borstkas wordt doorgesneden door de cirkelmessen 22, en het karkas C als een geheel op de houder 11 bevestigd blijft. Bovendien wordt het scheiden van het vlees van het skelet 13 bevorderd. Het vlees is bijna afgeschraapt, en in de situatie weergegeven in figuur 4F, geheel. Het fileervlees in de vorm van twee halve filets kan neerwaarts vallen en opgevangen worden in een niet weergegeven bak.
5 Opgemerkt wordt dat in de figuren 4A-F om redenen van illustratie een reeds gefileerd karkasdeel C is getoond .
1027426
Claims (41)
1. Fileermachine voor gevogelte, omvattend een gestel en een daarop aangebrachte transportinrichting, welke transportinrichting een eindloze, in een vlak omlopende transporteur en een aandrijving daarvoor omvat, 5 waarop een reeks houders vertikaal geplaatst aangebracht zijn waarop een karkasdeel, dat de borst omvat, zoals een borstkap of een hele borst, vastgezet kan worden, waarbij de fileermachine voorts een aantal bewerkingsstations omvat, zoals een opzetstation, waar de karkasdelen op de 10 houders worden geplaatst, een ontvelstation waar de karkasdelen worden ontveld, en een fileerstation, waar het vlees in filetvorm van het geraamte wordt losgemaakt, waarbij de transporteur ingericht is voor het met de schoudergewrichten voorop door het fileerstation transporteren van de 15 karkasdelen, en een afwerpstation waar het skelet wordt afgenomen van de houder, waarbij het fileerstation twee, ; bij voorkeur gebogen, fileerplaten omvat voor het van het skelet losmaken van vlees, welke fileerplaten opgesteld zijn aan weerszijden van de baan van het skelet om elk een 20 helft van het karkasdeel te bewerken, waarbij de fileerplaten voorranden bezitten die voorzien zijn van een eerste snij rand voor het losmaken van het vlees van de borstkas, waarbij het fileerstation voorts voorzien is van tweede snij randen die opgesteld zijn voor het langs de 25 wensbeentjes van het skelet losmaken van het vlees.
2. Fileermachine volgens conclusie 1, waarbij de tweede snijranden vertikaal opgesteld zijn.
3. Fileermachine volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tweede snijranden benedenstrooms van de eerste 30 snijranden zijn opgesteld, bij voorkeur nabij het achtereind van de fileerplaten opgesteld zijn. 1 0 2742 6* ______
4. Fileermachine volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de tweede snijranden direct beneden of boven de fileerplaten opgesteld zijn.
5. Fileermachine volgens een der conclusies 1-4, 5 waarbij tussen de fileerplaten en de tweede snij ramden een meswerktuig is opgesteld, dat het vlees aan weerszijden van het kambeen losmaakt.
6. Fileermachine volgens conclusie 5, waarbij het meswerktuig twee naast elkaar geplaatste, verticale cir- 10 keimessen omvat, die tussen zich een doorgang voor het kambeen bepalen.
7. Fileermachine volgens conclusie 6, waarbij de cirkelmessen met hun hoogste punt nabij het achtereind van de fileerplaten reiken en/of nabij het boveneind van de 15 tweede snijranden.
8. Fileermachine volgens een der conclusies 5, 6 of 7, waarbij de transporteur en het meswerktuig aangebracht zijn voor onderlinge verwijdering in. een vertikaal vlak nadat het meswerktuig een voorste gebied langs het 20 kambeen heeft aangegrepen.
9. Fileermachine volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de fileerplaten hoofdplaten omvatten die evenwijdig aan het vlak van omloop gelegen zijn en voorzien zijn van evenwijdig aan de transportrichting 25 gerichte naar elkaar toe omgebogen langsranden, die tussen zich een doorgang vrijlaten, waarbij de langsranden in een eerste, vooraangelegen gedeelte een relatief smallè doorgang bepalen en benedenstrooms daarvan een relatief brede doorgang, in de inloop naar en ter plaatse van een mes- 30 werktuig.
10. Fileermachine vólgens conclusie 59 waarbij de fileerplaten opgesteld zijn om tegen veerkracht weg gedwongen te worden van de baan van de houders bij contact met het karkasdeel, in een verticale richting.
11. Fileermachine volgens conclusie 10, waarbij de fileerplaten aangebracht zijn op steun, die tegen veer-spaiming in verzwenkbaar is om een horizontale as, in een richting, welke as loodrecht staat op de transportrichting.
12. Fileermachine volgens conclusie 11, waarbij de steun twee steundelen, een voor elke fileerplaat, bezit, die tussen zich ruimte vrij laten voor het meswerktuig.
13. Fileermachine volgens conclusie 12, waarbij aan het eind van de steunen tweede snijranden zijn gevormd.
14. Fileermachine volgens een der voorgaande conclusies, waarbij direct bovenstrooms van de voorrand van de fileerplaten geleidingsmiddelen aangebracht zijn voor 10 het geleiden en enigszins naar elkaar toe dwingen van de schoudergewrichten.
15. Fileermachine volgens conclusie 14, waarbij de geleidingsmiddelen tevens ingericht zijn voor het tot bij de fileerplaten geleiden van de schoudergewrichten.
16. Fileermachine volgens conclusie 14, waarbij de geleidingsmiddelen verdraaibaar zijn om met de transportrichting evenwijdige assen en in hun stand daarop instelbaar zijn.
17. Fileermachine volgens een der voorgaande 20 conclusies, waarbij de transporteur omloopt in een vertikaal vlak met horizontaal onderste hoofdtraject en een horizontaal bovenste hoofdtraject, waarbij de transporteur aan beide langseinden om twee keerwielen loopt, waarvan althans een aangedreven is, waarbij het opzetstation in het 25 bovenste hoofdtraject gelegen is en het fileerstation aan het eind van het onderste hoofdtraject.
18. Fileermachine volgens conclusies 8 én 17, waarbij het fileerstation opgesteld direct bovenstrooms van een keerwiel en de verwijding bewerkstelligd wordt door het 30 omhoog draaien van de houders.
19. Fileermachine volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houders een houderlichaam omvatten en ten opzichte daarvan door bediening beweegbare middelen voor het tegen het houderlichaam klemmen van het karkas- 35 deel, waarbij de klemmiddelen een scheidingsdeel omvatten voor het van elkaar gescheiden houden van de wensbeentjes bij en na doorgang door het fileerstation.
20. Fileermachine volgens conclusie 19, waarbij het houderlichaam een langssymmetrievlak bezit, waarbij dan het scheidingsdeel een plaat omvat die in het langssymmetrievlak reikt.
21. Fileermachine volgens conclusie 19 of 20, waarbij de klemmiddelen een vorkeind omvatten, met vorkde-len die aan weerszijden van het kambeen kunnen grijpen.
22. Fileermachine volgens conclusie 21, waarbij de vorkdelen aan hun naar het houderlichaam gekeerde zijde 10 voorzien zijn van een uitsteeksel, bij voorkeur puntig uitsteeksel.
23. Fileermachine volgens een der conclusies 19- 22, waarbij de klemmiddelen een klemhefboom omvatten, waarop de plaat voorzien kan zijn.
24. Fileermachine volgens een der conclusies 19- 23, waarbij het houderlichaam voorzien is van een in het langssymmetrievlak uitstekend, geleidelijk oplopend plaat-deel voor ondersteuning van de binnenzijde van het kambeen.
25. Houder voor borst omvattende karkasdelen in 20 een fileermachine, omvattend een houderlichaam en ten opzichte daarvan door bediening beweegbare middelen voor het tegen het houderlichaam klemmen van het karkasdeel, waarbij de klemmiddelen een scheidingsdeel omvatten voor het van elkaar gescheiden houden van de wensbeentjes bij en 25 na doorgang door het fileerstation.
26. Houder volgens conclusie 25, waarbij het houderlichaam een langssymmetrievlak bezit, waarbij het scheidingsdeel een plaat omvat die in het langssymmetrievlak reikt.
27. Houder volgens conclusie 25 of 26, waarbij de klemmiddelen een vorkeind omvatten, met vorkdelen die aan weerszijden van het kambeen kunnen grijpen.
28. Houder volgens conclusie 25, 26 of 27, waarbij de vorkdelen aan hun naar het houderlichaam gekeerde 35 zijde voorzien zijn van een uitsteeksel, bij voorkeur puntig uitsteeksel.
29. Houder volgens een der conclusies 25-28, waarbij het houderlichaam voorzien is van een in het langs-symmetrievlak uitstekend, geleidelijk oplopend plaatdeel voor ondersteuning van de binnenzijde van het kambeen.
30. Houder volgens een der conclusies 25-29, 5 waarbij de klemmiddelen een klemhefboom omvatten.
31. Werkwijze voor het fileren van borstvlees-bevattende karkasdelen van gevogelte, in het bijzonder borstkappen, waarbij de karkasdelen worden geplaatst op houders die achter elkaar op een in een vertikaal vlak 10 omlopend aangedreven transporteur zijn aangebracht, waarbij de houders met karkasdelen door een ontvelstation worden gevoerd voor het verwijderen van het vel, waarbij de karkasdelen daarna, in een onderste traject van de omlopende baan, worden doorgevoerd door een fileerstation, 15 alwaar met behulp van snijranden het vlees van de borstkas, de wensbeentjes en de ravenbekbenen wordt losgemaakt, alsmede aan weerszijden van het kambeen wordt gescheiden.
32. Werkwijze volgens conclusie 31, waarbij het losmaken van het vlees van de wensbeentjes benedenstrooms 20 van het lósmaken van het vlees van de borstkas plaatsvindt .
33. Werkwijze volgens conclusie 31 of 32, waarbij het losmaken van het vlees van het kambeen plaatsvindt met behulp van aan weerszijden van het kambeen reikende 25 messen, in het bijzonder cirkelmessen.
34. Werkwijze volgens conclusie 33, waarbij ter plaatse van het met de messen snijden de houders relatief van de messen worden weg bewogen.
35. Werkwijze volgens conclusie 33 of 34, waar-j 30 bij met de messen tevens door de wensbeentjes wordt gesneden waarbij met behulp van een onderdeel op de houder de wensbeentjes op afstand van elkaar gehouden worden.
36. Werkwijze volgens een der conclusies 31-35, waarbij met behulp van een scheidingsdeel op de houder de 35 wensbeentjes in dwarsrichting naar elkaar toe worden gestabiliseerd.
37. Werkwijze volgens een der conclusies 31-36, waarbij het vlees wordt verwijderd in de vorm van twee halve filets.
38. Fileerplatenstel voor gevogelte, voorzien van snij randen voor het lossnijden van vlees langs de 5 borstkas en van de snij randen voor het lossnijden van vlees langs de wensbeentjes, aan weerszijden van een karkasdeel, in het bijzonder borstkap.
39. Fileermachine voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij - 10 gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
40. Houder voor karkasdelen van gevogelte voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
41. Werkwijze omvattend een of méér van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1027426
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1027426A NL1027426C2 (nl) | 2004-11-05 | 2004-11-05 | Fileermachine voor gevogelte. |
AT05077540T ATE458404T1 (de) | 2004-11-05 | 2005-11-04 | Maschine zum filetieren von geflügel |
DK05077540.2T DK1654932T4 (en) | 2004-11-05 | 2005-11-04 | Poultry filleting machine |
EP05077540.2A EP1654932B2 (en) | 2004-11-05 | 2005-11-04 | Filleting machine for poultry |
US11/267,588 US20060099899A1 (en) | 2004-11-05 | 2005-11-04 | Filleting machine for poultry |
DE602005019515T DE602005019515D1 (de) | 2004-11-05 | 2005-11-04 | Maschine zum Filetieren von Geflügel |
BRPI0505020-0A BRPI0505020A (pt) | 2004-11-05 | 2005-11-07 | máquina de corte de filé para aves |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1027426A NL1027426C2 (nl) | 2004-11-05 | 2004-11-05 | Fileermachine voor gevogelte. |
NL1027426 | 2004-11-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1027426C2 true NL1027426C2 (nl) | 2006-05-15 |
Family
ID=34974627
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1027426A NL1027426C2 (nl) | 2004-11-05 | 2004-11-05 | Fileermachine voor gevogelte. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20060099899A1 (nl) |
EP (1) | EP1654932B2 (nl) |
AT (1) | ATE458404T1 (nl) |
BR (1) | BRPI0505020A (nl) |
DE (1) | DE602005019515D1 (nl) |
DK (1) | DK1654932T4 (nl) |
NL (1) | NL1027426C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN111838274A (zh) * | 2020-07-20 | 2020-10-30 | 蚌埠学院 | 骨肉高效分离的装置和方法 |
Families Citing this family (21)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US8157625B2 (en) | 2010-01-26 | 2012-04-17 | Foodmate Bv | Method and apparatus for collecting meat from an animal part |
US8632380B2 (en) | 2010-01-26 | 2014-01-21 | Foodmate B.V. | Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends |
US8789684B2 (en) | 2010-04-19 | 2014-07-29 | Foodmate Bv | Rotatable article support for a conveyor |
US8757354B2 (en) | 2010-04-19 | 2014-06-24 | Foodmate Bv | Turning block alignment |
NL2004573C2 (en) | 2010-04-19 | 2011-10-20 | Foodmate B V | Turning block alignment. |
NL2006075C2 (en) | 2011-01-26 | 2012-07-30 | Foodmate B V | Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station. |
NL2004574C2 (en) | 2010-04-19 | 2011-10-20 | Foodmate B V | Rotatable article support for a conveyor. |
US8727839B2 (en) | 2011-01-21 | 2014-05-20 | Foodmate Bv | Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines |
DK2667728T3 (en) | 2011-01-26 | 2015-10-19 | Foodmate Bv | Process for bone dyrelår of separation and collection of meat thence and device for performing the method |
US8882571B2 (en) | 2011-01-26 | 2014-11-11 | Foodmate Bv | Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method |
US8267241B2 (en) | 2011-01-26 | 2012-09-18 | Foodmate Bv | Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station |
US8430728B2 (en) | 2011-02-14 | 2013-04-30 | Foodmate Bv | Special cut poultry wing cutter |
ES2528232T3 (es) * | 2011-12-23 | 2015-02-06 | Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co. Kg | Dispositivo y procedimiento para separar completamente de la canal filetes de pechuga ya separados parcialmente de la canal de un cuerpo de ave eviscerado |
NL2009033C2 (en) | 2012-06-19 | 2013-12-23 | Foodmate B V | Weighing method and apparatus. |
NL2009718C2 (en) | 2012-10-29 | 2014-05-01 | Foodmate B V | Method of mechanically removing skin from animal parts. |
US8808068B2 (en) | 2012-10-29 | 2014-08-19 | Foodmate Bv | Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity |
US9078453B2 (en) | 2013-11-01 | 2015-07-14 | Foodmate B.V. | Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom |
US8961274B1 (en) | 2013-12-18 | 2015-02-24 | Foodmate Bv | Selective tendon cutter and method |
CN103749637B (zh) * | 2013-12-31 | 2015-10-21 | 北京航天东方科技发展有限公司 | 具有钢带复合皮带传送机构的骨肉分离机 |
US10493544B2 (en) * | 2016-02-05 | 2019-12-03 | Textron Innovations, Inc. | System and method for cutting composite materials |
CN112223410B (zh) * | 2020-09-25 | 2022-02-15 | 湖南谨航科技开发有限公司 | 一种茯苓加工用切片设备 |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0132890A1 (en) * | 1983-07-13 | 1985-02-13 | Systemate Holland B.V. | Filleting apparatus |
EP0168865A1 (en) * | 1984-07-06 | 1986-01-22 | Pieter Meyn | Method and apparatus for removing the breast flesh from a poultry carcass |
EP0207553A1 (en) * | 1985-06-18 | 1987-01-07 | Systemate Holland B.V. | Filetting apparatus |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4682386A (en) * | 1983-07-13 | 1987-07-28 | Systemate B.V. | Poultry breast filleting system |
DE3444430C1 (de) † | 1984-12-06 | 1986-04-03 | Nordischer Maschinenbau Rud. Baader GmbH + Co KG, 2400 Lübeck | Verfahren zum Gewinnen des Fleisches von Gefluegel und Vorrichtung zur Durchfuehrung des Verfahrens |
ES2035375T3 (es) † | 1989-01-28 | 1993-04-16 | Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg | Procedimiento para la obtencion mecanica de carne de los cuerpos de aves y dispositivo para la realizacion del procedimiento. |
US5045022A (en) * | 1990-01-31 | 1991-09-03 | Hazenbroek Jacobus E | Adjustable poultry breast filleting system |
US5411434A (en) * | 1992-03-24 | 1995-05-02 | Kays Engineering | Poultry shoulder and breast severing machine |
NL9401198A (nl) * | 1994-07-21 | 1996-03-01 | Stork Pmt | Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte. |
US5697837A (en) † | 1995-07-17 | 1997-12-16 | Sytemate Holland, B.V. | Poultry breast filleting apparatus |
US5833527A (en) * | 1996-01-23 | 1998-11-10 | Systemate Holland, B.V. | Poultry breast filleting apparatus |
NL1002831C2 (nl) † | 1996-04-10 | 1997-10-14 | Meyn Maschf | Inrichting voor het fileren van het borststuk van geslacht gevogelte. |
JP3960699B2 (ja) * | 1998-01-21 | 2007-08-15 | 株式会社前川製作所 | 鶏肉屠体上半身の脱骨自動処理方法とその装置 |
DE19848498A1 (de) * | 1998-10-21 | 2000-05-04 | Nordischer Maschinenbau | Filetiervorrichtung |
-
2004
- 2004-11-05 NL NL1027426A patent/NL1027426C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-11-04 DK DK05077540.2T patent/DK1654932T4/en active
- 2005-11-04 DE DE602005019515T patent/DE602005019515D1/de active Active
- 2005-11-04 US US11/267,588 patent/US20060099899A1/en not_active Abandoned
- 2005-11-04 AT AT05077540T patent/ATE458404T1/de not_active IP Right Cessation
- 2005-11-04 EP EP05077540.2A patent/EP1654932B2/en not_active Not-in-force
- 2005-11-07 BR BRPI0505020-0A patent/BRPI0505020A/pt not_active Application Discontinuation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0132890A1 (en) * | 1983-07-13 | 1985-02-13 | Systemate Holland B.V. | Filleting apparatus |
EP0168865A1 (en) * | 1984-07-06 | 1986-01-22 | Pieter Meyn | Method and apparatus for removing the breast flesh from a poultry carcass |
EP0207553A1 (en) * | 1985-06-18 | 1987-01-07 | Systemate Holland B.V. | Filetting apparatus |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN111838274A (zh) * | 2020-07-20 | 2020-10-30 | 蚌埠学院 | 骨肉高效分离的装置和方法 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1654932B2 (en) | 2018-03-14 |
EP1654932B1 (en) | 2010-02-24 |
US20060099899A1 (en) | 2006-05-11 |
ATE458404T1 (de) | 2010-03-15 |
EP1654932A2 (en) | 2006-05-10 |
EP1654932A3 (en) | 2006-08-23 |
DE602005019515D1 (de) | 2010-04-08 |
BRPI0505020A (pt) | 2006-07-04 |
DK1654932T4 (en) | 2018-06-25 |
DK1654932T3 (da) | 2010-06-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1027426C2 (nl) | Fileermachine voor gevogelte. | |
US5833527A (en) | Poultry breast filleting apparatus | |
NL1000935C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier. | |
NL1003626C1 (nl) | Fileerinrichting voor de borst van gevogelte. | |
NL2003900C2 (en) | Device and method for processing a carcass part of slaughtered poultry. | |
CA1241159A (en) | Process for gaining the meat from poultry and apparatus for performing this process | |
NL1022858C2 (nl) | Fileerstraat voor gevogelte. | |
US7059954B2 (en) | Method and device for processing a poultry leg | |
US5035673A (en) | On-line breast halver | |
NL8402165A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van borstvlees van een gevogeltekarkas. | |
CA2794834C (en) | Apparatus and method for severing fillets completely from the carcass of beheaded and eviscerated fish, a crosspiece left by other tools being cut through in the process | |
US5080630A (en) | Poultry processing apparatus and method | |
EP2996481B1 (en) | A method, a system and a guide assembly for separating viscera sets eviscerated from slaughtered poultry | |
NL9001246A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het van een rompdeel scheiden van de poten van geslacht gevogelte. | |
NL2011369C2 (en) | Skinning installation and method for removing skin from slaughtered poultry parts. | |
US9220283B2 (en) | Device and method for completely separating from the carcass of a gutted poultry body breast fillets that have already been partially detached from the carcass | |
US4648155A (en) | Chicken deboning apparatus and method | |
US8342919B1 (en) | Method and apparatus for cutting the second joint of a poultry wing and product therefrom | |
JP2018526997A (ja) | 家禽の胸部キャップから叉骨を除去する装置、システムおよび方法 | |
JP7229166B2 (ja) | 経路に沿って連続して移動する家禽部位を加工するための方法及び装置 | |
US4633547A (en) | Crab picking machine | |
US4644608A (en) | Thigh deboner | |
EP0489854A1 (en) | METHOD AND DEVICE FOR BONELING BELLY BODIES. | |
NL1025209C2 (nl) | Inrichting voor het ontvellen en/of fileren van slachtgevogelte. | |
EP3170397B1 (en) | A fish processing apparatus and method |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Effective date: 20100330 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20110601 |