NL1027381C2 - Kasverlichtingsarmatuur en werkwijze voor het bevestigen van een kasverlichtingsarmatuur in een kas. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Kasverlichtingsarmatuur en werkwijze voor het bevestigen van een kasverlichtingsarmatuur in een kas

De uitvinding heeft betrekking op een kasverlichtingsarmatuur dat een armatuurlichaam heeft dat ten minste een lamphouder en een reflector omvat, een verbindingseenheid voor het realiseren van een elektrische aansluiting van het kasverlichtingsarmatuur, 5 een bevestigingselement voor het mechanisch bevestigen van het kasverlichtingsarmatuur aan een in de kas aangebrachte draagconstructie, alsmede een voorschakelapparaat voor het bedrijven van een in het kasverlichtingsarmatuur aangebrachte lamp, welke voorschakelapparaat elektrisch te verbinden is met de 10 verbindingseenheid.

NL 7613233 beschrijft een belichtingsinstallatie voor cultuurkassen. De bekende belichtingsinstallatie omvat meerdere kasverlichtingsarmaturen, die elk door middel van een draagframe 15 zijn opgehangen aan een verwarmingsbuis die zich horizontaal uitstrekt door de kas. De individuele kasverlichtingsarmaturen omvatten elk een verbindingseenheid voor het elektrisch aansluiten van het kasverlichtingsarmatuur op een externe stroombron en een armatuurlichaam met ten minste een lamphouder en een reflector. In 20 de bekende belichtingsinstallatie heeft de verbindingseenheid van ieder kasverlichtingsarmatuur een stroomingang en een stroomuitgang.

Het eerste kasverlichtingsarmatuur van een groep bij elkaar behorende kasverlichtingsarmaturen wordt via de stroomingang van 25 zijn verbindingseenheid aangesloten op een externe stroombron, bijvoorbeeld het lichtnet. Een stroomkabel met aan zijn beide uiteinden een stekker verbindt vervolgens de stroomuitgang van het eerste kasverlichtingsarmatuur met de stroomingang van het volgende kasverlichtingsarmatuur uit de groep.

30 1027381 2

De bekende belichtingsinstallatie heeft als een nadeel dat de montage in een kas lastig is, met name omdat de individuele kasverlichtingsarmaturen lastig te hanteren, bijvoorbeeld relatief groot en zwaar zijn.

5

De uitvinding heeft tot doel een verbeterd kasverlichtingsarmatuur en een verbeterde werkwijze voor het bevestigen van een kasverlichtingsarmatuur in een kas te verschaffen.

10 De uitvinding bereikt dit doel met het kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 1 en met de werkwijze volgens conclusie 9.

In het kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding zijn de voormontage-eenheid enerzijds en het armatuurlichaam anderzijds 15 losneembaar van elkaar uitgevoerd.

Dit is uit oogpunt van montage bijzonder voordelig omdat op deze manier eerst van ieder kasverlichtingsarmatuur de verbindingseenheid kan worden verbonden met het elektrische aansluitpunt, zonder dat 20 tegelijkertijd het hele kasverlichtingsarmatuur moet worden gehanteerd en opgehangen aan de draagconstructie.

Een voordeel van het elektrisch aansluiten van de verbindingseenheid terwijl het armatuurlichaam daar nog niet mee verbonden is, is dat 25 de voormontage-eenheid, waar de verbindingseenheid deel van uit maakt, tijdens het maken van de elektrische aansluiting met een stroomtoevoerkabel, die aan te sluiten is op een externe stroombron zoals het lichtnet, gemakkelijk te hanteren is. Dit is van belang, omdat een monteur bij het aanbrengen van kasverlichtingsarmaturen in 30 het algemeen boven zijn hoofd moet werken.

Daarnaast vergt het aansluiten van het kasverlichtingsarmatuur op een stroomtoevoerkabel nogal wat handelingen, met name als wordt gekozen voor een aansluiting door middel van een wartel. Een 35 dergelijke aansluiting, die uit oogpunt van vochtdichtheid voordeel is en dus vaak wordt verkozen, is voor de monteur gemakkelijker te realiseren als hij de aansluiting moet maken op een relatief kleine 1027381 3 en lichte voormontage-eenheid dan wanneer hij deze aansluiting moet maken op een reeds volledig samengesteld kasverlichtingsarmatuur, dat meer dan 10 kilogram kan wegen.

5 Het is gebruikelijk dat in een kas een draagconstructie voor het bevestigen van de kasverlichtingsarmaturen aanwezig is, welke draagconstructie een of meer horizontale liggers omvat die zich boven het niveau van de planten uitstrekken. Aan of in deze liggers worden bij voorkeur stroomtoevoerkabels aangebracht voor het 10 aansluiten van de kasverlichtingsarmaturen op een externe elektrische voeding, zoals het lichtnet. Elke stroomtoevoerkabel omvat ten minste een aansluitpunt voor het aansluiten van een kasverlichtingsarmatuur.

15 Een dergelijk aansluitpunt kan op verschillende manieren worden gerealiseerd. Een aansluitpunt kan zijn uitgevoerd als van isolatie ontdane uiteinden van geleiders van een stroomtoevoerkabel of van een aftakking van deze stroomtoevoerkabel. Deze uiteinden worden dan via een wartel in de voormontage-eenheid geleid en daar aangesloten 20 op de verbindingseenheid.

Als alternatief kan het aansluitpunt zijn uitgevoerd als een stekker die, al dan niet via een tussenkabel met tweede contrastekker en tweede stekker, te verbinden is met een contrastekker die deel 25 uitmaakt van de verbindingseenheid. De stekker kan bevestigd zijn aan een uiteinde van de stroomtoevoerkabel of een aftakking daarvan. Ook kan de stekker deel uitmaken van een splitter in de stroomtoevoerkabel.

30 Om het bevestigen van het armatuurlichaam aan de voormontage-eenheid zo gemakkelijk mogelijk te maken is het voordelig om de elektrische verbinding tussen armatuurlichaam en verbindingseenheid uit te voeren als een stekkerverbinding.

35 Vanwege het gewicht van het armatuurlichaam en uit oogpunt van veiligheid tegen vallen is het voordelig als een aparte mechanische bevestiging voor het armatuurlichaam is voorzien. Deze kan 1027381 4 gerealiseerd worden door middel van een tweede bevestigingselement dat het armatuurlichaam aan de draagconstructie of aan het bevestigingselement van de verbindingseenheid vast maakt. Als alternatief kan het armatuurlichaam aan de verbindingseenheid 5 mechanisch verbonden worden met de voormontage-eenheid. Ook kunnen deze varianten gecombineerd worden toegepast.

Bij voorkeur wordt een eventuele mechanische verbinding tussen armatuurlichaam en de voormontage-eenheid uitgevoerd zonder 10 schroefverbindingen, omdat dit de montagevriendelijkheid ten goede komt. Daarnaast verdient het uit oogpunt van veiligheid de voorkeur om de mechanische bevestiging van het armatuur uit te voeren als een vormgesloten verbinding, met name in de vertikale richting, omdat deze "fail-safe" is en het armatuurlichaam dan niet naar beneden kan 15 vallen, zelfs niet als een eventuele borging bij de montage wordt vergeten of nog niet tot stand is gebracht.

De voormontage-eenheid wordt bij voorkeur door middel van een bevestigingselement verbonden met de draagconstructie voordat het 20 armatuurlichaam met de verbindingseenheid verbonden is. Op deze manier ligt het ophangpunt van het armatuurlichaam vast ten opzichte van de draagconstructie.

Bij bekende kasverlichtingsarmaturen was het vaak zo dat het 25 kasverlichtingsarmatuur scheef kwam te hangen door de weerstand van de stroomtoevoerkabel tegen bij het aansluiten opgelegde vervorming ervan. Door de voormontage-eenheid nu voor het aanbrengen van het armatuurlichaam te fixeren ten opzichte van de draagconstructie ligt het. bevestigingspunt van het kasverlichtingsarmatuur vast, waardoor 30 deze ongewenste scheefstand wordt voorkomen doordat de bevestiging van de voormontage-eenheid weerstand biedt tegen de kracht die de kabel uitoefent. Hierdoor is het richten van de kasverlichtingsarmaturen na montage niet langer nodig, of wordt het op zijn minst beperkt.

35

Het kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding omvat een voorschakelapparaat. Een dergelijk voorschakelapparaat kan zijn 1027381 5 opgebouwd uit elektronische componenten, maar kan ook een elektrische ballast omvatten. Met name de ballast is een in verhouding tot de rest van het kasverlichtingsarmatuur zware component. Het is dan ook voordelig om het voorschakelapparaat onder 5 te brengen in het armatuurlichaam, mét name wanneer een elektrische ballast deel uitmaakt van het voorschakelapparaat.

Moderne tuinbouwkassen zijn voorzien van een grote hoeveelheid kasverlichtingsarmaturen. Eén kasverlichtingsarmatuur per vijf 10 strekkende meter is geen uitzondering. Het elektrisch voeden van de assimilatielampen die in de kasverlichtingsarmaturen zijn aangebracht kost dan ook veel stroom. Om het elektriciteitsverbruik te beperken is het voordelig om gebruik te maken van drie-fasenstroom. Hierbij wordt dan bij voorkeur ongeveer eenderde van de 15 kasverlichtingsarmaturen aangesloten op de eerste fase, ongeveer eenderde op de tweede fase en ongeveer eenderde op de derde fase.

Om deze oplossing mogelijk te maken is het kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding bij voorkeur voorzien van een instelmiddel, 20 dat fasekeuze mogelijk maakt. Bij voorkeur is dit instelmiddel aangebracht in de voormontage-eenheid, zodat de monteur die de verbindingseenheid elektrisch aansluit op de externe stroombron meteen de gewenste fase kan instellen. Bij voorkeur is het kasverlichtingsarmatuur in deze uitvoeringsvorm tevens voorzien van 25 een indicator die aangeeft welke fase ingesteld is, bijvoorbeeld door middel van een kleur, cijfer of letter.

Een kasverlichtingsarmatuur en werkwijze volgens de uitvinding zullen hierna nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde 30 tekening, waarin op niet beperkende wijze uitvoeringsvoorbeelden zijn getoond.

In de tekening toont: fig. 1 - een voorbeeld van een kasverlichtingsarmatuur volgens de 35 uitvinding, fig. 2 - twee verdere varianten van de aansluiting van de verbindingseenheid op de stroomtoevoerkabel, 1027381 6 fig. 3 - een dwarsdoorsnede van een deel van het kasverlichtingsarmatuur, fig. 4 - een voorbeeld van een werkwijze voor het in een kas bevestigen van een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding, 5

Fig. 1 toont een voorbeeld van een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding. Het kasverlichtingsarmatuur heeft een lamphouder en een reflector 31. De reflector 31 is door middel van een beugel 30 verbonden met een behuizing 10, waarin een voorschakelapparaat 109 10 voor het bedrijven van een in het kasverlichtingsarmatuur aangebrachte lamp is aangebracht. De reflector 31, lamphouder, behuizing 10 en het voorschakelapparaat 109 maken in dit voorbeeld deel uit van het armatuurlichaam.

15 Aan de behuizing 10 is een verbindingseenheid 35 voor het realiseren van een elektrische aansluiting van het kasverlichtingsarmatuur gekoppeld. Deze verbindingseenheid 35 maakt deel uit van een voormontage-eenheid 101. Deze voormontage-eenheid 101 is verbonden met een bevestigingselement 20 voor het mechanisch bevestigen van 20 het kasverlichtingsarmatuur aan een in de kas aangebrachte draagconstructie 3. In dit voorbeeld heeft het bevestigingselement 20 twee haken 36 die om de draagconstructie 3 grijpen. De twee haken 36 zijn onderling verbonden door een strip 37, die verbonden is met de voormontage-eenheid 101.

25

Aan de draagconstructie 3 is een stroomtoevoerkabel 110 bevestigd. Een aftakking van deze stroomtoevoerkabel 110 wordt in dit voorbeeld via een wartel 102 in de voormontage-eenheid 101 geleid. In deze voqrmontage-eenheid 101 wordt de stroomtoevoerkabel 110 verbonden 30 met de verbindingseenheid 35. De stroomtoevoerkabel 110 staat in elektrische verbinding met een externe stroombron zoals het lichtnet, waardoor op deze manier het kasverlichtingsarmatuur via de verbindingseenheid 35 is aangesloten op deze externe stroombron.

35 Fig. 2 toont twee verdere varianten van de aansluiting van de verbindingseenheid 35 op de stroomtoevoerkabel 110. In de variant van fig. 2a is het uiteinde van een aftakking van de 1027381 7 stroomtoevoerkabel 110 voorzien van een eerste stekker 111. Deze stekker past op.een eerste contrastekker 103 die op de voormontage-eenheid 101 is aangebracht. Uiteraard is het ook mogelijk dat de voormontage-eenheid 101 voorzien is van een stekker en de 5 stroomtoevoerkabel 110 van een contrastekker.

Ook een mengvorm van fig. 1 en fig. 2a is mogelijk. Hierbij wordt de stroomtoevoerkabel 110 via een wartel 102 in de voormontage-eenheid 101 geleid, en wordt de stekkerverbinding tussen de 10 stroomtoevoerkabel 110 en de verbindingseenheid 35 binnenin de voormontage-eenheid 101 gerealiseerd.

Fig. 2b toont een verder variant van de aansluiting van de verbindingseenheid 35 op de stroomtoevoerkabel 110. In dit voorbeeld 15 is de stroomtoevoerkabel 110 voorzien van een splitter, die een eerste stekker 111 heeft. Deze stekker 111 past op een tweede contrastekker 116 die aan het eerste uiteinde van een tussenkabel 115 is aangebracht. Aan het tweede uiteinde van deze tussenkabel 115 is een tweede stekker 117 aangebracht, die past op de eerste 20 contrastekker 103 van de voormontage-eenheid 101. Door de lengte van de tussenkabel 115 te variëren wordt een aanzienlijke flexibiliteit bereikt ten aanzien van de mogelijke plaats van het kasverlichtingsarmatuur in de kas.

25 Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede van een deel van het kasverlichtingsarmatuur. In fig. 3 is te zien dat de stroomtoevoerkabel 110 via een stekkerverbinding tussen eerste stekker 111 en eerste contrastekker 103 is aangesloten op de verbindingseenheid 35. De verbindingseenheid 35 is via een eerste 30 connector 104 in de voormontage-eenheid 101 en een tweede connector 108 in de behuizing 10 aangesloten op het voorschakelapparaat 109.

De eerste en de tweede connector 104, 108 realiseren daarmee samen de elektrische aansluiting van het voorschakelapparaat 109 op de verbindingseenheid 35.

35

Via mechanische bevestiging 105 is de voormontage-eenheid 101 verbonden met de strip van het bevestigingselement 20. Het 1027381 8 armatuurlichaam is via mechanische verbinding 107 verbonden met de voormontage-eenheid 101. Het armatuurlichaam hangt dus via de voormontage-eenheid 101 aan het bevestigingselement 20.

5 Bijvoorbeeld zijn de behuizing 10 en de voormontage-eenheid 101 ingericht voor het op elkaar schuiven van beide delen in dezelfde richting als de steekrichting voor het met elkaar verbinden van de connectoren 104,108. Bijvoorbeeld zijn de behuizing 10 en voormontage-eenheid 101 daartoe voorzien van een of meer 10 vormsluitend samenwerkende paren van ribben en groeven of dergelijke, bij voorkeur zodanig dat na op het elkaar schuiven van de onderdelen, het armatuurlichaam niet meer na beneden kan vallen. Dit is schematisch getoond in figuur 3a. Die schuifverbinding kan dan worden geborgd met een borgvoorziening.

15

Fig. 4 toont een voorbeeld van een werkwijze voor het in een kas bevestigen van een kasverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding.

Bij de werkwijze volgens fig. 4 is een draagconstructie 3 in de kas 20 aangebracht. In dit voorbeeld heeft deze draagconstructie 3 horizontale liggers uit een C-profiel, waarin stroomtoevoerkabels 110 zijn gelegd.

Het uiteinde van een aftakking van een dergelijke stroomtoevoerkabel 25 110 is voorzien van een aansluitpunt. In dit voorbeeld is het aansluitpunt gerealiseerd in de vorm van een eerste stekker 111, die aan het uiteinde van de betreffende aftakking van de stroomtoevoerkabel 110 is aangebracht.

30 Vervolgens wordt de verbindingseenheid 35 aangesloten op het aansluitpunt, in dit geval door het verbinden van eerste stekker 111 met eerste contrastekker 103. Dit is getoond in fig. 4a.

In het getoonde voorbeeld is de voormontage-eenheid 101 voorzien van 35 een instelmiddel voor het instellen van de fase van de stroom waarmee een in het kasverlichtingsarmatuur aan te brengen lamp 1027381 9 bedreven zal worden. De voormontage-eenheid 101 is voorzien van een indicator 112 die aangeeft welke fase is ingesteld.

Vervolgens wordt de voormontage-eenheid 101 van het 5 kasverlichtingsarmatuur bevestigd aan de draagconstructie 3. Dit is getoond in fig. 4b.

Vervolgens wordt het armatuurlichaam elektrisch en mechanisch verbonden met de voormontage-eenheid 101. Dit is getoond in fig. 4c.

10 1027381

Claims (13)

1. Kasverlichtingsarmatuur, dat omvat: een armatuurlichaam, dat ten minste een lamphouder en een 5 reflector omvat, een verbindingseenheid voor het realiseren van een elektrische aansluiting van het kasverlichtingsarmatuur, een bevestigingselement voor het mechanisch bevestigen van het kasverlichtingsarmatuur aan een in de kas aangebrachte 10 draagconstructie, een voorschakelapparaat voor het bedrijven van een in het kasverlichtingsarmatuur aangebrachte lamp, welk voorschakelapparaat elektrisch te verbinden is met de verbindingseenheid, 15 met het kenmerk, dat het kasverlichtingsarmatuur een voormontage-eenheid omvat waarin ten minste de verbindingseenheid is ondergebracht, welke voormontage-eenheid als geheel losneembaar is van het bijbehorende armatuurlichaam van het kasverlichtingsarmatuur. 20

2. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, waarbij het kasverlichtingsarmatuur verder een instelmiddel omvat voor het instellen van de fase van de elektrische stroom voor het voeden van het voorschakelapparaat. 25

3. Kasverlichtingsarmatuur volgens conclusie 2, waarbij het kasverlichtingsarmatuur een indicator omvat voor het aangeven van de met het instelmiddel ingestelde fase.

4. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de voormontage-eenheid een stekker heeft en het armatuurlichaam contrastekker die ingericht is om met de stekker van de voormontage-eenheid samen te werken om zo een elektrische verbinding tussen de verbindingseenheid en het voorschakelapparaat 35 te realiseren. 1027381

5. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voorschakelapparaat is aangebracht in een behuizing en waarbij het samenstel van behuizing en voorschakelapparaat deel uitmaakt van het armatuurlichaam. 5

6. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de voormontage-eenheid een wartel omvat ten behoeve van de elektrische aansluiting.

7. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbindingseenheid een stekker of contrastekker heeft voor het realiseren van de elektrische aansluiting.

8. Kasverlichtingsarmatuur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de voormontage-eenheid een eerste mechanisch verbindingselement heeft en het armatuurlichaam een tweede mechanisch verbindingselement, waarbij het heerste en het tweede mechanische verbindingselement zijn ingericht om samen een 20 vormgesloten mechanische verbinding te creëren tussen de voormontage-eenheid en het armatuurlichaam.

9. Werkwijze voor het aan een draagconstructie in een kas bevestigen van een kasverlichtingsarmatuur volgens een of meer van 25 de voorgaande conclusies, welke werkwijze omvat: - het aanbrengen van een stroomtoevoerkabel en het daarmee verschaffen van een elektrisch aansluitpunt voor het realiseren yan een elektrische aansluiting van het kasverlichtingsarmatuur, 30. het aansluiten van de verbindingseenheid op het elektrische aansluitpunt, zonder dat het armatuurlichaam aan de voormontage-eenheid is gekoppeld, - het elektrisch verbinden van het armatuurlichaam met de verbindingseenheid, 35. het mechanisch verbinden van het kasverlichtingsarmatuur met de draagconstructie. 1027381

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de werkwijze verder het instellen van de fase van de elektrische aansluiting omvat.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de fase wordt 5 ingesteld met een instelmiddel dat deel uitmaakt van de verbindingseenheid.

12. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-11, waarbij de verbinding tussen het elektrische aansluitpunt en de 10 verbindingseenheid wordt gerealiseerd door een stekkerverbinding.

13. Werkwijze volgens een van de conclusies 9-12, waarbij de voormontage-eenheid mechanisch wordt gefixeerd ten opzichte van de draagconstructie, waarna het armatuurlichaam mechanisch gefixeerd 15 wordt ten opzichte van de voormontage-eenheid. 1027381