NL1027297C1 - Werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, alsmede een daartoe aangepast inktwerk. - Google Patents

Werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, alsmede een daartoe aangepast inktwerk. Download PDF

Info

Publication number
NL1027297C1
NL1027297C1 NL1027297A NL1027297A NL1027297C1 NL 1027297 C1 NL1027297 C1 NL 1027297C1 NL 1027297 A NL1027297 A NL 1027297A NL 1027297 A NL1027297 A NL 1027297A NL 1027297 C1 NL1027297 C1 NL 1027297C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ink
rollers
roller
cleaning
roll
Prior art date
Application number
NL1027297A
Other languages
English (en)
Inventor
Harrie Van Dijk
Bram Bergsma
Original Assignee
Dam Machine Bv V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dam Machine Bv V filed Critical Dam Machine Bv V
Priority to NL1027297A priority Critical patent/NL1027297C1/nl
Priority to EP05077324A priority patent/EP1661703A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1027297C1 publication Critical patent/NL1027297C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F35/00Cleaning arrangements or devices
    • B41F35/04Cleaning arrangements or devices for inking rollers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41PINDEXING SCHEME RELATING TO PRINTING, LINING MACHINES, TYPEWRITERS, AND TO STAMPS
    • B41P2235/00Cleaning
    • B41P2235/10Cleaning characterised by the methods or devices
    • B41P2235/26Spraying devices

Landscapes

  • Inking, Control Or Cleaning Of Printing Machines (AREA)
  • Ink Jet (AREA)

Description

« -1-
Werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, alsmede een daartoe aangepast inktwerk.
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, alsmede een inktwerk ingericht om de werkwijze toe te kunnen passen. Het inktwerk omvat een rollentrein met een aantal 10 opeenvolgende inktrollen waarmee vanuit een inktbak inkt op het drukdoek, drukcliché gebracht wordt. Na een I zekere productietijd of indien het inktwerk omgezet moet worden naar een andere kleur moet de inktrollen-trein en de behuizing waar deze in ondergebracht is, 15 worden schoongemaakt. Dit is een lastige en tijdrovende handeling, waarbij aanzienlijke hoeveelheden verdun-ningsmiddelen en/of reinigingsmiddelen gebruikt worden, aangezien de hoeveelheid inkt die niet alleen van het gehele inktrollentrein verwijderd moet worden maar ook 20 van de binnenzijde van de behuizing. Dit laatste is ook zeker nodig om uiteindelijk vermenging van een voorgaande kleur met een nieuwe kleur te voorkomen.
De uitvinding heeft allereerst tot doel het schoonmaken 25 te vergemakkelijken en verder het voorkomen van neerslag van inkt op de binnenzijde van de behuizing en andere delen.
Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in 30 voorzien dat het reinigingsmiddel met behulp van tenminste één sproeiorgaan op tenminste een deel van de rollengte van één inktrol van het inktwerk aangebracht wordt, waarbij tenminste één van de inktrollen aange- 1027297 < -2- dreven wordt en tenminste een deel van de reiniging over overeenkomende delen van de rollengtes van opeenvolgende inktrollen van het inktwerk uitgevoerd wordt. Daarbij wordt er verder in voorzien dat inkt en reini-5 gingsmiddel bij tenminste één inktrol over tenminste een deel van de rollengte van de inktrol geschraapt wordt.
Door het achtereenvolgend reinigen van delen van de 10 rollengtes van de inktrollen verschaft de werkwijze volgens de uitvinding het grote voordeel dat de opeenvolgende inktrollen grip op elkaar kunnen blijven houden middels de delen waar geen reinigingsmiddelen op aangebracht is, waardoor de opeenvolgende inktrollen 15 aangedreven kunnen blijven worden. Op deze manier kan het reinigingsmiddel over de opeenvolgende inktrollen verspreid worden en kunnen deze over een deel van de lengte gereinigd worden, waarbij de inkt met reinigingsmiddel met het schraaporgaan verwijderd kan wor-20 den. Tussen de op deze manier gereinigde delen van de opeenvolgende inktrollen wordt dan weer voldoende grip verkregen om de inktrollen aan te kunnen drijven tijdens het reinigen van de verdere delen van de opeenvolgende inktrollen.
25
Hoewel het in principe mogelijk is om voor elke inktrol sproeiorganen aan te brengen, zal dat in de praktijk problemen geven met de beschikbare ruimte binnen een inktwerk en is dat bovendien in veruit de meeste situa-30 ties niet noodzakelijk. In de praktijk blijkt dat het reinigingsmiddel voldoende snel en in voldoende hoeveelheden aan de opeenvolgende inktrollen doorgegeven en daarover verspreid wordt. Volgens een nadere uitwer- 1027297
_3_ I
king wordt er dan ook in voorzien dat voor tenminste I
twee inktrollen per inktrol twee sproeiorganen zijn I
aangebracht, waarbij elk van de sproeiorganen uitge- I
voerd is om over tenminste de halve rollengte van de I
5 betreffende inktrol reinigingsmiddel aan te brengen. In I
de praktijk blijkt hiermee een meer dan voldoende rei- I
niging van de inktrollen bereikt te kunnen worden. Een I
onderverdeling van de rollengtes in meer dan twee delen I
is ook mogelijk, echter is dit voor het goed op elkaar I
10 laten aangrijpen van de inktrollen tijdens de reiniging I
daarvan niet noodzakelijk. Bij grote lengtes van de I
I inktrollen kan het eventueel wel wenselijk zijn om het I
aantal sproeiorganen per rollengte te vergroten. I
15 Volgens een nog verdere uitwerking wordt er in voorzien I
dat met een eerste stel sproeiorganen op overeenkomende I
delen van de rollengtes van twee opeenvolgende inktrol- I
len en met een tweede stel sproeiorganen op overeenko- I
mende delen van de rollengtes van twee verdere opeen- I
20 volgende inktrollen in het inktwerk reinigingsmiddel I
aangebracht wordt. Hiermee wordt bereikt dat het reini- I
gingsmiddel veel beter aan alle opeenvolgende inktrol- I
len doorgegeven wordt en daarmee ook sneller over het I
gehele inktwerk verspreid wordt. I
25 I
Daartoe kan er verder in voorzien worden dat het tweede stel sproeiorganen, bij een inktrol die de inkt op een hoger en een lager gelegen verdere inktrol overdraagt, gericht zijn op de overdragende inktrol en de hoger ge-30 legen verdere inktrol. Hoewel het reinigingsmiddel ook doorgegeven zal worden naar hoger gelegen inktrollen indien het op lager gelegen inktrollen aangebracht wordt, is het met name gunstig om bij splitsingen in de 1027297 ♦ -4- rollentrein in een hoger en een lager gelegen deel het reinigingsmiddel op zowel de inktrol waar de verdeling begint als op de aansluitende hoger gelegen inktrol aan te brengen.
5
Daarnaast zijn afhankelijk van het al of niet onderverdelen in twee of meer verdere inktrolopeenvolgingen ook andere configuraties met sproeiorganen mogelijk, waarbij echter steeds het uitgangspunt blijft dat niet meer 10 dan een deel van de rollengtes van opeenvolgende inktrollen van reinigingsmiddel voorzien wordt, waardoor gebruik gemaakt kan blijven worden van de normale aandrijving van de inktrollen voor het verspreiden van het reinigingsmiddel en het uiteindelijk reinigen van de 15 gehele rollengtes van de inktrollen.
In praktijktests is gebleken dat met de werkwijze volgens de uitvinding met duidelijk minder reinigingsmiddel een goede reiniging verkregen kan worden, hetgeen 20 een belangrijk voordeel is.
Tijdens het normale gebruik van een inktwerk ontstaat een nevel van fijne inktdruppeltjes die zich over het gehele binnenwerk van het inktwerk verspreid. Deze zo-25 genaamde inktmist ontstaat voor het grootste deel bij het kontaktvlak tussen opeenvolgende, snel draaiende inktrollen. Voor een verder deel ontstaat deze inktmist bij de likrol die voor de dosering van de inkt tussen de inktrol, welke direkt in aanraking is met de inkt in 30 de inktbak, en een verdere inktrol in de rollentrein heen en weer bewogen wordt. Bij de reiniging van de 1027297 -5- inktrollen, waarbij de inkt met het reinigingsmiddel verdund wordt, ontstaat een vergelijkbare nevel. Deze nevel wordt beperkt door aanpassing van de aandrijf-snelheid van de inktrollen tijdens het reinigen daar-5 van, die duidelijk lager ligt dan de snelheid tijdens normaal gebruik.
Een verder doel van de uitvinding is vervuiling van het inktwerk door de genoemde inktmist te voorkomen, zowel 10 tijdens het gebruik van het inktwerk als ook tijdens de reiniging daarvan, waartoe er in voorzien wordt dat de tijdens het gebruik of reiniging van het inktwerk ontstane inktmist afgezogen wordt. Belangrijk daarbij is dat met een zodanig matige luchtstroming gewerkt wordt 15 dat geen wervelingen in de inktmist ontstaan en deze daardoor gelijkmatig afgevoerd kan worden zonder dat deze alsnog tegen de behuizing en andere delen van het inktwerk neerslaat.
20 Volgens een nadere uitwerking wordt er voor het afzuigen van de inktmist een luchtstroming gegenereerd die vanuit zijwaartse richting of richtingen langs de rollen gevoerd wordt naar een filterorgaan aan of nabij het begin van het inktwerk. Door de luchtstroming aan 25 de zijkanten van de inktrollen te laten beginnen kan de inktmist weggehouden worden van de zijkanten van de behuizing en langs de in aanraking met elkaar zijnde delen van de inktrollen naar het uiteinde van de behuizing gevoerd worden naar het daar aangebrachte filter-30 orgaan.
Teneinde een dergelijke gelijkmatige luchtstroming te 1027297 -6- kunnen opwekken wordt er verder in voorzien dat de inktrollen van het inktwerk in een behuizing zijn ondergebracht, die zicht uitstrekt van aangrenzend op de drukrol met drukdoek tot aangrenzend of tot over de 5 inktbak en die tussen de genoemde uiteinden geheel of grotendeels gesloten is, waarbij aan een uiteinde voorzien is in een onderdrukorgaan voor het genereren van een luchtstroming binnen de behuizing. Door toepassing van een onderdrukorgaan is het mogelijk de stroming van 10 de inktmist naar het filterorgaan in hoge mate te controleren en neerslag op andere delen van het inktwerk dan de effectieve oppervlakken van de inktrollen te voorkomen.
15 Daarbij is er bij voorkeur verder in voorzien dat in de behuizing openingen zijn aangebracht zijdelings van het effectieve axiale oppervlak van één of meer van de opeenvolgende inktrollen en dat het onderdrukorgaan aangebracht is nabij de inktbak.
20
De werkwijze voor het reinigen van het inktwerk wordt bij voorkeur geheel of gedeeltelijk geautomatiseerd uitgevoerd.
25 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van het in de tekening gegeven voorbeeld, waarin: fig.1 een schematische doorsnede toont van een inktwerk , 30 fig.2 een schematische doorsnede toont van een inkt werk tijdens het reinigen daarvan, fig.3 een schematisch bovenaanzicht toont op een deel van het inktwerk met de sproeiorganen en een 1027297 _
-7- I
aantal van de inktrollen, I
fig.4 een schematisch bovenaanzicht toont op de be- I
huizing van het inktwerk, en I
fig.5 een schematisch achteraanzicht toont van het I
5 inktwerk met het onderdrukorgaan. I
In fig.1 is een doorsnede van een inktwerk 1 getoond, I
dat een behuizing 2 omvat waarin een rollentrein 3 is I
aangebracht waarmee de inkt uit inktbak 4 naar de I
10 drukrol 5, met een niet nader aangegeven drukdoek of I
cliché, gebracht wordt. De inkt wordt met een eerste I
inktrol 6 uit de inktbak genomen en met een likrol 7 op I
een verdere inktrol 8 overgebracht. De likrol 7 wordt I
tussen de inktrollen 6,8 heen en weer bewogen en dient I
115 om de inkt te doseren. Via inktrol 8 wordt de inkt I
overgebracht op verdeelrol 9, van waaraf de inkt via I
een bovenste stel inktrollen 10,11 en een onderste stel I
inktrollen 12,13 op het drukdoek of cliché gebracht I
wordt. In deze opstelling worden de inktrollen 10,12 en I
20 6 met een niet nader aangegeven aandrijving of aandrij- I
vingen aangedreven en door de kontaktdruk tussen de op- I
eenvolgende inktrollen worden de verdere inktrollen in I
de rollentrein aangedreven. De rollen 10,12 voeren voor I
een betere verdeling van de inkt over de rollen ook nog I
25 een in axiale richting oscillerende beweging uit. I
In plaats van deze opeenvolging van inktrollen zijn nog vele andere opeenvolgingen mogelijk, hetgeen echter geen wezenlijke verandering van de uitvinding met zich 30 meebrengt.
Tegen de onderste aangedreven inktrol 12 is een schraaporgaan aangebracht met een schraapmes 14 en een 1027297 -8- ; opvangbak 15. Het schraapmes kan tegen de rol aangebracht worden en van de rol af met niet nader in de tekening aangegeven middelen.
5 Onderin de behuizing 2 van het inktwerk 1 nabij de inktbak 4 en bijbehorende rol 6 is een onderdrukorgaan 16 aangebracht, met doorstroomopening 17 en filter 18.
Door de met het onderdrukorgaan 16 gevormde onderdruk wordt de inktmist, die tijdens het gebruik van het 10 inktwerk ontstaat, in een zeer gelijkmatige luchtstroming naar het onderdrukorgaan gevoerd, waar de inkt met het filter 18 afgevangen wordt, en de lucht onder de inktbak 4 door naar buiten gevoerd wordt.
15 In fig.2 is de situatie tijdens reiniging van het inktwerk getoond, waarbij sproeiorganen 19,20 op overeenkomende delen van likrol, inktrol 7,8 en verdeelrol, aangedreven rol 9,10 een reinigingsmiddel sproeien. Zie verder fig. 3 voor de verdeling van alle sproeiorganen 20 ten opzichte van de rollentrein van het inktwerk 1.
De inktbak 4 en de bijbehorende inktrol 6 worden apart gereinigd. De inktbak 4 kan daartoe uit het inktwerk 1 genomen worden. De rol 6 is een inktrol met een eigen 25 aandrijving die tijdens de reiniging van de rollen 7 t/m 13 vrij van loopt van deze rollen 7 t/m 13 en dan ook apart daarvan gereinigd wordt. Verder wordt de drukrol 5 tijdens de reiniging vrij gehouden van de inktrollen 11 en 13.
30
Het reinigingsmiddel afkomstig uit het sproeiorgaan 19 verdunt de inkt op de rollen 7,8, waarbij de verdunde inkt via verdeelrol 9 naar aangedreven inktrol 12 ge- 1027297 -9- voerd wordt en daar met schraapmes 14 van verwijderd kan worden. Alvorens de verdunde inkt te verwijderen wordt deze eerst nog over de inktrol 13 gevoerd om ook daar de inkt te kunnen verdunnen en deze vervolgens via 5 de aangedreven rol 12 te kunnen verwijderen.
IHet schraapmes 14 kan in segmenten verdeeld worden en alleen tegen het deel van de inktrol 12 aangebracht worden waar het reinigingsmiddel op aangebracht is. Dit 10 maakt het schraaporgaan echter onnodig gecompliceerd en
is bovendien geenszins noodzakelijk aangezien de inkt I
uiteindelijk toch over de gehele lengte van de rol verwijderd dient te worden. De inktrol 12 is bij voorkeur een metalen rol en het schraapmes 14 is doorgaans van 15 een kunststof materiaal.
Het reinigingsmiddel afkomstig uit sproeiorgaan 20 verdunt de inkt op de verdeelrol 9 en de inktrol 10, hetgeen eveneens een aangedreven inktrol kan zijn. Via de 20 inktrol 10, wordt ook de inkt op de inktrol 11 verdund, waarbij de verdunde inkt van de inktrol 11 via de inktrol 10 en verdeelrol 9 naar de aangedreven inktrol 12 gevoerd wordt en daar met schraapmes 14 van verwijderd wordt.
Na het reinigen van een eerste deel, waarbij tussen de opeenvolgende gereinigde delen van de inktrollen weer voldoende grip is om de inktrollen aan te kunnen drijven, kan het volgende deel van de inktrollen gereinigd 30 worden. De meest gunstige manier is om de reiniging over twee delen te verdelen, waardij de delen tenminste de helft van de effectieve rollengtes van de inktrollen beslaat en bij voorkeur iets meer dan dat zodat ook het 1027297 -10- midden van de inktrollen zeker goed gereinigd wordt.
De reiniging kan plaatsvinden in een aantal opeenvolgende stappen waarbij eerst over de delen een eerste 5 reiniging plaatsvindt om grote hoeveelheden inkt te verwijderen en vervolgens één of meer verdere stappen waarbij alle inktrestanten verwijderd worden. Het schraapmes wordt daarbij zodanig bestuurd dat de inktrol 13 aansluitend op de aangedreven inktrol 12 ook 10 voorzien kan worden van voldoende reinigingsmiddel om dit evengoed als de overige inktrollen te kunnen reinigen. De aandrijfsnelheden van de aangedreven rollen kunnen daarbij geregeld worden, zodanig dat de verdunde inkt niet voor meer nevel zorgt dan de niet verdun-15 de inkt.
Het onderdrukorgaan 16 zorgt er ook bij het reinigen van de inktrollen voor dat de nevel van verdunde inkt afgevoerd wordt en niet tegen de behuizing of andere 20 delen van het inktwerk neer kan slaan. Indien nodig kan de door het onderdrukorgaan 16 gevormde onderdruk tijdens het reinigen van het inktwerk aangepast worden, verkleind of vergroot al naar gelang de ontstane nevel.
25 In fig.3 zijn sproeiorganen 19,20, respectievelijk 21,22 getoond, die op afstand van elkaar geplaatst zijn, en elk tenminste de helft van de effectieve breedte van de inktrollen van reinigingsmiddel kunnen voorzien. De inktrollen zijn van assen voorzien die zo-30 als schematisch aangegeven zich uitstrekken over een niet onaanzienlijke lengte ten opzichte van de lengte van het werkelijke inktoppervlak van de inktrollen.
1027297 -11-
De sproeiorganen 19-22 bestaan in hoofdzaak uit één of meer nozzles met een grote openingshoek. De bedoeling hiervan is om er voor te zorgen dat het reinigingsmiddel niet verneveld wordt maar in fijne druppels op de 15 rollen gebracht wordt. Een sterk verneveld reinigingsmiddel zou er toe kunnen leiden dat deze met verfdeel-tjes alsnog tegen de binnenkant van de behuizing zou kunnen neerslaan. De uitstroomopening van de nozzles heeft een grote hoek, waardoor nadruppelen uitgesloten 10 is. Dit is belangrijk omdat nadruppelen van de nozzles tijdens het normale drukproces verstoring van het drukwerk tot gevolg zal hebben.
De sproeiorganen 19-22 zijn in profielen 23,24 aange-15 bracht die over de breedte van de behuizing 2 van het inktwerk 1 verlopen. De sproeiorganen 19-22 zijn op niet nader aangegeven manier van een eigen aanvoer en besturing voorzien, hetgeen voor elk van de sproeiorganen apart kan zijn of per stel sproeiorganen 19,20 en 20 21,22.
In fig.4 is een bovenaanzicht getoond van het inktwerk 1 met de behuizing 2 en een op de behuizing 2 aangebracht deksel 25. In het deksel 25 zijn langs de zij-25 kanten rijen openingen 26,27 aangebracht. Door de binnen de behuizing aangelegde onderdruk komt via deze openingen 26,27 een zijwaartse instroming van lucht tot stand in de richting van het centraal geplaatste onder-drukorgaan 16 (zie ook fig.5). Hierdoor wordt de inkt-30 mist van de behuizing afgehouden en bij benadering een centraal gelegen afvoerstroming naar het onderdrukor-gaan 16 gevormd.
1027297 -12-
Het onderdrukorgaan 16 is in een verbindingsprofiel 28 opgenomen waarmee tegenovergelegen wanden van de behuizing 2 met elkaar verbonden zijn. Het onderdrukorgaan 16 omvat twee doorstroomopeningen 29,30 waar een lucht-5 leiding 31, met een veel kleinere diameter dan de diameter van de doorstroomopeningen, dwars doorheen gevoerd is. De luchtleiding 31 is van openingen 32 voorzien waardoor lucht onder druk naar buiten geblazen wordt en in de doorstroomopeningen een onderdruk ont-10 staat. De onderdruk wordt zodanig geregeld dat aan de andere zijde van het inktfilter 18 nog voldoende onderdruk is om een bijzonder gelijkmatige luchtstroming in stand te houden.
1027297

Claims (20)

1. Werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, waarbij 5 voor de reiniging van de opeenvolgende inktrollen van I het inktwerk een reinigingsmiddel op de inktrollen gebracht wordt, met het kenmerk, dat het reinigingsmiddel met behulp van tenminste één sproeiorgaan op tenminste I een deel van de rollengte van één inktrol van het inkt- I 10 werk aangebracht wordt, waarbij tenminste één van de I inktrollen aangedreven wordt en tenminste een deel van I de reiniging achtereenvolgens over overeenkomende delen I van de rollengtes van opeenvolgende inktrollen van het I inktwerk uitgevoerd wordt. I
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat voor tenminste twee inktrollen per inktrol twee sproei- I organen zijn aangebracht, waarbij elk van de sproeior- I ganen uitgevoerd is om over tenminste de halve rolleng- I 20 te van de betreffende inktrol reinigingsmiddel aan te I brengen. I
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat I met een eerste stel sproeiorganen op overeenkomende de- I 25 len van de rollengtes van twee opeenvolgende inktrollen I en met een tweede stel sproeiorganen op overeenkomende delen van de rollengtes van twee verdere opeenvolgende inktrollen in het inktwerk reinigingsmiddel aangebracht wordt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het tweede stel sproeiorganen, bij een inktrol die de inkt op een hoger en een lager gelegen verdere inktrol 1027297 -14- overdraagt, gericht zijn op de overdragende inktrol en de hoger gelegen verdere inktrol.
5. Werkwijze volgens conclusies 1-4, met het kenmerk 5 dat inkt en reinigingsmiddel bij tenminste één inktrol over tenminste een deel van de rollengte van de inktrol geschraapt wordt.
6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, met het kenmerk 10 dat inktbak en de daarop volgende inktrol onafhankelijk van de overige inktrollen van het inktwerk gereinigd worden.
7. Werkwijze voor het reinigen van een inktwerk volgens 15 één of meer van de voorafgaande conclusies, alsmede het schoonhouden van het inktwerk tijdens het gebruik van het inktwerk, met het kenmerk dat de tijdens het gebruik of reiniging van het inktwerk ontstane inktmist afgezogen wordt. 20
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk dat voor het afzuigen van inktmist een luchtstroming gegenereerd wordt die vanuit zijwaartse richting of richtingen langs de rollen gevoerd wordt naar een filteror- 25 gaan aan of nabij het begin van het inktwerk.
9. Inktwerk toe te passen bij de werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat op afstand boven één of meer inktrollen van het 30 inktwerk per inktrol tenminste twee sproeiorganen op afstand van elkaar zijn aangebracht.
10. Inktwerk volgens conclusie 9, met het kenmerk dat 1027297 -15- de sproeiorganen onafhankelijk van elkaar aangestuurd worden.
11. Inktwerk volgens conclusie 10, met het kenmerk dat 5 de sproeiorganen voorzien zijn van nozzles met een grote openingshoek.
12. Inktwerk volgens conclusies 9-11, met het kenmerk dat voorzien is in een schraaporgaan met tenminste één 10 schraapmes dat uit één of meer delen is samengesteld, waarbij bij een uit een aantal delen samengesteld schraapmes de delen afzonderlijk van en tegen de betreffende inktrol gebracht kunnen worden.
13. Inktwerk volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het schraaporgaan aangrijpt op een aangedreven inktrol.
14. Inktwerk voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusies 7-8, met het kenmerk dat de inktrollen 20 van het inktwerk in een behuizing zijn ondergebracht, die zicht uitstrekt van aangrenzend op de drukrol met drukdoek tot aangrenzend of tot over de inktbak en die tussen de genoemde uiteinden geheel of grotendeels gesloten is, waarbij aan een uiteinde voorzien is in een 25 onderdrukorgaan voor het genereren van een luchtstroming binnen de behuizing.
15. Inktwerk volgens conclusie 14, met het kenmerk dat in de behuizing openingen zijn aangebracht zijdelings 30 van het effectieve axiale oppervlak van één of meer van de opeenvolgende inktrollen.
16. Inktwerk volgens conclusies 14-15, met het kenmerk 1027297 « -16- dat het onderdrukorgaan aangebracht is nabij de inkt-bak.
17. Inktwerk volgens conclusie 16, met het kenmerk dat 5 het onderdrukorgaan aan of nabij een zijde van de behuizing is aangebracht tegenovergelegen aan de zijde van de behuizing waar de openingen in aangebracht zijn.
18. Inktwerk volgens conclusies 14-17, met het kenmerk 10 dat het onderdrukorgaan van één of meer doorstroomope- ningen is voorzien waarin een naar buiten gerichte luchtstroming gegenereerd wordt.
19. Inktwerk volgens conclusie 18, met het kenmerk dat 15 in de doorstroomopeningen dwars op de richting van de te genereren luchtstroming tenminste één luchtleiding loopt, voor het aanvoeren van lucht onder druk, die van één of meer in stroomafwaartse richting gerichte openingen is voorzien. 20
20. Inktwerk volgens conclusies 18-19, met het kenmerk dat voor de doorstroomopeningen van het onderdrukorgaan aan de stroomopwaartse zijde een filter aangebracht is. 1027297
NL1027297A 2004-10-19 2004-10-19 Werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, alsmede een daartoe aangepast inktwerk. NL1027297C1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027297A NL1027297C1 (nl) 2004-10-19 2004-10-19 Werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, alsmede een daartoe aangepast inktwerk.
EP05077324A EP1661703A3 (en) 2004-10-19 2005-10-12 Method of cleaning and keeping clean an inking unit of a printing device and the corresponding ink unit

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027297 2004-10-19
NL1027297A NL1027297C1 (nl) 2004-10-19 2004-10-19 Werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, alsmede een daartoe aangepast inktwerk.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027297C1 true NL1027297C1 (nl) 2006-04-20

Family

ID=36088522

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027297A NL1027297C1 (nl) 2004-10-19 2004-10-19 Werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, alsmede een daartoe aangepast inktwerk.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1661703A3 (nl)
NL (1) NL1027297C1 (nl)

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5303652A (en) * 1992-02-13 1994-04-19 Baldwin Technology Corporation Spray blanket cleaning system
DE9212582U1 (de) * 1992-09-18 1992-11-26 Heidelberger Druckmaschinen Ag, 6900 Heidelberg Einrichtung zum Waschen eines Farbwerks an Druckmaschinen
DE19520551A1 (de) * 1995-06-06 1996-12-12 Roland Man Druckmasch Verfahren und Vorrichtung zum Reinigen eines Zylinders einer Rotations-Druckmaschine
DE29609426U1 (de) * 1996-05-28 1996-08-14 Heidelberger Druckmaschinen Ag, 69115 Heidelberg Wascheinrichtung für Farbwerke von Druckmaschinen
DE29722183U1 (de) * 1997-12-16 1998-04-30 punktum - Projektberatung für die grafische Industrie GmbH, 79115 Freiburg Gummituchwaschapparat
DE19860859A1 (de) * 1998-12-31 2000-07-06 Koenig & Bauer Ag Vorrichtung zum Reinigen einer Walze
US6691617B2 (en) * 2001-03-27 2004-02-17 Heidelberger Druckmaschinen Ag Apparatus for selectively cleaning a printing press cylinder
DE10149843A1 (de) * 2001-10-10 2003-04-17 Hermeling Gerhard Abdeckhaube für ein Druckwerk
US20030167948A1 (en) * 2002-03-05 2003-09-11 Weitz Martin J. Method and apparatus for steam cleaning anilox inking rollers
DE20311534U1 (de) * 2003-07-26 2003-10-09 Roland Man Druckmasch Einrichtung zur Farbwerksabsaugung

Also Published As

Publication number Publication date
EP1661703A3 (en) 2006-06-07
EP1661703A2 (en) 2006-05-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2862718B1 (de) Behälterbehandlungsmaschine zur Bedruckung von Behältern
TWI393588B (zh) 噴嘴裝置、使用該噴嘴裝置之藥液之給予方法及藥液
US4236450A (en) Installation for the continuous cleaning of a wiping roller of a machine for copper-plate printing
EP3312110B1 (en) Apparatus and method for cleaning and recovering paint in painting machines
US20030167948A1 (en) Method and apparatus for steam cleaning anilox inking rollers
NL2018631B1 (nl) Werkwijze voor het reinigen van een bedrukte baan flexibel materiaal, alsmede een inrichting daarvoor
DE19508725A1 (de) Vorrichtung zum Granulieren und Überziehen und Verfahren zum Granulieren und Überziehen unter Einsatz derselben
EP0974462B1 (en) Inking and cleaning devices in a rotary printing machine
JP4384882B2 (ja) 移動されて拡張されたフィルタ材料製連続体に特に液体添加剤を供給する方法と装置
TW504404B (en) Paint spraying apparatus
US20080069946A1 (en) Method and device for coating printed circuit boards
JPH07508925A (ja) 吹付処理装置
NL2016719B1 (nl) Werkwijze voor het reinigen van een bedrukte baan flexibel materiaal, alsmede een inrichting daarvoor.
JPH08508676A (ja) ペーパーウェブ上の被覆の途切れの最小化方法
CN113814099B (zh) 一种自动喷涂装置
NL1027297C1 (nl) Werkwijze voor het reinigen respectievelijk schoonhouden van een inktwerk van een drukinrichting, alsmede een daartoe aangepast inktwerk.
WO2008151814A1 (de) Vorrichtung und verfahren zum reinigen eines umlaufenden bahnelementes
JPH08332429A (ja) 塗装機の塗装シリンダに塗料膜を供給するための装置
EP1049584B1 (de) Verfahren und vorrichtung zum verhindern einer unkontrollierten puderausbreitung in einer druckmaschine
TW201600182A (zh) 藥液之噴灑方法
US6047640A (en) Printing machine for corrugated board sheets and method of cleaning ink fountain of the machine
JP2574627B2 (ja) 輪転印刷機でローラ間隙を掃除するための装置
NL2002534C2 (nl) Inkjetprinter met druppelvanger.
JP2005131620A (ja) 建築板の塗装装置および塗装ガンの洗浄装置
US6386105B1 (en) Method and apparatus for cleaning ink fountain in rotary printing machine

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090501