Korte aanduiding: Werkwijze ter vervaardiging van een gelamineerd schuimdeel, aldus verkregen schuimdeel en toepassing daarvan.
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze ter vervaardiging van een gelamineerd schuimdeel, alsmede op een met een dergelijke werkwijze verkregen gelamineerd schuimdeel. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op de toepassing van een dergelijk schuimdeel.
10 In de niet vóórgepubliceerde Europese octrooiaanvrage 04075149.7 is een methode beschreven waarbij een substraat van schuim van twee afzonderlijke lagen, in het bijzonder een thermoplastische film en een elastomere deklaag, wordt voorzien.
De in de aanhef genoemde werkwijze is op zich bekend uit 15 het Duitse Offenlegungsschrift DE 199 15314 waarbij als bovenfolie een laag op basis van een mengsel van (meth)acrylaatrubber en EVA in een laagdikte van 50 tot 150 μπι op een onderfolie van een mengsel van PP-blokcopolymeer en LLDPE, waarbij de boven- en onderfolie samen een dikte van 0,3 tot 1,5 mm bezitten, door middel van co-extrusie bij een 20 temperatuur van 200 *C voor de bovenfolie en 260 *C voor de onderfolie wordt verkregen. Een aldus verkregen samengestelde laag 1s direct op een drager bevestigbaar of door middel van een hechtlaag bevestigbaar op een schuimlaag, welke schuimlaag een dikte van 2 tot 3 mm bezit. De daarbij van toepassing zijnde drager kent een geometrische vorm zonder plooien 25 en moeilijk toegankelijke plaatsen zodat alleen bij een dergelijke drager een door co-extrusie verkregen folie toepasbaar is. Het aldus verkregen gelamineerde materiaal is toepasbaar als instrumentenbord, zljwanddeel, deurbekleding voor automobielen.
Een werkwijze ter vervaardiging van een gelamineerd 30 schuimdeel is verder bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 305 219, waarbij een hechtmiddel op êên oppervlak van een samendrukbare schuimlaag 1025922 2 wordt aangebracht, waarna het hechtmiddel dragende oppervlak in contact wordt gebracht met een laag van afdekmateriaal ter vorming van een zogenaamde bi-laag. Vervolgens wordt de laag van afdekmateriaal in contact gebracht met een verwarmde stempelmatrijs waarbij onder invloed 5 van druk en warmte bepaalde gebieden van de schuimlaag worden samengedrukt, welke samengedrukte gebieden zullen smelten en contraheren waardoor een reliëfpatroon in de bilaag ontstaat. Een dergelijk gelamineerd schuimdeel kan vervolgens op de gewenste lengte worden gesneden en voor een aantal doeleinden worden toegepast, zoals 10 zitkussens, rugkussens en dergelijke. Als geschikt afdekmateriaal worden zowel synthetische als natuurlijke vezels, geblazen of gegoten films, of dierenhuiden en dergelijke genoemd, waarbij de bijzondere keuze van het afdekmateriaal wordt bepaald door de beoogde toepassing van het gelamineerde product. Het reliëfpatroon wordt vanuit decoratief oogpunt 15 aangebracht. Een nadeel van een dergelijke werkwijze is dat een hechtmiddel is vereist om het afdekmateriaal duurzaam met het schuimsubstraat te verbinden. De toepassing van een ahechtmiddel vereist dat het substraat over het volledige oppervlak van een dunne laag hechtmiddel wordt voorzien zodat geen gebieden ontstaan die een 20 onvoldoende hechting vertonen met de ondergrond. Een bijkomend nadeel van de toepassing van een hechtmiddel is dat de kans bestaat dat bij het toepassen van afdekmaterialen in lichte kleuren het op het schuimdeel aangebrachte hechtmiddel door het afdekmateriaal na verloop van tijd zichtbaar zal worden, hetgeen met name voor de toepassing als zitkussens 25 en dergelijke ongewenst is. Hierbij kan verder worden opgemerkt dat indien een schuimdeel van een ingewikkelde vorm wordt toegepast, welk schuimdeel niet alleen rechte hoeken maar ook onregelmatig gevormde rondingen bezit, het op het schuimdeel aan te brengen afdekmateriaal de geometrische vormen van het schuimdeel niet voldoende kan ontsluiten zodat 30 plooien, rimpelingen en dergelijke ontstaan, die in het algemeen door de gebruiker als ongewenst worden ervaren.
1025922 3
Uit het Duitse Patentschrift DE 195 17 702 Cl is een waterige dispersie bekend die als glijmiddel wordt toegepast om het bekleden van een polyurethaanschuimdeel te vergemakkelijken. Een dergelijk glijmiddel wordt bij voorkeur via een spultpistool opgebracht 5 waarna op het schuimdeel een film van glijmiddel ontstaat die het in een vervolgstap aanbrengen van een bekleding vergemakkelijkt, waarbij bovendien de bekende nadelige "kraakgeluiden" van een bekleding worden voorkomen.
Uit het Zwitserse Patentschrift 431 048 is een methode 10 bekend om polyurethaanschuim te voorzien van een homogene polyurethaanlaag, welk materiaal als zoolmateriaal voor bijvoorbeeld sportschoenen wordt toegepast.
Uit het Britse octrooi 1 250 479 is een geluidabsorberend materiaal bekend dat een polyurethaanschuim voorzien van een micro- 15 poreuze film van een elastomeer, bij voorkeur een polyurethaan, omvat. Een aldus verkregen geluidabsorberend materiaal kan bijvoorbeeld 1n gebouwen en automobielen worden toegepast.
De Europese octrooiaanvrage 0 047 086 heeft betrekking op een veerkrachtig schuimmateriaal dat vlamvertragend is gemaakt door het 20 schuimmateriaal te bedekken met een laag van een bijzonder viny1ideenchloridepolymeer.
Uit de ten name van de onderhavige aanvrager eerder ingediende Nederlandse octrooiaanvrage 9300960 is een zitmeubel met verschuifbare rugkussens bekend, waarbij een kussen verschuifbaar met het 25 gestel is verbonden, aan welk gestel zich een rail bevindt en het kussen ten minste een met de rail samenwerkend element omvat, ter geleiding van het kussen langs de rail. Nadere gegevens met betrekking tot de werkwijze ter vervaardiging van een dergelijk kussen zijn hierin niet vermeld.
Een aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen 30 van een werkwijze ter vervaardiging van een gelamineerd schuimdeel, welk schuimdeel de hiervoor genoemde nadelen ontbeert.
1025922 4
Een ander aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze ter vervaardiging van een gelamineerd schuimdeel, welk schuimdeel uit ten minste twee duurzaam met elkaar verbonden lagen is samengesteld, waarbij de buitenste laag in elke 5 gewenste kleur kan worden aangebracht.
Nog een ander aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze ter vervaardiging van een gelamineerd schuimdeel, welk schuimdeel zonder het stikken van afzonderlijke stoffen en het vervolgens door een stoffeerder om het schuimdeel heen hiervan 10 aanbrengen, gereed is om als een meubelstuk te worden toegepast.
Een ander aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een gelamineerd schuimdeel dat het uiterlijk bezit van een met bekledingsstof omhuld schuimmateriaal en dat tevens onder toepassing van een vochtige doek kan worden schoongemaakt.
15 Een aspect van de onderhavige uitvinding is verder het verschaffen van een gelamineerd schuimdeel dat een zodanige constructie en opbouw van lagen omvat dat het veelvuldig indrukken en terugveren van het gelamineerde schuimdeel niet leidt tot scheuren en barsten in het gelami neerde schuimdeel.
20 De werkwijze zoals vermeld in de aanhef wordt gekenmerkt doordat de werkwijze de volgende stappen omvat: i) het verschaffen van een substraat van schuim, ii) het op het substraat van schuim aanbrengen van een thermoplastische film, 25 iii) het op de thermoplastische film, zoals verkregen volgens stap ii), aanbrengen van een elastomere deklaag, en iv) het op de elastomere deklaag aanbrengen van een aanvullende elastomere deklaag, in welke aanvullende elastomere deklaag vlokmateriaal wordt aangebracht.
30 Onder toepassing van de onderhavige werkwijze zullen een of meer doelstellingen, zoals hiervoor vermeld, worden bereikt, in het 1Uc oa22: 5 bijzonder wordt een schuimmateriaal verkregen dat een viltachtig of vlokkenachtig ui terlijk bezit. Door een gekleurd vl okmateriaal toe te passen, kan direct elke gewenste kleur aan het schuimdeel worden geleverd. Hoewel de onderhavige werkwijze de afzonderlijke stappen i)-iv) 5 noemt, is het niet noodzakelijk dat de stappen 1) -iv) door dezelfde uitvoerder worden verricht. In een bepaalde uitvoeringsvorm is het bovendien mogelijk dat van de aanvullende elastomere deklaag wordt afgezien waarbij het vlokmateriaal direct in de elastomere deklaag volgens stap iii) wordt aangebracht.
10 Het toepassen van een vl okmateri aal is op zich bekend uit bijvoorbeeld de Amerikaanse octrooiaanvrage 2004/0028873 waarbij sprake is van een hechtmiddel om het vlokkenmateriaal te verbinden met de ondergrond. Een dergelijke hechting is in de praktijk onvoldoende gebleken om de veerkrachtige eigenschappen van het schuimmateriaal te 15 behouden, omdat het hechtmiddel een starre laag vormt. Door de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding blijven de elastische eigenschappen van het schuimmateriaal nagenoeg volledig behouden en is bovendien door de keuze van de beide elastomere deklagen geen delaminatie te verwachten.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is het gewenst dat stap 20 iii) wordt vervangen door respectievelijk stap v) en vi), omvattende: v) het op de thermoplastische film, zoals verkregen volgens stap ii), aanbrengen van een laag van kunststofdlspersie, en vi) het op de laag van kunststofdlspersie, zoals verkregen volgens stap v), aanbrengen van de elastomere deklaag.
25 In een dergelijke uitvoeringsvorm zal het gelamineerde schuimdeel een combinatie van lagen omvatten, te weten een eerste thermoplastische film, een tweede laag van kunststofdlspersie, een derde elastomere deklaag en een vierde, van vlokmateriaal voorziene elastomere deklaag. De tweede laag van kunststofdlspersie dient in het bijzonder om 30 het uiteindelijk verkregen schuimdeel een vol gevoel en rijke uitstraling te geven.
1025922 6
Het verdient met name de voorkeur dat de thermoplastische film in een dikte van 2-8 pm wordt aangebracht, waarbij een in het bijzonder gewenste dikte ongeveer 4 pm zal bedragen
Het is verder gewenst dat de elastomere deklaag in een 5 dikte van 10-50 pm wordt aangebracht, waarbij een met name de voorkeur verdienende dikte 30 pm zal bedragen.
Het 1s verder gewenst dat de laag van kunststofdispersie in een dikte van 20-100 pm wordt aangebracht, waarbij een bijzonder gewenste dikte 60 pm zal bedragen.
10 Het toepassen van de hiervoor genoemde laagdiktes heeft als gunstig resultaat dat de fysische eigenschappen van het schuimsubstraat, in het bijzonder het flexibele karakter, blijven behouden, hetgeen voor de toepassing als bijvoorbeeld een meubelstuk van groot belang is.
De in de onderhavige werkwijze achtereenvolgens 15 afzonderlijk aangebrachte lagen bezitten een zodanige elasticiteit en onderlinge verenigbaarheid dat bij het indrukken en weer terugveren geen barsten of scheuren in de lagen ontstaan, zelfs na langdurig intensief gebruik.
Het in de onderhavige werkwijze in stap 1) toegepaste 20 substraat van schuim is bij voorkeur een schuim op basis van polyurethan. Polyurethan is een polymeer dat wordt verkregen door de condensatie van een polyisocyanaat en een hydroxylbevattend materiaal, in het algemeen een polyol. Om polyurethan te laten "schuimen" ter vorming van een polyurethanschuim, wordt een blaasvormingsreactie onder toepassing van 25 een blaasmiddel geïnduceerd. Het blaasmiddel kan een of meer stoffen omvatten die tijdens de reactie tussen polyisocyanaat en polyol verdampen, zoals bijvoorbeeld een fluorkoolstofverbinding, of het blaasmiddel kan chemisch met het isocyanaat reageren ter vorming van een gas, zoals de reactie van water met isocyanaat waardoor koolstofdioxide 30 vrijkomt, waarbij koolstofdioxide als blaasmiddel fungeert. Voor de toepassing is het met name gewenst dat het polyurethanschuim een 1025922 7 dichtheid liggend in het gebied van 15-75 kg/m* bezit.
De in de onderhavige werkwijze volgens stap ii) aangebrachte thermoplastische film is bij voorkeur een op polyurethan gebaseerde thermoplastische film. De thermoplastische film heeft met name 5 als functie het afsluiten van de in het substraat van schuim aanwezige poriën en openingen. Nadat de thermoplastische film op het substraat van schuim is aangebracht, zijn de in het schuimsubstraat aanwezige poriën en openingen volledig afgesloten zodat de vervolgens op de thermoplastische film aan te brengen laag niet in het substraat van schuim kan 10 binnendringen. Daarnaast moet de thermoplastische film als een tussenlaag of dragerlaag voor elke aanvullend op te brengen laag worden gezien. Een dergelijke thermoplastische laag is met name gewenst om de verende eigenschappen van het substraat te behouden. Bovendien zal de thermoplastische laag in staat zijn tot het behouden van een duurzame 15 verbinding met het substraat, vanwege het plastische karakter van een dergelijke laag.
Verder is het gewenst dat als elastomere deklaag een op polyurethan gebaseerde, 2 componenten elastomeersamenstelling wordt toegepast.
20 Het is bovendien in bepaalde uitvoeringsvormen gewenst dat aan de samenstelling ter vorming van de thermoplastische film een of meer bestanddelen, gekozen uit de groep van vloeimiddelen, pigmenten, oplosmiddelen en vernettingsverhogende middelen worden toegevoegd. Daarnaast is het in bepaalde uitvoeringsvormen mogenlijk dat aan de 25 samenstelling ter vorming van de elastomere deklaag een of meer bestanddelen, gekozen uit de groep van vloeimiddelen, pigmenten, oplosmiddelen, vernettingsverhogende middelen, UV-lichtabsorberende middelen en vlamvertragende middelen worden toegevoegd.
Omdat in de praktijk in stap i) in het algemeen met een 30 substraat van schuim wordt gewerkt dat onregelmatig geometrische vormen bezit, is het gewenst dat stappen ii)-vi) door middel van sproeien worden 1025922 8 uitgevoerd. Doordat elke laag afzonderlijk met behulp van een sproei pi stool wordt aangebracht zullen alle moeilijk toegankelijke plaatsen op het substraat van een laag kunnen worden voorzien.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een 5 gelamineerd schuimdeel opgebouwd uit achtereenvolgens een substraat van schuim, een thermoplastische film, een eerste elastomere deklaag en een van vlokmateriaal voorziene elastomere daklaag, waarbij in een bijzondere uitvoeringsvorm zich tussen de thermoplastische film en de eerste elastomere deklaag een laag van kunststofdispersie bevindt.
10 Het met de onderhavige werkwijze verkregen gelamineerd schuimdeel wordt met name in een situatie toegepast waar een element is vereist dat een enigszins veerkrachtige eigenschap moet bezitten, 1n het bijzonder op het gebied van meubelstukken, waarbij aan banken, hokker, stoelen, hoofd- en voetensteunen, zitzakken, alsmede speeltoestellen en 15 kussens voor stoelen moet worden gedacht. De stoelen op basis van het onderhavige gelamineerde schuimdeel zijn geschikt als bureau- of conferentiestoel, maar ook als stoel voor gehandicapten. Bovendien is het onderhavige, gelamineerde schuimdeel ook geschikt om in natte ruimtes te worden toegepast, bijvoorbeeld als wc-, wastafel- en douchemat, 20 douchekruk, badkuip, omranding voor waterbed, steun voor het hoofd in een badkuip. Het met de onderhavige werkwijze verkregen gelamineerde schuimdeel kan tevens op een starre drager worden gemonteerd, welke starre drager, na aanbrengen van bijbehorende pootjes en eventueel leuningen, als stoel kan worden gebruikt. Het is echter ook mogelijk een 25 constructie, in het bijzonder een meubelstuk, met name een stoel, nagenoeg volledig uit het gelamineerde schuimdeel te vervaardigen.
1025922