NL1025444C2 - Inrichting voor het bedrukken van een materiaalbaan. - Google Patents

Inrichting voor het bedrukken van een materiaalbaan. Download PDF

Info

Publication number
NL1025444C2
NL1025444C2 NL1025444A NL1025444A NL1025444C2 NL 1025444 C2 NL1025444 C2 NL 1025444C2 NL 1025444 A NL1025444 A NL 1025444A NL 1025444 A NL1025444 A NL 1025444A NL 1025444 C2 NL1025444 C2 NL 1025444C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
web
material web
ink
print head
attracting
Prior art date
Application number
NL1025444A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Hollanders
Original Assignee
Hollanders Patenten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hollanders Patenten B V filed Critical Hollanders Patenten B V
Priority to NL1025444A priority Critical patent/NL1025444C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025444C2 publication Critical patent/NL1025444C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J11/00Devices or arrangements  of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, for supporting or handling copy material in sheet or web form
    • B41J11/007Conveyor belts or like feeding devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J11/00Devices or arrangements  of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, for supporting or handling copy material in sheet or web form
    • B41J11/0085Using suction for maintaining printing material flat
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J11/00Devices or arrangements  of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, for supporting or handling copy material in sheet or web form
    • B41J11/02Platens
    • B41J11/08Bar or like line-size platens
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06PDYEING OR PRINTING TEXTILES; DYEING LEATHER, FURS OR SOLID MACROMOLECULAR SUBSTANCES IN ANY FORM
    • D06P5/00Other features in dyeing or printing textiles, or dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Handling Of Sheets (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het bedrukken van een materiaal baan.
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 inrichting voor het bedrukken van een materiaal baan omvattende verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen volgens een verplaatsings-traject in een verplaatsingsrichting van de materiaal baan, printmiddelen omvattende ten minste één printkop op afstand van de materiaal baan voor het bedrukken van de materiaalbaan door druppels inkt vanaf de printkop 10 naar de materiaal baan te doen bewegen.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Nederlandse octrooi NL 1 008 641. In dit octrooi wordt een inktjet-printer beschreven voor het bedrukken van textiel. Bij deze printer wordt een baan van textielmateriaal langs een inktjet-printkop geleid waarbij aan de van de 15 printkop afgelegen zijde van de materiaal baan een vrije ruimte aanwezig is zodat inktdruppels die vanaf de inktjet-printkop naar de materiaalbaan worden geschoten minder worden belemmerd om snel ver in het textielmateriaal door te dringen zonder dat daarbij het bezwaar bestaat dat inkt die geheel door het textielmateriaal dringt aan de van de printkop 20 afgelegen zijde wordt uitgesmeerd. In de genoemde vrije ruimte worden bovendien een onderdruk in stand gehouden. Hierdoor wordt het effect van een snellere penetratie van inkt in het textiele materiaal bevorderd terwijl bovendien uitvloeien van de inkt wordt tegengegaan. Daarnaast wordt door het af zuigen van lucht aan de van de printkop af gekeerde 25 zijde van de materiaal baan bereikt dat doorgeschoten inkt van de materiaal baan af wordt gezogen waardoor de vorming van sluiers en dergelijke aan de achterzijde van de textiel baan wordt voorkomen of althans beperkt. De bekende inktjet-printer leent zich met name voor het bedrukken van polyester vlaggendoek met een luchtdoorlatendheid van 30 20-40%.
Een belangrijke beperking van de inktjet-printer volgens de 1025444
I 2 I
I stand van de techniek betreft het feit dat deze slechts geschikt is voor I
I toepassing bij luchtdoorlatende materiaal banen aangezien bij dichte I
I materiaal banen, de materiaal baan zelf als blokkage fungeert voor de I
I zuigende werking uitgeoefend vanuit de vrije ruimte aan de tegenover de I
I 5 printkop gelegen zijde van de materiaal baan. I
I De onderhavige uitvinding beoogt een Inrichting volgens de I
I aanhef te verschaffen waarmee het mogelijk is om druppels inkt zeer I
I gericht vanaf een printkop naar een materiaal baan te leiden, ongeacht of I
I de maten aal baan luchtdoorlatend is en ongeacht de mate waarin de I
I 10 materiaal baan eventueel luchtdoorlatend is. Hiertoe kenmerkt de I
I inrichting volgens de uitvinding zich door een aantrekkingsorgaan I
I tegenover de printkop aan de tegenover de printkop gelegen zijde van de I
I materiaal baan en middelen voor het elektrisch opladen van het I
I aantrekkingsorgaan voor het onder invloed van een elektrisch veld I
I 15 aantrekken van druppels inkt naar het aantrekkingsorgaan. Door het I
I creëren van een elektrisch veld rondom het aantrekkingsorgaan, waarbij de I
I veldlijnen van het elektrisch veld hun oorsprong vinden 1n het I
I aantrekkingsorgaan, worden druppels inkt aangetrokken door het I
I aantrekkingsorgaan langs de veldlijnen van het elektrisch veld zodra er I
I 20 sprake is van een potentiaalverschil tussen de druppels inkt en het I
I aantrekkingsorgaan. Aldus zal de bedrukking gericht en daardoor I
I nauwkeuriger kunnen plaatsvinden. Daarnaast wordt het belangrijke I
I voordeel bereikt dat wordt voorkomen dat druppels inkt afkomstig van de I
I printkop niet zullen gaan zweven of dwarrelen waardoor zij de oorzaak I
I 25 zouden kunnen vormen voor problemen met betrekking tot elektronica, I
I mechanica en/of gezondheid. Het risico van dergelijke zwevende I
I inktdruppels wordt groter naarmate de inktdruppels een kleinere inhoud I
I hebben hetgeen uit oogpunt van een verhoogde resolutie veelal gewenst is. I
I Ten tijde van de onderhavige uitvinding genereren moderne inktjet- I
I 30 printkoppen reeds druppels met een inhoud van slechts 5 pi coliter. I
I Dergelijke kleine druppels hebben de neiging snel snelheid te verliezen I
1025444 3 en te gaan zweven.
Teneinde een zo nauwkeurig mogelijke onderlinge positionering van de materiaal baan ten opzichte van de printkop te verkrijgen zijn bij voorkeur twee geleidingsorganen voorzien die 5 respectievelijk gepositioneerd zijn stroomopwaarts en stroomafwaarts ten opzichte van de printkop aan de tegenover de printkop gelegen zijde van de materiaal baan op een onderlinge afstand van maximaal 50 cm voor het geleiden van de materiaalbaan ter plaatse van de printkop. Dergelijke geleidingsorganen zouden gevormd kunnen worden door stationaire elementen 10 met een oppervlak waarlangs de materiaalbaan geleid of door meebewegende elementen zoals rollen.
Alternatief is het ook mogelijk om een draagvlak toe te passen die de materiaalbaan over een deel van het verplaatsingstraject, bijvoorbeeld over een lengte van maximaal 50 cm, ter plaatse van de 15 printkop ondersteunt. De toepassing van een dergelijke ondersteuning is met name voordelig bij het bedrukken van dichte materiaal banen waarin de inkt niet tot aan de tegenover de printkop gelegen zijde van de materiaalbaan hoeft te penetreren.
Bij voorkeur maakt het draagvlak deel uit van een 20 transporteur voor het door het draagvlak met de materiaalbaan meebewegend, ondersteunen van de materiaalbaan. Aldus vindt er tijdens de ondersteuning door het draagvlak van de materiaalbaan geen onderlinge beweging plaats tussen het draagvlak en de materiaalbaan hetgeen een rustig en goed gedefinieerd verloop van de materiaalbaan waarborgt.
25 Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm maakt het draagvlak deel uit van het aantrekkingsorgaan. Aldus vervult het draagvlak niet alleen de functie van het ondersteunen van de materiaalbaan maar is deze tevens functioneel ten aanzien van het aantrekken van druppels inkt naar het draagvlak op de materiaalbaan.
30 Met name voor het bedrukken van luchtdoorlatende materiaal banen, zoals voor bepaalde textielsoorten, geniet het de 1025444
_ _ _____ I
I 4
I voorkeur dat zuigmiddelen zijn voorzien voor het aanzuigen van druppels I
I inkt aan de tegenover de printkop gelegen zijde van de materiaal baan. Bij I
I dergelijke te bedrukken materiaal banen zal een deel van de druppels inkt I
I zich geheel door de materiaalbaan heen verplaatsen. Een belangrijk deel I
I 5 van deze druppels zal neerslaan op het aantrekkingsorgaan. Een ander deel I
I van deze druppels zal de neiging hebben om zich te hechten aan andere I
I constructieve elementen in de buurt van het aantrekkingsorgaan. Tenminste I
I een deel van de druppels die aan de van de printkop afgekeerde zijde van I
I de materiaalbaan geraakt kan dankzij de zuigmiddelen overeenkomstig de I
I 10 onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm worden aangezogen zodat ongewenste I
I neerslag van druppels inkt in de omgeving van het aantrekkingsorgaan I
I zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hierbij wordt opgemerkt dat tijdens het I
I bedrukken van een materiaalbaan, meer specifiek een textielmateriaal baan, I
I het textiel vanwege allerlei wrijvingseffecten, elektrostatisch kan I
I 15 worden opgeladen waardoor ook het textiel zelf een aantrekkingskracht I
I uitoefent op druppels inkt aan de van de inktkop afgelegen zijde van de I
I materiaalbaan. De aantrekkingskracht die de materiaalbaan door de I
I elektrische oplading ervan kan uitoefenen op deze druppels inkt, kan zo I
I groot zijn, dat de bewegingsrichting van deze druppels inkt omkeert en I
I 20 zij uiteindelijk neerslaan op de materiaalbaan. Dit komt de kwaliteit van I
I het drukwerk niet ten goede. De zuigmiddelen kunnen dan ook uitstekend I
I worden ingezet om dit deel van de druppels aan de van de printkop I
I afgekeerde zijde van de materiaalbaan aan te zuigen. In het geval dat het I
I te bedrukken materiaal niet luchtdoorlatend zou zijn, zouden de I
I 25 zuigmiddelen ook toegepast kunnen worden om het te bedrukken materiaal I
I vast te zuigen op een ondersteuningstafel of op een (meebewegend) I
I draagvlak volgens de voorkeursuitvoeringsvorm zoals bovenstaand I
I omschreven. I
I Teneinde het aanzuigen van druppels inkt goed gericht te I
I 30 kunnen doen plaatsvinden omvatten de zuigmiddelen bij voorkeur tenminste I
I één zuigopening voor het via de tenminste ene zuigopening creëren van een I
1025444 5 luchtstroom.
Bij verdere voorkeur zijn tenminste twee zuigopeningen voorzien respectievelijk aan de stroomopwaarts gelegen zijde en de stroomafwaarts gelegen zijde van het aantrekkingsorgaan.
5 Juist om te voorkomen dat druppels inkt aan de van de printkop afgekeerde zijde van de materiaal baan terugkeren naar de materiaal baan geniet het de voorkeur dat de tenminste ene zuigopening van de printkop af is gericht. Aldus kan een luchtstroom worden opgewekt die zo dicht mogelijk langs het aantrekkingsorgaan verloopt om aldus de 10 druppels inkt alsnog op het aantrekkingsorgaan te doen neerslaan.
Het aantrekkingsorgaan wordt bij voorkeur gedragen in een diëlektrische drager waardoor een optimale beheersing van het vanuit het aantrekkingsorgaan opgewekte elektrische veld kan worden bewerkstelligd.
Teneinde als het ware een soort fuikwerking te 15 bewerkstelligen voor de druppels inkt geniet het de voorkeur dat de drager is voorzien van een naar de materiaal baan gerichte uitsparing waarin het aantrekkingsorgaan is opgenomen. Deze uitsparing kan aldus als goot fungeren voor de druppels inkt die neerslaan op het aantrekkingsorgaan.
20 Uit oogpunt van constructieve eenvoud geniet het daarbij de voorkeur dat tenminste één rand van de tenminste ene zuigopening wordt gevormd door de drager.
Daarnaast geldt dat uit oogpunt van constructieve eenvoud bij voorkeur tenminste één rand van de tenminste ene zuigopening wordt 25 gevormd door tenminste één afschermlichaam.
Een dergelijk afschermlichaam zou bijvoorbeeld zeer voordelig kunnen zijn bevestigd aan een geleidingsorgaan. Dit biedt niet alleen constructieve voordelen maar is tevens voordelig doordat aldus wordt voorkomen dat eventuele inkt die zich aan de van de materiaal baan 30 afgekeerde zijde van een afschermlichaam hecht aan een geleidingsorgaan, langs het geleidingsorgaan in de richting van de materiaal baan tot aan de 1025444 '
6 I
materiaal baan beweegt. Het afschermlichaam vormt voor deze verplaatsing I
een blokkade. I
Bij voorkeur strekt het aantrekkingsorgaan zich in I
hoofdzaak uit over de afmeting van de materiaal baan in een richting I
5 loodrecht op de verplaatsingsrichting. Aldus wordt bereikt dat het I
aantrekkingsorgaan als stationair element kan worden uitgevoerd. I
Alternatief is het tevens mogelijk binnen het kader van de I
onderhavige uitvinding dat het aantrekkingsorgaan gezamenlijk met de I
printkop beweegbaar is. Een dergelijke voorkeursuitvoeringsvorm is met I
10 name voordelig indien toegepast in combinatie met zulgmiddelen die het I
aantrekkingsorgaan in hoofdzaak in het geheel omgeven waarbij de grootte I
van het aantrekkingsorgaan min of meer vergelijkbaar 1s met die van de I
printkop. I
Voor het bereiken van een zo goed mogelijk beheersbaar I
15 productieproces geniet het de voorkeur dat de middelen voor het I
elektrisch opladen van het aantrekkingsorgaan een spanningsbron omvatten. I
Voor een goede aantrekkende werkzaamheid is de spannings- I
bron bij voorkeur ingericht voor het aanbrengen van de spanning van I
tenminste 1 kV, bij verdere voorkeur van tenminste 5 kV, en bij nog I
20 verdere voorkeur van tenminste 10 kV op het aantrekkingsorgaan. De I
uiteindelijke optimale spanning zal in de praktijk met name afhangen van I
de afstand tussen de printkop en het aantrekkingsorgaan. I
Teneinde geschikt te zijn voor vangbare toepassingen is de I
printkop bij voorkeur heen en weer beweegbaar volgens een bewegings- I
25 traject in de bewegingsrichting loodrecht op de verplaatsingsrichting I
langs de materiaal baan en/of is een afwikkel orgaan en een opwikkel orgaan I
voorzien voor daartussen verplaatsen van de materiaal baan langs de I
printkop. I
De uitvinding zal navolgend niet beperkend worden I
30 toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeurs- I
uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding onder verwijzing I
1025444' I
7 naar de navolgende schematische figuren.
Figuur 1 toont in zijaanzicht een bedrukkingsinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 toont in zijaanzicht de omgeving van de printkop 5 van de bedrukkingsinrichting volgens figuur 1 in zijaanzicht;
Figuur 3 toont in zijaanzicht een andere bedrukkingsinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 4 toont in zijaanzicht een nog andere bedrukkingsinrichting volgens de uitvinding.
10 Bedrukkingsinrichting 1 omvat in hoofdzaak een afwikkel - eenheid 2, een opwikkel eenheid 3 en een daarin tussen gelegen op een frame 17 bevestigde printeenheid 4. Vanaf de afwikkel eenheid 2 wordt een materiaal baan 5 langs de printeenheid 4 in een verplaatsingsrichting 42 naar de opwikkel eenheid 3 geleid.
15 De afwikkel eenheid 2 omvat een voorraadrol 6 waarvandaan de materiaal baan 5 via danserrol 7 en aandrijfwals 8 wordt afgewikkeld. Voor ^ een wrijvingsloos contact tussen de materiaal baan 5 en aandrijfwals 8 is de aandrijfwals 8 voorzien van een rubberen bekleding 11 en is tevens een aandrukrol 9 voorzien waarmee de materiaalbaan 5 tegen de aandrijfwals 8 20 wordt gedrukt. De aandrukrol 9 is verbonden met massa, waardoor eventuele statische ladingen op de materiaalbaan 5 zoveel mogelijk worden weggenomen. Met behulp van sensor 10 wordt de hoekpositie van danserrol 7 afgelezen en doorgestuurd naar de besturing van aandrijfwals 8 die erop is gericht om de danserrol 7 zoveel mogelijk in dezelfde positie te laten 25 staan.
Opwikkel eenheid 3 omvat een aangedreven flexiwals 13 die is voorzien van een rubberen bekleding 12. De flexiwals 13 oefent middels zijn aandrijving een instelbare en constante kracht uit op de materiaalbaan 5 waardoor het transport van de materiaalbaan 5 steeds met 30 dezelfde uitrekking en spanning kan plaatsvinden. Flexiwals 13 wordt verwarmd om materiaalbaan 5 ook te verwarmen. Omlooprol 14 draagt er zorg 1025444
8 I
voor dat de materiaal baan 5 met een omspanning van meer dan 180° om I
flexiwals 13 is geslagen. Vanaf omlooprol 14 strekt materiaalbaan 5 zich I
via danserrol 36 uit naar opwikkelrol 15. Middels sensor 16 1s de I
hoekpositie van danserrol 36 vast te stellen. I
5 De printeenheid 4 omvat twee geleidingsranden 20, 21 van I
kunststof zoals bijvoorbeeld nylon, polypropyleen of polyethyleen, die I
zich uitstrekken over de breedte van de materiaalbaan 5 en onderling zijn I
verbonden via de integraal met de geleidingsranden gevormde basis 27. De I
materiaalbaan 5 wordt over de geleidingsranden 20, 21 gespannen waardoor I
10 de materiaalbaan 5 nauwkeurig op afstand wordt gehouden van inktjet- I
print kop 18. Printkop 18 verplaatst zich voor het bedrukken van I
materiaalbaan 5 in een bewegingsrichting loodrecht op het vlak van I
tekening langs de materiaalbaan 5. Alternatief is het overigens ook I
mogelijk om in plaats van een meebewegende printkop 18 gebruik te maken I
15 van een aantal zich in de bewegingsrichting van printkop 18 uitstrekkende I
rijen van stationaire printkoppen. De onderlinge afstand tussen de I
geleidingsranden 20, 21 bedraagt circa 20 cm. In de geleidingsrand 20 is I
een aantal openingen 29 voorzien die zijn aangesloten op een niet nader I
getoonde vacuümbron of ventilator. I
20 Binnen de ruimte 26 die wordt begrensd door de I
geleidingsranden 20, 21 en basis 27 is een metalen plaat 22 op afstand I
van de materiaalbaan 5 voorzien die is opgenomen en verbonden met een I
kunststof houder 24, in casu van nylon, binnen een uitsparing 25. Houder I
24 is middels voet 28 met basis 27 verbonden. De metalen plaat 22 alsmede I
25 de kunststof houder 24 strekken zich net als de geleidingsranden 20, 21 I
en basis 27 uit over de volledige breedte van materiaalbaan 5. De metalen I
plaat 22 is aangesloten op een niet nader getoonde hoogspanningsbron I
waarmee het mogelijk is om de metalen plaat 22 op een hoogspanning te I
brengen van bijvoorbeeld 12,5 kV. Aldus ontstaat er vanuit de metalen I
30 plaat 22 een elektrisch veld met elektrische veldlijnen 23 die zich in I
het gebied tussen de materiaalbaan 5 en de inktjet-printkop 18 in I
1 ü 2 5 4 4 4 I
9 hoofdzaak verticaal uitstrekken. Aan de bovenzijde van de geleidings-randen 20, 21 zijn respectievelijk afschermkappen 30, 31 bevestigd met neerwaarts gerichte vrije uiteinden 37, 38. Tussen deze vrije uiteinden 37, 38 en schuine zijden 39, 40 van de kunststofhouder 24 zijn 5 respectievelijk twee zuigopeningen 32, 33 gevormd die zich in hoofdzaak uitstrekken over de volledige breedte van materiaalbaan 5.
De bedrukkingsinrichting 1, meer specifiek de printeenheld 4 daarvan, functioneert als volgt. Druppels inkt 19 worden vanaf de inktjet-printkop 18 naar de materiaalbaan 5 geschoten. Deze druppels inkt 10 19 kunnen als elektrisch neutraal worden beschouwd. De druppels inkt 19 komen hierbij in het elektrische veld dat wordt opgewekt vanuit metalen plaat 22 vanwege de hoogspanning die daarop is aangebracht door de niet nader getoonde hoogspanningsbron. Vanwege het potentiaal verschil tussen de druppels inkt 19 en de metalen plaat 22 worden de druppels inkt 19 15 naar de metalen plaat 22 toegetrokken volgens de elektrische veldlijnen 23 van het elektrisch veld. Deze aantrekkende werking is onafhankelijk van het al dan niet luchtdoorlatend zijn van de materiaalbaan 5 zodat de materiaalbaan 5 niet alleen van textiel kan zijn maar ook van andersoortige te bedrukken materiaalsoorten zoals papier en/of een dichte 20 kunststoffolie.
Uitgaande echter van een materiaalbaan 5 met een enigszins open structuur, zoals dat bij textiel het geval kan zijn, bijvoorbeeld textiel ten behoeve van vlaggen, zal afhankelijk van de mate waarin de materiaalbaan 5 luchtdoorlatend is, een deel van de druppels inkt 19 de 25 materiaalbaan 5 volledig passeren en onder de materiaalbaan 5 geraken. Een belangrijk deel van deze druppels inkt 19 zal neerslaan op metalen plaat 22 als neerslag 41. Op gezette tijden kan deze neerslag 41 worden verwijderd door met een doek over metalen plaat 22 te vegen. Alternatief is het ook mogelijk om de neerslag 41 automatisch te verwijderen van 30 metalen plaat 22 bijvoorbeeld door deze af te zuigen waartoe de metalen plaat 22 van langsgroeven kan zijn voorzien.
1025444
10 I
Ondanks het feit dat aandrukrol 9 verbonden is met massa, I
valt nagenoeg niet te voorkomen dat de materiaal baan 5 toch een zekere I
elektrostatische oplading zal ondervinden. Hierdoor bestaat de I
mogelijkheid dat druppels 19 aan de onderzijde van materiaal baan 5 I
5 dusdanig sterk worden aangetrokken door materiaal baan 5 dat hun I
bewegingsrichting neigt om te keren en deze druppels 19 de neiging zullen I
hebben om alsnog neer te slaan op de onderzijde van materiaalbaan 5. Met I
name deze druppels inkt 19 zullen in de praktijk worden aangezogen via I
zuigopeningen 32, 33. Doordat de zuigopeningen 32, 33 naar de metalen I
10 plaat 22 is gericht zal een luchtstroom ontstaan vanaf de metalen plaat I
naar de zuigopeningen 32, 33. Dit heeft tot gevolg dat de druppels inkt I
die neigen om te keren alsnog of althans versterkt 1n de richting van de I
metalen plaat 22 worden geforceerd om aldaar neer te slaan. Slechts een I
zeer beperkt deel van de druppels inkt zullen de zuigopeningen 32, 33 I
15 zelf passeren. I
De verwarmde walsrol 6 draagt ertoe bij om een goede I
droging van de inkt op de materiaal baan 5 te verkrijgen en om, in het I
geval de materiaal baan 5 is bestemd om te worden doorgedrukt, deze I
doordrukking (zoals bijvoorbeeld bij vlaggendoek) te verbeteren. I
20 De aldus omschreven bedrukkingsinrichting 1 voorkomt 1n I
belangrijke mate dat druppels inkt 19 gaan zweven, welk risico met name I
aanwezig is bij kleine druppels Inkt, waardoor enerzijds het risico I
bestaat van een verminderde kwaliteit van het bedrukken zelf, terwijl I
bovendien de zwevende druppels inkt aanleiding kunnen geven tot I
25 technische problemen doordat zij neerslaan op ongewenste delen van de I
bedrukkingsinrichting en tot gezondheidsproblemen doordat zij in de I
omgeving van de bedrukkingsinrichting 1 geraken en aldaar kunnen worden I
ingeademd door aanwezige personen. I
Bij bedrukkingsinrichting 51 volgens figuur 3 is er sprake I
30 van een materiaal baan 54 die vanaf een afwindrol 52 naar een opwindrol 53 I
wordt getransporteerd tijdens rotatie van de respectievelijke rollen 52, I
1025444 I
11 53. Tijdens dit transport van de te bedrukken materiaal baan 54, bijvoorbeeld van papier, wordt deze ondersteund door het bovenste deel van een eindloze transportband 55 die is geslagen om twee omloopwielen 56, 57. Eén van de omloopwielen 56, 57 wordt door niet nader getoonde 5 aandrijfmiddelen aangedreven dusdanig dat de snelheid van de transportband 55 en de snelheid van de materiaal baan 54 ter plaatse van de ondersteuning van de materiaal baan 54 door de transportband 55 aan elkaar gelijk zijn. Onder het bovenste deel van de transportband 55 op beperkte afstand daarvan bevindt zich een metalen plaat 58 die is 10 aangesloten op een hoogspanningsbron 59. Deze metalen plaat 58 is vergelijkbaar met metalen plaat 22 volgens figuur 2. Recht boven de metalen plaat 58 bevindt zich een printkop 60 waarvandaan druppels inkt 61 naar de materiaal baan 54 worden bewogen. Het elektrisch veld zoals opgewekt door metalen plaat 58 bevordert hierbij de aantrekking van 15 druppels 61 naar de materiaal baan 54 zodat druppels 61 zo nauwkeurig mogelijk op de materiaalbaan 54 terecht komen en zo min mogelijk druppels 61 daar überhaupt niet op terecht komen en voor verontreinigingen in de omgeving zorg zouden dragen. Het moge duidelijk zijn dat de metalen plaat 58 en de printkop 60 deel kunnen uitmaken van een printeenheld 20 vergelijkbaar met printeenheid 4 volgens de figuren 1 en 2. Printkop 60 zou daarbij hetzij heen-en-weer in de breedterichting van materiaalbaan 54 verplaatsbaar kunnen zijn, hetzij deel uitmaken van een zich in de breedterichting van materiaalbaan 54 uitstrekkende rij van stationaire printkoppen. Stroomafwaarts van de metalen plaat 58 zijn een 25 ionisatiestaaf 62 en een aardingsplaat 63 voorzien voor het elektrisch neutraliseren van de transportband 55 en de op die positie inmiddels bedrukte materiaalbaan 54.
Figuur 4 toont een bedrukkingsinrichting 71 waarbij er sprake is van een stapel onbedrukte materiaal platen 72, bijvoorbeeld van 30 karton of althans dik papier. Door verder niet nader getoonde maar op zich bekende manipulatiemiddelen wordt de bovenste materiaal plaat van 1025444
12 I
stapel 72 tussen twee klemrollen 73a, 73b door over een metalen plaat 74 I
geleid die zich uitstrekt over de volle breedte van de desbetreffende I
materiaal plaat. Tijdens onderhavig transport van de materiaalplaat I
schuift deze contacterend over de metalen plaat 74 zodat er tussen de I
5 metalen plaat 74 en de materiaal plaat geen tussenruimte aanwezig is en de I
metalen plaat 74 als ondersteuning dient voor de te bedrukken I
materiaal plaat. Boven de metalen plaat 74, die Is aangesloten op I
hoogspanningsbron 75 bevindt zich een printkop 76 die druppels Inkt 77 I
naar de materiaal plaat toeschiet hetgeen wordt bevorderd door het I
10 elektrisch veld dat wordt opgewekt vanaf metalen plaat 74. Stroomafwaarts I
van de metalen plaat 74 bevindt zich een ionisatlestaaf 79 en een I
aardingsplaat 80 voor het afvoeren van statische lading van de I
materiaalplaat. De materiaal plaat wordt voorbij de Ionisatlestaaf 79 en I
de aardingsplaat 80 aangegrepen door klemrollen 78a, 78b die de I
15 materiaalplaat met behulp van niet nader getoonde maar op zich bekende I
manipulatiemiddelen uiteindelijk doen terechtkomen op een stapel 81 van I
bedrukte materiaal platen. I
De bovenstaand beschreven voorkeursuitvoeringsvormen van I
bedrukkingsinrichtingen volgens de uitvinding dienen slechts ter I
20 illustratie en dienen niet beperkend te worden geïnterpreteerd voor de I
strekking van de onderhavige uitvinding. In dit verband wordt opgemerkt I
dat het bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2 bijvoorbeeld ook I
mogelijk is om metalen plaat 22 niet stationair uit te voeren maar om I
deze met de inktjet-printkop 18 mee te laten bewegen in een richting I
25 loodrecht op het vlak van tekening met de Inktjet-printkop 18. Aldus 1s I
het mogelijk om ook aan de voorzijde en aan de achterzijde van de I
inktjet-printkop 18 gezien in de bewegingsinrichtlng van de inktjet- I
printkop 18 zuigopeningen te voorzien vergelijkbaar met zuigopeningen 32, I
33. I
1025444 I

Claims (20)

1. Inrichting voor het bedrukken van een materiaal baan omvattende verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen volgens een 5 verplaatsingstraject in een verplaatsingsrichting van de materiaal baan, printmiddelen omvattende ten minste één printkop op afstand van de materiaal baan voor het bedrukken van de materiaal baan door druppels inkt vanaf de printkop naar de materiaal baan te doen bewegen, gekenmerkt door een aantrekkingsorgaan tegenover de printkop aan de tegenover de printkop 10 gelegen zijde van de materiaalbaan en middelen voor het elektrisch opladen van het aantrekkingsorgaan voor het onder invloed van een elektrisch veld aantrekken van druppels inkt naar het aantrekkingsorgaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door twee geleidingsorganen gepositioneerd respectievelijk stroomopwaarts en 15 stroomafwaarts ten opzichte van de printkop aan de tegenover de printkop gelegen zijde van de materiaalbaan op een onderlinge afstand van maximaal 50 cm voor het geleiden van de materiaalbaan ter plaatse van de printkop.
3. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een draagvlak voor ondersteuning van de materiaalbaan over een deel van het 20 verplaatsingstraject ter plaatse van de printkop.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het draagvlak deel uitmaakt van een transporteur voor het door het draagvlak met de materiaalbaan meebewegend, ondersteunen van de materiaalbaan.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat 25 het draagvlak deel uitmaakt van het aantrekkingsorgaan.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door zuigmiddelen aan de tegenover de printkop gelegen zijde van de materiaalbaan.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 30 zuigmiddelen tenminste één zuigopening omvatten voor het via de tenminste ene zuigopening creëren van een luchtstroom. 1025444
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat I tenminste twee zuigopeningen zijn voorzien respectievelijk aan de I stroomopwaarts gelegen zijde en de stroomafwaarts gelegen zijde van het I aantrekkingsorgaan. I
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat I de tenminste ene zuigopening van de printkop af is gericht. I
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat het aantrekkingsorgaan wordt gedragen in een I diëlektrische drager. I
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de I drager is voorzien van een naar de materiaal baan gerichte uitsparing I waarin het aantrekkingsorgaan is opgenomen. I
12. Inrichting volgens conclusie 5, 6 of 7 en volgens conclusie I 8 of 9, met het kenmerk, dat tenminste één rand van de tenminste ene I 15 zuigopening wordt gevormd door de drager. I
13. Inrichting volgens één van de conclusies 7, 8 of 9, met het I kenmerk, dat tenminste één rand van de tenminste ene zuigopening wordt I gevormd door tenminste één afschermlichaam. I
14. Inrichting volgens conclusie 2 en volgens conclusie 13, met I 20 het kenmerk, dat het tenminste ene afschermlichaam is bevestigd aan een I geleidingsorgaan. I
14 I
15. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat het aantrekkingsorgaan zich in hoofdzaak uitstrekt over I de afmeting van de materiaal baan in een richting loodrecht op de I 25 verplaatsingsrichting. I
16. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 14, I met het kenmerk, dat het aantrekkingsorgaan gezamenlijk met de printkop I beweegbaar is. I
17. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met I 30 het kenmerk, dat de middelen voor het elektrisch opladen van het I aantrekkingsorgaan een spanningsbron omvatten. I 1025444 I
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de spanningsbron is ingericht voor het aanbrengen van een spanning van ten minste 1 kV, bij verdere voorkeur van ten minste 5 kV en bij nog verdere voorkeur van tenminste 10 kV op het aantrekkingsorgaan.
19. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de printkop heen en weer beweegbaar is volgens een bewegingstraject in een bewegingsrichting loodrecht op de verplaatsingsrichting langs de materiaal baan.
20. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, 10 gekenmerkt door een afwikkel orgaan en een opwikkelorgaan voor het daartussen verplaatsen van de materiaalbaan langs de printkop. 1025444
NL1025444A 2004-02-09 2004-02-09 Inrichting voor het bedrukken van een materiaalbaan. NL1025444C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025444A NL1025444C2 (nl) 2004-02-09 2004-02-09 Inrichting voor het bedrukken van een materiaalbaan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025444A NL1025444C2 (nl) 2004-02-09 2004-02-09 Inrichting voor het bedrukken van een materiaalbaan.
NL1025444 2004-02-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025444C2 true NL1025444C2 (nl) 2005-08-10

Family

ID=34973590

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025444A NL1025444C2 (nl) 2004-02-09 2004-02-09 Inrichting voor het bedrukken van een materiaalbaan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025444C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2020192986A1 (de) * 2019-03-22 2020-10-01 Suchy Textilmaschinenbau Gmbh Verfahren zur veredelung von flächenförmigen textilen materialien durch ausrüsten

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5801739A (en) * 1995-04-12 1998-09-01 Eastman Kodak Company High speed digital fabric printer
NL1008641C2 (nl) 1998-03-19 1999-09-21 Color Wings B V Bedrukken van textiel met gebruikmaking van een inktjet-printer.
US6151040A (en) * 1992-02-26 2000-11-21 Canon Kabushiki Kaisha Image recording apparatus for a cloth recording medium
US20010022601A1 (en) * 1999-12-21 2001-09-20 Kazuo Ishii Ink jet printing method and printing apparatus
US20030043246A1 (en) * 2001-08-30 2003-03-06 L&P Property Management Company Method and apparatus for ink jet printing on rigid panels

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6151040A (en) * 1992-02-26 2000-11-21 Canon Kabushiki Kaisha Image recording apparatus for a cloth recording medium
US5801739A (en) * 1995-04-12 1998-09-01 Eastman Kodak Company High speed digital fabric printer
NL1008641C2 (nl) 1998-03-19 1999-09-21 Color Wings B V Bedrukken van textiel met gebruikmaking van een inktjet-printer.
EP1062095A1 (en) * 1998-03-19 2000-12-27 Color Wings B.V. Printing textile using an inkjet printer
US20010022601A1 (en) * 1999-12-21 2001-09-20 Kazuo Ishii Ink jet printing method and printing apparatus
US20030043246A1 (en) * 2001-08-30 2003-03-06 L&P Property Management Company Method and apparatus for ink jet printing on rigid panels

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2020192986A1 (de) * 2019-03-22 2020-10-01 Suchy Textilmaschinenbau Gmbh Verfahren zur veredelung von flächenförmigen textilen materialien durch ausrüsten

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8794727B2 (en) Multiple print head printing apparatus and method of operation
US5117244A (en) Nozzle capping device for an ink jet printhead
EP2621842B1 (en) Printing system with sheet conveying device
JPH1120149A (ja) インク滴配置方法及びインクジェットプリンタ
JP4667117B2 (ja) シート材搬送装置及び画像形成装置
US5534902A (en) Holddown structures for recording medium having curl
US20100165063A1 (en) System and method for discharging static in a printer
US6350009B1 (en) Endless transport belt for receiving the ink, not ejected for printing purposes, of an inkjet printer
EP0101278A2 (en) Labelling apparatus and method
CN105313455A (zh) 液体喷出设备
NL1025444C2 (nl) Inrichting voor het bedrukken van een materiaalbaan.
JP2018202863A (ja) インクジェットプリントシステム
WO2010120433A2 (en) Depositing drops on a substrate carried by a stage
EP3403957A1 (en) Media sheet transport apparatus and method
JP4266620B2 (ja) 液体噴射装置
ES2535456T3 (es) Recogedor de gotas para su uso en impresoras de chorro de tinta
JP2019098581A (ja) 印刷装置及び印刷方法
JP6038199B2 (ja) インクジェット記録装置
US7036921B2 (en) Sheet conveying method, sheet attracting conveying apparatus and recording apparatus
US10603918B2 (en) Recording apparatus
US9505249B2 (en) Inkjet recording apparatus
JPH1081008A (ja) インクジェット記録装置
JP6038198B2 (ja) インクジェット記録装置
US9050836B2 (en) Printer with transfer belt and sheet pressing roller
CN112041175B (zh) 介质传输

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160301