NL1025287C1 - Werkwijze en inrichting voor spoelen van ballasttanks. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor spoelen van ballasttanks. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1025287C1 NL1025287C1 NL1025287A NL1025287A NL1025287C1 NL 1025287 C1 NL1025287 C1 NL 1025287C1 NL 1025287 A NL1025287 A NL 1025287A NL 1025287 A NL1025287 A NL 1025287A NL 1025287 C1 NL1025287 C1 NL 1025287C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ballast tank
- ship
- water
- overflow pipe
- ballast
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63B—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING
- B63B13/00—Conduits for emptying or ballasting; Self-bailing equipment; Scuppers
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Ocean & Marine Engineering (AREA)
- Physical Water Treatments (AREA)
- Prevention Of Electric Corrosion (AREA)
Description
Werkwijze en inrichting voor het spoelen van ballasttanks
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het spoelen van een ballasttank van een schip, waarbij water in 5 de ballasttank wordt vervangen door buiten het schip voorhanden omgevingswater. Het oorspronkelijk in de ballasttank aanwezige water kan tijdens het laden of lossen in een haven zijn ingelaten, waardoor het in die haven aanwezige verontreinigingen, bijvoorbeeld chemische 10 verontreinigingen of verontreinigingen in de vorm van micro-organismen kan bevatten. Als het in de ballasttanks aanwezige water vervolgens in een andere haven wordt geloosd, dan worden de micro-organismen in een ander ecosysteem gevoerd, wat tot problemen kan leiden. Daarom 15 wordt door sommige havenautoriteiten geëist dat vóór het aanlopen van de haven alle ballasttanks van het schip worden gespoeld, dat wil zeggen dat in de ballasttanks aanwezig water bijvoorbeeld 200 mijl buiten de kust wordt vervangen door relatief schoon omgevingswater. Deze 20 werkwijze is niet van gevaar ontbloot; de ballasttanks zijn immers met een vooropgezet doel gevuld en de kans is steeds aanwezig dat bij het leegpompen van een ballasttank de stabiliteit afneemt of de spanningen in de scheepsromp te hoog oplopen, zeker als er sprake is van een significante 25 golfbelasting. Bij een verbeterde werkwijze die dit bezwaar niet kent wordt aan de onderzijde van de ballasttank omgevingswater toegevoerd en laat men het in de ballasttank aanwezige water via een ontluchting boven in de ballasttank wegstromen, over het dek en langs het schip. Het spreekt 30 voor zich dat ook deze werkwijze niet van gevaar is ontbloot, want het dek kan hierdoor erg glad worden, zeker als wordt gevaren in een omgeving met lage temperaturen. Bovendien kan de ontluchting bevriezen en verstoppen, waardoor het spoelen van de ballasttank onmogelijk wordt en 1025287 I 2 I waardoor er zelfs gevaar bestaat voor het scheuren van de ballasttank als men desondanks probeert te spoelen.
De werkwijze volgens de uitvinding kent de hiervoor 5 geschetste bezwaren niet en heeft als kenmerk, dat water I via een althans deels in de ballasttank verlopende I overlooppijp onder de waterspiegel buiten het schip wordt I gevoerd.
I 10 Een gunstige realisatie van de inventieve werkwijze heeft I als kenmerk, dat in de ballasttank stromend omgevingswater althans deels via een stelsel van uitstroomopeningen in een I richting van de bodem van de ballasttank wordt gevoerd, bij I voorkeur in een zodanige richting dat in de ballasttank I 15 instromend omgevingswater turbulentie veroorzaakt op de I bodem, waardoor eventueel op de bodem aanwezig sediment I wordt losgemaakt en meegevoerd.
I Een verdere gunstige realisatie heeft als kenmerk, dat in I 20 de ballasttank stromend omgevingswater althans deels via
I een stelsel van spuitnozzles in een richting van de bodem I
I van de ballasttank wordt gevoerd. De op zich bekende I
spuitnozzles zijn zodanig ontworpen dat het omgevingswater I
I met een gerichte straal uittreedt. De stralen zijn daarbij I
I 25 bij voorkeur zodanig gericht dat een krachtige stroming
I wordt verkregen ter plaatse van wrangen, spanten, knieën en I
I dergelijke, waardoor eventueel aanwezig sediment loslaat en I
I samen met het water via de overlooppijp de ballasttank I
I verlaat. I
I 30
I De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor I
I het vervangen van water in een ballasttank van een schip I
I door buiten het schip voorhanden omgevingswater, omvattende I
I een pomp, waarvan een eerste zijde is aangesloten op een I
I 35 buiten het schip eindigende eerste leiding en een tweede I
I 1025287 3 zijde is aangesloten op een in de ballasttank eindigende tweede leiding. Bij de bekende inrichting stroomt daarbij water via een ontluchting uit de ballasttank. De inventieve inrichting heeft als kenmerk, dat de inrichting tevens een 5 althans deels in de ballasttank verlopende overlooppijp omvat, via welke water uit de ballasttank buiten het schip kan worden gevoerd.
Een gunstige uitvoeringsvorm van de inventieve inrichting 10 heeft als kenmerk, dat de overlooppijp is voorzien van een eerste afsluiter, waardoor nooit op een onverwacht moment omgevingswater het schip kan binnendringen.
Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inventieve 15 inrichting heeft als kenmerk, dat de overlooppijp het schip nabij een onderzijde verlaat, waardoor het uitgesloten is dat de uitgang van de overlooppijp bevriest en er dus steeds kan worden gespoeld.
20 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft volgens een verder aspect van de uitvinding als kenmerk, dat de inrichting tevens een derde leiding omvat, aangesloten op de tweede zijde van de pomp en eindigend in de ballasttank, welke derde leiding is voorzien van een aantal 25 uitstroomopeningen, via welke omgevingswater in een richting van de bodem van de ballasttank kan worden ( gespoten, waardoor eventueel op de bodem van de ballasttank aanwezig sediment wordt losgemaakt en meegevoerd. Bij voorkeur zijn de uitstroomopeningen voorzien van 30 spuitnozzles, waarmee een krachtige stroming wordt verkregen ter plaatse van wrangen, spanten, knieën en dergelijke, waardoor eventueel aanwezig sediment loslaat en samen met het water via de overlooppijp de ballasttank verlaat.
35 102528 / I Een verder gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat I de tweede en de derde leiding zijn voorzien van een tweede, respectievelijk een derde afsluiter. Als uitsluitend de I tweede afsluiter is geopend kan men op de bekende wijze de I 5 ballasttank vullen, leegpompen of spoelen. Als uitsluitend I de derde afsluiter is geopend kan men op de inventieve I wijze de ballasttank vullen of spoelen, waarbij gelijktijdig sediment en andere verontreinigingen worden I verwijderd.
I De uitvinding zal nu nader uiteen worden gezet aan de hand I van de volgende figuren, waarbij: I Fig. 1 schematisch in zijaanzicht een schip met I 15 ballasttanks volgens de stand der techniek I weergeeft; I Fig. 2 een mogelijke uitvoeringsvorm van een ballasttank I volgens de uitvinding weergeeft;
Fig. 3 een alternatieve uitvoeringsvorm van een 20 ballasttank volgens de uitvinding weergeeft; I Fig. 4 schematisch een mogelijke plaatsing van de I uitstroomopeningen of spuitnozzles weergeeft.
I Fig. 1 geeft schematisch in zijaanzicht een schip 1 met een I 25 in de zijwand van schip 1 aangebrachte ballasttank 2 weer, I waarbij ballasttank 2 volgens de stand der techniek kan I worden gevuld en geleegd met een pomp 3, via een afsluiter I 4. Aan de bovenzijde is ballasttank 2 voorzien van een ontluchtingsleiding 5, via welke lucht kan ontsnappen of I 30 toestromen als pomp 3 in werking is. Ballasttank 2 wordt doorgaans gevuld met water in een haven waar lading wordt I geladen of gelost. Vóórdat schip 1 een nieuwe haven aanloopt, wordt pomp 3 ingeschakeld en wordt ballasttank 2 van onderuit gevuld met relatief schoon omgevingswater, I 1025287 5 waarbij verontreinigd water uit de haven via ontluchtingsleiding 5 en via een dek 6 wegstroomt.
Fig. 2 geeft een mogelijke uitvoeringsvorm van een 5 ballasttank 2 volgens de uitvinding weer, waarbij ballasttank 2 kan worden gevuld of geleegd of gespoeld met een pomp 3, via een afsluiter 4 en een leiding 7. Voor het spoelen wordt pomp 3 ingeschakeld, waarbij ballasttank 2 van onderuit wordt gevuld met omgevingswater en waarbij in 10 ballasttank 2 aanwezig water via een overlooppijp 8 onder uit het schip wegstroomt. De uitstroomopening van leiding 7 eindigt dicht bij de bodem en is zodanig gericht dat op de bodem van ballasttank 2 locaal een turbulente stroming ontstaat, die sediment losmaakt dat samen met de 15 waterstroom via overlooppijp 8 wordt meegevoerd. In overlooppijp 8 is een afsluiter 9 opgenomen, die in een afgesloten toestand voorkomt dat er water via overlooppijp 8 ballasttank 2 binnendringt.
20 Fig. 3 geeft een alternatieve uitvoeringsvorm van een ballasttank 2 volgens de uitvinding weer, waarbij ballasttank 2 kan worden gevuld of geleegd of gespoeld met een pomp 3, via een afsluiter 4a en een persleiding 7a.
Voor het spoelen wordt pomp 3 ingeschakeld, waarbij 25 ballasttank 2 van onderuit wordt gevuld met omgevingswater en waarbij in ballasttank 2 aanwezig water via een overlooppijp 8 onder uit het schip wegstroomt. Ballasttank 2 kan ook worden gespoeld door het openen van een afsluiter 4b, waarna omgevingswater via een leiding 7b en via een 30 aantal uitstroomopeningen of spuitnozzles 10 in ballasttank 2 stroomt. Uitstroomopeningen of spuitnozzles 10 zijn zodanig gericht dat ze een op de bodem van ballasttank 2 aanwezig sediment losspuiten, waarna dit door de stroming wordt meegevoerd en ballasttank 2 via overlooppijp 8 35 verlaat.
1025287 I 6 I Fig. 4 geeft schematisch een mogelijke plaatsing van de I uitstroomopeningen of spuitnozzles 10 in ballasttank 2 weer. Leiding 7b is bijvoorbeeld ringvormig uitgevoerd en I loopt langs de wanden van ballasttank 2. De uitstroom- I 5 openingen of spuitnozzles 10 zijn daarbij zodanig geplaatst dat ze een sterk turbulente stroming op de bodem 11 van ballasttank 2 veroorzaken, waarbij bij de plaatsing en de I richting rekening wordt gehouden met de interne bouw van de I ballasttank, bijvoorbeeld met de plaatsing van wrangen 12, I 10 spanten 13 en knieën 14.
I 1025287
Claims (9)
1. Werkwijze voor het spoelen van een ballasttank van een schip, waarbij water in de ballasttank wordt vervangen door 5 buiten het schip voorhanden omgevingswater, met het kenmerk, dat water via een althans deels in de ballasttank verlopende overlooppijp onder de waterspiegel buiten het schip wordt gevoerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de ballasttank stromend omgevingswater althans deels via een stelsel van uitstroomopeningen in een richting van de bodem van de ballasttank wordt gevoerd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in de balasttank stromend omgevingswater althans deels via een stelsel van spuitnozzles in een richting van de bodem van de ballasttank wordt gevoerd.
4. Inrichting voor het vervangen van water in een ballasttank van een schip door buiten het schip voorhanden omgevingswater, omvattende een pomp, waarvan een eerste zijde is aangesloten op een buiten het schip eindigende eerste leiding en een tweede zijde is aangesloten op een in 25 de ballasttank eindigende tweede leiding, met het kenmerk, dat de inrichting tevens een althans deels in de ballasttank verlopende overlooppijp omvat, via welke water uit de ballasttank buiten het schip kan worden gevoerd.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de overlooppijp is voorzien van een eerste afsluiter.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, 35 dat de overlooppijp het schip nabij een onderzijde verlaat. 102 528 7
7. Inrichting volgens een der conclusies 4 t/m 6, met het I kenmerk, dat de inrichting tevens een derde leiding omvat, I aangesloten op de tweede zijde van de pomp en eindigend in de ballasttank, welke derde leiding is voorzien van een 5 aantal uitstroomopeningen, via welke omgevingswater in een I richting van de bodem van de ballasttank kan worden gespoten.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat I 10 de uitstroomopeningen zijn voorzien van spuitnozzles.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de tweede en de derde leiding zijn voorzien van een I tweede, respectievelijk een derde afsluiter. 15 I 1025287
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025287A NL1025287C1 (nl) | 2004-01-20 | 2004-01-20 | Werkwijze en inrichting voor spoelen van ballasttanks. |
EP05075102A EP1557351A1 (en) | 2004-01-20 | 2005-01-13 | Method and arrangement for flushing ballast tanks |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025287A NL1025287C1 (nl) | 2004-01-20 | 2004-01-20 | Werkwijze en inrichting voor spoelen van ballasttanks. |
NL1025287 | 2004-01-20 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1025287C1 true NL1025287C1 (nl) | 2005-07-25 |
Family
ID=34632208
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1025287A NL1025287C1 (nl) | 2004-01-20 | 2004-01-20 | Werkwijze en inrichting voor spoelen van ballasttanks. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1557351A1 (nl) |
NL (1) | NL1025287C1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DK201170108A (da) * | 2011-03-03 | 2012-09-04 | Bawat As | System til behandling af ballastvand i ballasttanke |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BR7701464A (pt) * | 1976-03-12 | 1977-11-08 | Patents & Dev As | Aperfeicoamentos em sistema de condutos de bomba e em processo para conversao de tanques de lastro segregado |
JPS55123585A (en) * | 1979-03-14 | 1980-09-24 | Yamashita Shin Nippon Kisen Kk | Pumping and drainage system for ballast water |
JP3038324B2 (ja) * | 1997-07-08 | 2000-05-08 | ティーケイシッピングジャパン株式会社 | バラスト水自動換水システム |
US6378451B1 (en) * | 2000-12-21 | 2002-04-30 | Union Oil Company California | Simplified ballast system for tension leg platforms |
US6722933B2 (en) * | 2001-05-25 | 2004-04-20 | Mh Systems, Inc. | Closed loop control of both pressure and content of ballast tank gases to at different times kill both aerobic and anaerobic organisms within ballast water |
-
2004
- 2004-01-20 NL NL1025287A patent/NL1025287C1/nl not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-01-13 EP EP05075102A patent/EP1557351A1/en not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1557351A1 (en) | 2005-07-27 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
TWI419814B (zh) | 撇油駁船 | |
KR101692990B1 (ko) | 유수분리 기능을 구비한 드레인 박스 | |
US4623452A (en) | Dockside system for the collection and disposal of bilge water and waste oil | |
JP4536677B2 (ja) | 船舶におけるウオーターバラストタンクの構造および張水方法。 | |
NL1025287C1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor spoelen van ballasttanks. | |
KR101026182B1 (ko) | 선박 발라스트 탱크의 침전물 제거장치 | |
JP2007090933A (ja) | 船舶のオーバーフロー方法及び装置 | |
KR101026183B1 (ko) | 선박 발라스트 탱크의 침전물 제거장치 | |
US8147686B2 (en) | Ballast water treatment apparatus | |
US20050103363A1 (en) | Assembly & system for isolation of waste water in outdoor, open-air wash station | |
CN206734557U (zh) | 一种游艇的组合排水系统 | |
JPH09123992A (ja) | 船舶のシーチェスト内における海洋生物付着防止方法および防止構造 | |
JP2002178982A (ja) | バラスト管頭金具 | |
KR101110836B1 (ko) | 밸러스트 탱크의 침전물 배출 구조체 | |
KR100970962B1 (ko) | 선박용 빌지 오염 방지장치 | |
JP6793015B2 (ja) | 船舶の置きタンクの液体漏洩防止装置 | |
US4559888A (en) | Ship for transporting coal slurry | |
KR200478223Y1 (ko) | 해양구조물의 오픈 드레인 시스템 | |
KR20120103181A (ko) | 선박 오수 처리시스템 | |
JP3530133B2 (ja) | バラスト置換装置 | |
JP2012245972A (ja) | 船舶のトイレ | |
KR101523728B1 (ko) | 해양 구조물용 빌지 이송장치 | |
KR102399114B1 (ko) | 함 내의 위생수 배수관 막힘 방지 장치 | |
KR20090072061A (ko) | 선박 발라스트 탱크의 침전물 제거장치 | |
FI119295B (fi) | Menetelmä öljyn imeyttämiseksi vesistöjen pinnalta ja imeytyslaite |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20080801 |