NL1025051C2 - Informatie-inrichting voor een brandstofinstallatie. - Google Patents

Informatie-inrichting voor een brandstofinstallatie. Download PDF

Info

Publication number
NL1025051C2
NL1025051C2 NL1025051A NL1025051A NL1025051C2 NL 1025051 C2 NL1025051 C2 NL 1025051C2 NL 1025051 A NL1025051 A NL 1025051A NL 1025051 A NL1025051 A NL 1025051A NL 1025051 C2 NL1025051 C2 NL 1025051C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
information
information device
fuel
windscreen
vehicle
Prior art date
Application number
NL1025051A
Other languages
English (en)
Inventor
Lucas Christiaan Fretz
Original Assignee
Fretz Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fretz Beheer B V filed Critical Fretz Beheer B V
Priority to NL1025051A priority Critical patent/NL1025051C2/nl
Priority to EP04106692A priority patent/EP1544159A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1025051C2 publication Critical patent/NL1025051C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D7/00Apparatus or devices for transferring liquids from bulk storage containers or reservoirs into vehicles or into portable containers, e.g. for retail sale purposes
    • B67D7/06Details or accessories
    • B67D7/064Drive-off preventing means, e.g. in case of non-payment
    • B67D7/068Drive-off preventing means, e.g. in case of non-payment using imaging means, e.g. cameras
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D7/00Apparatus or devices for transferring liquids from bulk storage containers or reservoirs into vehicles or into portable containers, e.g. for retail sale purposes
    • B67D7/06Details or accessories
    • B67D7/08Arrangements of devices for controlling, indicating, metering or registering quantity or price of liquid transferred

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Mathematical Physics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Cooling, Air Intake And Gas Exhaust, And Fuel Tank Arrangements In Propulsion Units (AREA)

Description

Informatie-inrichting voor een brandstofinstallatie
De uitvinding heeft betrekking op een informatie-inrichting voor een brandstofinstallatie voor voertuigen voorzien van ten minste een brandstofinlaat voor het toevoeren van brandstof en een voorruit, waarbij de informatie-inrichting is 5 voorzien van één of meer informatievelden met ten minste informatie over het toevoeren van de brandstof.
Moderne samenlevingen kenmerken zich onder meer door een grote mate van mobiliteit. Derhalve wordt een groot beroep gedaan op de infrastructuur die geschikt moet zijn voor grote 10 aantallen voertuigen. Tot deze infrastructuur behoren niet enkel wegen, maar ook verschillende vormen van service langs deze wegen. De belangrijkste service is de verschaffing van brandstof bij tankstations.
Veelal zijn dergelijke tankstations geschikt voor 15 zelfbediening, waarbij de gebruiker zelf brandstof toevoert en deze vervolgens afrekent. Tijdens het toevoeren van de brandstof staat de gebruiker van de brandstofinstallatie vaak met zijn rug naar de pompinstallatie toe. Aangezien de pompinstal-latie vaak één of meer tellers of' displays omvat met 20 informatie over het toevoeren van de brandstof, is deze informatie slecht zichtbaar zonder dat de gebruiker een ongemakkelijke houding moet aannemen.
Het is een doelstelling van de uitvinding om een informatie-inrichting te verschaffen, waarbij het voor de 25 gebruiker eenvoudiger wordt kennis te nemen van de informatie ten aanzien van het toevoeren van de brandstof.
Deze doelstelling wordt gerealiseerd door het verschaffen van een informatie-inrichting, waarbij de informatievelden op een afstand voor de voorruit van een voer-30 tuig zijn of worden gepositioneerd. Op deze positie zijn de informatievelden, en daarmee de informatie in deze velden, voor de gebruiker van de brandstofinstallatie eenvoudig waarneembaar. De gebruiker van de brandstofinstallatie is gewoon 1025051 2 in de rijrichting van zijn voertuig en dus naar een punt voor de voorruit van zijn voertuig te kijken gedurende het toevoeren van de brandstof. De informatie in de informatievelden kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de prijs van de brandstof 5 en/of de hoeveelheid brandstof die wordt of is toegevoerd. De informatievelden kunnen statisch zijn gepositioneerd op een positie waarbij de informatie-inrichting geen hinder veroorzaakt voor het passeren van de voertuigen. Ook kunnen de informatievelden dynamisch worden gepositioneerd zodanig dat 10 de informatie-inrichting of een deel daarvan beweegt om de informatievelden optimaal te kunnen positioneren ten opzichte van het voertuig. Deze positionering kan plaatsvinden bij gebruik van de brandstofinstallatie, bijvoorbeeld doordat het tankpistool van de brandstofinstallatie wordt genomen of door-15 dat de brandstoftoevoer wordt gestart.
De informatievelden kunnen in hoofdzaak parallel aan en op een afstand van de voorruit zijn of worden gepositioneerd. Als alternatief kunnen de informatievelden onder een hoek staan of worden georiënteerd ten opzichte van de voorruit 20 zodanig dat de informatievelden naar een gebruiker van de brandstofinstallatie toe zijn gekeerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de informatie-inrichting ten minste voorzien van een beweegbare arm met een kopstuk omvattende de informatievelden 25 en is de informatie-inrichting ingericht om de arm te besturen • zodanig dat het kopstuk met de informatievelden automatisch ten opzichte van de voorruit wordt gepositioneerd. Een dergelijke arm bewerkstelligd een grote flexibiliteit voor de informatie-inrichting zodat de inrichting toepasbaar is voor 30 een grote variëteit aan afmetingen van voertuigen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de informatie-inrichting meerdere informatievelden waarbij ten minste één van de informatievelden ruimte biedt voor reclame. Door de informatievelden zowel informatie ten 35 aanzien van de brandstoftoevoer te laten bevatten als van reclame te voorzien, wordt een hoge attentiewaarde voor de reclame gerealiseerd.
1025051 3
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de informatie-inrichting één of meer sensoren voor het positioneren van de informatievelden ten opzichte van de voorruit van een voertuig. De inrichting en werking van derge-5 lijke sensoren zal voor de vakman duidelijk zijn en zal niet nader worden toegelicht. De sensoren positioneren de informatievelden op een geschikte afstand van de voorruit van het voertuig zodat de informatie voor de gebruiker goed leesbaar is. Een geschikte afstand ligt bijvoorbeeld in het gebied van 10 0,3-2,0 meter, zoals 50 centimeter.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de informatie-inrichting sensoren en een beweegbare arm die zodanig zijn ingericht dat het kopstuk een beweging van het voertuig volgt. Hierdoor wordt voorkomen dat een dyna-15 mische informatie-inrichting schade aanricht of beschadigd wordt wanneer het voertuig beweegt. Deze functionaliteit is voorts van belang wanneer de informatie-inrichting verder een middel omvat voor het afgeven van een fluïdum in de richting van de voorruit, zoals hierna nog zal worden besproken.
20 In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvin ding is de arm van de informatie-inrichting gemonteerd aan een dakconstructie of naast de brandstofinstallatie. De eerste optie kan voordelig zijn doordat de dakconstructie reeds voor bekabeling van andere eenheden of functies van een servicesta-25 tion wordt toegepast. Voorts kan een bevestiging aan de dakconstructie voordelen bieden doordat het vloeroppervlak van een tankstation ongemoeid kan worden gelaten. Het vloeroppervlak van een tankstation is veelal gecompliceerd en kostbaar doordat bijv. moet worden voorkomen dat brandstofrestanten in 30 de bodem terechtkomen zodat het modificeren van het vloeroppervlak bij voorkeur moet worden voorkomen. Wanneer er geen dakconstructie is, kan de arm van de informatie-inrichting ook naast of bij de service-eenheid worden geplaatst.
De arm omvat bij voorkeur segmenten waarvan er één 35 of meer ten opzichte van elkaar kunnen transleren en/of roteren. Een dergelijke constructie bevordert de flexibiliteit van de informatie-inrichting ten aanzien van bijv. het positioneren van de informatievelden.
1025051 4
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan het kopstuk tevens ten minste één middel omvatten voor het afgeven van een fluïdum in de richting van de voorruit zodanig dat op ten minste een deel van de voorruit een gezichtsveldverstoren-5 de en verwijderbare laag wordt gevormd wanneer het voertuig ten opzichte van de service-eenheid een verplaatsing ondergaat voordat een vrijgavesignaal is ontvangen voor de brandstofinstallatie. Een gezichtsveldverstorende laag is bijvoorbeeld een ondoorzichtige laag of een beeldvervormende laag, zoals 10 een verf resp. een gel. Deze laag maakt het voor de bestuurder van het voortuig onmogelijk, althans moeilijk, het voertuig te besturen door het gebrek aan zicht, zodat wegrijden zonder te betalen aanmerkelijk wordt bemoeilijkt. Bij voorkeur heeft de aangebrachte laag enige resistentie of viscositeit, zodat de 15 laag niet eenvoudig met bijvoorbeeld een ruitenwisser te verwijderen is. De laag zal uiteindelijk wel verwijderbaar zijn.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het informeren van een gebruiker van een brandstofinstallatie voor voertuigen voorzien van ten minste 20 een brandstof inlaat voor het toevoeren van brandstof en een voorruit, omvattende de stap van het automatisch positioneren van een kopstuk met één of meer informatievelden van het voertuig bij gebruik van de brandstofinstallatie. De informatievelden kunnen of in hoofdzaak parallel aan en op een 25 afstand van de voorruit worden gepositioneerd of onder een hoek ten opzichte van de voorruit. Een dergelijke werkwijze bewerkstelligd een betrouwbare en klantvriendelijke wijze van het informeren van de gebruiker.
De uitvinding zal hierna verder worden geïllustreerd 30 aan de hand van de bijgevoegde figuren, welke voorkeursuitvoeringsvormen volgens de uitvinding tonen. Vanzelfsprekend wordt de uitvinding op geen enkele wijze beperkt door deze specifieke en de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen.
In de figuren toont: 35 Fig. 1 een tankstation voorzien van een informatie- inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; 10250b1 5
Fig. 2 een kopstuk voorzien van informatievelden volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Fig. 3 een kopstuk voorzien van informatievelden volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; 5 Figs. 4-8 de werking van de informatie-inrichting volgens de uitvoeringsvorm als getoond in Fig. 1;
Figs. 9 en 10 een tweede uitvoeringsvorm van een informatie- inrichting volgens de uitvinding, en
Figs. 11-13 een derde uitvoeringsvorm van een infor-10 matie-inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een tankstation 1 voorzien van een brandstofinstallatie 2 onder een overkapping of dakconstructie 3. Het tankstation 1 is voorzien van een informatie-inrichting 4 welke een rail 5 omvat waaraan een arm 6 beweegbaar langs de 15 rail 5 is opgehangen en welke arm 6 aan het uiteinde een kopstuk 7 bevat. De arm 6 is scharnierbaar om het scharnierpunt 8. De informatie-inrichting 4 is bij voorkeur van een licht materiaal, zoals aluminium of kunststof, zodat de arm 6 en in het bijzonder het kopstuk 7 eenvoudig kan worden gemanipu-20 leerd.
Figs. 2 en 3 tonen uitvoeringsvormen van het kopstuk 7. Het kopstuk 7 kan een middel 20 voor het afgeven van een fluïdum omvattende een spuitmond 21 en een reservoir 22 voor het fluïdum hebben. Het middel 20 is bij voorkeur losneembaar 25 van het kopstuk 7, zodat het vervangen of bijgevuld kan worden. Opgemerkt wordt dat het middel 20 niet noodzakelijkerwijs het reservoir 22 omvat; het fluïdum kan ook van buitenaf, bijvoorbeeld via een toevoer langs of inwendig van de arm 6 aan de spuitmond 21 worden toegevoerd. De spuitmond 21 is geschikt 30 vormgegeven en kan één of meer spuitstukken omvatten voor het aanbrengen van het fluïdum op een voertuig. De breedte van de spuitmond 21 kan de volledige breedte van een voertuig bestrijken of kleiner zijn, waarbij de spuitmond 21 kan zijn ingericht om het fluïdum in bijv. een waaiervorm te versprei-3 5 den.
Het kopstuk 7 omvat tevens sensoren 23 en informatievelden 24, 25 in de vorm van bijvoorbeeld een teller, display of een vlak of constructie voor het aanbrengen van in- 1 0 25051 6 formatie door middel van bijv. kaarten of stickers. Het display kan bijvoorbeeld een TFT-scherm omvatten. Het informatieveld 24 kan bijvoorbeeld een teller omvatten welke de hoeveelheid afgenomen brandstof van de brandstofinstallatie 5 2 aangeeft, terwijl het informatieveld 25 reclame bevat. Het kopstuk 7 kan verder nog middelen 26 en 27 voor bijvoorbeeld een lichtsignaal en een geluidssignaal en een camera 28 bevatten. Het lichtsignaal en/of geluidssignaal kunnen bijv. worden geactiveerd wanneer het fluïdum wordt afgegeven op het voer-10 tuig. Ook kan het middel 27 dienen om geluid te produceren bij het weergeven van informatie in het informatieveld 24 of 25, zoals bijv. begeleidend geluid of commentaar bij het vertonen van een reclameboodschap.
Figs. 4-8 tonen een voorbeeld van de werking van de 15 informatie-inrichting 4 als getoond in Fig. 1, voorzien van een kopstuk 7 als getoond in Fig. 3.
In Fig. 4 wordt de situatie getoond waarbij een voertuig V met een voorruit W het tankstation 1 binnenrijdt voor de innemen van brandstof van de brandstofinstallatie 2.
20 De informatie-inrichting 4 is op dit tijdstip in een rustposi-tie. In deze situatie kan het voertuig V bij voorkeur onder de informatie-inrichting 4 doorrijden, zodat voertuigen die geen gebruik maken van de brandstofinstallatie 2 geen hinder van de informatie-inrichting 4 ondervinden. Wanneer een gebruiker van 25 de brandstofinstallatie 2 brandstof toevoert aan het voertuig V kan hij eenvoudig kennisnemen van de informatie van het informatieveld 24. De gebruiker hoeft zich niet in een ongemakkelijke positie te manoeuvreren om een teller op de brandstofinstallatie 2 zelf te raadplegen. Eventueel kan het 30 kopstuk 7 lager zijn gepositioneerd wanneer de brandstofinstallatie 2 enkel voor personenauto's bestemd is. Doordat de blik van de gebruiker van de brandstofinstallatie 2 tijdens het toevoeren van de brandstof veelal op het kopstuk 7 zal zijn gericht, zal de attentiewaarde van de reclame die op of 35 in het informatieveld 25 is aangebracht groot zijn.
De informatie van de informatievelden 24, 25 kan ook dynamisch ten opzichte van het voertuig V worden gepositioneerd. Wanneer de berijder van het voertuig V het tankpistool 1025051 7 (niet zichtbaar) van de brandstofinstallatie 2 neemt, wordt de informatie-inrichting 4 geactiveerd, zoals getoond in zijaanzicht in Fig. 5 en in vooraanzicht in Fig. 6. De arm 6 beweegt daartoe langs de rail 5 in de richting van het voertuig V. Te-5 vens worden de segmenten 6A, 6B, 6C van de arm 6 telescopisch uitgeschoven, zodanig dat het kopstuk 7 en in het bijzonder de informatievelden 24, 25 met behulp van de sensoren 23 op een vooraf bepaalde afstand D van de voorruit W van het voertuig V wordt gepositioneerd. De afstand D bedraagt bijv. 70 centime-10 ter.
Wanneer het kopstuk 7 tevens het middel 20 voor het afgeven van een fluïdum omvat, kunnen verdere overwegingen een rol spelen bij het bepalen van de afstand D ten opzichte van de voorruit W. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het be-15 reik van de spuitmond 21, het oppervlak van de voorruit W dat door de spuitmond 21 moet worden bestreken ten einde een ge-zichtsveldverstorende laag aan te brengen die voorkomt dat het voertuig kan wegrijden en veiligheidsoverwegingen. Veiligheidsoverwegingen kunnen bijvoorbeeld met zich meebrengen dat 20 de spuitmond 21 voor het fluïdum bij voorkeur boven de motorkap H van het voertuig V wordt gepositioneerd, zodat er zich tussen de spuitmond 21 en de voorruit W geen personen kunnen bevinden die bij inwerkingtreding van de inrichting met het fluïdum in aanraking komen.
25 Tijdens het tanken kan de gebruiker die brandstof toevoert kennis nemen van de informatie die wordt weergegeven in de informatievelden 24, 25, welke velden zich op een eenvoudig waarneembare positie voor deze persoon bevinden. Dit vergroot de kans dat de gebruiker de spuitmond 21 niet als be-30 dreigend ervaart. De informatievelden 24, 25 worden bij voorkeur op een afstand D en in hoofdzaak parallel aan de voorruit W gepositioneerd wanneer het kopstuk 7 tevens een spuitmond 21 omvat, ten einde het aanbrengen van een fluïdum op de voorruit W te vereenvoudigen.
35 De informatievelden 24, 25 kunnen onder een hoek staan of worden georiënteerd ten opzichte van de voorruit W zodanig dat de informatievelden 24, 25 naar een gebruiker van de brandstofinstallatie 2 toe zijn gekeerd. Een dergelijke 1025051 δ hoek kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd doordat segment 6C van de arm 6 roteert ten opzichte van het segment 6B, zodat het aanvankelijk parallel aan de voorruit W liggende vlak van het kopstuk 7 naar de brandstofinstallatie 2 wordt gekeerd.
5 Het zal duidelijk zijn dat andere wijzen van rotatie mogelijk zijn en binnen de beschermingsomvang van de uitvinding vallen.
Wanneer de gebruiker de ingenomen brandstof vervolgens afrekent wordt de informatie-inrichting 4 teruggebracht naar de rustpositie als getoond in Fig. 4. Deze deactivering 10 vindt bijvoorbeeld plaats doordat de betaling een vrijgavesig-naal genereert, welk vrijgavesignaal door de informatie-inrichting 4 wordt ontvangen en de instructie bevat dat de informatie- inrichting 4 naar de rustpositie kan worden teruggebracht. Wanneer het kopstuk 7 het middel 20 omvat, zal 15 het fluïdum in dit geval dus niet op de voorruit W van het voertuig V worden gedeponeerd.
Wanneer er brandstof is toegevoerd maar de informa-tie-inrichting 4 geen vrijgavesignaal ontvangt, is er niet voor de brandstof betaald. Deze situatie wordt getoond in Fig. 20 7. De sensoren 23 bewerkstelligen dat het kopstuk 7 zich met het voertuig V meebeweegt doordat de arm 6 draait om het scharnierpunt 8. Tegelijkertijd wordt een fluïdum F afgegeven vanuit de spuitmond 21 in de richting van de voorruit W van het voertuig V, zodanig dat op ten minste een deel van de 25 voorruit W een gezichtsveldverstorende laag wordt gevormd.
Het fluïdum F kan alle denkbare substanties of gassen omvatten die de eigenschap hebben dat zij op de voorruit W een gezichtsveldverstorende laag vormen of anderszins deze werking hebben. Deze laag is enerzijds niet eenvoudig verwij-30 derbaar, zodat wordt voorkomen dat bijv. het enkele activeren van bijv. de ruitenwissers de laag direct zal verwijderen, maar anderszins uiteindelijk wel verwijderbaar zodat er geen blijvende aantasting van het voertuig V resteert. Een voorbeeld van een dergelijk fluïdum is bijv. verf die de voorruit 35 w of een deel daarvan ondoorzichtig maakt of een gel die een beeldverstoring teweegbrengt. Het is ook mogelijk om het middel 20 van twee of meer verschillende substanties of gassen te voorzien of van een substantie en een gas. Deze verschillende 1025051 9 substanties kunnen tegelijkertijd of achtereenvolgens vanuit het mondstuk 21 op de voorruit W worden gedeponeerd, waarbij bijvoorbeeld de toestand van de eerst aangebrachte laag wordt gemodificeerd door de daarna aangebrachte substantie of het 5 daarna aangebrachte gas. Tevens valt te denken aan gecompliceerde substanties die bijv. een verandering in de kristalstructuur ondergaan wanneer zij in aanraking komen met een voorruit W met een bepaalde temperatuur zodat een ge-zichtsveldverstorende laag ontstaat.
10 Het zal duidelijk zijn dat het afgeven van het fluï dum F richting de voorruit W bij voorkeur niet bij zeer kleine of kleine verplaatsingen van het voertuig V ten opzichte van de pompinstallatie 2 dient plaats te vinden. Er is bijvoorkeur sprake van een substantiële verplaatsing. Wanneer het voertuig 15 V bijv. trilt ten gevolge van een langsrijdende vrachtwagen of zich enigszins verplaatst doordat het niet op de handrem staat, dient geen fluïdum te worden afgegeven. De gevoeligheid van de spuitmond 21 kan worden bepaald door bijv. de instelling van de sensoren 23 en de besturing van het middel 20 door 20 deze sensoren. Het is tevens mogelijk dat de spuitmond 21 zodanig is afgesteld dat eerst een klein volume fluïdum op de voorruit W wordt gedeponeerd als waarschuwing.
Anderzijds dient een verplaatsing van het voertuig V in een richting van het kopstuk 7 af, zoals weergegeven door 25 de pijl A in Fig. 8, de werking van de spuitmond 21 niet te frustreren. De arm 6 kan door draaiing om het scharnierpunt 8 een achterwaartse beweging van het voertuig V volgen doordat de sensoren 23 deze beweging detecteren, zodat de spuitmond 21 op de juiste afstand van de voorruit W wordt gehouden en het 30 fluïdum F kan worden afgegeven.
Figs. 9 en 10 tonen een tweede uitvoeringsvorm van de informatie-inrichting 4, waarbij de arm 6 is uitgevoerd als een scharnierend opgehangen robotarm met segmenten 6A en 6B die ook ten opzichte van elkaar kunnen roteren. Hierdoor kan 35 worden afgezien van de rail 5 volgens de eerste uitvoeringsvorm als getoond in Fig. l en wordt een zeer flexibel inzetbare inrichting verkregen. De lengte van de verschillende segmenten 6A, 6B en eventuele verdere segmenten kan zodanig 1025051 10 worden bepaald dat het bereik van de informatie-inrichting 4 geschikt is voor het tankstation 1. Het kopstuk 7 bevat de informatievelden 24, 25, zodat de informatie voor de gebruiker van de brandstofinstallatie 2 op een geschikte positie wordt 5 weergegeven. De arm 6 kan tevens het kopstuk 7 met de spuit-mond 21 voor het af geven van het fluïdum F geschikt positioneren ten opzichte van de voorruit W van het voertuig V en het voertuig V volgen wanneer het een verplaatsing ondergaat ten opzichte van de brandstofinstallatie 2. De werking 10 van deze uitvoeringsvorm is verder identiek aan de werking van de uitvoeringsvorm zoals getoond en beschreven voor de Figs.
4-8.
Figs. 11-13 tonen een derde uitvoeringsvorm van de informatie-inrichting 4 volgens de uitvinding, waarbij het 15 tankstation 1 geen dakconstructie 3 heeft. De informatie- inrichting 4 is in deze uitvoeringsvorm naast de brandstofinstallatie 2 geplaatst, waarbij de arm 6 waaraan het kopstuk 7 is bevestigd bestaat uit segmenten 6A, 6B, 6C die ten opzichte van elkaar beweegbaar kunnen zijn door translatie of rotatie. 20 Hierdoor wordt bewerkstelligd dat de informatievelden 24, 25 van het kopstuk 7 op een geschikte positie voor de gebruiker van de brandstofinstallatie 2 kunnen worden weergegeven.
Voorts kan de spuitmond 21 geschikt ten opzichte van de voorruit W van het voertuig V worden gepositioneerd en kan de 25 spuitmond 21 een beweging van het voertuig V volgen binnen de grenzen als bepaald door de beweegbare segmenten.
De werking van deze uitvoeringsvorm is verder identiek aan de werking van de uitvoeringsvorm zoals getoond en beschreven voor de Figs. 4-8.
1025051

Claims (14)

1. Informatie-inrichting (4) voor een brandstofinstallatie (2) voor voertuigen (V) voorzien van ten minste een brandstofinlaat voor het toevoeren van brandstof en een voorruit (W), waarbij de informatie-inrichting (4) is voorzien van 5 één of meer informatievelden (24,25) met ten minste informatie over het toevoeren van de brandstof gekenmerkt door waarbij de informatievelden (24,25) op een afstand (D) voor de voorruit (W) van een voertuig (V) zijn of worden gepositio- 10 neerd.
2. Informatie-inrichting (4) volgens conclusie 1, waarbij de informatievelden (24,25) in hoofdzaak parallel aan en op een afstand van de voorruit zijn of worden gepositioneerd .
3. Informatie-inrichting (4) volgens conclusie 1, waarbij de informatievelden (24,25) onder een hoek staan of worden georiënteerd ten opzichte van de voorruit (W) zodanig dat de informatievelden (24, 25) naar een gebruiker van de brandstofinstallatie (2) toe zijn gekeerd.
4. Informatie-inrichting (4) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de informatie-inrichting (4) ten minste voorzien is van een beweegbare arm (6) met een kopstuk (7) omvattende de informatievelden (24,25) en waarbij de informatie-inrichting (4) is ingericht om de arm (6) te bestu- 25 ren zodanig dat het kopstuk (7) met de informatievelden (24,25) automatisch ten opzichte van de voorruit (W) wordt gepositioneerd.
5. Informatie-inrichting (4) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de informatie-inrichting (4) 30 is ingericht om te worden gepositioneerd bij gebruik van de brandstofinstallatie.
6. Informatie-inrichting (4) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de informatie-inrichting (4) meerdere informatievelden (24,25) omvat en waarbij ten minste 35 één van de informatievelden (25) ruimte biedt voor reclame. 1025051
7. Informatie-inrichting (4) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de informatie-inrichting (4) één of meer sensoren (23) omvat voor het positioneren van de informatievelden (24,25), ten opzichte van de voorruit (W) van 5 het voertuig (V).
8. Informatie-inrichting (4) volgens conclusie 7, waarbij de sensoren (23) de informatievelden (24,25) positioneren op een afstand (D) van 0,3 - 2,0 meter van de voorruit (W) van het voertuig (V).
9. Informatie-inrichting (4) volgens conclusie 7 of 8, waarbij de sensoren (23) en de beweegbare arm (6) zodanig zijn ingericht dat het kopstuk (7) een beweging van het voertuig (V) volgt.
10. Informatie-inrichting (4) volgens één of meer 15 van de conclusies 4-9, waairbij de arm (6) is gemonteerd aan een dakconstructie (3) of naast de brandstofinstallatie (2).
11. Informatie-inrichting (4) volgens één of meer van de conclusies 4-10, waarbij de arm (6) segmenten (6A,6B,6C) omvat waarvan er één of meer ten opzichte van el- 20 kaar kunnen transleren en/of roteren.
12. Informatie-inrichting (4) volgens één of meer van de conclusies 4-11, waarbij het kopstuk (7) tevens ten minste één middel (20) omvat voor het afgeven van een fluïdum (F) in de richting van de voorruit (W) zodanig dat op ten min- 2. ste een deel van de voorruit (W) een ge zicht sveldvers torende en verwijderbare laag wordt gevormd wanneer het voertuig (V) ten opzichte van de service-eenheid (2) een verplaatsing ondergaat voordat een vrijgavesignaal is ontvangen voor de brandstofinstallatie (2).
13. Informatie-inrichting (4) volgens conclusie 12, waarbij het fluïdum (F) een verf of een gel omvat.
14. Werkwijze voor het informeren van een gebruiker van een brandstofinstallatie (2) voor voertuigen (V) voorzien van ten minste een brandstofinlaat voor het toevoeren van 35 brandstof en een voorruit (W), omvattende de stap van het automatisch positioneren van een kopstuk (7) met één of meer informatievelden (24,25) voor de voorruit (W) van het voertuig (V) bij gebruik van de brandstofinstallatie (2). 1025051
NL1025051A 2003-12-18 2003-12-18 Informatie-inrichting voor een brandstofinstallatie. NL1025051C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025051A NL1025051C2 (nl) 2003-12-18 2003-12-18 Informatie-inrichting voor een brandstofinstallatie.
EP04106692A EP1544159A1 (en) 2003-12-18 2004-12-17 Information device for a fuel installation

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025051A NL1025051C2 (nl) 2003-12-18 2003-12-18 Informatie-inrichting voor een brandstofinstallatie.
NL1025051 2003-12-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025051C2 true NL1025051C2 (nl) 2005-06-21

Family

ID=34511341

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025051A NL1025051C2 (nl) 2003-12-18 2003-12-18 Informatie-inrichting voor een brandstofinstallatie.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1544159A1 (nl)
NL (1) NL1025051C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2002080C (en) * 2008-10-10 2010-04-13 Lucas Christiaan Fretz Information system and method of providing information.
FR3036158B1 (fr) * 2015-05-15 2018-01-05 Cryostar Sas Poste de distribution de liquide cryogenique

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2579583A3 (fr) * 1985-04-01 1986-10-03 Renoult Marius Installation du type station-service et procede pour la distribution d'hydrocarbures liquides et la facturation des sommes correspondantes adaptes a une gestion par ordinateur
JPH07257695A (ja) * 1994-03-24 1995-10-09 Tatsuno Co Ltd 懸垂式給油装置
JPH1024996A (ja) * 1996-07-12 1998-01-27 Tatsuno Co Ltd 懸垂式給油装置及び給油所

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6152591A (en) * 1996-03-04 2000-11-28 Dresser Industries, Inc. Interactive graphics display system for a fuel dispenser

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2579583A3 (fr) * 1985-04-01 1986-10-03 Renoult Marius Installation du type station-service et procede pour la distribution d'hydrocarbures liquides et la facturation des sommes correspondantes adaptes a une gestion par ordinateur
JPH07257695A (ja) * 1994-03-24 1995-10-09 Tatsuno Co Ltd 懸垂式給油装置
JPH1024996A (ja) * 1996-07-12 1998-01-27 Tatsuno Co Ltd 懸垂式給油装置及び給油所

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1996, no. 02 29 February 1996 (1996-02-29) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1998, no. 05 30 April 1998 (1998-04-30) *

Also Published As

Publication number Publication date
EP1544159A1 (en) 2005-06-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2558011C (en) Device and system for display of information, and vehicle equipped with such a system
CN105196918B (zh) 展示机动车的车辆周围环境信息的方法
US7369940B2 (en) Method for operating a display system in a vehicle for driving into a parking space
CN101107145B (zh) 汽车的方向盘组件
JP4227644B2 (ja) 車両の駐車過程をサポートするための装置
CN107791949A (zh) 车载摄像头的hud集成集群系统
US8517627B2 (en) Method of placing visible advertising
US20060080005A1 (en) Method for displaying a vehicle driving space
CN102568231A (zh) 全挡风玻璃平视显示器上的道路情况警报
US20070210902A1 (en) Visual driving aid
US20100231715A1 (en) Sideview Vision System Displaying A View Dependent Upon Transmission Selector
NL1025051C2 (nl) Informatie-inrichting voor een brandstofinstallatie.
Smiley et al. Impact of video advertising on driver fixation patterns
GB2420537A (en) Windscreen-mounted automotive head up display
JPH04119479U (ja) 車両用表示装置
CN102792208A (zh) 在汽车风挡上的信息显示装置
FR2800496A1 (fr) Systeme pour assister l'utilisateur d'un dispositif technique
NL1025052C2 (nl) Bewakingssysteem voor een servicestation.
JP3235653U (ja) ディスプレイパネル
KR20150139540A (ko) 방향 오리엔테이션 네비게이션 시스템을 구비하는 시각적 포지셔닝
EP1509422A1 (en) Method and apparatus for traffic flow viewing
KR101890168B1 (ko) 일반차량을 활용한 맞춤형 광고 서비스 시스템
KR20070100256A (ko) 도로안전 개선장치
JPH09261627A (ja) 車両用の情報表示装置
JP2001022969A (ja) タクシーメータ

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090701